ECLI:NL:RBHAA:2011:BV3108
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.P.W. van de Ven
- A.C.M. Rutten
- R.E.A. Toeter
- Rechtspraak.nl
Witwassen van geldbedrag en goederen bij Schiphol
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 3 november 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen. De verdachte, geboren in Marokko en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, werd beschuldigd van het witwassen van een geldbedrag van 55.150 euro, alsook een aanzienlijke hoeveelheid kleding, schoenen en twee horloges van het merk Rolex. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 31 maart 2011 tijdens een douanecontrole op Schiphol, waar hij op het punt stond uit te reizen naar Marokko, een aanzienlijk bedrag aan contant geld en luxe goederen bij zich had. De verdachte had geen aangifte gedaan van het geldbedrag, dat bestond uit 103 biljetten van 500 euro, en kon geen verifieerbare verklaring geven over de herkomst van dit geld en de goederen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wist dat deze voorwerpen afkomstig waren uit enig misdrijf, wat noodzakelijk is voor een bewezenverklaring van witwassen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van twee maanden geëist, maar de rechtbank besloot tot een zwaardere straf van vijf maanden, rekening houdend met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. De rechtbank verklaarde ook de in beslag genomen voorwerpen verbeurd, waaronder diverse biljetten van verschillende waarden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van transparantie in financiële transacties en de gevolgen van het verbergen van criminele opbrengsten.