ECLI:NL:RBHAA:2011:BR4105
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatig ontslag en uitleg van het loonbegrip
In deze zaak vorderde de eiseres, werkzaam bij Robinson Kinderopvang B.V., een gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatig ontslag. De eiseres was op 1 juni 2009 in dienst getreden en had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die twee keer was verlengd. Op 5 oktober 2010 ontstond er een conflict tussen de eiseres en haar leidinggevende over het inwerken van haar opvolger. Na dit conflict verliet de eiseres voortijdig haar werk, waarna Robinson haar op staande voet ontsloeg. De eiseres betwistte de rechtmatigheid van het ontslag en vorderde onder andere een verklaring voor recht dat het ontslag onregelmatig was, alsook schadevergoeding van €4.609,65 bruto, vermeerderd met wettelijke rente.
De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet niet gerechtvaardigd was. De rechter stelde vast dat Robinson niet had voldaan aan de formele vereisten voor het verlenen van een ontslag op staande voet en dat er geen dringende reden was voor het ontslag. De kantonrechter wees de vordering tot schadevergoeding toe, waarbij het loon en vakantiebijslag over de periode van 6 oktober 2010 tot en met 30 november 2010 werden toegewezen. De rechter oordeelde dat de eiseres recht had op een totaalbedrag van €4.019,98, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum van ontslag. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten werd afgewezen, evenals de vordering tot een verklaring voor recht en specificatie van de schadevergoeding.
De proceskosten werden aan de zijde van de eiseres begroot en Robinson werd veroordeeld tot betaling van deze kosten. Het vonnis werd uitgesproken door de kantonrechter op 21 juli 2011.