ECLI:NL:RBHAA:2011:BR5883
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.E. Heyning - Huydecoper
- Rechtspraak.nl
Toepassing van het onweerlegbaar rechtsvermoeden in de WWB op geadopteerde kinderen
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 30 mei 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Haarlem. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 14 oktober 2010, waarin haar bijstandsuitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) werd ingetrokken. Eiseres ontving sinds 27 september 1999 bijstand naar de norm van een alleenstaande ouder, na haar scheiding van haar echtgenoot. Naar aanleiding van een anonieme tip dat eiseres weer samenwoonde met haar ex-echtgenoot, heeft verweerder onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat er sprake was van een gezamenlijke huishouding, omdat eiseres en haar ex-echtgenoot samen een kind hadden, wat volgens verweerder het onweerlegbaar rechtsvermoeden in artikel 3, derde lid, onder b, WWB zou inhouden.
Eiseres betwistte deze conclusie en voerde aan dat het rechtsvermoeden strikt naar de letter van de wet moet worden uitgelegd. De rechtbank oordeelde dat het rechtsvermoeden niet van toepassing is op geadopteerde kinderen, omdat deze niet onder het begrip 'uit de relatie geboren kind' vallen. De rechtbank stelde vast dat het bestreden besluit berustte op een onjuiste grondslag en vernietigde dit besluit. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor instandlating van de rechtsgevolgen van het besluit, omdat de verweerder niet tijdig had gereageerd op de argumenten van eiseres.
De rechtbank concludeerde dat het beroep gegrond was en dat het bestreden besluit vernietigd moest worden. Tevens werd het college van burgemeester en wethouders van Haarlem veroordeeld in de proceskosten van eiseres, tot een bedrag van € 874,--, en werd gelast dat de gemeente Haarlem het griffierecht van € 41,-- aan eiseres vergoedt. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep.