De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro¬ken inhoud van de producties, staat tussen partij¬en het volgende vast:
a. [verweerder], geboren op 6 februari 1970, is sinds 1 november 1996 bij Accenture in dienst, laatstelijk in de functie van Senior Manager tegen een salaris van € 8.454,08 bruto per maand exclusief vakantiegeld (en overige emolumenten).
b. In augustus 2010 werd het voor partijen duidelijk dat [verweerder] niet in aanmerking kwam voor een door hem gewenste promotie naar de positie van Senior Executive.
c. In de periode na augustus 2010 heeft [verweerder] tijd nodig gehad om de teleurstelling te verwerken. Partijen hebben in die periode partijen regelmatig, hetzij via e-mail berichten, hetzij in persoonlijke gesprekken, overleg gevoerd over de wijze waarop de arbeidsrelatie zou kunnen worden voortgezet dan wel zou kunnen worden beëindigd.
d. Naar aanleiding van een e-mailbericht van [verweerder] van 14 oktober 2010 heeft zijn toenmalige direct leidinggevende de h[XXX] (hierna [XXX]) binnen Accenture informatie opgevraagd over een exitregeling voor [verweerder].
e. [XXX] heeft in antwoord op zijn verzoek de volgende informatie verkregen:
“In het voorstel zou kunnen:
- € 84 540 mee
- Coachingstraject (…)
- Hij maakt het project af bij Alliander in Accenture dienstverband.”
f. [XXX] heeft dit voorstel aan [verweerder] gedaan. Bij brief van zijn toenmalige gemachtigde heeft [verweerder] dat voorstel verworpen.
g. Per e-mailbericht van 21 april 2011 heeft Accenture het volgende aan [verweerder] geschreven:
“(…)
Zoals in mijn e-mail aangekondigd was de intentie van dit gesprek om een oplossing te vinden voor de ontstane situatie. Derhalve heb ik je gevraagd hoe jij dit idealiter zou zien en wat jij zou willen. Jij vond dat het niet aan jou was om daar antwoord op te geven en legde de vraag bij mij neer. Daarop heb ik vervolgens aangegeven dat ik twee scenario’s zie:
1. Alsnog uitwerken van de overeenkomst zoals door jou en [XXX] besproken en door [XXX] aan jou gestuurd op 17 februari jl.
2. Doorzetten van je fulltime dienstverband.
Je hebt daarop aangegeven dat de gemaakte afspraak met [XXX] wat jou betreft van tafel is en dat je door wilt gaan bij Accenture.
(…)
Nu deze beoogde afspraak dus van tafel is, zullen we (…) jou fulltime inzetten op andere werkzaamheden.
(…)”
h. In antwoord op het hiervoor onder g. genoemde e-mailbericht heeft [verweerder] het volgende aan Accenture geschreven per e-mailbericht van 26 april 2011:
“(…)
Samengevat zit ik nu dus nog steeds vast in dezelfde situatie als die van de afgelopen maanden. Bij een klant vanuit mijn verantwoordelijkheidsgevoel een klus afmaken in de wetenschap dat Accenture mij de kans heeft ontnomen om op een goede manier te kunnen functioneren.
Donderdag hebben mensen helaas weer gemerkt dat ik verre van mijn normale doen was. Ik heb gezegd “er het beste van te maken” en daarmee bedoel ik dat ik dit probeer vol te houden tot 30 juni en hoop dat we daarna wel op een constructieve manier aan tafel kunnen zitten.
(…)”
i. Op 12 mei 2011 heeft Accenture per e-mailbericht het volgende aan [verweerder] geschreven:
“(…)
Afgelopen week ben je wegens vakantie afwezig geweest. Inmiddels heb ik nu van [YYY] begrepen dat je pas over twee weken in gesprek wil treden over een vervolgproject. Eerder had [YYY] je al gevraagd om workshops voor te bereiden in het kader van Sabic. Daar heb je echter geen aanvang mee gemaakt.
Bovenstaand, in combinatie met het feit dat je in jouw e-mail van 26 april jl. op geen enkele manier aangeeft wat je wel wilt, maakt dat het voor Accenture wel heel erg moeilijk wordt om nog vertrouwen te houden in een verdere, vruchtbare samenwerking.
(…)”
j. In een brief van 21 juni 2011 heeft [XXX] het volgende aan [verweerder] geschreven:
“(…)
Ik lever mijn commentaar vanuit de volgende context: ik ben zelf in de periode september 1989 – januari 2011 bij Accenture werkzaam geweest en was in de periode januari 2007 – januari 2011 jouw direct leidinggevende.
(…)
Ad 1. “De heer [verweerder] heeft namelijk sinds dat moment de motivatie verloren om te blijven functioneren op het niveau dat binnen Accenture van hem in zijn huidige functie wordt verwacht”.
Dit is naar mijn mening geen goede weergave van de werkelijkheid. Het tegendeel was het geval. Nadat jij voor het tweede jaar op rij geen promotie had gemaakt naar Senior Executive, heb ik een aantal gesprekken met je gevoerd om de consequenties te bespreken van het “up-or-out”model bij Accenture Management Consulting. (…)
Ad 2. “…de heer [XXX] bij een HR medewerker van Accenture ter oriëntatie gevraagd hoe een eventuele vertrekregeling voor [verweerder] eruit zou kunnen zien.”
Hier wordt de suggestie gewekt alsof de door mij namens Accenture aangeboden vertrekregeling puur ter oriëntatie zou zijn. Dit is niet correct. Ik heb [ZZZ] van HR gevraagd of wij aan jou een regeling kunnen aanbieden, indien je het bedrijf verlaat. Daar is mij verteld dat ik 85.000 euro mag aanbieden. Ik heb vervolgens de bevestiging gevraagd aan [AAA], HR Accenture en de baas van [ZZZ], of ik deze regeling inderdaad aan jou mag aanbieden. Hierop is bevestigend gereageerd en ik heb daarom deze vertrekregeling aan jou aangeboden op donderdag
14 oktober 2010.”
Het verzoek
Accenture verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens veranderingen in de omstandigheden.