ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ6529
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering Zorgverzekeraar wegens onvoldoende onderbouwing
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 19 mei 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Centrale Zorgverzekeraars Groep, Zorgverzekeraar U.A. (hierna: Zorgverzekeraar) en een gedaagde partij. De Zorgverzekeraar vorderde betaling van een eigen risico van €265,00, dat door de gedaagde niet was voldaan. De gedaagde had in de periode van 1 mei 2010 tot en met 31 mei 2010 ziektekosten gemaakt, welke kosten door de Zorgverzekeraar aan de zorgverleners waren voldaan. De Zorgverzekeraar stelde dat de gedaagde, als verzekeringnemer, verplicht was om het eigen risico te betalen voor alle personen die onder zijn polis vielen, inclusief zijn echtgenote.
De kantonrechter heeft de vordering van de Zorgverzekeraar afgewezen. De rechter oordeelde dat de Zorgverzekeraar niet voldoende had aangetoond dat er daadwerkelijk kosten waren gemaakt voor zorgverlening aan de echtgenote van de gedaagde. Aangezien de Zorgverzekeraar verzuimd had te stellen en aan te tonen dat er kosten waren gemaakt voor de zorgverlening aan de echtgenote, kon er geen aanspraak worden gemaakt op het eigen risico dat voor haar gold. De kantonrechter heeft de Zorgverzekeraar, als in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die bestonden uit €25,00 aan reis- en verblijfkosten en €60,00 aan salaris voor de gemachtigde.
De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijke en onderbouwde vordering in civiele procedures, vooral in zaken die betrekking hebben op verzekeringen en eigen risico's. De rechter heeft de Zorgverzekeraar erop gewezen dat zonder bewijs van gemaakte zorgkosten, de vordering niet kan worden toegewezen. Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en is openbaar uitgesproken op de zitting van 19 mei 2011.