ECLI:NL:RBHAA:2011:BR4501

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
21 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
508419 CV EXPL 11-5391
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.J. van der Valk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid kentekenhouder voor onbetaalde brandstof door derde

In deze civiele zaak heeft de eiseres, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Exploitatiemaatschappij Kennemerland B.V., een tankstation exploiterend, de gedaagde aangesproken tot betaling van een bedrag van € 33,25 voor brandstof die door een derde, [XXX], is getankt met een auto waarvan de gedaagde de kentekenhoudster was. De eiseres vorderde in totaal € 70,43, inclusief buitengerechtelijke incassokosten, omdat [XXX] niet had betaald en onbereikbaar was. De gedaagde heeft de vordering betwist en aangevoerd dat zij niet aansprakelijk kan worden gesteld, omdat zij de auto op verzoek van [XXX] op haar naam heeft laten zetten en zelf geen rijbewijs heeft. Bovendien is zij verstandelijk beperkt en heeft zij geen kennis van de onbetaalde brandstof.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 508419/ CV EXPL 11-5391
datum uitspraak: 21 juli 2011
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EXPLOITATIEMAATSCHAPPIJ KENNEMERLAND B.V.
te Leidschendam
eiseres
hierna te noemen Kennemerland
gemachtigde Van der Vleuten & Van Hooff B.V.
tegen
[gedaagde]
te [woonplaats]
gedaagde
hierna te noemen [gedaagde]
procederende in persoon
De procedure
Kennemerland heeft [gedaagde] gedagvaard op 13 april 2011. [gedaagde] heeft mondeling en (aanvullend) schriftelijk geantwoord.
Kennemerland heeft schriftelijk op het antwoord gereageerd, waarna [gedaagde] nog een mondelinge reactie heeft gegeven.
De feiten
1. Op 4 februari 2011 heef[XXX] (hierna: [XXX]) bij een door Kennemerland geëxploiteerd benzinestation voor € 25,25 brandstof getankt met een personenauto waarvan het kenteken op naam van [gedaagde] stond (hierna: de auto).
2. [XXX] heeft die dag een schuldbekentenis ondertekend, waarin hij heeft verklaard binnen 48 uur per bank/giro een bedrag van € 33,25 aan Kennemerland te zullen voldoen ter zake van brandstof, vermeerderd met € 8,00 administratiekosten.
3. [XXX] is in gebreke gebleven met betaling.
4. Op 23 en 29 maart 2011 heeft de gemachtigde van Kennemerland [gedaagde] gesommeerd tot betaling van € 33,25, vermeerderd met rente en kosten.
5. Op 7 april 2011 heeft de Rijksdienst voor het Wegverkeer aan [gedaagde] een vrijwaringsbewijs voor de auto verstrekt.
De vordering
Kennemerland vordert (samengevat) veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 70,43. Kennemerland legt aan de vordering ten grondslag dat [gedaagde] als kentekenhouder van de auto waarmee is getankt, aansprakelijk is voor de door Kennemerland geleden schade. Nu [XXX] niet tot betaling van het aan Kennemerland verschuldigde bedrag is overgegaan en niet bereikbaar is gebleken op het door hem opgegeven telefoonnummer en adres, dient [gedaagde] het bedrag van € 33,25 te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente. Deze bedraagt, berekend tot 13 april 2011, € 0,18.
Door ondanks aanmaning met betaling in gebreke te blijven, heeft [gedaagde] Kennemerland genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven. Kennemerland heeft daardoor vermogensschade geleden, bestaande uit de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrag van € 37,00. Deze kosten komen op grond van artikel 6:96 BW voor rekening van [gedaagde].
Het verweer
[gedaagde] betwist de vordering. Zij voert aan dat zij op verzoek van [XXX] de auto op haar naam heeft laten zetten. [XXX] reed in de auto. [gedaagde] heeft zelf geen rijbewijs. Zij is verstandelijk beperkt en heeft niet altijd inzicht in de gevolgen van haar handelen. Daarvan maken anderen soms misbruik. [gedaagde] weet niets van het onbetaalde tanken. Zij kan dan ook niet aansprakelijk worden gesteld voor de door Kennemerland geleden schade.
De beoordeling
1. Nu het een civielrechtelijke vordering betreft, kan niet zonder meer gezegd worden dat [gedaagde] als kentekenhouder van de auto aansprakelijk is voor de door Kennemerland geleden schade.
2. Vast staat dat niet [gedaagde], maar [XXX] op 4 februari 2011 voor een bedrag van € 25,25 brandstof heeft afgenomen en de schuldbekentenis heeft ondertekend. Het enkele feit dat [XXX] niet heeft betaald en onbereikbaar is voor Kennemerland, brengt niet de aansprakelijkheid van [gedaagde] voor de door Kennemerland geleden schade mee. Nu Kennemerland geen andere feiten en omstandigheden aan haar vordering ten grondslag legt waaruit die aansprakelijkheid kan worden afgeleid, zal haar vordering als ongegrond worden afgewezen.
3. De proceskosten komen voor rekening van Kennemerland omdat deze in het ongelijk wordt gesteld.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vordering af;
- veroordeelt Kennemerland tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] tot en met vandaag worden begroot op € 50,00 ter zake van reis- en verblijfkosten.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. van der Valk en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.