ECLI:NL:RBHAA:2011:BU9703
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de overeenkomst en betaling voor verrichte werkzaamheden in scheidingsprocedure
In deze zaak heeft eiser [A.], een scheidingsplanner, gedaagden [B.] en [C.] gedagvaard tot betaling van kosten die verband houden met zijn werkzaamheden voor het opstellen van een scheidingsplan. De procedure begon op 21 maart 2011, waarna gedaagden schriftelijk hebben geantwoord. De kantonrechter heeft op 22 juni 2011 een comparitie van partijen gelast, waarbij [C.] niet verscheen en [A.] zonder zijn gemachtigde aanwezig was. De feiten van de zaak tonen aan dat [A.] een begroting voor het scheidingstraject had opgesteld, waaruit bleek dat de kosten voor het opstellen van het scheidingsplan op basis van bestede tijd in rekening zouden worden gebracht. Gedaagden hebben een opdrachtbevestiging getekend, maar hebben later betwist dat zij gehouden waren tot betaling, omdat zij vonden dat [A.] een ondeugdelijk product had geleverd.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de overeenkomst tussen partijen niet ontbonden kon worden, omdat gedaagden [B.] en [C.] nooit [A.] deugdelijk in gebreke hebben gesteld. De rechter oordeelde dat er sprake was van schuldeisersverzuim, omdat gedaagden het niet eens waren over de kinderalimentatie, wat het definitief maken van het scheidingsplan in de weg stond. Hierdoor kon [A.] niet in verzuim raken en was ontbinding van de overeenkomst niet mogelijk. De kantonrechter heeft [B.] en [C.] veroordeeld tot betaling van de kosten die [A.] in rekening had gebracht, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vordering in reconventie van [B.] tot ontbinding van de overeenkomst werd afgewezen.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en afspraken tussen partijen in een scheidingsprocedure, evenals de noodzaak voor gedaagden om hun verplichtingen na te komen, zelfs als er onenigheid bestaat over de inhoud van de geleverde diensten. De proceskosten werden toegewezen aan [A.], omdat [B.] en [C.] in het ongelijk werden gesteld.