ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ4741

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
27 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
506848 BZ 11-1962
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om machtiging tot gebruik van het vermogen van een minderjarige

In deze zaak verzoekt de vader van een minderjarig kind de kantonrechter om geen machtiging te verlenen voor het gebruik van het vermogen van zijn kind, dat hij nodig heeft voor zijn eigen levensonderhoud en dat van de minderjarige. De vader, die lijdt aan diabetes en een progressieve zenuwziekte, heeft geen inkomsten en kan niet werken. Hij heeft een uitkering aangevraagd bij de gemeente Beverwijk, maar deze is afgewezen omdat het gezamenlijke vermogen van hem en de minderjarige boven de vermogensgrens ligt. Het vermogen van de minderjarige, dat is opgebouwd uit een erfenis, is bedoeld voor zijn toekomstige studie. De kantonrechter heeft het verzoek van de vader beoordeeld en geconcludeerd dat het in het belang van de minderjarige is om geen machtiging te verlenen. De rechter wijst het verzoek toe, met de beslissing dat het vermogen van de minderjarige niet gebruikt mag worden voor het levensonderhoud van de vader of de minderjarige zelf. Deze beslissing is genomen op 27 april 2011 en is uitgesproken door kantonrechter J.J. Dijk tijdens een openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 506848 BZ 11-1962
datum uitspraak: 27 april 2011
BESCHIKKING VAN DE KANTONRECHTER
Naar aanleiding van het verzoek van
[verzoeker]
wonende te [woonplaats] aan de [adres]
hierna: verzoeker
belast met het gezag over de minderjarige
[de minderjarige]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]
wonende te [woonplaats] aan de [adres]
hierna: de minderjarige
De procedure
Op 8 april 2011 is een verzoekschrift van verzoeker ontvangen. Op 14 april 2011 heeft verzoeker een wijziging van het verzoekschrift aan de rechtbank gestuurd.
Het verzoek
Het verzoek strekt tot het afgeven van geen machtiging aan verzoeker tot het gebruik van het vermogen van de minderjarige ter voorziening in het levensonderhoud van verzoeker en de minderjarige.
Ter toelichting heeft verzoeker, samengevat, het volgende gesteld.
De minderjarige heeft na het overlijden van zijn grootmoeder, de moeder van verzoeker, als erfgenaam een bedrag van € 20.000,00 ontvangen. Dit bedrag is op een spaarrekening van de minderjarige gezet. Het saldo van deze spaarrekening bedraagt thans € 21.492,23.
Verzoeker is diabetespatiënt en lijdt aan een progressieve zenuwziekte. Verzoeker kan ten gevolge van zijn slechte gezondheid niet werken. Hij heeft de afgelopen jaren geleefd van zijn deel van de erfenis van zijn moeder en van de overwaarde van de verkoop van zijn huis. Hij beschikt thans niet meer over gelden om in het levensonderhoud van zichzelf en de minderjarige te voorzien. Verzoeker heeft daarom bij de gemeente Beverwijk (hierna: de gemeente) een uitkering aangevraagd op grond van de Wet Werk en Bijstand (WWB). Op 27 oktober 2010 heeft de gemeente de aanvraag van verzoeker afgewezen, waarbij zij heeft overwogen dat het vermogen van verzoeker en de minderjarige tezamen, te weten € 28.854,13, gelegen is boven de voor verzoeker geldende vermogensgrens van € 10.960,00.
Het geld op de spaarrekening van de minderjarige is bedoeld om in de toekomst een eventuele studie van de minderjarige te betalen. Verzoeker kan slechts met een machtiging van de kantonrechter over het vermogen van zijn zoon beschikken. Indien de kantonrechter besluit geen machtiging af te geven, kan verzoeker niet over het vermogen van de minderjarige beschikken. De gemeente dient dit vermogen dan bij de vaststelling van het vermogen van verzoeker buiten beschouwing te laten.
Beoordeling
De kantonrechter is van oordeel dat het niet in het belang van de minderjarige is verzoeker te machtigen tot het gebruik van het vermogen van de minderjarige. Zij zal derhalve het verzoek toewijzen.
Beslissing
De kantonrechter:
- verleent geen machtiging aan verzoeker tot het gebruik van het vermogen van de minderjarige, ter voorziening in het levensonderhoud van verzoeker en de minderjarige, met dien verstande dat het vermogen van de minderjarige niet gebruikt mag worden ter voorziening in het levensonderhoud van verzoeker en de minderjarige.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk, kantonrechter en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.