De feiten
a) MSD, een dochteronderneming van Merck & Co, Inc., houdt zich onder andere bezig met het ontwikkelen, produceren en in de markt zetten van geneesmiddelen.
b) [X.] is op 1 juni 2007 in de functie van Medical Adviser op part time basis (66,25%, 26,5 uren per maand) in dienst getreden bij Organon Nederland BV tegen een salaris van laatstelijk € 3.516,55 (inclusief vakantiegeld € 3.797,28) bruto per maand.
c) In artikel 5 van de arbeidsovereenkomst, evenals in artikel 4.7.1. van de toepasselijke cao is bepaald dat de werknemer voor het verrichten van nevenwerkzaamheden in loondienst van derden of als zelfstandige de schriftelijke toestemming van de werkgever nodig heeft.
d) Organon Nederland BV is ten gevolge van een juridische fusie op 1 oktober 2009 opgegaan in Schering-Plough Nederland B.V., een dochtervennootschap van Schering-Plough Corporation.
e) Wegens een fusie tussen Merck & Co, Inc. - de moedermaatschappij van MSD - en de Schering-Plough Corporation is Schering-Plough genoodzaakt tot het doorvoeren van een reorganisatie van haar activiteiten in Nederland.
f) Bij brief van 9 september 2010 heeft Schering-Plough alle werknemers, onder wie [X.], ervan op de hoogte gesteld, dat als gevolg van deze reorganisatie al haar bedrijfsactiviteiten in haar vestiging te Houten per 1 november 2010 zouden worden overgedragen aan MSD.
g) Per 1 april 2011 is Schering-Plough opgegaan in MSD. In verband met de gevolgen van deze fusies is een Sociaal Plan 2010-2011 MSD in Nederland (hierna: het Sociaal Plan) tot stand gekomen, dat de status heeft van een cao.
h) Volgens het Sociaal Plan vervalt een functie bij een structurele wijziging van standplaats, ook als de functie inhoudelijk niet verandert. Als daarvan sprake is, kan de werknemer binnen twee weken de functie op de nieuwe standplaats aanvaarden. Doet de werknemer dat niet, dan volgt een “mededeling boventalligheid” en verkrijgt de werknemer aanspraak op een beëindigingsvergoeding.
i) [X.]s functie is, als gevolg van de overdracht van de bedrijfsactiviteiten van Houten naar Haarlem, vervallen.
j) [X.] heeft MSD bericht de functie op de nieuwe standplaats niet te aanvaarden en heeft op 21 oktober 2010 een vaststellingsovereenkomst getekend. Artikel 1 van deze vaststellingsovereenkomst luidt als volgt: “De arbeidsovereenkomst wordt met wederzijds goedvinden beëindigd met ingang van (door Werknemer één hokje aan te kruisen)
¦ A. Datum boventalligheid, zijnde 1 november 2010 (hierna: “Beëindigingsdatum”);
¦ B. Datum boventalligheid +3 maanden wachttermijn, zijnde 1 februari 2011(hierna: “Beëindigingsdatum”);
¦ C. Datum boventalligheid +3 maanden wachttermijn + opzegtermijn, zijnde 1 mei 2001 (hierna: “Beëindigingsdatum”);
¦ D. Datum boventalligheid + opzegtermijn, zijnde 1 februari 2011(hierna: “Beëindigingsdatum”).”
[X.] heeft gekozen voor optie C.
Artikel 2 van de vaststellingsovereenkomst luidt, voor zover van belang, als volgt: “Werknemer kan (…) bij eerdere uitdiensttreding dan aangegeven in (…) artikel 1 geen aanspraak meer maken op de (resterende) wachttermijn als bedoeld in artikel 5 of de (resterende) opzegtermijn als bedoeld in artikel 6”; Artikel 3 luidt: “Werkgever zal Werknemer in het kader van de beëindiging van het dienstverband per de beëindigingsdatum (…) een eenmalige vergoeding (Beëindigingsvergoeding) betalen van in totaal een bedrag van € 37.563,00 bruto als tegemoetkoming voor in de toekomst te derven inkomsten”. Artikel 21 luidt: “Het Sociaal Plan is onverkort van toepassing.(…) Voor de rechten en verplichtingen van Werkgever en Werknemer is de tekst van het Sociaal Plan te allen tijde bepalend”.
k) Per email van 28 januari 2011 heeft [X.] aan MSD bericht dat zij met ingang van 1 februari 2011 voor de duur van een jaar “nevenwerkzaamheden” heeft aanvaard. Het betreft een dienstverband voor 30 uur per week in de functie van adviseur sales en marketing bij MijnZorgnet BV. Haar salaris aldaar beloopt € 4.209,00 bruto per maand exclusief emolumenten.
l) MSD heeft [X.] bij email van 1 februari 2011 bericht dat zij [X.] geen toestemming gaf voor het verrichten van structurele werkzaamheden tijdens de wacht- en opzegtermijn van [X.], waarbij MSD haar heeft gewezen op twee opties, te weten dat [X.] het dienstverband met MSD per 1 februari 2011 opzegt, ofwel haar werk bij MijnZorgnet BV staakt.
m) [X.] heeft de arbeidsrelatie met MSD noch met MijnZorgnet BV opgezegd.
n) MSD heeft op 27 mei 2011 een beëindigingsvergoeding van € 24.886,00 bruto aan [X.] overgemaakt.