ECLI:NL:RBHAA:2012:BV7954
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van minderjarige verdachte in juweliersoverval door gebrek aan wettig bewijs
Op 5 maart 2012 heeft de Rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in de zaak tegen een minderjarige jongen die werd verdacht van betrokkenheid bij een overval op een juwelier in Haarlem op 27 oktober 2010. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om tot een veroordeling te komen. Hoewel er aanwijzingen waren voor zijn betrokkenheid, zoals het gebruik van zijn motorscooter door de overvallers en camerabeelden waarop hij te zien was, waren deze aanwijzingen niet voldoende om de tenlastelegging te bewijzen. De rechtbank benadrukte dat vermoedens en hypotheses niet volstaan voor een bewezenverklaring.
De officier van justitie had gevorderd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit en een jeugddetentie van twaalf maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de verdachte niet opzettelijk zijn scooter ter beschikking heeft gesteld voor de overval en dat er geen concrete feiten waren die zijn opzet konden onderbouwen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen.
De uitspraak is gedaan na een onderzoek dat achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden, waarbij de rechtbank de verklaringen van de verdachte en de beschikbare bewijzen heeft gewogen. Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten, en heeft zij het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.