ECLI:NL:RBHAA:2011:BR1695

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
23 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/700648-10
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van rechtsvervolging en plaatsing in psychiatrisch ziekenhuis wegens gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 23 maart 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van vernieling. De verdachte, geboren in Paramaribo, Suriname, heeft in de periode van 17 tot 18 september 2010 opzettelijk en wederrechtelijk een raam van een strandhuis vernield. Tijdens de zitting is vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een ernstige psychiatrische stoornis, waaronder een psychotische stoornis en zwakbegaafdheid. Twee gedragsdeskundigen hebben gerapporteerd dat de kans op recidive zonder gedwongen klinische behandeling hoog is, en dat de verdachte niet in staat is om de gevolgen van zijn daden te overzien. De rechtbank heeft op basis van deze rapporten en het verhandelde ter zitting geoordeeld dat de verdachte niet strafbaar is en heeft hem ontslagen van alle rechtsvervolging. De rechtbank heeft echter ook vastgesteld dat de verdachte een gevaar vormt voor de algemene veiligheid van personen en goederen. Daarom is besloten om de verdachte te plaatsen in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar, om hem de noodzakelijke behandeling te bieden. Deze maatregel is ook door de officier van justitie en de raadsman van de verdachte bepleit. De rechtbank heeft de beslissing genomen in het belang van zowel de verdachte als de samenleving, om herhaling van strafbare feiten te voorkomen en de verdachte de benodigde zorg te bieden.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/700648-10
Uitspraakdatum: 23 maart 2011
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 16 maart 2011 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te Paramaribo (Suriname),
thans gedetineerd in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum te Vught.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een tijdstip gelegen in of omstreeks de periode van 17 september 2010 tot en met 18 september 2010 te IJmuiden, gemeente Velsen, opzettelijk en wederrechtelijk een raam van de (voor)deur van een strandhuis (gelegen op het IJmuiderstrand), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, immers heeft hij, verdachte, de ruit van voornoemd raam geforceerd/ingegooid.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit en gevorderd dat verdachte ten aanzien hiervan wordt ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat hem het door hem begane feit wegens een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens niet kan worden toegerekend. Verdachte is dus niet strafbaar. Verdachte dient te worden geplaatst in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar.
4. Bewijs
4.1. Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de navolgende bewijsmiddelen waarbij de rechtbank nu verdachte een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering is zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
* de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
* het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van aangever [slachtoffer] d.d. 18 september 2010;
* het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aanhouding d.d. 18 september 2010.
4.2. Bewezenverklaring
Gezien het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, in dier voege dat:
hij op een tijdstip gelegen in de periode van 17 september 2010 tot en met 18 september 2010 te IJmuiden, gemeente Velsen, opzettelijk en wederrechtelijk een raam van een strandhuis, gelegen op het IJmuiderstrand, toebehorende aan [slachtoffer], heeft vernield, immers heeft hij, verdachte, de ruit van voornoemd raam ingegooid.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank de tenlastelegging verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.
6. Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank heeft kennis genomen van de inhoud van:
- het uittreksel uit het justitiële documentatieregister van verdachte d.d. 20 september 2010;
- het psychiatrisch onderzoek Pro Justitia d.d. 27 januari 2011 van psychiater I. Maksimovic betreffende verdachte;
- het psychologisch Pro Justitia rapport d.d. 3 februari 2011 van gezondheidszorg- en forensisch psycholoog D. Breuker betreffende verdachte;
- de klinische observatie Pro Justitia d.d. 3 februari 2011 betreffende verdachte.
Het psychiatrisch onderzoek Pro Justitia d.d. 27 januari 2011 houdt - zakelijk weergegeven - onder meer het volgende in.
Betrokkene lijdt aan een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens in de zin van een psychotische stoornis niet anderszins omschreven. Tevens lijdt hij aan een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de zin van zwakbegaafdheid en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Ten tijde van het ten laste gelegde was betrokkene psychotisch. Bij zijn aanhouding kwam hij verward over. Betrokkene toont een beeld van desorganisatie en verwardheid, dat kenmerkend is voor een chronische psychose. Ten gevolge van zijn psychose is betrokkene zodanig gedesorganiseerd dat hij niet in staat was om functioneel te handelen. Zijn zwakbegaafdheid heeft ertoe bijgedragen dat hij de gevolgen van zijn daad niet heeft kunnen overzien. Geadviseerd wordt om betrokkene als ontoerekeningsvatbaar te beschouwen. Het recidiverisico is hoog. Om het recidiverisico te verlagen, wordt een klinische behandeling geadviseerd in het kader van een plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis krachtens artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht.
Het psychologisch Pro Justitia rapport d.d. 3 februari 2011 houdt - zakelijk weergegeven - onder meer het volgende in.
Betrokkene lijdt aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van een psychotische stoornis niet anderszins omschreven, met vermoedelijk visuele hallucinaties en/of wanen. Daarnaast is er sprake van misbruik van alcohol en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens door de aanwezigheid van zwakbegaafdheid en antisociale trekken. Deze stoornis was ook aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde, en geadviseerd wordt om verdachte als ontoerekeningsvatbaar te beschouwen. Het vermoeden bestaat dat betrokkene al langer leed aan een psychotisch toestandsbeeld waarvoor hij geen medicatie of behandeling kreeg. Tijdens het verblijf op de Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) in Heiloo verdwijnt de psychose, onder invloed van antipsychotische medicatie en de geboden structuur, steeds meer naar de achtergrond. Bij betrokkene is sprake van een ernstige psychiatrische stoornis en zwakbegaafdheid op basis waarvan hij zeer afhankelijk is van externe structurering en hij gemakkelijk beïnvloedbaar is. Indien de structuur en medicatie wegvallen, is de kans op psychotische decompensatie aanwezig. Om het recidiverisico te beperken wordt geadviseerd betrokkene een gedwongen behandeling in een psychiatrisch ziekenhuis op te leggen in het kader van artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank kan zich verenigen met de hiervoor vermelde bevindingen en conclusies van de deskundigen en maakt deze tot de hare. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat het bewezen verklaarde feit niet aan verdachte kan worden toegerekend wegens de gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens. Verdachte is mitsdien niet strafbaar, zodat hij dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging ten aanzien van het bewezen verklaarde feit.
7. Oplegging van een maatregel
Bij de beslissing over een maatregel die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door het volgende.
Naar aanleiding van het onderzoek naar het ten laste gelegde feit zijn de hierboven reeds besproken rapporten uitgebracht door twee gedragsdeskundigen van verschillende disciplines, namelijk I. Maksimovic, psychiater en D. Breuker, psycholoog. Beide gedragsdeskundigen zijn van oordeel dat de kans op recidive bij verdachte zonder gedwongen klinische behandeling hoog is vanwege de ernstige psychiatrische stoornis en de afwezigheid van ziektebesef.
Volgens de deskundigen kan de kans op herhaling worden verkleind door een klinische behandeling en begeleiding van verdachte. De psychotische stoornis dient te worden behandeld met antipsychotische medicatie. Onder gestructureerde omstandigheden en na langdurige training kan verdachte vaardigheden aanleren waardoor hij beter zou kunnen functioneren. Dit dient in een gedwongen kader te geschieden, omdat verdachte wegens een gebrek aan ziekte-inzicht zich niet langdurig zal laten behandelen en begeleiden. De inschatting is dat verdachte vanwege zijn zwakbegaafdheid langdurig aangewezen zal blijven op een zekere mate van externe structuur.
De rechtbank is - mede op grond van de hier bedoelde rapporten en het verhandelde ter zitting - tot het oordeel gekomen dat verdachte van alle rechtsvervolging dient te worden ontslagen en heeft vastgesteld dat verdachte een gevaar vormt voor de algemene veiligheid van personen en goederen. Verdachte leidt een zwervend bestaan en blijkens zijn justitiële documentatie maakt hij zich veelvuldig schuldig aan vermogensdelicten. Toen verdachte werd aangetroffen in het strandhuisje in IJmuiden, sliep hij met een mes onder zijn kussen. Hij kan zich overigens niets meer herinneren van dat mes. Bovendien liep verdachte nog in een proeftijd voor een ernstig geweldsdelict. De rechtbank acht plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis dan ook de meest gerede maatregel. Met het inslaan van die weg kan thans worden voorkomen dat verdachte opnieuw strafbare feiten pleegt, en kan voldoende worden voorzien in de benodigde langdurige behandeling die verdachte nodig zal hebben. Oplegging van deze maatregel is ook ter terechtzitting door zowel de officier van justitie als de raadsman van verdachte bepleit. De rechtbank zal verdachte derhalve de maatregel plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar opleggen, nu verdachte wegens de gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens een gevaar vormt voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
37 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.
9. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 4.2. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezen verklaarde feit het hierboven onder 5. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart verdachte niet strafbaar voor het bewezen verklaarde feit en ontslaat hem van alle rechtsvervolging.
Gelast dat verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis zal worden geplaatst voor een termijn van één (1) jaar.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. K.G. Witteman, voorzitter,
mr. drs. J.W.H.G. Loyson en mr. J.M. Sassenburg, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. I. Hermans,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 maart 2011.
Mr. Sassenburg is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.