ECLI:NL:RBHAA:2011:BU9684

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
13 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
495376 \ CV EXPL 11-526
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van vervangingswaarde van niet ingeleverde krukken

In deze zaak vorderde de Stichting Thuiszorgwinkel Amstelland en Meerlanden e.o. (hierna: Stichting Thuiszorgwinkel) betaling van de vervangingswaarde van krukken die in bruikleen waren verstrekt aan de gedaagden [A.] en [B.]. De kantonrechter te Haarlem deed uitspraak op 13 oktober 2011. De eiseres stelde dat de gedaagden de krukken niet hadden ingeleverd en dat zij huurtermijnen en vervangingswaarde in rekening had gebracht, welke facturen door de gedaagden onbetaald waren gelaten. De vordering van Stichting Thuiszorgwinkel was gebaseerd op een overeenkomst van bruikleen die op 21 juni 2008 was gesloten, waarbij de gedaagden de krukken tot 24 september 2008 mochten gebruiken. Na het verstrijken van de uitleentermijn waren de gedaagden verplicht de krukken terug te geven, maar dit gebeurde niet. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagden verantwoordelijk waren voor het niet retourneren van de krukken en dat de Stichting Thuiszorgwinkel recht had op de vervangingswaarde van de krukken, die was vastgesteld op € 43,84, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding. De kantonrechter verwierp het verweer van de gedaagden dat de facturen onduidelijk waren en oordeelde dat de Stichting Thuiszorgwinkel niet zowel huur als vervangingswaarde kon vorderen. De vordering werd gedeeltelijk toegewezen, waarbij de gedaagden werden veroordeeld tot betaling van de vervangingswaarde en de proceskosten werden gecompenseerd.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 495376 \ CV EXPL 11-526
datum uitspraak: 13 oktober 2011
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de stichting Stichting Thuiszorgwinkel Amstelland en Meerlanden e.o.
te Amstelveen
eisende partij
hierna te noemen Stichting Thuiszorgwinkel
gemachtigde De Best & Partners B.V.
tegen
1. [A.]
te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer
2. [B.]
te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde partijen
hierna te noemen [A. + B. ]
procederende in persoon
De procedure
Voor de loop van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende stuk¬ken:
- de dagvaarding van 5 januari 2011,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- de conclusie van repliek, met producties,
- de conclusie van dupliek,
- het door de kantonrechter tussen partijen gewe¬zen en op 26 mei 2011 uitgesproken tussenvonnis,
- de aantekeningen van de griffier van de ingevolge dat vonnis op 24 juni 2011 gehouden comparitie van partijen,
- de akte met producties van Stichting Thuiszorgwinkel,
- de antwoordakte van [A. + B. ].
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro¬ken inhoud van de producties, staat tussen partij¬en het volgende vast:
a. Stichting Thuiszorgwinkel heeft aan [A. + B. ] krukken in bruikleen verstrekt.
b. [A. + B. ] hebben de onder 1. genoemde krukken niet weer ingeleverd bij Stichting Thuiszorgwinkel.
c. Stichting Thuiszorgwinkel heeft aan [A. + B. ] huurtermijnen in rekening gebracht voor de krukken en daarna tevens de vervangingswaarde van de krukken bij [A. + B. ] in rekening gebracht.
d. [A. + B. ] hebben de facturen van Stichting Thuiszorgwinkel onbetaald gelaten.
De vordering
Stichting Thuiszorgwinkel vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [A. + B. ] zal veroordelen om aan Stichting Thuiszorgwinkel tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen € 279,17, vermeerderd met de wettelijke rente over € 234,64 vanaf
5 januari 2011 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [A. + B. ] in de proceskosten.
Stichting Thuiszorgwinkel heeft het volgende aan de vordering ten grond¬slag gelegd:
Stichting Thuiszorgwinkel heeft op naam van een minderjarig kind van [A. + B. ] twee krukken in bruikleen verstrekt, door middel van een overeenkomst tussen partijen gesloten op 21 juni 2008.
[A. + B. ] waren gerechtigd om de krukken te gebruiken van 21 juni 2008 tot 24 sep-tember 2008.
Op de overeenkomst staat vermeld dat de hulpmiddelen, indien ze niet worden geretourneerd, na het verstrijken van de uitleentermijn automatisch in verhuur overgaan. Omdat de krukken niet tijdig werden geretourneerd is de overeenkomst op 24 september 2008 omgezet in een huur- en verhuurovereenkomst.
In dit geval zouden [A. + B. ] in beginsel voor een periode van 112 weken een bedrag van € 403,20 zijn verschuldigd. Stichting Thuiszorgwinkel heeft echter uit coulance overwe-gingen besloten de hulpmiddelen administratief in te nemen. Dat is de reden dat er een credite-ring vermeld staat op de debiteurenlijst van de krukken. Op het bedrag van € 403,20 heeft Stichting Thuiszorgwinkel een creditering verricht van € 212,40. Er resteert derhalve een be-drag van € 190,80. Hierbij dient de vervangingswaarde van de krukken te worden opgeteld te weten: € 43,84. Aldus heeft Stichting Thuiszorgwinkel in totaal € 234,64 van [A. + B. ] te vorderen.
Hoewel de krukken niet zijn ingenomen is de huurovereenkomst toch beëindigd en worden aan [A. + B. ] geen verdere huurpenningen meer in rekening gebracht. Stichting Thuis-zorgwinkel heeft 14 maandtermijnen ten bedrage van € 212,40 in mindering geboekt en ver-volgens de vervangingswaarde van de gehuurde artikelen opgeboekt. Vanaf december 2010 mogen [A. + B. ] de krukken daarom als hun eigendom beschouwen.
Door ondanks aanmaning met betaling in gebreke te blijven, hebben [A. + B. ] Stichting Thuiszorgwinkel genoodzaakt de vordering ter incasso uit handen te geven. Stichting Thuiszorgwinkel heeft daardoor vermogensschade geleden, bestaande uit de buitengerechtelijke incassokosten ten belope van € 178,50. [A. + B. ] dienen deze kosten ingevolge de algemene betalingsvoorwaarden dan wel ingevolge artikel 6:96 lid 2 sub c BW aan Stichting Thuiszorgwinkel te voldoen.
Voorts zijn [A. + B. ] de wettelijke rente verschuldigd geworden. Deze bedraagt, berekend tot (naar de kantonrechter begrijpt:) 5 januari 2011, € 0,50.
Het verweer
[A. + B. ] betwisten de vordering en voeren daartoe het volgende aan:
Door omstandigheden zijn de krukken niet na 13 weken retour gebracht. Omdat de facturen van Stichting Thuiszorgwinkel onduidelijk waren, waren [A. + B. ] ervan overtuigd dat de totale kosten € 14,40 waren.
In de periode nadat de uitleentermijn was verstreken, heeft Stichting Thuiszorgwinkel nooit contact met [A. + B. ] opgenomen dat de artikelen moesten worden terugbezorgd. Evenmin heeft Stichting Thuiszorgwinkel [A. + B. ] erop gewezen dat de kosten zo hoog opliepen. Ook heeft Stichting Thuiszorgwinkel verzuimd [A. + B. ] erop te wijzen dat na de leenperiode van maximaal 26 weken op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning een aanvraag kon worden gedaan voor de aanschaf van de artikelen.
De te vorderen huurkosten staan totaal niet in verhouding tot het geleverde product.
Stichting Thuiszorgwinkel had minimaal vanuit maatschappelijk oogpunt veel eerder [A. + B. ] op een juiste manier op de hoogte kunnen brengen van de financiële consequenties die het niet retourneren van de artikelen met zich zou brengen.
De beoordeling van het geschil
1. De kantonrechter verwerpt het verweer van [A. + B. ] dat de facturen onduidelijk waren. De thans in het geding gebrachte facturen laten niets aan duidelijkheid te wensen over. Zij vermelden immers waarop de factuur betrekking heeft: huur voor de in de factuur genoemde periode.
2. Dat [A. + B. ] nimmer een factuur hebben voldaan komt daarom volledig voor hun rekening.
3. Ook het feit dat de krukken niet zijn ingeleverd dient voor rekening van [A. + B. ] te blijven. Zij kunnen de verantwoordelijkheid daarvoor niet afschuiven op Stichting Thuiszorgwinkel die, anders dan [A. + B. ] menen, geen plicht heeft om hen op verschillende mogelijkheden te wijzen. [A. + B. ] moeten, gelet op de duidelijke tekst van de overeenkomt en de facturen, ermee bekend zijn geweest wat van hen werd verwacht. Dat zij niet hebben gereageerd, ook al komt dat door persoonlijke omstandigheden, blijft voor hun rekening.
4. De kantonrechter is wel van oordeel dat Stichting Thuiszorgwinkel niet huur en tevens de vervangingswaarde van de krukken kan vorderen. Het is of het een of het ander. Daarbij komt dat Stichting Thuiszorgwinkel te lang heeft gewacht met het ondernemen van actie. Zij had [A. + B. ] al in een eerder stadium moeten aanspreken om zodoende de kosten voor hen te beperken.
5. Op grond van het vorenstaande is de kantonrechter van oordeel dat [A. + B. ], nu zij nog steeds de beschikking hebben over de gebruikte krukken, de vervangingswaarde daarvan aan Stichting Thuiszorgwinkel moeten voldoen. Gelet op de hoogte van het bedrag daarvan kan niet gezegd worden dat dit niet redelijk zou zijn.
6. Toegewezen wordt daarom € 43,84 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding.
7. Voor het overige wordt de vordering op grond van het vorenstaande afgewezen.
8. Partijen worden over en weer in het ongelijk gesteld. Daarom zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd.
Beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt [A. + B. ] om tegen behoorlijk bewijs van kwij¬ting aan Stichting Thuiszorgwinkel te betalen € 43,84, te ver¬meerderen met de wette¬lijke rente berekend vanaf
5 januari 2011 tot aan de dag der alge¬hele voldoening.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voor¬raad.
Bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.
Coll.