ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ6260
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.W.S. de Groot
- A.J. van der Meer
- J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens misbruik van rechtsmiddel
In deze zaak heeft verzoeker op 13 mei 2010 een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechtbank Haarlem, specifiek gericht tegen de meervoudige kamer bestaande uit mr. [B], mr. [C] en mr. [D]. Dit verzoek volgde op eerdere wrakingsverzoeken die op dezelfde gronden waren ingediend en die allen ongegrond waren verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat het herhaaldelijk indienen van wrakingsverzoeken op dezelfde gronden kan worden aangemerkt als misbruik van het rechtsmiddel wraking. Dit heeft geleid tot de toepassing van artikel 8:18, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de rechtbank de bevoegdheid geeft om een volgend verzoek om wraking niet in behandeling te nemen.
Tijdens de zitting op 20 mei 2011 zijn zowel verzoeker als de wederpartij, de inspecteur van de belastingdienst Holland-Midden/kantoor Hoofddorp, niet verschenen. De rechters hebben schriftelijk op het verzoek gereageerd. De rechtbank heeft in haar beoordeling benadrukt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. Verzoeker heeft aangevoerd dat hij vreest dat eerdere uitspraken van de rechtbank de huidige behandeling van zijn zaak zullen beïnvloeden, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat deze vrees niet objectief gerechtvaardigd is.
De rechtbank heeft het verzoek om wraking afgewezen voor zover het betrekking heeft op de rechters mr. [B], mr. [C] en mr. [D], en niet-ontvankelijk verklaard voor zover het verzoek betrekking heeft op andere leden van de rechtbank Haarlem. Tevens is bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker niet in behandeling wordt genomen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 20 mei 2011, met de griffier drs. A.M. Jones aanwezig.