ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ5095

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
30 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
496017 \ CV EXPL 11-809
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betwisting van de levering van goederen en de daaropvolgende betalingsvordering

In deze zaak vorderde Direct Pay Services B.V. betaling van een bedrag voor geleverde goederen aan de gedaagde partij. De gedaagde betwistte echter de ontvangst van deze goederen. De kantonrechter heeft de vordering van Direct Pay afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat de goederen daadwerkelijk waren geleverd. In reconventie werd aan de gedaagde een vergoeding toegewezen voor gemaakte kosten. De procedure begon met een dagvaarding op 10 december 2010, gevolgd door een conclusie van antwoord en een tussenvonnis op 2 februari 2011. Tijdens de comparitie op 2 maart 2011 werd duidelijk dat Direct Pay alleen beschikte over pakbonnen en vrachtbrieven, maar niet over ondertekende ontvangstbewijzen van de gedaagde. De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de goederen waren geleverd, waardoor de vordering van Direct Pay niet kon worden toegewezen. De kantonrechter veroordeelde Direct Pay in de proceskosten, maar beperkte de vergoeding voor de gedaagde tot noodzakelijke reis- en verblijfkosten, aangezien zij zich niet door een professionele gemachtigde had laten bijstaan. In reconventie werd Direct Pay veroordeeld tot terugbetaling van twee betalingen van elk €23,90 aan de gedaagde, evenals de kosten voor de aangetekende brieven en een vergoeding voor de tijd die de gedaagde had besteed aan het communiceren met Beyond Beauty B.V. en Direct Pay. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van de gedaagde in reconventie toewijsbaar was, en dat de kosten in reconventie op nihil konden worden begroot.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 496017 \ CV EXPL 11-809
datum uitspraak: 30 maart 2011
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Direct Pay Services B.V.
te Barendrecht
eisende partij in conventie
verwerende partij in reconventie
hierna te noemen Direct Pay
gemachtigde Webcasso B.V.
tegen
[gedaa[gedaagde]
te [woonplaats]
gedaagde partij in conventie
eisende partij in reconventie
hierna te noemen [gedaagde]
procederende in persoon
In conventie en in reconventie
De procedure
Voor de loop van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende stuk¬ken:
- de dagvaarding van 10 december 2010,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties,
- het door de kantonrechter tussen partijen gewe¬zen en op 2 februari 2011 uitgesproken tussenvonnis,
- de aantekeningen van de griffier van de ingevolge dat vonnis op 2 maart 2011 gehouden comparitie van partijen en de met het oog op die zitting door de gemachtigde van Direct Pay aan de kantonrechter en [gedaagde] gezonden producties.
In conventie
De vordering
Direct Pay vordert dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde] zal veroordelen om aan Direct Pay tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen €68,26, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 10 december 2010 en over de gerechtskosten vanaf de dag van vonniswijzing, beide tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
Direct Pay heeft het volgende aan de vordering ten grond¬slag gelegd:
Beyond Beauty B.V. heeft ingevolge een overeenkomst van [gedaagde] opeisbaar te vorderen €30,80, wegens geleverde goederen.
Beyond Beauty B.V. heeft de vordering overgedragen aan Direct Pay. Deze overdracht werd op 10 mei 2010 aan [gedaagde] betekend.
Door ondanks aanmaning met betaling in gebreke te blijven, heeft [gedaagde] Direct Pay genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven. Direct Pay heeft daardoor vermogensschade geleden, bestaande uit de buitengerechtelijke incassokosten ten belope van €37,00. [gedaagde] dient deze kosten ingevolge artikel 6:96 lid 2 sub c BW aan Direct Pay te voldoen.
Voorts is [gedaagde] de wettelijke rente verschuldigd geworden. Deze rente bedraagt, berekend tot 10 december 2010, €0,46.
Het verweer
[gedaagde] betwist de vordering en voert daartoe het volgende aan:
Er is nooit een product geleverd aan [gedaagde]. [gedaagde] kon na ontvangst van een proefzending ad €6,90 met een code via internet verdere leveringen stopzetten. Omdat er nooit geleverd is, ook geen proefzending, heeft [gedaagde] nooit een code ontvangen, noch adres- en telefoongegevens van Beyond Beauty B.V.
Zonder de proefzending was het dus niet mogelijk de koop tijdig te herroepen.
Wel is telkens automatisch geld van de rekening van [gedaagde] afgeschreven. Tweemaal heeft [gedaagde] deze bedragen niet gestorneerd. Het gaat om 2 x €23,90.
In reconventie:
De vordering
[gedaagde] vordert dat de kantonrechter Direct Pay zal veroordelen tot terugbetaling aan [gedaagde] van
2 x €23,90, betaling van de gemaakte kosten voor 2 aangetekende brieven met handtekening retour, te weten: 2 x €7,00 en vergoeding van de uren besteed aan Beyond Beauty B.V., te weten: 6 uren ad €25,00.
[gedaagde] heeft haar verweer in conventie aan haar vordering ten grondslag gelegd. De kantonrechter verwijst daar kortheidshalve naar.
Het verweer
Direct Pay heeft de vordering betwist. Op het verweer zal, voor zover relevant, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.
De beoordeling van het geschil
In conventie
1. [gedaagde] heeft gemotiveerd weersproken dat zij producten van Beyond Beauty B.V. heeft ontvangen.
2. Direct Pay beroept zich op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten. Nu uit enige bijzondere regel of uit de eisen van redelijkheid of billijkheid geen andere verdeling van de bewijslast voortvloeit, draagt Direct Pay op grond van het bepaalde bij artikel 150 Rv de bewijslast van die feiten.
3. Direct Pay dient daarom te bewijzen dat door Beyond Beauty B.V. inderdaad producten aan [gedaagde] zijn geleverd.
4. Ter comparitie is namens Direct Pay verklaard, dat zij slechts beschikt over pakbonnen/vrachtbrieven, maar niet over door [gedaagde] ondertekende ontvangstbewijzen.
5. Gesteld noch gebleken is dat die pakbonnen/vrachtbrieven het bewijs inhouden van de stelling dat producten aan [gedaagde] zijn geleverd.
6. Nu overigens geen bewijs is aangeboden, acht de kantonrechter geen gronden aanwezig om Direct Pay tot bewijslevering toe te laten.
7. Nu niet komt vast te staan dat inderdaad producten zijn geleverd, ontvalt daarmede de grondslag aan de vordering. Deze zal daarom moeten worden afgewezen.
8. Direct Pay zal als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. Omdat [gedaagde] zich niet door een professionele gemachtigde heeft laten bijstaan, komen op grond van het bepaalde bij artikel 238 Rv, voor vergoeding slechts de noodzakelijke reis- en verblijfkosten in aanmerking.
In reconventie
9. Nu de vordering in conventie wordt afgewezen, brengt dat met zich dat de twee betalingen van elk €23,90 aan [gedaagde] moeten worden terugbetaald.
10. Onvoldoende weersproken is dat [gedaagde] twee aangetekende brieven met handtekening retour heeft verzonden. Ook de daarmee gepaard gaande kosten zijn daarom als gevorderd toewijsbaar.
11. Voldoende gebleken is dat [gedaagde] telkens stappen heeft ondernomen om hetzij Beyond Beauty B.V. hetzij Direct Pay duidelijk te maken dat zij geen producten heeft ontvangen. Dat heeft uiteraard tijd gekost. De vergoeding die [gedaagde] daarvoor vordert, komt de kantonrechter niet bovenmatig voor en zal daarom worden toegewezen.
12. Direct Pay zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Gelet op de samenhang tussen de beide vorderingen, zal de kantonrechter de kosten in reconventie aan de zijde van [gedaagde] op nihil begroten.
Beslissing
De kantonrechter:
In conventie:
Wijst de vordering af.
Veroordeelt Direct Pay in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] begroot op €25,00 wegens noodzakelijke reis- en verblijfkosten.
In reconventie:
Veroordeelt Direct Pay om tegen behoorlijk bewijs van kwij¬ting aan [gedaagde] te betalen €211,80.
Veroordeelt Direct Pay in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.