ECLI:NL:RBHAA:2011:BU8687

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
6 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
164133-09-4068 & 167745-10-957
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Flipse
  • R.A. Otter
  • C.A.M. van de Rest - van der Heijden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de eenvoudige gemeenschap en afwikkeling van huwelijkse voorwaarden met betrekking tot de echtelijke woning

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem op 6 december 2011, betreft het de verdeling van de eenvoudige gemeenschap en de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden tussen een man en een vrouw na hun scheiding. De rechtbank heeft eerder in een tussenbeschikking van 18 oktober 2011 vastgesteld dat de waarde van de voormalige echtelijke woning € 585.000 bedraagt. De man heeft aangetoond dat hij in staat is om de woning over te nemen en de vrouw uit te kopen, met een overwaardevergoeding van € 72.500 die door de Rabobank is goedgekeurd. De rechtbank heeft besloten dat de woning en de daarop rustende hypothecaire schuld aan de man worden toebedeeld, onder de voorwaarde dat de benodigde aktes binnen drie maanden na de beschikking worden gepasseerd. De man is verplicht om de helft van de overwaarde aan de vrouw te voldoen en ervoor te zorgen dat zij wordt ontslagen uit haar verplichtingen met betrekking tot de hypotheek. De kosten van de toescheiding komen voor rekening van de man. De rechtbank heeft ook overwogen dat de kwestie van de beslagen op de woning buiten deze procedure valt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel
familie- en jeugdrecht
zaak-/rekestnr.: 164133/09-4068 & 167745/10-957
beschikking van de meervoudige kamer voor familiezaken van 6 december 2011
in de zaak van:
[naam man],
wonende te [plaats],
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. Ch.M. de Ruijter Kardol, kantoorhoudende te Amsterdam,
tegen
[naam vrouw],
wonende te [plaats],
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat Mr. E.A.J. Verschuur-van der Voort, kantoorhoudende te Bloemendaal.
1 Verloop van de procedure
Voor het verloop van de procedure verwijst de rechtbank naar de volgende stukken:
- de (tussen-)beschikking van deze rechtbank van 18 oktober 2011 en de daarin vermelde stukken;
- de brief, met bijlage, van 4 november 2011 van de advocaat van de man.
2 De verdere beoordeling
2.1 In deze zaak moet nog worden beslist over de verdeling van de eenvoudige gemeenschap en de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden.
2.2 In de tussenbeschikking van 22 februari 2011 heeft de rechtbank een overzicht van de bestanddelen van de te verdelen eenvoudige gemeenschap opgenomen. Vastgesteld is dat partijen van mening verschillen over de verdeling van één bestanddeel ervan, de voormalige echtelijke woning. De rechtbank heeft de afspraken die partijen over de verdeling van de overige bestanddelen hebben gemaakt in de beschikking vastgelegd en een deskundige benoemd om de waarde van woning te taxeren.
2.3 Bij (tussen-)beschikking van 18 oktober 2011 heeft de rechtbank beslist dat bij de verdere beoordeling in dit geding over de (verdeling van de) woning als waarde moet worden aangehouden een bedrag van € 585.000. De rechtbank heeft de man een termijn van drie weken gegeven om op de te doen gebruikelijke wijze aan te tonen dat hij de financiering om de vrouw uit te kopen en de woning voor een waarde van € 585.000 over te nemen, rond kan krijgen. De man is opgedragen tenminste een schriftelijke bevestiging in het geding te brengen van een hypotheekverstrekker, waaruit volgt dat deze bereid is de woning van de man te financieren.
2.4 Bij brief van 4 november 2011 heeft de man een afschrift van een brief van
1 november 2011 van de Rabobank [plaats] overgelegd. Uit deze brief blijkt dat de bank de man akkoord geeft om de financiering van de woning op zijn naam voort te zetten en dat de door de man aan de vrouw te betalen overwaardevergoeding, door de bank begroot op
€ 72.500, in de financieringsconstructie is betrokken. De vrouw heeft hierop niet meer gereageerd.
2.5 De rechtbank is van oordeel dat de man met het overgelegde stuk heeft aangetoond dat hij de overname van de woning en de uitkoop van de vrouw kan financieren. De echtelijke woning en de daarop rustende hypothecaire schuld zullen daarom aan de man worden toebedeeld tegen een waarde van die woning van € 585.000, waarbij de man de helft van de overwaarde per datum van overdracht aan de vrouw zal voldoen en ervoor zorg zal dragen dat de vrouw wordt ontslagen uit haar verplichtingen met betrekking tot de hypotheek en de vrouw zal vrijwaren voor aanspraken ter zake door de bank. De benodigde aktes dienen uiterlijk drie maanden na dagtekening van deze beschikking te passeren.
De aan de toescheiding verbonden (notariële) kosten zullen door de man, als degene die toescheiding van de woning wenst, moeten worden gedragen.
De rechtbank overweegt ten overvloede dat de door de man in zijn brief van 4 november 2011 genoemde kwestie van – kort gezegd - de (opheffing van de) beslagen die op de echtelijke woning rusten, buiten de beoordeling in het kader van dit geding tussen partijen valt.
2.6 Het vorenstaande betekent dat de rechtbank nu definitief over de verdeling van de eenvoudige gemeenschap en de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden zal beslissen.
3 Beslissing
De rechtbank:
3.1 Beveelt partijen over te gaan tot verdeling van de beperkte en eenvoudige gemeenschap en afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden op de wijze zoals is overwogen in rechtsoverwegingen 2.3 tot en met 2.7 van de beschikking van 22 februari 2011, met dien verstande dat de woning aan het adres [adres] en de daarop rustende hypothecaire lening aan de man zal worden toegescheiden. De toescheiding vindt plaats tegen een bedrag van € 585.000, onder de opschortende voorwaarde dat de benodigde aktes uiterlijk drie maanden na dagtekening van de onderhavige beschikking zullen worden gepasseerd, de man de helft van de overwaarde aan de vrouw dient te voldoen en de vrouw wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. De kosten van de toescheiding zullen door de man worden gedragen.
3.2 Verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
3.3 Wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Flipse, als voorzitter en mrs. R.A. Otter en C.A.M. van de Rest - van der Heijden, in tegenwoordigheid van mr. J. Kroon, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 december 2011.