ECLI:NL:RBHAA:2011:BV6112

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
8 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
525064
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.J. van der Valk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vordering tot betaling van eigen risico zorgverzekering en kosten door Delta Lloyd Zorgverzekering NV

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 8 december 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen Delta Lloyd Zorgverzekering NV en [X.]. Delta Lloyd had een vordering ingesteld tegen [X.] voor betaling van een eigen risico van € 143,36 met betrekking tot zorgverzekering over het jaar 2010. De eiseres, Delta Lloyd, stelde dat zij ziektekosten had vergoed zonder het eigen risico in mindering te brengen en had [X.] verzocht het bedrag te betalen, wat hij niet had gedaan. Delta Lloyd vorderde daarnaast rente en gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten.

De gedaagde, [X.], betwistte de vordering en voerde aan dat hij herhaaldelijk om verduidelijking had gevraagd over de vordering, maar geen fatsoenlijk antwoord had ontvangen van Delta Lloyd of haar incassogemachtigde, Flanderijn & Van Eck. Hij was bereid de hoofdsom te betalen, maar niet de bijkomende kosten die hij aan Delta Lloyd toeschreef.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Delta Lloyd de incasso van de vordering op een onbeholpen wijze had uitgevoerd. De rechter oordeelde dat de vordering tot betaling van de hoofdsom kon worden toegewezen, maar dat de vordering tot betaling van de kosten niet gerechtvaardigd was. Delta Lloyd werd veroordeeld in de proceskosten van [X.], die als gevolg van de gang van zaken in het ongelijk was gesteld.

De uitspraak concludeerde dat [X.] de hoofdsom van € 143,36 moest betalen, vermeerderd met wettelijke rente, terwijl het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Delta Lloyd werd veroordeeld in de kosten van het geding, begroot op € 60,-- voor het salaris van de gemachtigde van [X.].

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaaknummer : 525064
rolnummer : 7299/11
datum uitspraak : 8 december 2011
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de naamloze vennootschap Delta Lloyd Zorgverzekering NV
te Tilburg
eisende partij
nader te noemen Delta Lloyd
gemachtigde: Flanderijn & Van Eck Gerechtsdeurwaarders te Rotterdam
tegen:
[X.]
te [woonplaats]
gedaagde partij
nader te noemen [X.]
gemachtigde: geen (procedeert in persoon)
Verloop van de procedure
Bij dagvaarding van 19 augustus 2011 is tegen [X.] een in die dagvaarding nader omschreven vordering ingesteld.
[X.] is in de procedure verschenen om verweer te voeren.
Na de conclusie van antwoord heeft de kantonrechter afgezien van het houden van een comparitie na antwoord en zijn nog de volgende conclusies genomen:
-conclusie van repliek.
-conclusie van dupliek.
De vordering
De vordering betreft betaling van een zogenaamd eigen risico met betrekking tot zorgverzekering, berekend over het boekjaar 2010. Delta Lloyd heeft over dat jaar ziektekosten vergoed zonder het eigen risico in mindering te brengen en heeft [X.] na 2010 vergeefs getracht dat bedrag te incasseren.
Volgens dagvaarding heeft Delta Lloyd [X.] vriendelijk verzocht het daarmee corresponderende bedrag van € 143,36 aan haar te betalen, hetgeen hij niet heeft gedaan, zodat er nu rente en gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten over worden gevorderd.
Het verweer
[X.] betwist niet dat hij bij Delta Lloyd tegen ziektekosten is verzekerd.
Ter toelichting worden door hem wel direct rekening(en) en verdere correspondentie in het geding gebracht.
Het verweer komt neer op de stelling dat [X.] een en andermaal heeft gevraagd aan Delta Lloyd en haar incassogemachtigde waarom het ging, en dat Delta Lloyd en/of haar incassogemachtigde tot in deze procedure hebben verzuimd om hem fatsoenlijk antwoord te geven op zijn vragen.
[X.] begrijpt inmiddels waarom het gaat en hij wil wel de hoofdsom betalen maar niet de kosten die Delta Lloyd geheel aan zichzelf heeft te wijten.
Beoordeling van de vordering
Feitelijke vaststellingen
Op grond van wat partijen over en weer aan de orde hebben gesteld en niet of onvoldoende hebben betwist kunnen tenminste de volgende feiten worden vastgesteld.
[X.] was in 2010 en later tegen ziektekosten verzekerd bij Delta Lloyd.
Delta Lloyd heeft over het jaar 2010 voor [X.] ziektekosten vergoed zonder vooraf het eigen risico in mindering te brengen.
De gemachtigde van Delta Lloyd, verder Flanderijn & Van Eck, heeft [X.] op 15 april 2011 aangeschreven met de volgende tekst:
Delta Lloyd Zorgverzekering heeft een vordering op u over de periode 1-12-2010 t/m 31 12-2010.
Uw betalingsachterstand is hoofdsom € 143,36, invorderingskosten € 0,00, wettelijke rente tot heden € 0,00.
[X.] kreeg tien dagen om te betalen.
Op 18 april heeft [X.] aan Flanderijn & Van Eck gevraagd om een toelichting op- of specificatie van het bedrag van € 143,36.
Op 2 mei 2011 heeft [X.] naar aanleiding van een nieuwe aanmaning zonder specificatie dit verzoek herhaald.
Op 30 mei 2011 heeft [X.] naar aanleiding van weer een nieuwe aanmaning zonder specificatie dit verzoek herhaald, met de opmerking. Graag nu WEL uw bericht.
Op 8 juni 2011 antwoordde Flanderijn & Van Eck: In bovengenoemd dossier hebben wij uw schrijven van 30 mei 2011 in goede orde ontvangen. Echter is bovengenoemd dossier met een hoofdsom van € 337,-- reeds gesloten en teruggestuurd naar onze cliënte Delta Lloyd Zorg.
Op 29 juni 2011 heeft [X.] per e-mail geantwoord dat hij dat niet begreep omdat hij steeds inlichtingen had gevraagd over een vordering met een hoofdsom van € 143,36.
Op diezelfde dag schreef Flanderijn & Van Eck aan [X.] onder meer:
Voor de laatste maal sommeren wij u om het totaalverschuldigde uiterlijk 4 juli 2011 te voldoen. Een specificatie van het totaalverschuldigde ontvangt u bij deze brief.
(...)
Als u niet tijdig aan deze sommatie voldoet gaan wij direct tot dagvaarden over.
De bijgevoegde specificatie noemt al weer alleen de hoofdsom € 143,36 en specificeert alleen rente en kosten.
Bij brief van 8 juli 2011 verlengt Flanderijn & Van Eck de termijn nog tot 12 juli 2011, zonder verdere toelichting.
Op 11 juli 2011 beklaagt [X.] zich schriftelijk bij Flanderijn & Van Eck dat deze zich slechts één keer de moeite heeft getroost om hem een reactie te sturen en schrijft letterlijk:
Nog steeds weet ik niet waarvoor ik zou moeten betalen en waarover dit gaat en in uw schrijven van 8 juni jl. schrijft u zelfs dat het dossier gesloten is.
Op 19 augustus 2011 volgt de onderhavige dagvaarding tegen 1 september 2011.
Op 23 augustus 2011 schrijf Flanderijn & Van Eck per e-mail aan [X.]:
U heeft de mails niet naar het correcte adres gestuurd waardoor wij u e-mails nooit hebben ontvangen.
De vordering heeft betrekking op het eigen risico van 2010 en in de bijlage vindt u een specificatie van de hoofdsom. Mocht u de zitting willen voorkomen dan dient u drie dagen voor de zittingsdatum een bedrag van € 325,35 over te maken op onze rekening. (...) Mocht u in verweer tegen de vordering willen dan kunt u op 1 september 2011 u verhaal doen bij de rechter.
De bijlage vermeldt slechts: 01-12-2010 t/m 31-12-2010 DL Eigen risico algemeen € 143,36, Totaal € 143,36.
Het geschil.
Aard en omvang van het geschil blijken voldoende uit het bovenstaande. Het kan aan de hand van de verweren worden behandeld.
Beoordeling van de geschilpunten.
Het verweer treft volledig doel.
De kantonrechter kan volstaan met verwijzen naar de feitelijke vaststellingen.
Delta Lloyd heeft op een buitengewoon onbeholpen wijze de incasso van deze futiele vordering ingesteld en uitgevoerd.
De incassogemachtigde blijkt niet in staat om op eenvoudige vragen op tijd een eenvoudig antwoord te geven en "specificeert" alleen rente en kosten, terwijl hoofdsommen kennelijk als bij de debiteur bekend worden verondersteld.
De vordering kan tot de hoofdsom worden toegewezen, maar daar ging het geschil niet om.
Het geschil gaat om de gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten.
Kosten
Delta Lloyd moet als de met betrekking tot de kern van de zaak in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding.
Als [X.] de zaak had verloren had hij Delta Lloyd € 60,-- moeten betalen als salaris gemachtigde. Delta Lloyd moet het hem nu betalen als vergoeding voor onkosten.
Beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt [X.] om aan Delta Lloyd te betalen de som van € 143,36 te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf heden.
Wijst het meer of anders gevorderde af.
Veroordeelt Delta Lloyd in de kosten van het geding, aan de zijde van [X.] begroot als volgt:
salaris gemachtigde € 60,--
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. J.J. van der Valk als kantonrechter, en op 8 december 2011 in het openbaar uitgesproken en door kantonrechter en griffier ondertekend.
Coll.