RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Parketnummer: 15/700330-10
Uitspraakdatum: 22 maart 2012
Tegenspraak (art. 279 Sv)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 8 maart 2012 in de zaak tegen:
[Verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1976 te [geboorteplaats] (Somalië),
wonende te [adres].
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Primair
hij op of omstreeks 12 mei 2010 te Haarlem met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een zilveren (konings)schakelketting en/of een (plastic tas met daarin een) geldbedrag (van ongeveer 100,- en/of 200,- euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan naam [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- een keukenmes en/of een kapmes, althans een of meer messen heeft/hebben gepakt en/of getoond en/of
- met dat keukenmes en/of kapmes meermalen, althans eenmaal, (een) stekende beweging(en) heeft/hebben gemaakt naar en/of in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
- dat keukenmes en/of kapmes op/tegen de keel/hals, althans bovenlichaam van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gehouden en/of geplaatst en/of
- (daarbij) meermalen, althans eenmaal, de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Geef me je geld!" en/of "Doe de deur of het raam open!", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- (daarbij) die [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal, de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Jij hebt niets gezien!", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
hij op of omstreeks 12 mei 2010 te Haarlem met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een zilveren (konings)schakelketting en/of een (plastic tas met daarin een) geldbedrag (van ongeveer 100,- en/of 200,- euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- een keukenmes en/of een kapmes, althans een of meer messen heeft/hebben gepakt en/of getoond en/of
- met dat keukenmes en/of kapmes meermalen, althans eenmaal, (een) stekende beweging(en) heeft/hebben gemaakt naar en/of in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
- dat keukenmes en/of kapmes op/tegen de keel/hals, althans bovenlichaam van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gehouden en/of geplaatst en/of
- (daarbij) meermalen, althans eenmaal, de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Geef me je geld!" en/of "Doe de deur of het raam open!", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- (daarbij) die [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal, de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Jij hebt niets gezien!", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
Subsidiair
hij op of omstreeks 12 mei 2010 te Haarlem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te dwingen tot de afgifte van goederen en/of een geldbedrag en/of drugs van zijn verdachte's en/of zijn mededader(s) gading, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
- een keukenmes en/of een kapmes, althans een of meer messen heeft/hebben gepakt en/of getoond en/of
- met dat keukenmes en/of kapmes meermalen, althans eenmaal, (een) stekende beweging(en) heeft/hebben gemaakt naar en/of in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
- dat keukenmes en/of kapmes op/tegen de keel/hals, althans bovenlichaam van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gehouden en/of geplaatst en/of
- (daarbij) meermalen, althans eenmaal, de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Geef me je geld!" en/of "Doe de deur of het raam open!", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- (daarbij) die [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal, de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Jij hebt niets gezien!", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 12 mei 2010 te Haarlem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of een geldbedrag en/of drugs van zijn verdachte's en/of zijn mededader(s) gading, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
- een keukenmes en/of een kapmes, althans een of meer messen heeft/hebben gepakt en/of getoond en/of
- met dat keukenmes en/of kapmes meermalen, althans eenmaal, (een) stekende beweging(en) heeft/hebben gemaakt naar en/of in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
- dat keukenmes en/of kapmes op/tegen de keel/hals, althans bovenlichaam van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gehouden en/of geplaatst en/of
- (daarbij) meermalen, althans eenmaal, de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Geef me je geld!" en/of "Doe de deur of het raam open!", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- (daarbij) die [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal, de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Jij hebt niets gezien!", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Meer subsidiair
hij op of omstreeks 12 mei 2010 te Haarlem met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, aan de [a-straat], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], welk geweld bestond uit
- het pakken en/of tonen van een keukenmes en/of een kapmes, althans een of meer messen en/of
- het meermalen, althans eenmaal, maken van (een) stekende beweging(en) naar en/of in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] met dat keukenmes en/of dat kapmes
- het houden en/of plaatsen van dat keukenmes en/of dat kapmes op/tegen de keel/hals, althans bovenlichaam van die [slachtoffer 1] en/of
- het (daarbij) meermalen, althans eenmaal, toevoegen van de woorden: "Geef me je geld!" en/of "Doe de deur of het raam open!", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- het (daarbij) die [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal, toevoegen van de woorden: "Jij hebt niets gezien!", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair eerste alternatief/cumulatief ten laste gelegde feit en gevorderd dat verdachte ter zake daarvan zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 119 dagen waarvan 100 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd aan het voorwaardelijk deel de bijzondere voorwaarde te verbinden dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens Reclassering Nederland, ook indien dat inhoudt dat verdachte zich zal houden aan een door of namens de reclassering op te leggen meldingsgebod en dat verdachte zich zal laten opnemen in een intramurale inrichting of (forensische) verslavingszorg zoals het IMC te Hoofddorp. Daarnaast heeft de officier gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis. Tot slot heeft de officier van justitie gevorderd de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] tot vergoeding van materiële schade niet ontvankelijk te verklaren en de vordering tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 500 hoofdelijk toe te wijzen, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
4.1. Redengevende feiten en omstandigheden[1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit op grond van het volgende.
Op 12 mei 2010 heeft [verdachte] het latere slachtoffer [slachtoffer 1] opgebeld en een afspraak gemaakt om elkaar te ontmoeten. Medeverdachte [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1]), medeverdachte [medeverdachte 2] (hierna "[medeverdachte 2]") en [verdachte] hadden die dag het plan bedacht [slachtoffer 1], te gaan "rippen".[2] [Slachtoffer 1] is met zijn auto naar een parkeerplaats aan de [a-straat] in Haarlem gereden. Op de passagiersstoel van de auto zat [slachtoffer 3] en op de achterbank zat [slachtoffer 2]. [Verdachte]. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zijn naar de auto van [slachtoffer 1] toegelopen.[3] [Medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zijn aan de bestuurderszijde gaan staan. [Verdachte] is voor het raam aan de passagierszijde gaan staan.[4] Het raam aan de bestuurderszijde van de auto stond open. De langste man van de drie, [medeverdachte 2][5], maakte een slaande beweging in de richting van [slachtoffer 1]. [Medeverdachte 2] deed een stap naar achteren en pakte vervolgens een mes uit zijn binnenzak.[6] Dit betrof een keukenmes met een lemmet van ongeveer 25 centimeter.[7] [Medeverdachte 2] maakte door het open raam een aantal stekende bewegingen in de richting van [slachtoffer 1].[8] [Medeverdachte 2] hield ook het mes op de keel van [slachtoffer 1].[9] [Medeverdachte 2] schreeuwde vervolgens: "doe de deur open".[10] De man met de donkerkleurige jas, [medeverdachte 1], pakte ook een mes; een kapmes van ongeveer vijftig à zestig centimeter lang.[11] [Medeverdachte 1] begon in te slaan op en maakte stekende bewegingen naar [slachtoffer 2], die inmiddels uit de auto was gestapt.[12] [Medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] schreeuwden dat ze geld wilden hebben. Eén van hen heeft een zilveren ketting van [slachtoffer 1] zijn nek gerukt.[13] [Medeverdachte 1] is ook naar de passagierskant gelopen, waar [slachtoffer 3] zich bevond, terwijl hij het mes in zijn handen had. [Medeverdachte 1] stak ook met het kapmes door het raam van de auto in de richting van [slachtoffer 1]. [Medeverdachte 1] heeft toen tegen [slachtoffer 3] gezegd: "jij hebt niets gezien".[14]
[Slachtoffer 1] had kleine snijwonden op zijn beide handen.[15] Er is een onbekend gebleven geldbedrag buitgemaakt.[16]
Medeplegen
De raadsman heeft betoogd dat verdachte dient te worden vrijgesproken omdat verdachte geen uitvoeringshandelingen heeft verricht waardoor van een bewuste en nauwe samenwerking geen sprake is geweest en zodoende het medeplegen niet kan worden bewezen.
De rechtbank verwerpt dat verweer en overweegt daartoe als volgt.
Voor medeplegen is een nauwe en bewuste samenwerking vereist. Hiervoor is niet nodig dat alle medeplegers de uitvoeringshandelingen mede verrichten. Wel moet er sprake zijn van een intensieve samenwerking.
Verdachte heeft eerder op de dag samen met medeverdachte [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in het park gezeten. Aldaar hebben zij met elkaar het plan gemaakt om het latere slachtoffer te gaan "rippen". Op verzoek van [medeverdachte 1], en met als reden dat als [medeverdachte 1] zelf zou bellen, het latere slachtoffer niet zou komen, heeft verdachte het latere slachtoffer opgebeld en een afspraak gemaakt elkaar te ontmoeten. Toen het latere slachtoffer aan kwam rijden en op de parkeerplaats stil stond, is verdachte met de twee medeverdachten op de auto afgelopen. De twee medeverdachten zijn aan de bestuurderszijde gaan staan en verdachte is aan de passagierszijde van de auto gaan staan. Verdachte heeft door zijn aanwezigheid wezenlijk bijgedragen aan de bedreigende sfeer. Op grond van het voorgaande kan worden afgeleid dat er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachten en de twee medeverdachten. De rechtbank acht derhalve de diefstal met geweld en bedreiging met geweld door twee of meer verenigde personen wettig en overtuigend bewezen.
4.2. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan, in dier voege dat
Primair eerste alternatief/cumulatief:
hij 12 mei 2010 te Haarlem met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een koningsschakelketting en een plastic tas met daarin een geldbedrag, toebehorende aan [slachtoffer 1], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte, en/of zijn mededaders
- een keukenmes en een kapmes, hebben gepakt en getoond en
- met dat keukenmes en kapmes meermalen stekende bewegingen hebben gemaakt naar en/of in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en
- dat keukenmes tegen de keel van die [slachtoffer 1] hebben gehouden en
- daarbij de woorden hebben toegevoegd: "Geef me je geld!" en/of "Doe de deur open!", en
- daarbij die [slachtoffer 3] de woorden hebben toegevoegd: "Jij hebt niets gezien!".
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder primair meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreigen met geweld tegen personen gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezen verklaarde zou ontbreken. Het bewezen verklaarde is derhalve strafbaar.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.
7. Motivering van de sancties
Bij de beslissing over de sancties die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en uit het omtrent verdachte opgemaakte rapport van de reclassering (Palier) van 4 oktober 2010 is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich samen met twee anderen schuldig gemaakt aan een diefstal met geweld en bedreiging met geweld. Bij de diefstal zijn twee grote messen gebruikt en het slachtoffer [slachtoffer 1] heeft daarvan letsel opgelopen. Daarnaast veroorzaken dergelijke misdrijven onrust in de samenleving en worden gevoelens van onveiligheid versterkt. Doordat het feit heeft plaatsgevonden vroeg in de avond en op de openbare weg zijn vele omstanders getuige geweest van deze gebeurtenis.
De rechtbank houdt ten voordele van verdachte rekening met het feit dat hij zelf geen geweldshandeling heeft uitgevoerd. Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op het feit dat het incident bijna twee jaren geleden heeft plaatsgevonden en heeft de rechtbank rekening gehouden met art. 63 van het Wetboek van Strafrecht. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat een lagere straf moet worden opgelegd dan door de officier van justitie is gevorderd.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit. Voorts is de rechtbank van oordeel dat een taakstraf in de vorm van een werkstraf van het na te noemen aantal uren moet worden opgelegd.
De rechtbank is,in tegenstelling tot het advies van de reclassering uit 2010 en de vordering van de officier van justitie, van oordeel dat verdachte geen bijzondere voorwaarde dient te worden opgelegd. De raadsman heeft ter terechtzitting medegedeeld dat verdachte overnacht bij het Leger des Heils en dat het naar omstandigheden goed gaat met verdachte. De reclassering had in het najaar van 2010, ten tijde van het opmaken van het reclasseringsrapport, het risico op recidive ingeschat als hoog gemiddeld. Uit de justitiële documentatie van verdachte is evenwel gebleken dat verdachte na onderhavig feit slechts eenmaal met justitie in aanraking is geweest, te weten voor een belediging van een ambtenaar in functie. De problematiek van verdachte heeft er aldus niet in geresulteerd dat verdachte na het ten laste gelegde feit nog ernstige strafbare feiten heeft gepleegd, zodat de rechtbank een reclasseringstoezicht thans niet geïndiceerd acht. De rechtbank wijst erop dat verdachte zich voor behandeling ook vrijwillig kan melden bij een hulpverleningsinstelling.
8. Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 600,- ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De vordering tot vergoeding van materiële schade is onvoldoende onderbouwd. Het heropenen van het onderzoek ter terechtzitting teneinde de benadeelde partij in de gelegenheid te stellen de vordering op dit punt nader te onderbouwen, levert in dit geval een onevenredige belasting van het strafproces op. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de benadeelde partij voor wat betreft het materiële deel niet in de vordering kan worden ontvangen.
Voor wat betreft de gestelde immateriële schade, is de rechtbank van oordeel dat deze, gelet op de omstandigheden waaronder het feit is begaan, niet voor vergoeding in aanmerking komt. Omdat in de auto van het slachtoffer een wapen is aangetroffen valt niet uit te sluiten dat de gevoelens van onveiligheid van het slachtoffer een andere oorzaak hebben zodat het rechtstreekse verband met het bewezen verklaarde feit niet kan worden vastgesteld. Dit gedeelte van de vordering zal dan ook worden afgewezen.
9. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikel 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 63 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
10. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 4.2 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat het primair bewezen verklaarde feit het hierboven onder 5. vermelde feit oplevert.
Verklaart dit feit strafbaar.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 118 dagen, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot 100 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt verdachte tot het verrichten van 120 uren taakstraf in de vorm van een werkstraf, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 60 dagen hechtenis.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor wat betreft zijn vordering tot vergoeding van materiële schade tot een bedrag van € 100 niet-ontvankelijk in zijn vordering en wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor wat betreft de vergoeding van immateriële schade af.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.P.J. Ruijpers, voorzitter,
mrs. C.M. Cichowski-van der Kleijn en A.C. Bordes, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. D.M.A. Richelle,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 maart 2012.
Mr. C.M. Chichowski-van der Kleijn is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Voetnoten:
[1] De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
[2] Het proces-verbaal van verhoor van [verdachte] d.d. 15 mei 2010 (pagina 378 en 380);.
[3] Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] d.d. 15 mei 2010 (pagina 390-391).
[4] Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 13 mei 2012 (pagina 234); het proces-verbaal van verhoor van betrokkene [slachtoffer 2] d.d. 14 mei 2012 (pagina 398).
[5] Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] d.d. 14 mei 2010 (pagina 362).
[6] Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 12 mei 2012 (pagina 224) en het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] van 13 mei 2010 (pagina 227).
[7] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 mei 2010 (pagina 80).
[8] Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 12 mei 2012 (pagina 224) en het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] van 13 mei 2010 (pagina 227).
[9] Het proces-verbaal van verhoor van betrokkene [slachtoffer 3] d.d. 12 mei 2010 (pagina 402).
[10] Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] d.d. 13 mei 2010 (pagina 247).
[11] Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 12 mei 2012 (pagina 224 en 225); het proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 mei 2010 (pagina 80).
[12] Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 12 mei 2012 (pagina 224).
[13] Het proces-verbaal van verhoor van betrokkenen [slachtoffer 3] d.d. 12 mei 2012 (pagina 402).
[14] Het proces-verbaal van verhoor van betrokkene [slachtoffer 3] d.d. 12 mei 2012 (pagina 402 en 403).
[15] Het proces-verbaal van verhoor van betrokkene [slachtoffer 1] d.d. 15 mei 2010 (pagina 386).
[16] Het proces-verbaal van verhoor van betrokkene [slachtoffer 2] d.d. 15 mei 2010 (pagina 398); het proces-verbaal van verhoor van betrokkene [slachtoffer 3] d.d. 12 mei 2012 (pagina 403).