ECLI:NL:RBHAA:2012:BV3020

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
18 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
526372/ CV EXPL 11-11817
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geen overeenkomst tot stand gekomen tussen zelfstandige en onderzoeksbedrijf na onderhandelingen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 18 januari 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres], een zelfstandige werkzaam als Clinical Research Associate, en Icon Clinical Research (U.K. Ltd), een bedrijf dat zich bezighoudt met het testen van medicijnen. De eiseres had Icon gedagvaard omdat zij meende dat er een overeenkomst tot stand was gekomen voor het verrichten van werkzaamheden, maar de gedaagde partij betwistte dit. De procedure begon met een dagvaarding op 26 augustus 2011, gevolgd door schriftelijke antwoorden van Icon en een comparitie van partijen op 19 december 2011.

De feiten van de zaak tonen aan dat er in de periode van oktober tot december 2009 onderhandelingen hebben plaatsgevonden tussen partijen over een mogelijke samenwerking. Icon had een aanbod gedaan voor een contract van drie maanden, maar eiseres stelde wijzigingen voor die volgens de kantonrechter essentieel waren. De kantonrechter oordeelde dat er geen overeenkomst tot stand was gekomen, omdat eiseres het aanbod van Icon niet had aanvaard, maar in plaats daarvan een tegenvoorstel had gedaan. Dit leidde tot de conclusie dat Icon vrij stond om de onderhandelingen af te breken zonder schadeplichtig te zijn.

De kantonrechter heeft de vordering van eiseres tot betaling van € 17.801,00 afgewezen, evenals haar aanspraak op het negatieve contractsbelang. De rechter oordeelde dat eiseres niet gerechtvaardigd kon vertrouwen op de totstandkoming van de overeenkomst, gezien de voorgestelde wijzigingen en de omstandigheden rondom de onderhandelingen. De proceskosten werden toegewezen aan Icon, omdat eiseres in het ongelijk werd gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 526372/ CV EXPL 11-11817
datum uitspraak: 18 januari 2012
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[eiseres] h.o.d.n. [X]
te Zoetermeer
eiseres
hierna te noemen [eiseres]
gemachtigde mr. M.W.A. Scholtes
tegen
de besloten vennootschap naar het recht van het Verenigd Koninkrijk
ICON CLINICAL RESEARCH (U.K. Ltd)
te Schiphol-Rijk, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen Icon
gemachtigde mr. P. J. de Groen
1. De procedure
[eiseres] heeft Icon gedagvaard op 26 augustus 2011. Icon heeft schriftelijk geantwoord.
De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 16 november 2011 een comparitie van partijen gelast, die heeft plaatsgevonden op 19 december 2011. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht.
2. De feiten
2.1 [eiseres] is als zelfstandige (Clinincal Research Associate) werkzaam op het gebied van speur- en ontwikkelingswerk bij geneesmiddelen. Icon houdt zich bezig met het testen van medicijnen. Icon heeft haar hoofdkantoor in Dublin.
2.2 In oktober/november 2009 is er contact geweest tussen Icon en [eiseres] over mogelijk door [eiseres] voor Icon te verrichten werkzaamheden. Op 10 december 2009 heeft [eiseres] telefonisch gesolliciteerd bij [A] van Icon.
2.3 Bij mail van 15 december 2009 heeft [B] van Icon aan [eiseres] geschreven: ‘Following on from your recent Telephone Interview with ICON. We have received some very positive feedback and are now delighted to making you an offer as Contract CRA. We would like to offer a 3 month contract at 90 euros per hour and 0.8 FTE as discussed. Please could you confirm acceptance of this offer, providing your full address, date of birth and date in January that you are able to start’.
2.4 [eiseres] heeft bij mail van dezelfde datum als volgt gereageerd: ‘Thank you for offering me this 3 month contract with ICON, which I would like to accept. I have however a few more questions: 1. I indicated in the interview that I have 0.6 FTE that I would like to insert the option of 0.2 FTE as flexible. I have another client which I sometimes have to dedicate my time to, so (…). 2. Could you inform me how additional costs such as supplies, travel, mileage, courier, phone etc are handled by ICON?’
2.5 Bij mail van 16 december 2009 heeft Icon 0,7 FTE als compromis voorgesteld en onder meer aangegeven dat kilometers tegen € 0,19 gedeclareerd kunnen worden. Icon sluit de mail af met: ‘I hope the above is acceptable, if so, please confirm back asap and I will arrange the paperwork with a start date of 11th January as requested’.
2.6 Bij mail van 17 december 2009 heeft [eiseres] aan Icon geschreven: ‘0,7 FTE is perfect. (…)If this acceptable, maybe you can prepare the contract I can ask my legal person to have a look at this before the holiday’s?’
2.7 Bij mail van 18 december 2009 heeft Icon [eiseres] het ‘Contract of Employment’ gestuurd en daarbij geschreven: “Please see the attached Contract of Employment. Please sign and return the contract to me either scanned via email or posted to (…).’`
2.8 [eiseres] heeft de overeenkomst met haar juridische adviseur besproken en bij mail van 24 december 2009 10.47 uur aan Icon wijzigingen voorgesteld. Onder meer heeft [eiseres] voorgesteld dat de duur van de non-solicitation clause van 24 maanden naar 3 maanden werd teruggebracht, dat het uurtarief van € 90,00 exclusief btw in plaats van inclusief btw was, dat al haar verdere kosten door Icon werden vergoed en dat de 0,7 FTE op nader overeen te komen specifieke dagen en tijden zouden worden ingevuld.
2.9 [eiseres] kreeg op haar mail aan [C] van Icon een ‘out of office reply’. [C] zou tot 18 januari 2010 afwezig zijn.
2.10 [eiseres] heeft op dezelfde 24-ste december 2009 haar wijzigingen aan een andere functionaris van Icon gestuurd en daarbij geschreven: ‘Ps I will out from 1-9 Jan, any other negotiations must take place next week’.
2.11 Op 29 december 2009 heeft [eiseres] nog een mail gestuurd aan een derde functionaris van Icon. [eiseres] schreef: ‘[B] inabsence of [C] I forwarded this message to [D]. So far I did not hear anything anymore and I am going on holiday on Friday with no possibility to respond to email anymore. Could you please find out the status of my comments to me?’
2.12 [eiseres] is van 1 tot 9 januari 2010 met vakantie geweest. Op 11 januari 2010 heeft [eiseres] aan drie functionarissen van Icon geschreven;’ Today is supposed to be the first day of my contract with Icon. Unfortunately I did not hear from anybody at ICON anymore and do not know who else to contact about the contract. I will wait for further messages from your (…) and hope we can still start a collaboration’.
2.13 Op 19 januari 2010 heeft [eiseres] aan [C] geschreven: ‘ During your absence I have tried to get in contact with various contacts at ICON, about finishing contract negotiations. Unfortunately nobody replied. Please let me know ASAP if we are still negotiating, because if not, I would like to hear this please so I could move on to other assignments? So far I have been blocking this for ICON’. Op deze mail heeft [C] geantwoord: ‘ I have raised this issue with my collegue dealing with contracts, she said that she will look into this and get back to you’.
2.14 Bij mail van 25 januari 2010 heeft Icon aan [eiseres] geschreven: ‘I am sorry for aal of the delays, it would appear that our requirements have changed in the time since our negotiations started. On this occasion we will no longer require your services as our projects with the Netherlands have eased off slightly. I can only apologies (…).’
2.15 Bij mail van 26 januari 2010 heeft [eiseres] aan Icon verzocht aan haar een bedrag van € 17.801,00 aan volgens de overeenkomst te werken uren en onkosten te voldoen. Icon heeft deze factuur onbetaald gelaten.
3. De vordering
3.1 [eiseres] vordert (samengevat) veroordeling van Icon tot betaling van primair en subsidiair € 17.801,00 en meer subsidiair van € 2.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de dag van de verschuldigdheid tot aan de dag van de algehele voldoening en primair een bedrag van € 904,00 en subsidiair een door de kantonrechter te bepalen bedrag aan buitengerechtelijke kosten.
3.2 [eiseres] legt primair aan haar vordering ten grondslag dat tussen haar en Icon een overeenkomst van opdracht is gesloten. [eiseres] heeft het aanbod van Icon om daar gedurende 3 maanden werkzaamheden te verrichten voor een bedrag van € 90,00 per uur aanvaard. De wijzigingen die [eiseres] bij mail van 24 december 2009 aan Icon heeft voorgesteld waren van ondergeschikte aard, zodat tussen haar en Icon een perfecte overeenkomst tot stand is gekomen. Icon is haar verplichtingen uit die overeenkomst niet nagekomen, zodat zij het loon over de periode 11 januari 2010 (de ingangsdatum) tot eind februari 2010 (de overeenkomst kende een opzegtermijn van één maand) verschuldigd is geworden. [eiseres] berekent een bedrag van € 17.801,00.
3.3 Subsidiair stelt [eiseres] zich op het standpunt dat de onderhandelingen over de overeenkomst in een zodanig stadium zijn gekomen dat het afbreken zelf van die onderhandelingen in strijd met de goede trouw moet worden geacht, omdat partijen over en weer mochten vertrouwen dat uit die onderhandelingen enigerlei contract zou resulteren (NJ 1983, 723). [eiseres] stelt dat het afbreken van de onderhandelingen, gelet op het gerechtvaardigd vertrouwen dat [eiseres] had in de totstandkoming van de overeenkomst, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. [eiseres] hoefde de overeenkomst alleen nog maar te ondertekenen. Icon heeft niets van zich laten horen na haar mail van 24 december 2009. [eiseres] stelt zich op het standpunt dat zij recht heeft op het positieve contractsbelang, dat zij berekent op € 17.801,00.
3.4 Meer subsidiair maakt [eiseres] aanspraak op het negatieve contractsbelang, de kosten die bij de onderhandelingen zijn gemaakt, ex aequo et bono vast te stellen op
€ 2.000,00. [eiseres] stelt ter onderbouwing dat het afbreken van de onderhandelingen op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van [eiseres] in het tot stand komen van de overeenkomst onaanvaardbaar is. [eiseres] verwijst naar HR 15 december 2006, LJN AZ2721.
3.5 Ten aanzien van de rente stelt [eiseres] primair dat deze verschuldigd is vanaf 30 dagen na 27 januari 2010, de dag dat Icon de factuur van [eiseres] heeft ontvangen. Subsidiair is de rente verschuldigd 10 dagen na (de sommatiebrief van [eiseres] van)
24 juni 2010 en meer subsidiair is de rente verschuldigd vanaf de dag van de dagvaarding.
3.6 Verder vordert [eiseres] de buitengerechtelijke kosten conform Voorwerk II. [eiseres] heeft (vergeefs) redelijke kosten moeten maken om haar vordering buiten rechte voldaan te krijgen.
4. Het verweer
4.1 Icon betwist de vordering. Zij voert primair aan dat tussen partijen geen overeenkomst tot stand is gekomen. [eiseres] heeft het aanbod in de overeenkomst van
18 december 2009 niet geaccepteerd. Zij heeft een gedetailleerd tegenvoorstel op essentiële punten gedaan in haar mail van 24 december 2009. Zo wilde [eiseres] € 18,00 per uur meer dan door Icon was geboden en wilde zij de periode van de non-sollicitation clause terugbrengen van 24 maanden naar 3 maanden. Ook heeft [eiseres] door de tekst van haar mails van 11 januari en 19 januari 2010 bevestigd dat partijen nog met elkaar in onderhandeling waren. Ook het feit dat [eiseres] op de beoogde ingangsdatum,
11 januari 2010, niet aan het werk is gegaan illustreert dat partijen nog niet uitonderhandeld waren.
4.2 Ook de subsidiaire grondslag kan naar het oordeel van Icon niet tot toewijzing van de vordering leiden. Het arrest Plas/Valburg is achterhaald. Vigerende jurisprudentie wijst uit dat het partijen in beginsel vrij staat onderhandelingen af te breken zonder vergoedingsplichtig te zijn. Een vergoedingsplicht bestaat alleen in die uitzonderlijke gevallen, waarin de wederpartij er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat een overeenkomst tot stand zou komen. [eiseres] had dat vertrouwen gelet op de tekst van haar mails niet.
4.3 Het afbreken van de onderhandelingen is ook naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar. [eiseres] wist dat Icon alleen op basis van het haar toegezonden concept tot een overeenkomst wilde komen en zij wist ook dat er na haar mail van 24 december 2009 tot 10 januari 2010 niet verder onderhandeld kon worden. Sinds het eerste contact in oktober 2009 zijn meer dan drie maanden verlopen. De omstandigheden zijn gewijzigd en Icon had de diensten van [eiseres] niet meer nodig.
4.4 Ten aanzien van het door [eiseres] gevorderde bedrag € 17.801,00 voert Icon subsidiair aan dat [eiseres] nimmer langer dan één maand betaald zou zijn geweest, omdat, als de overeenkomst tussen Icon en [eiseres] daadwerkelijk tot stand zou zijn gekomen, Icon de overeenkomst onmiddellijk zou hebben opgezegd (met een opzegtermijn van één maand). In dat geval was Icon [eiseres] (slechts) € 6.258,82 exclusief verschuldigd geweest (0,7 keer 38 uur per week keer 4 weken = 106,4 uur a € 70,00). Icon betwist dat zij onkosten aan [eiseres] zou hebben moeten betalen.
4.5 Ook de meer subsidiaire grondslag is wat Icon betreft niet aan de orde. De door [eiseres] gestelde schade –het negatieve contractsbelang- heeft [eiseres] niet onderbouwd. Icon vraagt [eiseres] te veroordelen in de kosten van de procedure en de nakosten.
5. De beoordeling
5.1 Partijen verschillen allereerst van mening over het antwoord op de vraag of tussen hen een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen. [eiseres] meent van wel, Icon is een tegengestelde mening toegedaan. De kantonrechter beantwoordt deze vraag, anders dan [eiseres], negatief.
5.2 Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan; de aanvaarding moet inhoudelijk met het aanbod overeenstemmen. De mail van 15 december 2009 van Icon is een verkennende mail waarin Icon aangeeft dat zij werk voorhanden heeft waarvoor zij bereid is € 90,00 per uur te betalen. In antwoord hierop heeft [eiseres] Icon laten weten dat zij bereid is die uitgangspunten te accepteren. Hiermee is naar het oordeel van de kantonrechter geen overeenkomst tot stand gekomen. Partijen hebben piketpaaltjes geslagen voor hun verdere onderhandelingen. Zij hebben de randvoorwaarden voor hun onderhandelingen bij elkaar afgetast.
5.3 Vervolgens mailen partijen heen en weer over de voor [eiseres] beschikbare en te besteden tijd. Dit overleg resulteert in de mail van Icon van 18 december 2009. Icon stuurt ‘de overeenkomst’ met het verzoek die ondertekend terug te sturen aan haar. Op basis van deze overeenkomst wil Icon met [eiseres] in zee. De kantonrechter kwalificeert deze overeenkomst als een aanbod in de zin van artikel 6:217 BW.
5.4 [eiseres] heeft dit aanbod niet aanvaard. Zij heeft dit aanbod, zoals zij ook in een eerdere mail had aangekondigd, voorgelegd aan haar juridisch adviseur. [eiseres] heeft op 24 december 2009 een mail gestuurd met wijzigingen, suggesties en opmerkingen. Anders dan [eiseres] heeft gesteld kwalificeert de kantonrechter de door [eiseres] voorgestelde wijzigingen niet als wijzigingen van ondergeschikte aard. Partijen hadden geen overeenstemming over de door Icon te betalen beloning en (onkosten)vergoedingen. [eiseres] wilde de periode van de non-collicitationclause terugbrengen van 24 maanden naar 3 maanden. Aldus kan niet gezegd worden dat [eiseres] het aanbod van Icon heeft aanvaard. Voor zover moet worden geoordeeld dat [eiseres] het aanbod wel heeft aanvaard stemde die aanvaarding niet overeen met het aanbod, zodat de conclusie geen andere kan zijn dan dat tussen partijen geen overeenkomst tot stand is gekomen.
5.5 Vervolgens rijst de vraag of het Icon vrij stond de onderhandelingen af te breken zonder schadeplichtig te zijn. Voorop stelt de kantonrechter dat zij bij de beantwoording van deze vraag niet de drie fasenleer uit het arrest Plas/ Valburg, maar de maatstaf uit CBB/JPO zal hanteren. Dat betekent dat als (strenge en tot terughoudendheid nopende) maatstaf voor de beoordeling van de schadevergoedingsplicht bij afgebroken onderhandelingen heeft te gelden dat ieder van partijen – die verplicht zijn hun gedrag mede door elkaars gerechtvaardigde belangen te laten bepalen- vrij is de onderhandelingen af te breken, tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in het totstandkomen van de overeenkomst of in verband met de andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de mate waarin en de wijze waarop de partij die onderhandelingen afbreekt tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen en met de gerechtvaardigde belangen van deze partij.
5.6 De kantonrechter oordeelt dat toepassing van deze maatstaf tot de conclusie leidt dat het Icon vrij stond de onderhandelingen met [eiseres] af te breken op 25 januari 2010 zonder schadevergoedingsplichtig te zijn, tenzij [eiseres] er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de overeenkomst tussen haar en Icon tot stand zou komen, of er andere omstandigheden waren die tot de conclusie moeten leiden dat het afbreken door Icon onaanvaardbaar waren. De kantonrechter oordeelt dat [eiseres] er niet op mocht vertrouwen dat de overeenkomst tot stand zou komen, althans dat vertrouwen heeft zij in de gegeven omstandigheden niet kunnen hebben. Op 18 december 2010 lag er een aanbod van Icon. Dat aanbod kon [eiseres] accepteren. Dat heeft zij niet gedaan. Zij heeft op de valreep voor de kerstsluiting aan Icon een aantal wijzigingen voorgesteld. Die wijzigingen waren van dien aard, namelijk in de beloningssfeer, dat zij er niet gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de overeenkomst tot stand zou komen. Daarvoor weken de door [eiseres] aangedragen wijzigingen in haar mail van 24 december 2009 te veel af van het aanbod dat Icon heeft gedaan bij mail van 18 december 2009.
5.7 Dat [eiseres] dat vertrouwen ook niet had blijkt ook uit haar post scriptum onder haar mail van 24 december 2009: ‘I will be out from 1-9 Jan, any other negotiations must take place next week, uit haar mail van 29 december 2009: ‘Could you find out the status of my comments to me?’, uit haar mail van 11 januari 2010; ‘I will wait for further messages from your end hope we can still start a collaboration’ en uit haar mail van 19 januari 2010: ‘Please let me know ASAP if we are still negotiating, because if not, I would like to hear this please so I could move on to other assigments? Uit al deze mails blijkt dat [eiseres] ook zelf serieus rekening hield met de mogelijkheid dat het werk bij Icon niet door zou gaan.
5.8 Nadat [eiseres] in haar mail van 24 december 2009 wijzigingen had voorgesteld is de onderneming van Icon tussen Kerst en Oud en Nieuw gesloten geweest en hebben zich vlak daarna wijzigingen voorgedaan in de onderneming van Icon, waardoor zij van de diensten van [eiseres] geen gebruik meer wenste te maken. Omdat [eiseres] op dat moment niet het gerechtvaardigd vertrouwen had en kon hebben dat de overeenkomst nog tot stand zou komen omdat partijen nog volop in onderhandeling waren, stond het Icon vrij de onderhandelingen af te breken op grond van de in haar onderneming gewijzigde omstandigheden. Er zijn evenmin andere omstandigheden gebleken die tot het oordeel leiden dat het afbreken van de onderhandelingen door Icon onaanvaardbaar was.
5.9 Aangezien de kantonrechter tot het oordeel komt dat er geen sprake is van onaanvaardbaar afbreken van de onderhandelingen bestaat er ook geen grondslag voor vergoeding van het positief contractsbelang. Hetzelfde geldt voor het negatief contractsbelang. Het wetboek kent immers niet een variant waarbij sprake is van aansprakelijkheid alleen voor geleden verliezen.
5.10 De proceskosten komen voor rekening van [eiseres] omdat deze in het ongelijk wordt gesteld, met dient verstande dat geen nakosten zullen worden toegewezen. Dat die kosten zullen worden gemaakt en tot welk niveau, staat immers niet vast.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vordering af;
- veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van Icon tot en met vandaag worden begroot op € 600,00 aan salaris van de gemachtigde en verklaart dit vonnis in zoverre uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
Coll.