ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ4741
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om machtiging tot gebruik van het vermogen van een minderjarige
In deze zaak verzoekt de vader van een minderjarig kind de kantonrechter om geen machtiging te verlenen voor het gebruik van het vermogen van zijn kind, dat hij nodig heeft voor zijn eigen levensonderhoud en dat van de minderjarige. De vader, die lijdt aan diabetes en een progressieve zenuwziekte, heeft geen inkomsten en kan niet werken. Hij heeft een uitkering aangevraagd bij de gemeente Beverwijk, maar deze is afgewezen omdat het gezamenlijke vermogen van hem en de minderjarige boven de vermogensgrens ligt. Het vermogen van de minderjarige, dat is opgebouwd uit een erfenis, is bedoeld voor zijn toekomstige studie. De kantonrechter heeft het verzoek van de vader beoordeeld en geconcludeerd dat het in het belang van de minderjarige is om geen machtiging te verlenen. De rechter wijst het verzoek toe, met de beslissing dat het vermogen van de minderjarige niet gebruikt mag worden voor het levensonderhoud van de vader of de minderjarige zelf. Deze beslissing is genomen op 27 april 2011 en is uitgesproken door kantonrechter J.J. Dijk tijdens een openbare zitting.