ECLI:NL:RBHAA:2011:BV5928

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
24 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
zaak/rolnr.: 522046/ CV EXPL 11-6621
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.M. Visser
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst paardenvrachtwagen wegens tekortkoming in eigenschappen

In deze zaak heeft eiseres [Y.] gedaagde [Z.] gedagvaard vanwege een geschil over een koopovereenkomst van een paardenvrachtwagen. De koopovereenkomst werd gesloten op 22 juni 2011, waarbij [Y.] de paardenvrachtwagen voor € 8.500,-- kocht. Na de aankoop bleek de vrachtwagen niet geschikt te zijn voor het vervoeren van twee paarden, omdat het laadvermogen slechts 520 kg bedraagt, terwijl de twee paarden van [Y.] samen meer dan 1000 kg wegen. Dit werd bevestigd door de verzekeringsmaatschappij en de politie.

[Y.] heeft [Z.] per e-mail op de hoogte gesteld van de problemen en verzocht de koop ongedaan te maken. [Z.] betwistte de vordering en stelde dat de technische gegevens in de advertentie duidelijk waren vermeld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [Y.] erop mocht vertrouwen dat de vrachtwagen geschikt was voor het vervoeren van twee paarden, op basis van de mededelingen van [Z.] en de inhoud van de advertentie.

De kantonrechter oordeelde dat [Z.] niet had voldaan aan de verwachtingen die [Y.] op grond van de overeenkomst mocht hebben. De vordering tot ontbinding van de koopovereenkomst werd toegewezen, evenals de terugbetaling van de koopprijs en een deel van de schade. De proceskosten werden aan [Z.] opgelegd, omdat deze in het ongelijk werd gesteld. Het vonnis werd uitgesproken op 24 november 2011.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Zaandam
zaak/rolnr.: 522046/ CV EXPL 11-6621
datum uitspraak: 24 november 2011
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[Y.]
te [woonplaats]
eiseres
hierna te noemen [Y.]
gemachtigde mr. T. Farber
tegen
[Z.]
te [woonplaats]
gedaagde
hierna te noemen [Z.]
gemachtigde geen (procederend in persoon)
De procedure
[Y.] heeft [Z.] gedagvaard op 27 juli 2011. [Z.] heeft schriftelijk geantwoord.
De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 29 september 2011 een comparitie van partijen gelast, die heeft plaatsgevonden op 27 oktober 2011. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht. [Y.] heeft ter zitting een productie in het geding gebracht.
De feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende niet danwel onvoldoende weersproken vaststaande feiten:
a. [Z.] heeft medio mei 2011 een advertentie op Marktplaats geplaatst, waarbij zij een paardenvrachtwagen te koop heeft aangeboden voor een bedrag van € 9.500,--.
b. In de advertentie is ondermeer het volgende vermeld: ‘Super fijne 2 paard vracht wagen B rijbewijs(…) wegens beëindiging hobby bieden wij onze zeer fijne betrouwbare Hyundai paardenvrachtwagen aan. Zeer weinig kilometers. Royaal ingericht . met verhoogd dak. Binnenmaat ruim 2.30m. Uitermate geschikt voor grote paarden.(…) Ligt zeer stabiel op de weg, wij hebben altijd 2 hengsten er in vervoert welke door de ruimte en solide bouw van de wagen zeer relaxed reizen. Wagen is ingericht voor 2 paarden, maar er kunnen met gemak 3 dravers op.(…) Technische i nformatie; Bouwjaar dec 1995 dus zeg maar 1996 gewicht 2980 kg.’.
c. Op woensdag 22 juni 2011 heeft [Y.] de paardenvrachtwagen bij [Z.] bezichtigd en is er een mondelinge koopovereenkomst tot stand gekomen waarbij [Y.] de paardenvrachtwagen voor een koopprijs van € 8.500,-- van [Z.] heeft gekocht. Diezelfde avond heeft [Z.] de technische gegevens van de paardenvrachtwagen aan [Y.] verstrekt.
d. Op 23 juni 2011 is de koopprijs overgemaakt aan [Z.] en heeft [Z.] de paardenvrachtwagen middels een digitaal aanvraagformulier aangemeld bij de verzekeringsmaatschappij.
e. Op 24 juni 2011 heeft [Y.] de paardenvrachtwagen bij [Z.] opgehaald.
f. Op 24 juni 2011 alarmeert de verzekeringsmaatschappij dat de paardenvrachtwagen niet geschikt is voor de twee paarden van [Y.], nu deze twee paarden tezamen meer dan 1000kg wegen. De paardenvrachtwagen heeft een maximaal laadvermogen van 520kg.
g. [Y.] heeft dit vervolgens nagevraagd bij de politie, die het voorgaande bevestigt.
h. [Y.] heeft vervolgens in de nacht van 24 op 25 juni 2011 [Z.] een email gestuurd, waarin ondermeer het volgende is vermeld: ‘Wij hebben problemen met de Huyndai. Van mijn verzekering begreep ik vandaag dat wij maximaal 520 kg mogen bijladen. Dit betekent dat we maximaal 1 paard kunnen vervoeren met de vrachtwagen. Anders zijn we bij schade / ongeluk niet verzekerd. We waren in de veronderstelling dat er makkelijk twee paarden mee vervoerd mogen worden, dit blijkt wettelijk niet toegestaan te zijn, aangezien de vrachtwagen zelf al 2.980 kg weegt. (…) Wij zitten hiermee nu erg in onze maag en willen daarom de koop ongedaan maken.’.
i. Bij email van 25 juni 2011 heeft [Z.] op voornoemde email van [Y.] gereageerd en onder andere het volgende medegedeeld:’Het verbaasd mij ten zeerste, in de advertentie op Marktplaats stond het laadvermogen vermeld, dat u kwam kijken naar de auto heeft u het kenteken ingezien en hebben wij het laadvermogen wat in het kenteken vermeld staat expliciet besproken. Tevens hebben er twee dagen gezeten tussen dat u de auto met het bijbehorende kentekenpapieren kwam bekijken en de daadwerkelijke overdracht, u had dus ruim de tijd om u elders te laten informeren.’.
j. Bij email van 25 juni 2011 heeft [Y.] op voornoemde mail gereageerd en betwist dat er over het laadvermogen is gesproken en [Z.] juist heeft aangegeven dat er twee en zelfs drie paarden in de paardenvrachtwagen vervoerd kunnen worden. Verder heeft [Y.] nogmaals aangegeven dat zij van de koop af wil.
De vordering
[Y.] vordert (samengevat) ontbinding van de koopovereenkomst en veroordeling van [Z.] tot betaling van € 9.253,63. De vordering bestaat uit € 8.500,-- aan koopprijs van de paardenvrachtwagen en € 753,63 aan door [Y.] geleden schade, nog vermeerderd met verdere rente. De schade bestaat uit de huur van een vervangende paardenvrachtwagen, en € 271,85 aan verzekeringspremie en €160,-- aan motorrijtuigenbelasting.
[Y.] legt primair aan de vordering ten grondslag dat er sprake is van een tekortkoming de nakoming van een consumentenkoop. [Z.] handelde ten tijde van de koop in de uitoefening van een bedrijf. Doordat het laadvermogen van de paardenvrachtwagen slechts 520 kg bedraagt, beantwoordt deze niet aan de aan de gesloten overeenkomst. Subsidiair beroept [Y.] zich op een reguliere koopovereenkomst. Meer subsidiair voert [Y.] aan dat er sprake is van bedrog danwel dwaling, waarbij de overeenkomst dient te worden vernietigd.
[Y.] voert aan dat zij gelet op de tekst van de advertentie en de mededelingen die [Z.] heeft gedaan er op mocht vertrouwen dat de paardenvrachtwagen geschikt zou zijn voor het tegelijkertijd vervoeren van haar twee paarden. [Y.] heeft aan [Z.] nadrukkelijk medegedeeld dat de wagen geschikt moest zijn voor het tegelijkertijd vervoeren van twee paarden. [Z.] had haar er op moeten wijzen dat dit wettelijk niet is toegestaan. Daarentegen heeft zij opzettelijk verzwegen dat het laadvermogen 520 kg is en derhalve niet geschikt is voor het vervoeren van twee paarden.
Het verweer
[Z.] betwist de vordering. Zij voert aan dat uit de advertentie wel degelijk de technische gegevens van de paardenvrachtwagen blijken. Er is vermeld dat het gewicht van de wagen 2980 kg is. Verder staat het laadvermogen ook op het kenteken, zodat [Y.] had kunnen weten dat er een maximaal laadvermogen is van 520 kg. [Z.] betwist dat zij een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven of opzettelijk informatie heeft verzwegen.
De beoordeling
Vaststaat dat partijen een koopovereenkomst met elkaar hebben gesloten, waarbij [Y.] van [Z.] een paardenvrachtwagen heeft gekocht voor een bedrag van € 8.500,--. In geschil tussen partijen is of de paardenvrachtwagen de eigenschappen bezit die de koper op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst mocht verwachten. Voor de kantonrechter is voldoende komen vast te staan dat dit niet het geval is.
Gelet op de inhoud van de advertentie en de mededelingen die [Z.] heeft gedaan, mocht [Y.] erop vertrouwen dat zij haar twee paarden die meer dan 520 kg wegen tegelijkertijd kon vervoeren met de gekochte paardenvrachtwagen. Door [Z.] is niet weersproken dat [Y.] ten tijde van de koop heeft aangegeven dat de wagen geschikt moet zijn voor het tegelijkertijd vervoeren van twee paarden. [Z.] heeft zelfs medegedeeld dat zij ook altijd twee hengsten in deze vrachtwagen heeft vervoerd en uit de advertentie blijkt dat [Z.] zelfs heeft aangegeven dat de wagen is ingericht voor twee dravers en dat er makkelijk drie dravers op kunnen. Dat de trailer groot genoeg is om inderdaad twee of drie paarden erin te vervoeren, doet daar niet aan af. Het had op de weg van [Z.] gelegen [Y.] voor te houden dat dit wettelijk niet is toegestaan omdat de wagen maar maximaal een laadvermogen heeft van 520 kg. Bij een laadvermogen van meer dan dat is [Y.] immers niet verzekerd als zij een ongeval zou krijgen. Aan de stelling van [Z.] dat [Y.] zelf maar uit de kentekengegevens had moeten afleiden dat er een maximaal toegestaan laadvermogen is van 520 kg zal de kantonrechter voorbij gaan. [Y.] mocht onder de gegeven omstandigheden naar het oordeel van de kantonrechter vertrouwen op de door [Z.] gedane mededelingen en de inhoud van de advertentie. De vordering tot ontbinding van de koopovereenkomst en daarmee terugbetaling van de koopprijs zal derhalve worden toegewezen.
De gevorderde schade zal voor wat betreft de motorrijtuigenbelasting en verzekering worden toegewezen. De gevorderde huur voor een vervangende vrachtwagen zal worden afgewezen, nu [Y.] deze ook had moeten huren indien zij nimmer tot aankoop van de vrachtwagen was overgegaan.
De proceskosten komen voor rekening van [Z.] omdat deze in het ongelijk wordt gesteld.
De beslissing
De kantonrechter:
- ontbindt de tussen partijen op 22 juni 2011 gesloten koopovereenkomst;
- veroordeelt [Z.] tot terugbetaling van de koopprijs aan [Y.] van € 8.500,-- alsmede een bedrag van € 431,85 aan geleden schade te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf 24 juni 2011 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt [Z.] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [Y.] tot en met vandaag worden begroot op de volgende bedragen:
dagvaarding € 90,81
griffierecht € 202,--
salaris gemachtigde € 500,--;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M. Visser en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
Coll.