ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ5822

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
17 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/1942
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • G. Guinau
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake ontheffing voor het schenken van zwak alcoholische dranken in een museum

Op 17 mei 2011 heeft de Rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in een zaak waarin Stichting Museum Grietje Tump, gevestigd te Landsmeer, een verzoek om voorlopige voorziening indiende. Dit verzoek was gericht tegen de afwijzing van de burgemeester van Landsmeer om ontheffing te verlenen voor het schenken van zwak alcoholische dranken aan bezoekers van besloten feesten op 9 april, 11 juni en 3 juli 2011. De burgemeester had eerder een last onder dwangsom opgelegd ter beëindiging van deze activiteiten in het museum. De verzoekster stelde dat het financieel niet haalbaar was om het museum te exploiteren zonder de mogelijkheid om paracommerciële activiteiten te ontplooien, zoals het schenken van alcoholische dranken. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de huidige regelgeving de exploitatie van het museum in de stichtingsvorm in gevaar bracht, omdat alleen 'koffie met cake' mocht worden aangeboden, wat nauwelijks omzet genereerde.

De voorzieningenrechter overwoog dat de burgemeester verplicht is om een exploitatievergunning te weigeren indien de exploitatie in strijd is met het bestemmingsplan. In dit geval rustte op het perceel de bestemming 'maatschappelijke doeleinden', wat het museum toestond. De voorzieningenrechter concludeerde dat de verzoekster alleen de gewenste activiteiten kon ontplooien als het college van burgemeester en wethouders bereid was om een omgevingsvergunning te verlenen, met de nodige voorwaarden om te waarborgen dat de nevenactiviteiten ondergeschikt zouden zijn aan de hoofdactiviteit van het museum.

De voorzieningenrechter wees het verzoek toe, waarbij de burgemeester werd gelast om verzoekster op de resterende data als ware zij in het bezit van de gevraagde ontheffing te behandelen. Tevens werd de burgemeester opgedragen om het door verzoekster betaalde griffierecht van € 302,- te vergoeden. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 11 - 1942
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 17 mei 2011
in de zaak van:
Stichting Museum Grietje Tump,
gevestigd te Landsmeer,
verzoekster,
tegen:
de burgemeester van Landsmeer,
verweerder.
Tegenwoordig: mr. G. Guinau, voorzieningenrechter, en mr. J.K. N'Daw, griffier.
Zitting: 17 mei 2011
Verschenen: Verzoekster is vertegenwoordigd door [namen] is vergezeld door [naam]. Verweerder is vertegenwoordigd door K. Koppendraijer en N.E. Mantel, beiden werkzaam bij de gemeente Landsmeer.
Het geschil betreft verweerders op 30 maart 2011 gegeven afwijzing van verzoeksters aanvraag om ontheffing om op 9 april 2011, 11 juni 2011 en 3 juli 2011 zwak alcoholische dranken te schenken aan bezoekers van besloten feesten.
Tegen dit besluit heeft verzoekster bij brief van 7 april 2011 bezwaar gemaakt. Bij brief van 13 april 2011 is verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Bij mondelinge uitspraak van 17 mei 2011 heeft de voorzieningenrechter het verzoek toegewezen in die zin dat verweerder verzoekster op de resterende data 11 juni 2011 en 3 juli 2011 dient te behandelen als ware zij in het bezit van de gevraagde ontheffing nu de besloten feesten die zullen plaatsvinden in het museum op deze data reeds voor 27 juli 2010, toen de last onder dwangsom ter beëindiging van deze activiteiten werd gegeven, zijn geboekt.
Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
Verzoekster heeft ter zitting gemotiveerd toegelicht dat het exploiteren van het museum in de stichtingsvorm financieel niet langer haalbaar zal zijn, indien haar niet een zekere ruimte wordt gegeven om paracommerciële activiteiten, in het bijzonder het gebruik voor doeleinden die alleen mogelijk zijn met een exploitatievergunning horecabedrijf en een vergunning krachtens de Drank- en horecawet, beide te verlenen door de burgemeester, te ontplooien. In de huidige situatie is het verzoekster alleen toegestaan “koffie met cake” aan te bieden en daar is niet of nauwelijks omzet mee te genereren.
De voorzieningenrechter heeft partijen voorgehouden dat artikel 2.3.1.2 van de APV de burgemeester de verplichting oplegt een exploitatievergunning te weigeren indien de exploitatie van het horecabedrijf in strijd is met een geldend bestemmingsplan. Ingevolge het bestemmingplan “Het Lint” rust op het perceel de bestemming “maatschappelijke doeleinden”, museum toegestaan.
Wat verzoekster wil kan dus alleen worden gerealiseerd als het college van burgemeester en wethouders bereid is gebruik te maken van zijn bevoegdheid een omgevingsvergunning voor het met het bestemmingplan strijdig gebruik te verlenen en daaraan voorschriften te verbinden die moeten garanderen dat de nevenactiviteiten qua aard en omvang ondergeschikt zijn aan de hoofdactiviteit museum.
Daarnaar gevraagd heeft verzoekster een aantal haar bekende voorbeelden genoemd van musea in de omgeving die naar haar weten ieder op hun eigen wijze door de gemeentebesturen de gelegenheid hebben gekregen de broodnodige extra inkomsten te genereren uit nevenactiviteiten. Met het oog op besluitvorming die in het verschiet ligt is het wellicht raadzaam kennis te vergaren omtrent de door verzoekster aangedragen voorbeelden.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek toe in die zin dat verweerder verzoekster op de resterende data 11 juni 2011 en 3 juli 2011 dient te behandelen als ware zij in het bezit van de gevraagde ontheffing;
- gelast de burgemeester van Landsmeer aan verzoekster te vergoeden het door haar betaalde griffierecht van € 302,-.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal,
Griffier voorzieningenrechter
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.