ECLI:NL:RBHAA:2011:BR0700

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
6 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
zaak/rolnr.: 470068 CV EXPL 10-7620
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.W.S. de Groot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewijsvoering bij telefonische overeenkomst en de eisen daaraan

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 6 april 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Bureau Voorlichting Midden- en Kleinbedrijf B.V. (hierna: BVMK) en de stichting Stichting Kinderdagverblijf De Regenboog (hierna: De Regenboog). BVMK vorderde een bedrag van € 759,47 van De Regenboog, gebaseerd op een telefonisch tot stand gekomen overeenkomst voor deelname aan de MKB Ondernemersgids. De Regenboog betwistte de totstandkoming van deze overeenkomst en voerde aan dat zij misleid was door BVMK.

De procedure begon met een comparitie van partijen op 23 augustus 2010, gevolgd door een enquête en contra-enquête op 26 januari 2011. BVMK stelde dat er een wilsovereenkomst was ontstaan tijdens twee telefoongesprekken op 8 december 2009, waarvan alleen het tweede gesprek was opgenomen. De opname en het transcript daarvan werden als bewijs ingebracht. De Regenboog stelde echter dat er geen overeenstemming was bereikt en dat zij niet op de hoogte was van de opname van het gesprek.

De kantonrechter oordeelde dat BVMK niet voldoende bewijs had geleverd voor de gestelde wilsovereenstemming. De verklaringen van getuigen stonden tegenover elkaar, en het bewijs uit het tweede gesprek was onvoldoende om de overeenkomst te onderbouwen. De rechter benadrukte dat in situaties zoals deze relatief strenge eisen aan het bewijs gesteld mogen worden, vooral omdat De Regenboog onvoorbereid was benaderd door BVMK. De vordering van BVMK werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van De Regenboog, begroot op € 400,00 aan salaris voor de gemachtigde.

Dit vonnis benadrukt het belang van duidelijke communicatie en bewijsvoering bij telefonische overeenkomsten, vooral wanneer een partij onvoorbereid wordt benaderd.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 470068 CV EXPL 10-7620
datum uitspraak: 6 april 2011
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de besloten vennootschap Bureau Voorlichting Midden- en Kleinbedrijf B.V.
te Veendam
eiseres
hierna te noemen BVMK
gemachtigde mr. E. van Wolde
tegen
de stichting Stichting Kinderdagverblijf De Regenboog
te Uitgeest
gedaagde
hierna te noemen De Regenboog
gemachtigde Van der Vleuten & Van Hooff gerechtsdeurwaarders
De procedure
Ingevolge het tussenvonnis van 21 juli 2010 is op 23 augustus 2010 een comparitie van partijen gehouden. Mede naar aanleiding van het daar verklaarde heeft de kantonrechter BVMK toegelaten tot het bewijs dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen. De enquête en de contra-enquête hebben op 26 januari 2011 plaatsgevonden, waarna beide partijen nog een akte hebben genomen.
De feiten
BVMK heeft De Regenboog telefonisch benaderd voor deelname aan de BVMK Ondernemersgids. In verband hiermee heeft BVMK twee keer telefonisch contact gehad met De Regenboog op 8 december 2009. Van het tweede gesprek heeft BVMK een geluidsopname gemaakt, die ter zitting is afgespeeld en waarvan BVMK bij akte een transcript in het geding heeft gebracht. Van het eerste gesprek is geen geluidsopname gemaakt.
Op basis van gestelde wilsovereenkomst met betrekking tot een gidsvermelding heeft BVMK bij schrijven van 8 december 2010 aan De Regenboog haar deelname aan de MKB Ondernemersgids bevestigd. Voorts heeft BVMK De Regenboog hiervoor een factuur gedateerd 9 december 2010 gestuurd van € 595 inclusief BTW.
De Regenboog heeft de factuur ook na aanmaning onbetaald gelaten.
De vordering, de gestelde grondslag en het verweer
Op grond van de weergegeven feiten vordert BVMK een bedrag van € 759,47 met rente en proceskosten. Zij beroept zich daarvoor op een overeenkomst tot bedrijfsvermelding in de MKB Ondernemersgids, telefonisch tot stand gekomen. In verband daarmee maakt zij aanspraak op het genoemde factuurbedrag, vermeerderd met incassokosten, opgekomen door de weigering van De Regenboog aan betalingsverzoeken te voldoen.
De Regenboog heeft betwist dat partijen het eens zijn geworden zoals door BVMK gesteld. Zij heeft aangevoerd dat BVMK haar heeft misleid, door de schijn te wekken dat zij van doen had met de branche-organisatie MKB. Voorts heeft BVMK in het tweede gesprek in strijd met de waarheid de schijn gewekt dat in het eerste gesprek al een overeenkomst tot stand was gekomen en voorts dat het ging om de verlenging van een al lopend contract, door te spreken over “een laatste factuur” die nog zou worden verzonden. Ook wijst De Regenboog erop dat aan de telefoon haar niet is meegedeeld, laat staan haar instemming is gevraagd, dat het (tweede) gesprek op de band werd opgenomen.
De beoordeling
Als bewijs voor de door BVMK gestelde maar door De Regenboog betwiste wilsovereenstemming met betrekking tot een gidsvermelding in de MKB Ondernemersgids heeft BVMK zich beroepen op het transcript van het tweede telefoongesprek, alsmede op de door de getuige [A.] afgelegde verklaring over het eerste gesprek.
Het bewijs is niet geleverd. Over het eerste gesprek zegt getuige [A.] – die gesprekspartner was namens BVMK – te concluderen dat er overeenstemming was over de vermelding. Zijn verklaring wordt echter tegengesproken door getuige [B.] van De Regenboog, die heeft verklaard een geheel andere herinnering aan het gesprek te hebben, inhoudende dat haar werd voorgehouden dat sprake was van een al lopende overeenkomst en dat zij wilde dat, als daarvan sprake was, maar een getekende overeenkomst moest worden opgestuurd.
Het transcript van het tweede gesprek levert het bewijs ook niet op. Daar spreekt de gesprekspartner [C.] namens BVMK onder meer het volgende:
“Afdeling eindcontrole, ik bel u nog even naar aanleiding van het telefonisch onderhoud met een van mijn collega’s”
en
“het was even inzake jullie vermelding voor de komende periode in de MKB Ondernemersgids…..ehh, met de afspraak…ja!...dat deze overeenkomst, op jullie verzoek, niet automatisch wordt verlengd…..”
en
“He, dan hebben wij het van beide kanten tenminste zwart op wit en dan kunnen daar verder geen misverstanden over bestaan en dan eh ja, tot slot ontvangt u hiervan uiterlijk de derde week van december nog de laatste factuur van €500,00 en dan is het verder vooralsnog geregeld(…)”.
Uit deze mededelingen is zonder bewijs van het eerste gesprek – dat zoals hiervoor overwogen, niet is bijgebracht – de wilsovereenstemming niet af te leiden. Ook het feit dat gezegd is dat De Regenboog nog een email zou krijgen leidt niet tot een andere conclusie, nu van de kant van De Regenboog daarop geen bevestiging van een gemaakte afspraak is gegeven. Integendeel, De Regenboog heeft, zij het pas een aantal weken later, laten weten dat er wat haar betreft, geen wilsovereenstemming bestond.
Bij het voorgaande valt nog op te merken dat in een situatie als deze relatief strenge eisen aan het bewijs gesteld mogen worden. Daarbij is van belang dat De Regenboog onvoorbereid werd benaderd door BVMK en er dus niet op bedacht was dat zij geconfronteerd kon worden met een betalingsverplichting van een omvang als hier aan de orde. Dat mededeling van de opname van het gesprek is gedaan, is niet komen vast te staan, nog daargelaten dat wel vast staat dat die mededeling in elk geval niet is gedaan in het opgenomen gesprek zelf, terwijl dat wel voor de hand had gelegen. Verder heeft De Regenboog, met de verwijzing naar de website van MKB-Nederland met een aantal voorbeelden van telefonische acquisitie als in deze zaak aan de orde, voldoende aannemelijk gemaakt dat BVMK door de benaming waarvan zij zich bedient welbewust het risico in het leven roept dat potentiële contractspartners in strijd met de werkelijkheid in de waan gebracht worden te doen te hebben met hun branche-organisatie MKB-Nederland en daardoor minder beducht zijn op verkooptechnieken als door BVMK gebruikt.
De vordering wordt daarom afgewezen met verwijzing van BVMK als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten.
BESLISSING
De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt BVMK in de kosten van De Regenboog begroot op € 400,00 aan salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.W.S. de Groot en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.