ECLI:NL:RBHAA:2011:BV0037
Rechtbank Haarlem
- Voorlopige voorziening
- A.C. Terwiel-Kuneman
- P.M. van der Pol
- Rechtspraak.nl
Toekenning voorlopige WWB-uitkering aan verzoeker na afwijzing aanvraag
Op 21 december 2011 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, die recentelijk een nieuwe baan was begonnen, had een aanvraag ingediend voor een uitkering op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Deze aanvraag was door verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer, afgewezen op 3 november 2011, omdat verzoeker niet voldoende had aangetoond dat hij zijn hoofdverblijf had op het opgegeven adres. Verzoeker maakte bezwaar tegen deze afwijzing en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker voldoende spoedeisend belang had bij zijn verzoek, gezien de lange tijd die verweerder had genomen om de aanvraag te behandelen. De voorzieningenrechter achtte het aannemelijk dat verzoeker op het moment van de aanvraag daadwerkelijk op het opgegeven adres woonde, ondersteund door verklaringen van zijn verhuurder en buurtbewoners. Verzoeker had tijdelijk bij zijn moeder gewoond vanwege financiële problemen, maar had zijn hoofdverblijf op het opgegeven adres niet willen prijsgeven.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, het besluit van verweerder geschorst en verweerder opgedragen om verzoeker voor de duur van een maand een WWB-uitkering toe te kennen, gebaseerd op de norm voor alleenstaanden. Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan verzoeker en het terugbetalen van het griffierecht. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.