ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ8616
Rechtbank Haarlem
- Voorlopige voorziening
- C.E. Heyning-Huydecoper
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake gezamenlijke huishouding en inkomensvoorziening WIJ
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem op 6 juni 2011 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster, die afkomstig is uit Roemenië. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Haarlem, dat haar aanvraag voor een inkomensvoorziening in het kader van de Wet investeren in jongeren (WIJ) had afgewezen. Verweerder oordeelde dat verzoekster niet als alleenstaande kon worden aangemerkt, omdat zij een gezamenlijke huishouding voerde met een medebewoonster.
Verzoekster had in maart 2011 bezwaar gemaakt tegen het besluit van 18 februari 2011, waarin verweerder haar een nieuw werkleeraanbod had aangeboden, maar haar aanvraag voor een inkomensvoorziening had afgewezen. Tijdens de zitting op 27 mei 2011 was verzoekster aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde, en werd verweerder vertegenwoordigd door R. de Vos. Verzoekster voerde aan dat zij slachtoffer was van mensenhandel en in een kwetsbare positie verkeerde, en dat zij zonder inkomensvoorziening dakloos zou worden.
De voorzieningenrechter heeft de situatie van verzoekster beoordeeld en vastgesteld dat er voldoende bewijs was voor de gezamenlijke huishouding met haar medebewoonster. Ondanks de argumenten van verzoekster, waaronder haar claim van uitbuiting en de risico's van dakloosheid, concludeerde de voorzieningenrechter dat verweerder terecht had geoordeeld dat verzoekster niet in aanmerking kwam voor de inkomensvoorziening. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de beslissing van verweerder.
De uitspraak werd gedaan door mr. C.E. Heyning-Huydecoper, in aanwezigheid van griffier P.M. van der Pol, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.