ECLI:NL:RBHAA:2012:BV7988
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel na overval op juwelier in Haarlem
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 5 maart 2012 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen een minderjarige veroordeelde, die betrokken was bij een overval op een juwelier in Haarlem op 27 oktober 2010. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die strekte tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, toegewezen. De veroordeelde had samen met drie mededaders de buit van de overval, ter waarde van € 56.000,-, verkocht aan een juwelier in 's-Hertogenbosch. Na verdeling van de opbrengst resteerde er voor de veroordeelde een bedrag van € 13.000,-. De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde door zijn aandeel in de overval wederrechtelijk voordeel had verkregen en legde hem de verplichting op dit bedrag aan de Staat terug te betalen.
De rechtbank baseerde haar beslissing op het straf- en ontnemingsdossier, alsook op het onderzoek ter terechtzitting. De verdediging voerde aan dat niet bewezen was dat de veroordeelde zich schuldig had gemaakt aan het ten laste gelegde en dat er geen bewijs was voor zijn betrokkenheid bij de verkoop van de buit. De rechtbank verwierp deze argumenten en concludeerde dat de uitgeluisterde telefoongesprekken voldoende bewijs boden voor de betrokkenheid van de veroordeelde bij de verdeling van de opbrengst.
De rechtbank overwoog verder dat de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde geen aanleiding gaven om het bedrag te matigen, en dat de draagkracht in de executiefase aan de orde zou komen. De uitspraak benadrukt het belang van het ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel en de verantwoordelijkheid van de veroordeelde voor zijn aandeel in het strafbare feit.