Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro¬ken inhoud van de producties, staat tussen partij¬en het volgende vast:
a. Van medio 1980 tot 1 juni 2000 is [X.] in dienst geweest van HC, laatstelijk in de functie van lid van de Raad van Bestuur.
b. [C.] (hierna: [C.]) was eveneens in dienst van HC. Hij diende aan [X.] te rapporteren.
c. [C.] was belast met de introductie van speelautomaten binnen HC en is benoemd tot Hoofd Afdeling Speelautomaten (later directeur Gaming) bij HC.
d. [C.] was verantwoordelijk voor het voorbereiden van inkoop-, onderhouds- en servicecontracten, het verzorgen van de inkoop van speelautomaten en het beheer van het speelautomatenpark. Hij diende verantwoording af te leggen aan [X.].
e. HC heeft gedurende vele jaren speelautomaten exclusief ingekocht bij Otimex B.V. (hierna: Otimex)
f. Directeur/enig eigenaar van Otimex was wijlen [B.] (hierna: [B.]).
g. Bij vonnis van de rechtbank Haarlem van 9 oktober 2009 is [C.] tot straf veroordeeld wegens “Het, anders dan als ambtenaar, werkzaam zijnde in dienstbetrekking, naar aanleiding van hetgeen hij in zijn dienstbetrekking heeft gedaan/nagelaten, aannemen van een gift en dit aannemen in strijd met de goede trouw verzwijgen tegenover zijn werkgever, meermalen gepleegd”.
h. In het vonnis van 9 oktober 2009 heeft de rechtbank Haarlem met betrekking tot [C.] onder meer het volgende overwogen:
“In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich gedurende meerdere jaren schuldig gemaakt aan het aannemen van steekpenningen van zijn medeverdachte [B.], terwijl hij deze steekpenningen heeft aangenomen in strijd met de goede trouw en heeft verzwegen tegenover zijn werkgever. [C.] heeft deze steekpenningen aangenomen in de hoedanigheid van Hoofd Speelautomaten en later Directeur Gaming bij Holland Casino, in welke hoedanigheid hij verantwoordelijk was voor de inkoop van speelautomaten en voor het sluiten van overeenkomsten daaromtrent met de leveranciers. De omkoping is op de volgende wijze ten uitvoer gebracht.
[C.], namens de Stichting Holland Casino, en [B.], directeur van het bedrijf Otimex B.V., hebben verschillende leveranciers van speelautomaten voorgehouden dat alleen via Otimex B.V. zaken kon worden gedaan met Holland Casino en dat dit diende te gebeuren volgens de spelregels van Otimex B.V. Medeverdachte [B.] heeft vervolgens de leveranciers en het verschil tussen de werkelijke prijs en het gefactureerde bedrag aan zichzelf, respectievelijk aan een aan hem gelieerde onderneming, laten betalen. Een deel van de aldus verkregen gelden is via allerlei omwegen in opdracht van [B.] op de bankrekening van [C.] in Zwitserland bijgeschreven. Verdachten hebben zich aldus stelselmatig schuldig gemaakt aan corruptie, waardoor Holland Casino voor een aanzienlijk bedrag is benadeeld en verdachten zichzelf aanzienlijk hebben verrijkt. (…)”
i. Bij arrest van 9 februari 2010 heeft het Gerechtshof te Amsterdam in een civiele procedure [C.] veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van US$ 1.084.672,65 aan HC, waarbij het Gerechtshof onder meer het volgende heeft overwogen:
“Bij schriftelijk pleidooi (…) heeft Holland Casino een kopie overgelegd van een door de rechtbank te Haarlem op 27 maart 2009 (…) tegen [B.] als verdachte uitgesproken strafvonnis. (…) In dat strafvonnis is [B.] tot straf veroordeeld wegens onder meer – kort gezegd – omkoping in het bewezenverklaarde tijdvak van 19 oktober 1998 tot en met 10 januari 2000.
(…)
Weliswaar is dit strafvonnis niet tegen [C.] als verdachte gewezen (…) zulks neemt niet weg dat het aan de rechter in dit civiele geding vrijstaat aan dat bewijsstuk de bewijskracht toe te kennen die hem goeddunkt. Die bewijskracht luidt naar het oordeel van het hof dat (ook) in dit civiele geding moet worden aangenomen dat [C.], in elk geval in de periode van 19 oktober 1998 tot en met 10 januari 2000, door het aan leveranciers van Holland Casino voorhouden van (…) alsmede door het ter beschikking stellen van zijn Zwitserse bankrekening actief heeft meegewerkt aan het opzetten en ten uitvoer brengen van een tegenover zijn toenmalige werkgever Holland Casino opzettelijk met de beginselen van goed werknemerschap in strijd zijnde en onrechtmatige constructie, welke constructie tot gevolg had dat Holland Casino aanzienlijk meer voor de door haar aangeschafte speelautomaten heeft moeten betalen dan zonder die constructie het geval zou zijn geweest. (…)
Ook hier geldt weer dat [C.] omtrent de overmakingen in 1996 en 1997 op zijn Zwitserse bankrekening geen nadere concrete opheldering heeft verschaft. Ook dit ondersteunt weer – mede in samenhang met de inhoud van genoemd strafvonnnis – de conclusie dat het hierbij om steekpenningen ging die Otimex/[B.] bij leveranciers van Holland Casino hebben bedongen en die zij (…) met zijn medeweten en instemming aan [C.] ten goede hebben doen komen, hetgeen een onrechtmatige daad van [C.] tegenover Holland Casino oplevert en hem aansprakelijk doet zijn voor de daardoor aan deze berokkende schade en tevens maakt dat [C.] – door die bedragen in ontvangst te nemen en te behouden – ten koste van Holland Casino met die bedragen ongerechtvaardigd is verrijkt.”
j. De echtgenote van [X.], [Y.] (gedaagde partij in zaak nummer 389495, hierna: [Y.]) heeft een op haar naam staande Zwitserse bankrekening.
k. Op die onder j. genoemde bankrekening hebben de volgende stortingen plaatsgevonden:
datum ontvangen van bedrag in US$
15-2-1993 Wideglobe Ltd 11.044,60
3-8-1993 Replay Services 31.730,55
1-9-1993 [B.] 25.830,00
28-6-1994 Banque Kleinwort 62.345,00
3-7-1997 [B.] 51.614,00
24-9-1997 [B.] 65.362,00
22-11-1999 Payment Smaine Foundattion 66.194,50
19-6-1998 Payment/Verguetung as instructed 43.257,00
17-8-1998 Payment/Verguetung as instructed 34.281,70
15-12-1998 Payment by one of our clients 191.275,00
in totaal 582.934,35