ECLI:NL:RBHAA:2011:BV0430
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. Udo de Haes
- Rechtspraak.nl
Wilsgebrek bij advertentieovereenkomst tussen Windmill en gedaagde
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 21 december 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen de commanditaire vennootschap Dutch Windmill Publishers (hierna: Windmill) en een gedaagde, die in persoon procedeerde. Windmill had de gedaagde gedagvaard op 17 augustus 2011, met als vordering de betaling van € 1.553,66 aan hoofdsom en € 300,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met rente en kosten. De vordering was gebaseerd op een advertentieovereenkomst die volgens Windmill tot stand was gekomen na een akkoord van de gedaagde op een opdrachtbevestiging. De gedaagde betwistte echter dat er een geldige overeenkomst was gesloten, omdat hij in de veronderstelling verkeerde dat hij enkel een correctie op een advertentie had goedgekeurd die hij bij A3 uitgevers had besteld.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat voor een rechtsgeldige overeenkomst een op een rechtsgevolg gerichte wil vereist is. De gedaagde heeft verklaard dat hij dacht dat Windmill namens A3 uitgevers belde en dat hij enkel een fout in de advertentietekst corrigeerde. De kantonrechter oordeelde dat Windmill niet gerechtvaardigd kon vertrouwen op de wil van de gedaagde om een advertentieovereenkomst te sluiten, gezien de omstandigheden van het telefoongesprek en de misleidende aard van de communicatie.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van Windmill afgewezen, omdat niet was gebleken dat de gedaagde de intentie had om de overeenkomst aan te gaan. De proceskosten werden toegewezen aan Windmill, die in het ongelijk werd gesteld, en de gedaagde kreeg een vergoeding voor zijn reis- en verblijfskosten. Dit vonnis benadrukt het belang van duidelijke communicatie en de noodzaak van een oprechte wil bij het sluiten van overeenkomsten.