ECLI:NL:RBHAA:2011:BT6925

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
29 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
zaak/rolnr.: 518290 \ WM VERZ 11-1186
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.J. van der Valk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen beslissing officier van justitie inzake verkeersboete en proceskostenvergoeding

Op 29 september 2011 vond in de Rechtbank Haarlem een openbare zitting plaats in een beroepszaak tegen de beslissing van de officier van justitie van 10 januari 2011. Betrokkene, vertegenwoordigd door BoeteService.nl, had beroep ingesteld tegen een administratieve sanctie wegens het niet stoppen voor een rood verkeerslicht. De kantonrechter, mr. J.J. van der Valk, behandelde de zaak en hoorde de argumenten van betrokkene en de vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie, mr. J. Meerdink.

Tijdens de zitting ontkende betrokkene de gedraging te hebben begaan en voerde aan dat er mogelijk een waarnemingsfout was gemaakt bij de registratie van het kenteken. De kantonrechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat betrokkene als kentekenhouder aansprakelijk was voor de gedraging. Hierdoor kon de beslissing van de officier van justitie niet worden gehandhaafd.

Betrokkene had ook verzocht om een proceskostenvergoeding, maar de kantonrechter wees dit verzoek af. Volgens artikel 1 onder a van het Besluit proceskostenveroordeling bestuursrecht komen alleen kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand voor vergoeding in aanmerking. Aangezien BoeteService.nl betrokkene niet had bijgestaan tijdens de zitting en de kosten voor rechtsbijstand minimaal waren, was er geen sprake van rechtmatige rechtsbijstand.

De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de eerdere beschikking en bepaalde dat het bedrag van de zekerheidstelling en de administratiekosten aan betrokkene moesten worden terugbetaald. De verzochte proceskostenvergoeding werd afgewezen. Tegen deze beslissing kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 518290 \ WM VERZ 11-1186
CJIB-nummer: [nummer]
Proces-verbaal van de op 29 september 2011 in het openbaar gehouden terechtzitting voor de behandeling van beroepzaken in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) inzake het beroep van:
naam [betrokkene]
gemachtigde BoeteService.nl
adres [adres]
woonplaats [woonplaats]
verder te noemen betrokkene,
tegen de beslissing van de officier van justitie van 10 januari 2011.
Tegenwoordig: kantonrechter mr. J.J. van der Valk
griffier P. Kruijver
Ter zitting is verschenen:
mr. J. Meerdink, namens het Openbaar Ministerie.
Betrokkene is eveneens verschenen.
De gedraging -waarvoor de in deze procedure bedoelde administratieve sanctie is opgelegd- luidt, kort omschreven, als volgt: niet stoppen voor rood licht: driekleurig verkeerslicht.
Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld en daartoe aangevoerd hetgeen in het beroepschrift – dat zich bij de stukken bevindt – is vermeld.
De officier van justitie heeft op dat beroep beslist. Betrokkene heeft daartegen vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter en daartoe aangevoerd hetgeen in het tweede beroepschrift -dat zich eveneens bij de stukken bevindt- is vermeld.
Ter zitting heeft betrokkene meegedeeld het verweer te handhaven.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep en is van mening dat de verzochte proceskostenvergoeding dient te worden afgewezen.
De kantonrechter beëindigt de behandeling van de zaak en geeft aan direct uitspraak te doen. De kantonrechter deelt de beslissing en de motivering daarvan mee.
Motivering van de beslissing
Betrokkene ontkent dat de gedraging, zoals hiervoor kort omschreven, is begaan met een voertuig waarvoor betrokkene als kentekenhouder aansprakelijk is. De kantonrechter is van oordeel dat dit inderdaad niet is komen vast te staan. Niet uitgesloten mag worden dat bij de opname van het kenteken een waarnemingsfout is gemaakt, dan wel dat toen en daar een valse kentekenplaat werd gevoerd.
De bestreden beslissing van de officier van justitie kan dan ook niet gehandhaafd blijven.
Ten aanzien van het verzoek om proceskostenvergoeding overweegt de kantonrechter het volgende: op grond van artikel 1 onder a van het Besluit proceskostenveroordeling bestuursrecht komen voor vergoeding in aanmerking kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Nu alle correspondentie in onderhavige procedure op verzoek van BoeteService.nl rechtstreeks aan betrokkene dient te worden gestuurd en BoeteService.nl betrokkene niet heeft bijgestaan op de zitting ter behandeling van het beroepschrift, is er naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake van door een derde rechtmatig verleende rechtsbijstand. Van gemaakte kosten voor rechtsbijstand is niet gebleken, nu betrokkene ter zitting heeft verklaard dat gebruikmaking van een door BoeteService.nl aan haar verstrekt formulier, haar slechts € 2,50 heeft gekost.
Het verzoek om proceskostenvergoeding dient dan ook te worden afgewezen.
Beslissing:
De kantonrechter:
Verklaart het beroep gegrond en vernietigt de initiële beschikking en de beslissing van de officier van justitie. Bepaalt dat het bedrag der zekerheidstelling en de administratiekosten worden terugbetaald.
Wijst de verzochte proceskostenvergoeding af.
Waarvan proces-verbaal,
Een afschrift van dit proces-verbaal is aan [betrokkene] en aan BoeteService.nl en aan de officier van justitie en aan het CJIB toegezonden op:
Tegen deze beslissing kan ingevolge art. 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden, door binnen zes weken na verzending van deze beslissing een gemotiveerd en ondertekend beroepschrift in te dienen bij de sector kanton van de rechtbank Haarlem, locatie Haarlem, postadres: postbus 1621, 2003 BR Haarlem.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij bij het beroepschrift om een behandeling ter zitting is gevraagd.