ECLI:NL:RBHAA:2012:BV1276
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling abonnementsgeld en toepasselijkheid van de Wet van Dam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 12 januari 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser], h.o.d.n. Fit4Family Beverwijk, en [gedaagde]. De eiser vorderde betaling van abonnementsgelden die volgens hem nog openstonden na de opzegging van een fitnessabonnement door de gedaagde. De gedaagde had op 3 juni 2008 een overeenkomst gesloten voor twee fitnessabonnementen, maar stelde dat zij deze tijdig had opgezegd. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet aannemelijk had gemaakt dat de opzegging per e-mail tijdig was gedaan, en dat de mondelinge opzegging op 6 juni 2009 te laat was. De rechter wees erop dat de Wet van Dam, die op 1 december 2011 in werking trad, de consument de mogelijkheid biedt om een overeenkomst op elk gewenst moment op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van een maand. Hoewel deze wet nog niet van toepassing was op het moment van de opzegging, werd er naar de geest van de wet gekeken. De rechter oordeelde dat de overeenkomsten per 6 juli 2011 waren geëindigd. Uiteindelijk werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 51,98 aan de eiser, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.