ECLI:NL:RBHAA:2012:5968

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
6 september 2012
Publicatiedatum
13 oktober 2015
Zaaknummer
546984
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling van servicekosten door leden van de Vereniging van Eigenaren Adriaan Stoopplein

In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaren Adriaan Stoopplein (hierna: VVE Adriaan Stoopplein) de gedaagden, eigenaren van twee appartementsrechten aan het Adriaan Stoopplein te Overveen, gedagvaard wegens het niet betalen van servicekosten. De gedaagden hebben op 2 februari 2012 schriftelijk geantwoord op de dagvaarding. De kantonrechter heeft op 3 mei 2012 een comparitie van partijen gelast, die op 31 juli 2012 heeft plaatsgevonden. De VVE vorderde een bedrag van € 5.587,82, bestaande uit hoofdsom, rente en buitengerechtelijke kosten, en baseerde deze vordering op het lidmaatschap van de VVE, dat de gedaagden van rechtswege hebben op grond van artikel 5:125 lid 2 BW. De gedaagden hebben erkend dat zij de servicekosten niet hebben betaald, maar beroepen zich op opschorting van hun betalingsverplichting vanwege ernstige lekkages in hun berging. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de gedaagden onvoldoende hebben onderbouwd dat zij een opeisbare vordering op de VVE hebben, waardoor de opschorting niet gerechtvaardigd is. De vordering van de VVE is derhalve toegewezen, en de gedaagden zijn veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Het vonnis is uitgesproken door de kantonrechter K.I. de Jong op 6 september 2012.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM

Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 546984 \ CV EXPL 12-2330
datum uitspraak: 6 september 2012

VONNIS VAN DE KANTONRECHTER

inzake
de vereniging
VERENIGING VAN EIGENAARS ADRIAAN STOOPPLEIN
te Overveen
eiseres
hierna te noemen VVE Adriaan Stoopplein
gemachtigde mr. N.L.J.M. Rijssenbeek
tegen

[gedaagden]

[gedaagden]

te Haarlem
gedaagden
hierna te noemen [gedaagden]
procederende in persoon.

De procedure

VVE Adriaan Stoopplein heeft [gedaagde 1.] gedagvaard op 2 februari 2012. [gedaagden] hebben schriftelijk geantwoord.
De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 3 mei 2012 een comparitie van partijen gelast, die heeft plaatsgevonden op 31 juli 2012. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht.

De feiten

[gedaagden] zijn eigenaar van een tweetal appartementsrechten aan het Adriaan Stoopplein te Overveen, bestaande uit een appartement en een berging.
Op de voet van artikel 5:125 lid 2 BW zijn [gedaagden] van rechtswege lid van VVE Adriaan Stoopplein.

De vordering

VVE Adriaan Stoopplein vordert na vermeerdering van eis (samengevat) veroordeling van [gedaagden] tot betaling van € 5.587,82, bestaande uit € 5.031,51 aan hoofdsom,
€ 20,81 aan rente en € 535,50 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met rente en kosten. VVE Adriaan Stoopplein legt aan de vordering het lidmaatschap van VVE Adriaan Stoopplein van [gedaagden] ten grondslag. Op grond van dat lidmaatschap zijn [gedaagden] verplicht servicekosten te betalen. [gedaagden] hebben de servicekosten van maart 2011 tot en met 31 juli 2012 (inclusief afrekening stookkosten 2010 en bijdrage CV-ketel), ondanks aanmaningen, onbetaald gelaten.

Het verweer

[gedaagden] erkennen de vordering maar beroepen zich op opschorting van hun betalingsverplichting. Er is sprake geweest van ernstige lekkages in hun berging. De lekkages zijn inmiddels verholpen, maar er dienen ook nog afwerkings- en herstelwerkzaamheden in de berging te worden verricht. Ondanks aanmaning is VVE Adriaan Stoopplein hiertoe niet bereid. Laatstgenoemde heeft zich in dit verband niet als goed huisvader gedragen. Reden waarom [gedaagden] in afwachting van de verdere gang van zaken gedwongen en gerechtigd zijn de betalingen op te schorten en te reserveren.

De beoordeling

Een schuldenaar die een opeisbare vordering heeft op zijn schuldeiser, is bevoegd de nakoming van zijn verbintenis op te schorten tot voldoening van zijn vordering plaatsvindt, indien tussen vordering en verbintenis voldoende samenhang bestaat om deze opschorting te rechtvaardigen. Naar het oordeel van de kantonrechter hebben [gedaagden] onvoldoende gesteld om de conclusie te kunnen rechtvaardigen dat zij een opeisbare vordering hebben op VVE Adriaan Stoopplein. Zo hebben zij hun stelling dat het gaat om onderhoud waarvoor VVE Adriaan Stoopplein aansprakelijk is, welke stelling VVE Adriaan Stoopplein gemotiveerd heeft betwist, onvoldoende onderbouwd. Er is dan ook geen grond voor het oordeel dat [gedaagden] bevoegd zijn de nakoming van hun betalingsverplichting jegens VVE Adriaan Stoopplein op te schorten. De vordering van VVE Adriaan Stoopplein ligt derhalve voor toewijzing gereed.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagden] omdat zij in het ongelijk worden gesteld.

De beslissing

De kantonrechter:
- veroordeelt [gedaagden] tot betaling aan VVE Adriaan Stoopplein van € 5.587,82, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 3.341,44 vanaf 2 februari 2012 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt Vogelaar tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van VVE Adriaan Stoopplein tot en met vandaag worden begroot op de volgende bedragen:
dagvaarding € 90,64
griffierecht € 437,00
salaris gemachtigde € 500,00;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.I. de Jong en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
Coll.