5. Artikel 22 van de cao bepaalt dat bij plaatsing van een medewerker in een lagere functie het verschil tussen “het schaalsalaris en het werkelijk salaris wordt uitgedrukt in een persoonlijke toeslag”. Lid 4 van artikel 22 bevat een schema voor de afbouw van de persoonlijke toeslag. Daarin is bepaald dat bij meer dan 10 functiejaren de persoonlijke toeslag gedurende 12 maanden 100% bedraagt, de daarop volgende 12 maanden 75% en de daarop volgende 12 maanden 50%.
6. [eiser] is tussen 1 februari 2002 en 28 september 2009 26 maal uitgevallen voor zijn werkzaamheden wegens lichamelijke en/of psychische klachten.
7. Op 28 september 2009 en 3 oktober 2009 heeft de bedrijfsarts [eiser] bij een huisbezoek niet thuis getroffen.
8. Op 6 oktober 2009 heeft de bedrijfsarts onder meer het volgende gerapporteerd:
“WN geconfronteerd met het gegeven dat WN niet bereikbaar was. WN zegt gewoon thuis te zijn geweest, bel niet gehoord. De andere keer stond er om 12.15 u een controleur voor de deur […] WN zegt dat het beleid is dat men niet tussen 12 en 13 uur thuis hoeft te zijn voor controles. […] Of WN afgelopen dagen ziek/grieperig is geweest is voor AD nauwelijks te beoordelen. […] Sinds donderdag jl. zegt WN koortsvrij te zijn. AD vroeg WN waarom WN dan niet aan de slag is gegaan. Vond WN een rare vraag […] WN had vandaag (di 6-10) ook moeten werken maar ook dit zou niet lukken.”
9. Op 8 oktober 2009 heeft Menzies met [eiser] gesproken over zijn laatste ziekmelding en de frequentie en aard van zijn ziekteverzuim in de voorgaande jaren. In een brief van dezelfde datum, met in de kop “bevestiging afspraken” heeft Menzies onder meer het volgende aan [eiser] medegedeeld:
“Tevens hebben wij […] met u besproken dat wij uw verzuim van de afgelopen jaren onacceptabel vinden. […] Gezien de frequentie en de aard van uw verzuim kunnen wij niet anders dan u uit de 1e schil te halen. Wij plaatsen u dan ook met ingang van maandag 12 oktober 2009 op de afdeling transport.”
10. In een brief van 21 oktober 2009 heeft [eiser] bezwaar gemaakt tegen de “gedwongen overplaatsing uit de eerste schil naar transport”.
11. Bij brief van 24 november 2009 heeft de gemachtigde van [eiser] protest aangetekend tegen de eenzijdige functiewijziging en de daarmee gepaard gaande salariswijziging en Menzies gesommeerd [eiser] terug te plaatsen in zijn oude functie.
12. Op 8 december 2009 heeft Menzies onder meer het volgende geantwoord:
“De eerste schil is qua bezetting operationeel kwetsbaar en wij kunnen het ons niet veroorloven om daar een medewerker te hebben lopen waarvan onduidelijk is of hij de werkzaamheden en het daarbij horende roosterpatroon in de eerste schil fysiek wel aan kan. Reden waarom wij hebben intern gezocht naar een functie waar de impact van zijn verzuim en daaraan verbonden operationele verstoringen beter op te vangen zijn.”
13. Op 15 december 2009 heeft Menzies aan [eiser] medegedeeld bij haar beslissing om hem in een andere functie te plaatsen te blijven en heeft zij aan [eiser] bevestigd dat het verschil tussen zijn oude en zijn nieuwe salaris evenals de onregelmatigheidstoeslag zal worden omgezet in een persoonlijke toeslag, die zal worden afgebouwd conform het schema van artikel 22.4 van de cao.
14. Bij brief van 10 maart 2010 heeft de bedrijfsarts van Menzies verklaard dat hij geen partij is in de beslissing van Menzies om [eiser] in een andere functie plaatsen omdat de overplaatsing van [eiser] het gevolg is van “zijn frequente verzuim en het daardoor in gevaar brengen van de continuïteit van de bedrijfsvoering”.