ECLI:NL:RBHAA:2012:BW5196

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
27 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/996506-08
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor vastgoedfraude en deelname aan criminele organisaties

De meervoudige strafkamer van de rechtbank Haarlem heeft op 27 januari 2012 uitspraak gedaan in een zaak waarin de verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van verduistering, valsheid in geschrift, witwassen en deelname aan twee criminele organisaties. De zaak betreft vastgoedfraude in het kader van het Klimop-onderzoek, waarbij de verdachte, in zijn functie als controller en later financieel directeur bij Bouwfonds Vastgoedontwikkeling, betrokken was bij het opmaken van valse overeenkomsten en facturen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen opzettelijk grote geldbedragen heeft verduisterd en gewit, door gebruik te maken van valse documenten en het creëren van 'potjes' voor het doorsluizen van geld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een cruciale rol speelde binnen de criminele organisatie, die zich richtte op het plegen van misdrijven in de vastgoedsector. De verdachte ontkende zijn betrokkenheid, maar de rechtbank achtte de bewijsvoering overtuigend. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarbij de rechtbank rekening hield met de ernst van de feiten en de rol van de verdachte binnen de organisatie.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/996506-08
Uitspraakdatum: 27 januari 2012
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 30 juni 2010, 11 februari 2011, 28 februari 2011, 18 april 2011, 21 april 2011, 22 april 2011, 23 mei 2011, 4 juli 2011, 26 september 2011, 27 september 2011, 13 oktober 2011, 7 november 2011, 9 november 2011 en 13 januari 2012 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
(PROJECT SOLARIS):
Hij in of omstreeks de periode van 8 oktober 1999 tot en met 30 januari 2002 te Hoevelaken en/of Capelle aan den IJssel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een geldbedrag van circa Euro 10.114.940,- (Fl.22.290.396), in elk geval enig groot geldbedrag, dat geheel of ten dele toebehoorde(n) aan Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO en/of BV Bouwfonds Vastgoedontwikkeling, een onderneming met ABN AMRO, en/of Bouwfonds
Vastgoedontwikkeling BV en/of ABN AMRO Projectontwikkeling BV en/of Bouwfonds
Vastgoed BV en/of ABN AMRO Bank NV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geldbedrag verdachte en/of zijn mededader(s) uit hoofde van zijn, verdachtes, persoonlijke dienstbetrekking als controller/werknemer bij/van Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV (van 1 oktober 1995 tot 1 augustus 2001) en/of als directeur financien en informatievoorziening/werknemer bij/van Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV (van 1 augustus 2001 tot 1 mei 2002) en/of als adjunct-directeur/werknemer bij/van Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO (van 1 januari 1999 tot 1 mei 2002)
en/of
uit hoofde van de persoonlijke dienstbetrekking van [medeverdachte 1] als (algemeen) directeur/werknemer bij/van Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV (van 1 oktober 1995 tot 1 augustus 2001) en/of als (algemeen) directeur/werknemer bij/van BV Bouwfonds Vastgoedontwikkeling, een onderneming met ABN AMRO (van 16 september 1998 tot 1 januari 2001),
in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
2.
(PROJECT SOLARIS):
Hij in of omstreeks de periode van 8 oktober 1999 tot en met 10 december 1999 te Capelle aan den IJssel en/of Hoevelaken en/of Den Haag en/of Bergschenhoek, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een (turnkey)overeenkomst met een daaraan gehechte stichtingskostenbegroting tussen Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO, en [vennootschap 8], handelend namens de nog op te richten Capelse Maasoever BV (D-0006/D-1270),
zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken en/of laten opmaken of vervalst en/of doen vervalsen en/of laten vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) valselijk en/of in strijd met de waarheid
- zakelijk weergegeven -
in die (turnkey)overeenkomst opgenomen dat [vennootschap 8] en/of de nog op te richten Capelse Maasoever BV het project "Werken aan de Maas" (ook bekend onder de projectnaam "Solaris") tegen een vergoeding van FL.127.500.000,-, waarin alle met het project gemoeide kosten zijn begrepen, overeenkomstig aan een aan die (turnkey)overeenkomst gehechte stichtingskostenbegroting, "turnkey" zal opleveren aan Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO, althans woorden van die aard en/of strekking,
en/of
in die (turnkey)overeenkomst opgenomen een (bouw)claim d.d. 3 november 1999 van [vennootschap 5] (D-2409)
en/of
die (turnkey)overeenkomst gedateerd op 8 oktober 1999,
terwijl in werkelijkheid de bij dat project berekende stichtingskosten door/voor Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO, en/of [vennootschap 8] was/waren begroot op een bedrag van tussen de Fl.95.930.547,- (D-1252/D-2958) en Fl.98.495.864,- (D-2840), al dan niet te vermeerderen met de overeengekomen vergoeding van Fl.7.500.000,- voor [vennootschap 8] en/of de nog op te richten Capelse Maasoever BV, althans de door Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO, overeengekomen en/of te betalen vergoeding minder was dan de totaal in die (turnkey)overeenkomst opgenomen vergoeding van FL.127.500.000,-, althans dat in die vergoeding van Fl.127.500.000,- een vergoeding voor en/of betaling (van circa Euro
10.281.161,-) aan Bloemenoord Groep BV en/of [medeverdachte 1] en/of Idlewild Consultants BV en/of [betrokkene 14] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer andere(n) was begrepen,
en/of
die (bouw)claim van [vennootschap 5] niet bestond/bestaat
en/of
die (turnkey)overeenkomst geantedateerd was/is,
zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
3.
(PROJECT SOLARIS):
Hij in of omstreeks de periode van 21 september 1999 tot en met 31 december 2002 te Capelle aan den IJssel en/of Den Haag en/of Bemmel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een (ontwikkelings)overeenkomst tussen [vennootschap 8] en Idlewild Consultants BV (D-0010), zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken en/of laten opmaken en/of vervalst en/of doen vervalsen en/of laten vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) valselijk en/of in strijd met de waarheid
- zakelijk weergegeven -
in die (ontwikkelings)overeenkomst opgenomen dat [vennootschap 8] en Idlewild Consultants BV een exclusief samenwerkingsverband zijn aangegaan dat erop is gericht om voor gezamenlijke rekening en risico de ontwikkeling van zes kantoorgebouwen en een parkeergarage te Capelle aan den IJssel aan de Rivium Promenade (ook bekend onder de projectnaam "Solaris") ter hand te nemen, althans woorden van die aard en/of strekking,
en/of
die (ontwikkelings)overeenkomst gedateerd op 21 september 1999,
terwijl in werkelijkheid Idlewild Consultants BV geen (reele) werkzaamheden heeft verricht en/of geen (financieel) risico heeft gelopen en/of er geen sprake is geweest van een (exclusief) samenwerkingsverband en/of er geen sprake is geweest van een gezamenlijke ontwikkeling van zes kantoorgebouwen en een parkeergarage te Capelle aan den IJssel aan de Rivium Promenade en/of er (ook) geen intentie is geweest tot een dergelijke samenwerking
en/of
die (ontwikkelings)overeenkomst geantedateerd was/is,
zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
4.
PRIMAIR:
(PROJECT SOLARIS):
Hij in of omstreeks de periode van 22 augustus 2002 4 tot en met 9 december 2004, te Den Haag en/of Amstelveen en/of Capelle aan den IJssel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (van) een of meer voorwerp(en), te weten een of meer geldbedrag(en) tot een totaal bedrag van circa Euro 2.370.000,- (exclusief btw), in elk geval enig(e) geldbedrag(en),
de werkelijke aard en/of de herkomst heeft verborgen en/of verhuld
door voor te wenden dat dit/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) was/waren verkregen op basis van een (valse of vervalste) (turnkey)overeenkomst gesloten tussen Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO, en [vennootschap 8], handelend namens de nog op te richten Capelse Maasoever BV (D-0006/D-1270) en/of twee, althans een of meer, (valse of vervalste) (ontwikkelings)overeenkomst(en) gesloten tussen [vennootschap 8] en Olivarius BV (D-1430 en/of D-1431) en/of een (valse of vervalste) (ontwikkelings)overeenkomst gesloten tussen [vennootschap 8] en Beagle Management Consultancy Services BV (D-1426) en/of een (valse of vervalste) (afkoop)brief ten bedrage van in totaal circa Euro 675.000,- (exclusief btw) van [vennootschap 8] aan Olivarius BV (D-1432) en/of zes, althans een of meer, (valse of vervalste) factu(u)r(en) van Olivarius BV aan [vennootschap 8] ten bedrage van in totaal circa Euro
707.500,- (exclusief btw) (D-1441 en/of D-1442 en/of D-1443 en/of D-1444 en/of D-1445 en/of D-1445-1) en/of acht, althans een of meer, (valse of vervalste) factu(u)r(en) van Beagle Management Consultancy Services BV aan [vennootschap 8] ten bedrage van in totaal circa Euro 837.500,- (exclusief btw) (D-1428 en/of D-1429 en/of D-1429-1 en/of D-1429-2 en/of D-1429-3 en/of D-1434 en/of D-1435 en/of D-1436) en/of vijf, althans een of meer, (valse of vervalste) factu(u)r(en) van Finance of the LAM BV aan [vennootschap 8] ten bedrage van in totaal circa Euro 150.000,- (exclusief btw) (D-1437 en/of D-1438 en/of D-1438-1 en/of D-1439 en/of D-1440),
althans dit/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) voorhanden heeft gehad en/of heeft verworven,
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (geheel of gedeeltelijk) onmiddellijk of middelijk afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
SUBSIDIAIR:
Olivarius BV en/of Beagle Management Consultancy Services BV en/of Finance of the LAM BV in of omstreeks de periode van 22 augustus 2002 4 tot en met 9 december 2004, te Den Haag en/of Amstelveen en/of Capelle aan den IJssel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (van) een of meer voorwerp(en), te weten een of meer geldbedrag(en) tot een totaal bedrag van circa Euro 2.370.000,- (exclusief btw), in elk geval enig(e) geldbedrag(en),
de werkelijke aard en/of de herkomst heeft verborgen en/of verhuld
door voor te wenden dat dit/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) was/waren verkregen op basis van een (valse of vervalste) (turnkey)overeenkomst gesloten tussen Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO, en [vennootschap 8], handelend namens de nog op te richten Capelse Maasoever BV (D-0006/D-1270) en/of twee, althans een of meer, (valse of vervalste) (ontwikkelings)overeenkomst(en) gesloten tussen [vennootschap 8] en Olivarius BV (D-1430 en/of D-1431) en/of een (valse of vervalste) (ontwikkelings)overeenkomst gesloten tussen [vennootschap 8] en Beagle Management Consultancy Services BV (D-1426) en/of een (valse of vervalste) (afkoop)brief ten bedrage van in totaal circa Euro 675.000,- (exclusief btw) van [vennootschap 8] aan Olivarius BV (D-1432) en/of zes, althans een of meer, (valse of vervalste) factu(u)r(en) van Olivarius BV aan [vennootschap 8] ten bedrage van in totaal circa Euro
707.500,- (exclusief btw) (D-1441 en/of D-1442 en/of D-1443 en/of D-1444 en/of D-1445 en/of D-1445-1) en/of acht, althans een of meer, (valse of vervalste) factu(u)r(en) van Beagle Management Consultancy Services BV aan [vennootschap 8] ten bedrage van in totaal circa Euro 837.500,- (exclusief btw) (D-1428 en/of D-1429 en/of D-1429-1 en/of D-1429-2 en/of D-1429-3 en/of D-1434 en/of D-1435 en/of D-1436) en/of vijf, althans een of meer, (valse of vervalste) factu(u)r(en) van Finance of the LAM BV aan [vennootschap 8] ten bedrage van in totaal circa Euro 150.000,- (exclusief btw) (D-1437 en/of D-1438 en/of D-1438-1 en/of D-1439 en/of D-1440),
althans dit/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) voorhanden heeft gehad en/of heeft verworven,
terwijl die rechtsperso(o)n(en) Olivarius BV en/of Beagle Management Services BV en/of Finance of the LAM BV en/of hun/haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (geheel of gedeeltelijk) onmiddellijk of middellijk afkomstig was/waren uit enig misdrijf, tot het plegen van bovenomschreven misdrijf hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opdracht heeft gegeven en/of aan welke vorenomschreven verboden gedraging hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
feitelijk leiding heeft gegeven;
5.
(PROJECT COOLSINGEL):
Hij in of omstreeks de periode van 15 januari 1999 tot en met 13 februari 2004 te Hoevelaken en/of Capelle aan den IJssel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een geldbedrag van circa Euro 6.405.108,- (Fl.14.115.000,-), in elk geval enig groot geldbedrag, dat geheel of ten dele toebehoorde(n) aan Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO en/of BV Bouwfonds Vastgoedontwikkeling, een onderneming met ABN AMRO, en/of Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV en/of ABN AMRO Projectontwikkeling BV en/of Bouwfonds Vastgoed BV en/of ABN AMRO Bank NV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geldbedrag verdachte en/of zijn
mededader(s) uit hoofde van zijn, verdachtes, persoonlijke dienstbetrekking als controller/werknemer bij/van Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV (van 1 oktober 1995 tot 1 augustus 2001) en/of als directeur financien en informatievoorziening/werknemer bij/van Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV (van 1 augustus 2001 tot 1 mei 2002) en/of als adjunct-directeur/werknemer bij/van Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO (van 1 januari 1999 tot 1 mei 2002)
en/of
uit hoofde van de persoonlijke dienstbetrekking van [medeverdachte 1] als (algemeen) directeur/werknemer bij/van Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV (van 1 oktober 1995 tot 1 augustus 2001) en/of als (algemeen) directeur/werknemer bij/van BV Bouwfonds Vastgoedontwikkeling, een onderneming met ABN AMRO (van 16 september 1998 tot 1 januari 2001),
in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
6.
(PROJECT COOLSINGEL):
Hij in of omstreeks de periode van 15 januari 1999 tot en met 31 oktober 1999 te Capelle aan den IJssel en/of Hoevelaken, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een overeenkomst inzake de ontwikkeling van de Luxorlocatie te Rotterdam tussen [vennootschap 8] en Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO (D-0002/D-1579),
zijnde een geschrift dat bestemd was of tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken en/of laten opmaken of vervalst en/of doen vervalsen en/of laten vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) valselijk en/of in strijd met de waarheid
- zakelijk weergegeven -
in die overeenkomst opgenomen dat [vennootschap 8] de directievoering en de ontwikkeling van de Luxorlocatie te Rotterdam (ook bekend onder de projectnaam "Coolsingel") overneemt van Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO tegen betaling van een overeengekomen prijs van FL.13.850.000,- (exclusief btw) door Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO, (te betalen) aan [vennootschap 8], althans woorden van die aard en/of strekking,
en/of die overeenkomst gedateerd op 15 januari 1999
terwijl in werkelijkheid die vergoeding van FL.13.850.000,- voor de overname van de directievoering en de ontwikkeling van de Luxorlocatie te Rotterdam niet (geheel) ten goede is gekomen aan [vennootschap 8], maar in ieder geval voor een bedrag van circa Fl.4.062.319,- (Euro 1.843.400,-) ten goede is gekomen aan Bloemenoord Groep BV en/of [medeverdachte 1] en/of Idlewild Consultants BV en/of [betrokkene 14], althans een vergoeding betrof van circa Fl.4.062.319,- (Euro 1.843.400,-) voor Bloemenoord Groep BV en/of [medeverdachte 1] en/of Idlewild Consultants BV en/of [betrokkene 14], althans in die vergoeding van Fl.13.850.000,- een vergoeding van circa Fl.4.062.319,- (Euro 1.843.400,-) ten behoeve van Bloemenoord Groep BV en/of [medeverdachte 1] en/of Idlewild Consultants BV en/of [betrokkene 14] was begrepen
en/of
die overeenkomst geantedateerd was/is,
zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
7.
(PROJECTEN HOLLANDSE MEESTER & SOLARIS & COOLSINGEL):
Hij in of omstreeks de periode van 1 januari 1998 tot en met 1 april 2008 te Capelle aan den IJssel en/of Hoevelaken en/of Den Haag en/of Bergschenhoek en/of 's-Gravenzande en/of Bilthoven en/of Amsterdam en/of Amstelveen en/of Heemstede en/of Bemmel en/of Buitenkaag, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft deelgenomen aan een organisatie,
te weten een samenwerkingsverband van natuurlijke personen en/of rechtspersonen, bestaande uit hem, verdachte, en/of [medeverdachte 1] en/of [betrokkene 14] en/of [betrokkene 12] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 6] en/of en/of [betrokkene 13] en/of [medeverdachte 7] en/of [betrokkene 6] en/of [betrokkene 7] en/of medeverdachte 10] en/of[ betrokkene 11] en/of Bloemenoord Groep BV en/of Ildewild Consultants BV en/of [vennootschap 10] (van 2 februari 1994 tot 14 augustus 2000 optredend onder de handelsnaam [vennootschap 8]) en/of [vennootschap 9] (van 14 augustus 2000 tot 5 april 2005 optredend onder de handelsnaam [vennootschap 8]) en/of Capelse Maasoever BV en/of [medeverdachte 13] en/of [vennootschap 5] en/of [vennootschap 17] (van 14 april 1999 tot 26 februari 2009 optredend onder de handelsnaam [vennootschap 7]) en/of [vennootschap 13] en/of een of meer andere(n) (rechts)perso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, namelijk onder meer:
-oplichting van Bouwfonds (artikel 326 WvSr)
-verduistering in dienstbetrekking bij Bouwfonds (artikel 322 WvSr)
-valsheid in geschrifte (artikel 225 WvSr)
-niet ambtelijke actieve en/of passieve omkoping (artikel 328ter WvSr)
-witwassen (artikel 420bis/420quater WvSr)
-opzetheling (artikel 416 WvSr)
bestaande die deelneming onder meer uit:
het (laten en/of doen) aangaan van valse of vervalste overeenkomsten
en/of
het (laten en/of doen) opmaken en/of samenstellen van valse of vervalste facturen en/of overeenkomsten en/of brieven en/of kostenbatenanalyses (KBA) en/of rapportages en/of bedrijfsadministraties
en/of
het (laten en/of doen) opnemen van valse of vervalste facturen en/of overeenkomsten en/of brieven in bedrijfsadministraties
en/of
het (laten en/of doen) verzenden van valse of vervalste facturen en/of overeenkomsten en/of brieven
en/of
het (laten en/of doen) doorbetalen en/of beheren en/of verdelen en/of ontvangen en/of verhullen van geldbedragen (al dan niet via notaris [betrokkene 6]), die verkregen zijn met vorenbedoelde misdrijven
en/of
het (laten en/of doen) doorgeven van gegevens aan overige leden van de organisatie, die relevant zijn voor de op te (laten en/of doen) maken valse of vervalste facturen en/of overeenkomsten en/of brieven en/of bedrijfsadministraties
en/of
het (laten en/of doen) doorgeven van gegevens aan overige leden van de organisatie, die relevant zijn om geldbedragen, die verkregen zijn met vorenbedoelde misdrijven, door te (kunnen) sluizen
en/of
het (laten en/of doen) beleggen van vergaderingen/bijeenkomsten met overige leden van de organisatie
en/of
het (laten en/of doen) werven en/of selecteren en/of opleiden en/of coachen van nieuwe leden en/of huidige leden van de organisatie
en/of
het (laten en/of doen) oprichten van bedrijven, die met geen ander doel zijn opgericht voor het (laten en/of doen) plegen van vorenbedoelde misdrijven
en/of
het verzwijgen tegenover Bouwfonds dat inzake de projecten "Hollandse Meester" en/of "Solaris" en/of "Coolsingel" door Bouwfonds te veel geld is betaald, althans dit niet heeft gemeld bij Bouwfonds
en/of
het feitelijk leiding geven aan vorenbedoelde misdrijven,
terwijl hij, verdachte, binnen die organisatie een leidinggevende rol heeft vervuld;
8.
PRIMAIR:
(PROJECT EUROCENTER)
Hij in of omstreeks de periode van 23 oktober 2006 tot en met 24 oktober 2006 te Den Haag, in elk geval in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een factuur van Beagle Management Consultancy Services BV gericht aan [vennootschap 1 betrokkene 7] ten bedrage van Euro 25.000,- (exclusief btw) (D-1384)
en/of
een factuur van Geuzenvloot BV gericht aan [vennootschap 2 betrokkene 7] ten bedrage van Euro 35.000,- (exclusief btw) (D-1383)
en/of
een factuur van Geuzenvloot BV gericht aan [vennootschap 5] ten bedrage van Euro 45.000,- (exclusief btw) (D-1385)
en/of
een factuur van Geuzenvloot BV gericht aan [vennootschap 3 betrokkene 7] ten bedrage van Euro 100.000,- (exclusief btw) (D-1387),
zijnde (telkens) (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken en/of laten opmaken of heeft vervalst en/of doen vervalsen en/of laten vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) valselijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven-
op/in die factu(u)r(en) vermeld dat door Beagle Management Consultancy Services BV en/of Geuzenvloot BV werkzaamheden en/of diensten zijn verricht ten behoeve van/voor [vennootschap 1 betrokkene 7] en/of [vennootschap 2 betrokkene 7] en/of [vennootschap 5] en/of [vennootschap 3 betrokkene 7], terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn geheel, door of namens Beagle Management Consultancy Services BV en/of Geuzenvloot BV zijn verricht ten behoeve van/voor [vennootschap 1 betrokkene 7] en/of [vennootschap 2 betrokkene 7] en/of [vennootschap 5] en/of [vennootschap 3 betrokkene 7]
en/of
op/in die factu(u)r(en) (een) factuurbedrag(en) vermeld dat/die in werkelijkheid geen, althans niet volledig, betrekking heeft/hebben op de in die factu(u)r(en) vermelde(n) werkzaamheden en/of diensten,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
SUBSIDIAIR:
Beagle Management Consultancy Services BV en/of Geuzenvloot BV in of omstreeks de periode van 23 oktober 2006 tot en met 24 oktober 2006 te Den Haag, in elk geval in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een factuur van Beagle Management Consultancy Services BV gericht aan [vennootschap 1 betrokkene 7] ten bedrage van Euro 25.000,- (exclusief btw) (D-1384)
en/of
een factuur van Geuzenvloot BV gericht aan [vennootschap 2 betrokkene 7] ten bedrage van Euro 35.000,- (exclusief btw) (D-1383)
en/of
een factuur van Geuzenvloot BV gericht aan [vennootschap 5] ten bedrage van Euro 45.000,- (exclusief btw) (D-1385)
en/of
een factuur van Geuzenvloot BV gericht aan [vennootschap 3 betrokkene 7] ten bedrage van Euro 100.000,- (exclusief btw) (D-1387),
zijnde (telkens) (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken en/of laten opmaken of heeft vervalst en/of doen vervalsen en/of laten vervalsen, immers heeft/hebben die rechtsperso(o)n(en) Beagle Management Consultancy Services BV en/of Geuzenvloot BV en/of haar/hun mededader(s) valselijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven-
op/in die factu(u)r(en) vermeld dat door Beagle Management Consultancy Services BV en/of Geuzenvloot BV werkzaamheden en/of diensten zijn verricht ten behoeve van/voor [vennootschap 1 betrokkene 7] en/of [vennootschap 2 betrokkene 7] en/of [vennootschap 5] en/of [vennootschap 3 betrokkene 7], terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn geheel, door of namens Beagle Management Consultancy Services BV en/of Geuzenvloot BV zijn verricht ten behoeve van/voor [vennootschap 1 betrokkene 7] en/of [vennootschap 2 betrokkene 7] en/of [vennootschap 5] en/of [vennootschap 3 betrokkene 7]
en/of
op/in die factu(u)r(en) (een) factuurbedrag(en) vermeld dat/die in werkelijkheid geen, althans niet volledig, betrekking heeft/hebben op de in die factu(u)r(en) vermelde(n) werkzaamheden en/of diensten,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, tot het plegen van bovenomschreven strafbare feit hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opdracht heeft gegeven en/of aan welke vorenomschreven verboden gedraging hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans, feitelijk leiding heeft gegeven;
9.
PRIMAIR:
(PROJECT EUROCENTER):
Hij in of omstreeks de periode van 20 oktober 2006 tot en met 23 november 2006, te Den Haag en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (van) een of meer voorwerp(en), te weten van een of meer geldbedrag(en) tot een totaal bedrag van circa Euro 205.000,- (exclusief btw), in elk geval enig(e) geldbedrag(en),
de werkelijk aard en/of de herkomst heeft verborgen en/of verhuld
door voor te wenden dat dit/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) was/waren verkregen op basis van een (valse of vervalste) factuur van Beagle Management Consultancy Services BV aan [vennootschap 1 betrokkene 7] ten bedrage van in totaal circa Euro 25.000,- (D-1384) en/of drie, althans een of meer, (valse of vervalste) fact(u)r(en) van Geuzenvloot Vastgoed BV aan (respectievelijk) [vennootschap 5] en/of [vennootschap 2 betrokkene 7] en/of [vennootschap 3 betrokkene 7] ten bedrage van in totaal circa Euro 180.000,- (D-1383 en/of D-1385
en/of D-1387),
althans dit/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) voorhanden heeft gehad en/of heeft verworven,
terwijl hij, verdachte en/of zijn medader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat die/dat voorwerp(en)/geldbedragen (geheel of gedeeltelijk) onmiddellijk of middellijk afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
SUBSIDIAIR:
Beagle Management Consultancy Services BV en/of Geuzenvloot Vastgoed BV in of omstreeks de periode van 20 oktober 2006 tot en met 23 november 2006, te Den Haag en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (van) een of meer voorwerp(en), te weten van een of meer geldbedrag(en) tot een totaal bedrag van circa Euro 205.000,- (exclusief btw), in elk geval enig(e) geldbedrag(en),
de werkelijk aard en/of de herkomst heeft verborgen en/of verhuld
door voor te wenden dat dit/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) was/waren verkregen op basis van een (valse of vervalste) factuur van Beagle Management Consultancy Services BV aan [vennootschap 1 betrokkene 7] ten bedrage van in totaal circa Euro 25.000,- (D-1384) en/of drie, althans een of meer, (valse of vervalste) fact(u)r(en) van Geuzenvloot Vastgoed BV aan (respectievelijk) [vennootschap 5] en/of [vennootschap 2 betrokkene 7] en/of [vennootschap 3 betrokkene 7] ten bedrage van in totaal circa Euro 180.000,- (D-1383 en/of D-1385
en/of D-1387),
althans dit/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) voorhanden heeft gehad en/of heeft verworven,
terwijl Beagle Management Consultancy Services BV en/of Geuzenvloot Vastgoed BV en/of hun/haar medader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (geheel of gedeeltelijk) onmiddellijk of middellijk afkomstig was/waren uit enig misdrijf, tot het plegen van bovenomschreven strafbare feit hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opdracht heeft gegeven en/of aan welke vorenomschreven verboden gedraging hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, feitelijk leiding heeft gegeven;
10.
(PROJECT EUROCENTER):
Hij in of omstreeks de periode van 21 mei 2003 tot en met 26 september 2003 te Hoevelaken en/of Muiderberg, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een Kosten Baten Analyse (KBA) met de projectnaam Kavel 8 & 9 Drentepark te Amsterdam (ook bekend onder de projectnaam Eurocenter) (D-4178/D-3322)
zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken en/of laten opmaken of vervalst en/of doen vervalsen en/of laten vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) valselijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -
in die Kosten Baten Analyse (KBA) de totale bouwkosten begroot op een bedrag van circa Euro 62.910.000,-, terwijl in werkelijkheid die bouwkosten waren begroot op een bedrag van tussen de circa Euro 49.950.000,- en circa Euro 53.274.918, althans in werkeljkheid lager waren dan die circa Euro 62.910.000,-,
en/of
in die Kosten Baten Analyse (KBA) een vergoeding/courtage van Euro 2.000.000,- opgenomen ten behoeve van Universum Vastgoed BV ter zake bemiddelingskosten bij verwerving, althans woorden van die aard en/of strekking, terwijl in werkelijkheid Universum Vastgoed BV geen (bemiddelings)werkzaamheden en/of diensten inzake het project Eurocenter heeft verricht en/of zou gaan verrichten,
zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
11.
(PROJECT EUROCENTER/PHILIPS):
Hij in of omstreeks de periode van 1 januari 1998 tot en met 13 november 2007 te Eindhoven en/of Hoevelaken en/of Hoofddorp en/of Heemstede en/of Weert en/of Haelen en/of Roermond en/of Tilburg en/of Aerdenhout en/of Bloemendaal en/of Rosmalen en/of Den Bosch en/of Den Haag en/of Bilthoven en/of Haarlem en/of Alphen aan den Rijn en/of Capelle aan den IJssel en/of IJsselstein en/of Waddinxveen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft deelgenomen heeft deelgenomen aan een organisatie,
te weten een organisatieverband van natuurlijke personen en/of rechtspersonen, bestaande uit hem, verdachte, en/of [medeverdachte 1] en/of [betrokkene 14] en/of [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 2] en/of [betrokkene 16] en/of [medeverdachte 4] en/of [betrokkene 3] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 8] en/of [betrokkene 4] en/of [betrokkene 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [betrokkene 6] en/of [medeverdachte 7] en/of [betrokkene 7] en/of [betrokkene 8] en/of Landquest NV en/of Kanaalcentrum Utrecht BV en/of Europalaan Utrecht BV en/of Idlewild Consultants BV en/of Universum Holding BV en/of Universum Beheer BV en/of [medeverdachte 15] en/of [medeverdachte 13] en/of [medeverdachte 14] en/of AFR Vastgoed Bv (van 29 januari 2001 tot 10 april 2006 optredend onder de handelsnaam [vennootschap 2]) en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 5] en/of [vennootschap 6] en/of een of meer andere(n) (rechts)perso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, namelijk onder meer:
-oplichting van Stichting Philips Pensioenfonds en/of Philips Real Estate Investment Management BV en/of Schootse Poort Onroerend Goed Beheer BV en/of Bouwfonds (artikel 326 WvSr);
-verduistering in dienstbetrekking bij Stichting Philips Pensioenfonds en/of Philips Real Estate Investment Management BV en/of Schootse Poort Onroerend Goed Beheer BV en/of Bouwfonds (artikel 322 WvSr);
-valsheid in geschrifte (artikel 225 WvSr);
-niet ambtelijke actieve en/of passieve omkoping (artikel 328ter WvSr);
-witwassen (artikel 420bis/420quarter WvSr);
bestaande die deelneming onder meer uit:
het bedenken en/of plannen en/of voorbereiden van vorenbedoelde misdrijven
en/of
het uitdenken en/of vastleggen van constructies waarop de met vorenbedoelde misdrijven verkregen gelden worden verdeeld en/of aan het zicht worden onttrokken van derden
en/of
het ten behoeve van vorenbedoelde misdrijven oprichten van vennootschappen en/of aangaan van samenwerkingsverbanden en/of inrichten van de (eigendoms)verhoudingen binnen vennootschappen en/of op andere wijze betrekken van derden
en/of
het ten behoeve van vorenbedoelde misdrijven doen van giften en/of beloften aan andere deelnemers van die organisatie en/of aan anderen in ruil voor medewerking
en/of
het verzwijgen tegenover de werkgever (Bouwfonds en/of Stichting Philips Pensioenfonds en/of Philips Real Estate Investment Management BV en/of Schootse Poort Onroerend Goed Beheer BV) van (deze) giften en/of beloften
en/of
het aanwenden en/of gebruik maken van de positie en/of specifieke kennis en/of vaardigheden van (een) andere deelnemer(s) van de organisatie en/of van anderen
en/of
het voor rekening van en/of op naam van de werkgever (doen of laten) aangaan van valse of vervalste en/of onzakelijke overeenkomsten
en/of
het ten behoeve van het aangaan van valse of vervalste overeenkomsten overleggen van valse of vervalste KBA's en/of notities en/of andere stukken
en/of
het (doen of laten) verrichten van (frauduleuze) betalingen aan de contractpartijen ter uitvoering van valse of vervalste overeenkomsten
en/of
het (doen of laten) verstrekken van geheime of vertrouwelijke informatie aan andere deelnemers van de organisatie en/of aan anderen
en/of
het (doen of laten) opnemen van valse of vervalste overeenkomsten en/of facturen en/of brieven in bedrijfsadministraties (van de werkgever)
en/of
het (doen of laten) opmaken en/of samenstellen van valse of vervalste facturen en/of overeenkomsten en/of brieven ten behoeve van de verdere doorgeleiding van de door middel van vorenbedoelde misdrijven verkregen (frauduleuze) gelden
en/of
het doen of laten beheren van de door middel van vorenbedoelde misdrijven verkregen gelden door andere deelnemers van de organisatie en/of het beheren van de door middel van vorenbedoelde misdrijven verkregen gelden voor andere deelnemers van de organisatie
en/of
het (doen of laten) beheren van de door middel van vorenbedoelde misdrijven verkregen gelden middels buitenlandse vennootschappen en/of buitenlandse bankrekeningen
en/of
het beleggen of bijwonen van bijeenkomsten en/of vergaderingen met de andere deelnemers van de organisatie, zulks ten behoeve van besluitvorming over vorenbedoelde misdrijven
en/of
het werven en/of selecteren en/of opleiden en/of coachen van huidige leden en/of nieuwe leden van de organisatie
en/of
het feitelijk leiding geven aan vorenbedoelde misdrijven,
terwijl hij, verdachte, binnen die organisatie een leidingevende rol heeft vervuld;
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Namens verdachte is bepleit dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn vervolging. Daartoe herhaalt de verdediging ten principale hetgeen door haar bij wege van haar bezwaarschrift tegen de dagvaarding van 16 juni 2010 alsmede van haar preliminair verweer van 11 februari 2011 is aangevoerd. Kort samengevat komen deze verweren er op neer dat door het ontbreken van een volledig zicht op het strafdossier de verdediging niet of onvoldoende gelegenheid heeft gekregen de verdediging te organiseren en voor te bereiden; dat de voor een adequate verdediging in de zaak van verdachte van belang zijnde en in een aantal gevallen onmisbare stukken door het openbaar ministerie feitelijk zijn onthouden door die stukken niet in het zaaksdossier van verdachte op te nemen dan wel door ze slechts op te nemen in de zogenoemde dataroom waarin de verdediging zelf op zoek moet zonder zekerheid te hebben over de volledigheid van de verzameling van de daarin opgenomen stukken en voorts door met betrekking tot een aantal onmiskenbaar bestaande stukken te beweren dat die niet in het bezit van het openbaar ministerie zijn; dat door het openbaar ministerie geen serieus onderzoek is uitgevoerd naar het lekken van processtukken naar de buitenwacht en tenslotte dat het openbaar ministerie de verdediging onvoldoende toegang tot de in beslag genomen eigen administratie van verdachte heeft verschaft. Door de rechtbank is op deze verweren gereageerd bij beschikking op grond van artikel 262 Wetboek van Strafvordering (Sv) van 30 juni 2010 en ten aanzien van de preliminaire verweren bij beslissing ter terechtzitting van 28 februari 2011. Nu de verdediging op deze punten geen (nieuwe) feiten of andere omstandigheden noch argumenten heeft aangevoerd die nopen tot heroverweging van die beslissingen verwerpt de rechtbank deze verweren.
Daarnaast voert de verdediging - zakelijk weergegeven - nog het volgende aan.
Verdachte kan geen eerlijk proces meer verwachten nu hij reeds door de media is veroordeeld nog voordat de onafhankelijke rechter over zijn zaak een uitspraak heeft kunnen doen. Zulks kan het openbaar ministerie worden tegengeworpen nu het openbaar ministerie alsmede de onder zijn verantwoordelijkheid staande ambtenaren deze "trial by media" hebben aangejaagd. Voorts is de zaak van verdachte door de rechtbank als een "bijzaak" behandeld, nu deze, ondanks alle pogingen van de verdediging meer aandacht en tijd voor de zaak te krijgen, in te grote mate ondergeschikt is gemaakt aan het zittingschema en de zaken tegen andere verdachten. Tenslotte is het door de verdediging aangebrachte materiaal ter terechtzitting grotendeels onbesproken gebleven.
De officieren van justitie hebben bij repliek betoogd dat er geen bewijs is voor de stelling van de verdediging dat de rechter door alle aandacht van de pers voor deze zaak niet meer onbevangen en onafhankelijk over de strafzaak van verdachte zou kunnen oordelen. Het betoog van de verdediging zou er, naar de officieren van justitie begrijpen, toe moeten leiden dat bij veel publiciteit dieven vrijuit zouden moeten gaan. Ten aanzien van het verwijt van de verdediging dat de rechtbank onvoldoende tijd voor de behandeling van de zaak van verdachte zou hebben uitgetrokken en deze zaak ondergeschikt zou hebben gemaakt aan andere zaken verwijzen zij naar de zittingsprocessen-verbaal waaruit blijkt dat de zaak tegen verdachte uitgebreid is behandeld en dat verdachte alle gelegenheid heeft gekregen om daar zijn zegje te doen. Zij concluderen dan ook tot verwerping van de verweren.
De rechtbank stelt voorop dat niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de vervolging als bedoeld in artikel 359a Sv slechts in uitzonderlijke gevallen aan de orde kan komen en wel slechts dan als de met opsporing of vervolging belaste ambtenaren een ernstige inbreuk hebben gemaakt op beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak tekort is gedaan (HR 19 december 1995, NJ 1996, 249).
Hiervan is naar het oordeel van de rechtbank in casu geen sprake. De grote aandacht die deze zaak in de media heeft getrokken en de invloed die daarvan ongetwijfeld op het leven van verdachte is uitgegaan, kan niet uitsluitend aan het openbaar ministerie worden tegengeworpen, nu dergelijke zaken in zijn algemeenheid reeds tot veel publiciteit in de media plegen te leiden. Overigens is ook door medeverdachten en benadeelde partijen in deze strafzaak de publiciteit gezocht. De conclusie van de verdediging dat de verdachte op grond van deze publiciteit geen eerlijk proces meer kan verwachten en dat dit aan het openbaar ministerie valt toe te rekenen wordt door haar niet nader onderbouwd en wordt door de rechtbank niet gedeeld.
Ten aanzien van het verwijt van de verdediging dat de behandeling van de zaak tegen verdachte te zeer ondergeschikt is gemaakt aan het zittingenschema en de behandeling van de zaken tegen andere verdachten, terwijl het door de verdediging aangedragen materiaal ter terechtzitting onvoldoende uit de verf is gekomen is de rechtbank van oordeel dat, wat er ook zij van de juistheid van de inhoud van dit verwijt, het niet een schending van een recht van de verdachte zou betreffen waarvoor het openbaar ministerie verantwoordelijk is. Reeds om die reden kan dit verwijt niet leiden tot de door de verdediging bepleite niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie.
Gezien het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in de vervolging.
Zij heeft vastgesteld dat er ook geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerequireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten, zoals opgenomen in zijn ter terechtzitting overgelegde vordering die is gevoegd bij het van de desbetreffende terechtzitting opgemaakte proces-verbaal, en gevorderd dat verdachte ter zake daarvan zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
4. Bewijs
De rechtbank zal hieronder in de vorm van een lopend betoog aangeven wat zij van de ten laste gelegde feiten bewezen acht. In het kader van dat betoog wordt aandacht besteed aan van de zijde van het openbaar ministerie of van de verdediging ingenomen standpunten. Voor verwijzing naar vindplaatsen wordt gebruik gemaakt van voetnoten. Bij verwijzingen naar stukken van het strafdossier geldt dat steeds rechtstreeks wordt verwezen naar die stukken. Van het zogenaamde bewijsmiddelenoverzicht dat van de zijde van het openbaar ministerie aan de rechtbank en de (raadsman van) verdachte is overgelegd als bijlage bij het uitgesproken en tevens in geschrifte gepresenteerde requisitoir en dat hoofdzakelijk bestaat uit verwijzingen naar stukken van het strafdossier alsmede citaten daaruit, heeft de rechtbank daarbij geen gebruik gemaakt.
4.1. Bespreking van op bewijsuitsluiting gerichte verweren
4.1.1. Getuigenverklaring afgelegd door [medeverdachte 1].
Door de verdediging is betoogd dat de door [medeverdachte 1] op 4 juli 2011 ter terechtzitting in de zaak van verdachte afgelegde getuigenverklaring buiten beschouwing moet worden gelaten. Ter onderbouwing daarvan wijst de verdediging er allereerst op dat op 15 juni 2011 het openbaar ministerie zijn eerdere vordering om [medeverdachte 1] als getuige te horen in de zaken van een aantal medeverdachten schriftelijk heeft ingetrokken. Op de terechtzitting van 4 juli 2011 wordt plotseling zonder dat daaraan een aan de verdediging bekend hernieuwd verzoek van het openbaar ministerie en/of een beslissing van de rechtbank ten grondslag ligt, overgegaan tot het door het openbaar ministerie horen van [medeverdachte 1] als getuige in de zaak van verdachte. Kennelijk is buiten de zitting om en zonder verdachte te horen een hernieuwd verzoek gedaan en door de
rechtbank behandeld en toegewezen. Door de rechtbank is dusdoende in strijd met de openbaarheid en het recht van hoor en wederhoor gehandeld, hetgeen moet leiden tot bewijsuitsluiting van deze verklaring, aldus nog steeds de verdediging.
De officier van justitie heeft hierop gerespondeerd dat hij de vordering om [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting te horen heeft ingetrokken, toen bleek dat deze zich in deze hoedanigheid op zijn verschoningsrecht zou gaan beroepen. Toen duidelijk werd dat [medeverdachte 1] bij nadere overweging toch een verklaring zou willen afleggen, heeft hij de rechtbank verzocht [medeverdachte 1] alsnog ter terechtzitting als getuige te horen. Voor het overige verwijst hij naar het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 juli 2011.
De rechtbank merkt dienaangaande het volgende op. Het openbaar ministerie heeft bij de inhoudelijke behandeling van de zaak van verdachte ter terechtzitting van 23 mei 2011 gevorderd [medeverdachte 1] in de zaak van verdachte als getuige te mogen horen. De rechtbank heeft, nadat de verdediging haar zienswijze daaromtrent naar voren had gebracht, beslist tot het horen van [medeverdachte 1] als getuige in de zaak van verdachte op een nader te bepalen dag en tijdstip, waarbij de rechtbank de raadsman in overweging heeft gegeven van de gelegenheid gebruik te maken om ook zelf vragen te stellen aan de getuige. Per brief van 24 mei 2011 heeft de raadsman laten weten ook zijnerzijds vragen te willen stellen aan [medeverdachte 1]. Ontwikkelingen die zich vervolgens voordeden in de zaak [medeverdachte 1] hebben de officier van justitie gebracht tot zijn standpunt, verwoord in zijn brief van 15 juni 2011 aan de voorzitter van de rechtbank en de raadsman van [medeverdachte 1]. Dit standpunt hield in, dat het openbaar ministerie onder de in die brief genoemde omstandigheden zijn verzoek [medeverdachte 1] als getuige te horen in de zaken van een aantal van diens medeverdachten introk. Deze brief werd als bijlage bij een per e-mail verzonden bericht tevens ter kennis gebracht van de raadsman van verdachte. Het aan de in de brief uiteengezette omstandigheden verbonden standpunt heeft het openbaar ministerie niet ter terechtzitting ingenomen. In diens eigen zaak kwam [medeverdachte 1] spoedig terug op zijn eerdere ongedifferentieerde standpunt, waarna de officier van justitie weer is overgegaan tot het stellen van vragen in diverse zaken. Het programma waarin vervat de behandeling van de diverse zaken en de wijzigingen daarin is ook aan de raadsman steeds toegezonden. Dat de verdediging daarvan op de hoogte is geraakt en daarmee akkoord is gegaan blijkt uit haar per faxbrief van 22 juni 2011 toegezonden bevestiging dat het verhoor van [medeverdachte 1] als getuige in de zaak van verdachte kan plaatsvinden op 4 juli 2011.
Het ter terechtzitting van 4 juli 2011 door de verdediging ingenomen standpunt dat het openbaar ministerie schriftelijk afstand had gedaan van het horen van [medeverdachte 1] als getuige heeft de rechtbank niet gevolgd. Zij heeft beslist om [medeverdachte 1] op die datum als getuige in de zaak van verdachte te horen, daartoe overwegende dat het openbaar ministerie geacht werd geen afstand te hebben gedaan van het horen van [medeverdachte 1] als getuige in een aantal zaken waaronder die van verdachte, nu dit standpunt van het openbaar ministerie gestoeld was op de veronderstelling dat [medeverdachte 1] zich als zodanig ter terechtzitting op zijn verschoningsrecht zou beroepen. Door de geschetste gang van zaken is de verdediging niet in enig rechtens te respecteren belang geschaad, nu haar tijdig te kennen is gegeven dat dit getuigenverhoor alsnog zou plaatsvinden en zij alle gelegenheid heeft gehad - en die ook te baat heeft genomen - om op haar beurt de getuige ter terechtzitting van 4 juli 2011 vragen te stellen. De rechtbank is gezien het hiervoor overwogene van oordeel dat de getuigenverklaring van [medeverdachte 1] tot het bewijs kan meewerken.
De verdediging heeft ook nog betoogd dat de getuigenverklaring van [medeverdachte 1] van het bewijs uitgesloten dient te worden om de volgende redenen. [medeverdachte 1] heeft op 11 juni 2010 een memo aangevoerd als legitimering van verdiensten uit door hem ondernomen nevenactiviteiten waaromtrent hij in een verklaring afgelegd ter terechtzitting van 20 mei 2011 (als verdachte in zijn eigen zaak, rb) zegt dat dit vals is en dat verdachte dit op zijn computer zou hebben uitgetikt en zou hebben gemaild aan [medeverdachte 1]. Vervolgens heeft [medeverdachte 1], als getuige op 4 juli 2011 gehoord in de zaak tegen verdachte, op vragen gesteld door de verdediging, verklaard dat dit memo door hem samen met [medeverdachte 4] is opgesteld en dat het buiten aanwezigheid van verdachte door beiden is ondertekend. Voorts heeft [medeverdachte 1] verklaard dat noch hijzelf noch [medeverdachte 4] aanwezig waren toen verdachte het memo heeft uitgetikt. Uit onderzoek verricht door de FIOD-ECD is niets van betrokkenheid van verdachte bij het memo gebleken, terwijl (sporen van) het memo evenmin op de computer of in de e-mail van verdachte zijn aangetroffen. [medeverdachte 1] geeft voorts geen plausibele verklaring voor het feit dat het memo jaren buiten beeld is gehouden. [medeverdachte 1] liegt, draait en probeert verdachte er bij te lappen, aldus de verdediging.
De rechtbank overweegt dienaangaande als volgt. Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting van 20 mei 2011 (welk proces-verbaal door het openbaar ministerie ter beschikking van de verdediging van verdachte is gesteld, rb) heeft [medeverdachte 1] als verdachte in zijn eigen zaak onder meer - kort weergegeven - verklaard dat het memo in de periode 2002-2004 door verdachte op briefpapier van Bouwfonds CV waarover deze nog beschikte, is opgemaakt. In zijn eerder die dag afgelegde verklaring als getuige in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 4] (welk proces-verbaal eveneens door het openbaar ministerie ter beschikking van de verdediging van verdachte is gesteld, rb) heeft [medeverdachte 1] - kort weergegeven - verklaard dat hij dacht dat verdachte het memo op briefpapier van de joint venture waarover deze beschikte, had opgemaakt omdat hij,[medeverdachte 1], zelf niet kon typen. Bovendien is verdachte iemand die hij het toevertrouwde zo'n document te maken. De formulering van het memo had hijzelf bedacht, aldus [medeverdachte 1].
Deze verklaringen zijn inhoudelijk niet strijdig met de door [medeverdachte 1] als getuige in de zaak van verdachte afgelegde verklaringen. Dat door de FIOD-ECD bij onderzoek geen sporen van het memo op de computer of in de e-mail van verdachte zijn aangetroffen, doet hieraan niet af. De verklaringen van [medeverdachte 1] afgelegd als getuige in de zaak tegen verdachte worden voorts op meerdere punten ondersteund door zich in het strafdossier bevindende documenten en/of verklaringen van medeverdachten/getuigen waarop de rechtbank bij de bespreking van de bewijsmiddelen in het kader van de ten laste gelegde feiten nader zal ingaan.
Gezien het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat de getuigenverklaring van [medeverdachte 1] afgelegd in de zaak van verdachte mag meewerken tot het bewijs.
4.1.2. Verklaringen afgelegd door [betrokkene 13] en [betrokkene 12].
De verdediging heeft betoogd dat de verklaringen van [betrokkene 13] en [betrokkene 12] die zich in het strafdossier bevinden voor verdachte belastend zijn en door verdachte worden betwist. Hij wijst er op dat [betrokkene 13] in zijn veertiende verklaring (20 maart 2008: V08-14) onder meer stelt dat zijn verklaringen vanaf maart 2008 juist zijn geweest en dat het in zijn verklaringen van voor die datum mis is gegaan omdat hij zichzelf een eigen waarheid had aangepraat waarin hijzelf ging geloven. Hiermee trekt [betrokkene 13] zijn eerdere verklaringen in twijfel; dit maakt zijn eerdere verklaringen onbruikbaar omdat je niet meer weet wanneer de waarheid ophoudt, aldus de raadsman. Na deze verklaring beroept [betrokkene 13] zich op zijn zwijgrecht. [betrokkene 12] doet precies hetzelfde en in dezelfde volgorde. De raadsman wijst erop dat [betrokkene 13] en [betrokkene 12] vervolgens op 26 januari 2009 een indrukwekkend relaas aan Rabo Vastgoed Groep doen toekomen (Bijlagen OPV-1-2-3, ordner 31), waarna de heren zich bij verhoor wederom op hun zwijgrecht beroepen. Ter terechtzitting van 15 april 2011 als getuigen in de zaak tegen een aantal medeverdachten beroepen zij zich (voornamelijk) op hun verschoningsrecht. Een en ander is onacceptabel; het bewijs voor zover afkomstig van [betrokkene 13] en [betrokkene 12] is onbetrouwbaar en kan niet ten nadele van verdachte in aanmerking worden genomen, aldus nog steeds de raadsman.
De officier van justitie heeft bij repliek betoogd dat onbetrouwbaarheid van de verklaringen van [betrokkene 13] en [betrokkene 12] niet kan worden afgeleid uit het feit dat zij zich als getuigen ter terechtzitting gehoord, hebben beroepen op hun verschoningsrecht. Voorts bevat het dossier geen enkele steun voor het standpunt dat de verklaringen van [betrokkene 13] en [betrokkene 12] zijn beïnvloed door Rabo Vastgoed Groep. De officier van justitie wijst erop dat er allerlei steunbewijs is voor de verklaringen van [betrokkene 13] en [betrokkene 12] en noemt daarvan een aantal voorbeelden. Hij concludeert tot verwerping van het verweer.
De rechtbank overweegt dienaangaande het volgende. Aan [betrokkene 13] en [betrokkene 12] kan niet worden tegengeworpen dat zij zich als getuigen ter terechtzitting (overigens niet als zodanig gehoord in de zaak van verdachte) voornamelijk beroepen op hun verschoningsrecht nu hun zaak nog onder de rechter is. Wat daarvan overigens zij, uit een beroep op het een getuige krachtens de wet toekomend verschoningsrecht kan niet zonder daartoe strekkende argumenten worden afgeleid dat eerder - als verdachte - afgelegde verklaringen onbetrouwbaar moeten worden geacht. Van de zijde van verdachte is ter terechtzitting van 30 juni 2010 aangegeven dat vooralsnog niet werd verzocht [betrokkene 13] en [betrokkene 12] als getuige te mogen horen en in het verdere verloop van de procedure is daaromtrent niet nader vernomen. Overigens waren beiden op 2 juni 2010 reeds gehoord bij de rechter-commissaris in zaken tegen een viertal andere verdachten bij welke gelegenheid zij hun meest omvattende verklaring niet hadden ingetrokken.
De verdediging heeft haar stelling dat de verklaringen van [betrokkene 13] en [betrokkene 12] zouden zijn beïnvloed door Rabo Vastgoed Groep niet nader onderbouwd. De verklaringen van [betrokkene 13] en [betrokkene 12] zijn in grote lijnen consistent en worden op belangrijke onderdelen gesteund door documenten en verklaringen van getuigen/medeverdachten die zich in het dossier bevinden. De rechtbank zal daarop bij de bespreking van de bewijsmiddelen in het kader van de ten laste gelegde feiten nader ingaan. De verklaringen van [betrokkene 13] en [betrokkene 12] mogen meewerken tot het bewijs.
4.2. Redengevende feiten en omstandigheden1
Algemeen.
[vennootschap medeverdachte 1] wordt op 1 oktober 1995 door Bouwfonds overgenomen. Verdachte, die tot dan toe als controller ingehuurd wordt door [vennootschap medeverdachte 1], treedt dan als controller in dienst bij Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV, gevestigd te Hoevelaken.2 Per 1 januari 1999 wordt hij benoemd in de functie van adjunct-directeur bij Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO en per 1 augustus 2001 tot directeur Financiën en Informatievoorziening bij Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV. Per 1 mei 2002 wordt zijn dienstverband met Bouwfonds Vastgoedontwikkeling beëindigd, waarna hij van 1 juni 2002 tot en met 31 december 2004 voor twee dagen per week via Aufisco Trust BV als interimmanager in de rol van financieel directeur door Bouwfonds wordt ingehuurd.3
Beagle Management Consultancy Services BV, gevestigd te 's-Gravenhage, is in de periode van 1 november 2002 tot 9 december 2004 bestuurder/directeur van Olivarius BV, gevestigd te Amstelveen.4 Verdachte is in de periode van 2 mei 2002 tot 9 december 2004 bestuurder van Beagle Management Consultancy Services BV..5 Van 30 mei 2002 tot 12 december 2002 is hij bestuurder van Finance of the Lam BV en van 12 december 2002 tot 31 augustus 2006 is hij via Beagle Management Consultancy Services BV bestuurder van Finance of the Lam BV, gevestigd te 's-Gravenhage.6
[medeverdachte 1] is van 1 oktober 1995 tot 1 oktober 1998 directeur van Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV.7 Van 16 september 1998 tot 2 januari 2001 fungeert hij als directeur van BV Bouwfonds Vastgoedontwikkeling, een onderneming met ABN AMRO.8 Daarnaast is hij per 1 oktober 1998 tot 1 oktober 2001 benoemd tot fungerend statutair directeur van Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV.9 Per 1 oktober 2001 wordt zijn dienstverband beëindigd met dien verstande dat hij vanaf 1 augustus 2001 niet meer actief werkzaam zal zijn bij Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV.10
Waar in dit vonnis, in het kader van de leesbaarheid, wordt gesproken over Bouwfonds wordt daarmee tot 21 september 1998 (de datum van de joint venture overeenkomst) bedoeld Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV, vanaf 21 september 1998 tot eind 2000 wordt met Bouwfonds bedoeld Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV een onderneming met ABN AMRO, waarin als commanditaire vennoten optreden Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV en ABN AMRO Projectontwikkeling BV en als beherend vennoot BV Bouwfonds Vastgoedontwikkeling een onderneming met ABN Amro.11
Feiten 1, 2, 3 en 4 (project Solaris)
Omschrijving van het project
Project Solaris, ook bekend onder de naam Capelse Maasoever of Werken aan de Maas, bestaat (in zijn definitieve vorm) uit vier kantoorpanden, twee kantoorpaviljoens en een aantal parkeerplaatsen gelegen aan de Rivium Promenade te Capelle aan den IJssel.12 Het project stamt oorspronkelijk uit de in 1995 overgenomen projectportefeuille van [vennootschap medeverdachte 1].13 Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO (Bouwfonds) heeft het project in ontwikkeling.
Overdracht van het project aan [vennootschap 8]
Omdat Bouwfonds over onvoldoende deskundige projectleiding beschikt om Solaris te ontwikkelen benadert [betrokkene 14] [vennootschap 8] ([verkorte naam vennootschap 8] ). Afgesproken wordt dat [vennootschap 8] het project voor een bedrag van fl. 7.500.000 gaat ontwikkelen.14 Voordat [betrokkene 13] de hierna te bespreken turnkey-overeenkomst sluit begroot hij de totale projectkosten naar aanleiding van door verdachte aangeleverde cijfers op fl. 98.495.864.15 Dat deze calculatie reëel is blijkt uit de calculaties van Bouwfonds van 30 juni 199916 en van 5 oktober 199917 waarbij Bouwfonds uitkomt op een bedrag van fl. 95.930.547. [betrokkene 13] acht de Bouwfondscalculaties reëel.18
Turnkey-overeenkomst
Met dagtekening 8 oktober 1999 sluiten Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV een onderneming met ABN AMRO, vertegenwoordigd door [medeverdachte 1], en [vennootschap 8], handelend namens de nog op te richten vennootschap Capelse Maasoever BV, vertegenwoordigd door [betrokkene 13], te Capelle aan den IJssel een turnkey-overeenkomst inzake project Solaris met daaraan gehecht een stichtingskostenbegroting.19 Verdachte is degene die de digitale versie20 van de turnkey-overeenkomst, zoals deze is aangetroffen op het woonadres van [betrokkene 13], via een diskette aan [betrokkene 13] ter hand stelt.21
Antedateren van de turnkey-overeenkomst
Ten aanzien van de datering van de turnkey-overeenkomst overweegt de rechtbank als volgt. Bij [vennootschap 8] wordt de overeenkomst in digitale vorm aangetroffen met als aanmaakdatum 12 november 1999.22 De overeenkomst komt pas op 10 december 1999 binnen bij Bouwfonds. In de overeenkomst wordt verwezen naar een, gelet op de dagtekening van de overeenkomst, toekomstige bouwclaim van [vennootschap 5] van 3 november 1999.23 Uit de omstandigheden dat deze datum ook wordt vermeld op de aan Bouwfonds toegestuurde bouwclaim zelf24 en dat de concepten voor de bouwclaim eveneens van latere datum zijn dan de turnkey-overeenkomst, namelijk van 1 november 199925, leidt de rechtbank af dat de datum van de in de turnkey-overeenkomst opgenomen bouwclaim geen kennelijke verschrijving betreft. [betrokkene 13] verklaart voorts dat de turnkey-overeenkomst niet op of voor 8 oktober 1999 gemaakt kan zijn, omdat [vennootschap 8] toen nog in gesprek was met Bouwfonds over de gefaseerde overdracht en een turnkey-overeenkomst nog niet ter sprake was gekomen.26 Mede ingegeven door de verwijzing naar de bouwclaim d.d. 3 november 1999 concludeert [betrokkene 13] dat de aanmaakdatum van de turnkey-overeenkomst 12 november 1999 zou kunnen zijn.27 De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de overeenkomst geantedateerd en alleen al op dit onderdeel vals is.
Verhogen van de stichtingskostenbegroting als onderdeel van de turnkeyovereenkomst
In de turnkey-overeenkomst is opgenomen dat [vennootschap 8]/Capelse Maasoever BV project Solaris tegen een vergoeding van fl. 127.500.000, waarin alle met het project gemoeide kosten zijn begrepen, overeenkomstig een aan die turnkey-overeenkomst gehechte stichtingskostenbegroting, "turnkey" zal opleveren aan Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO.28 De rechtbank heeft hiervoor reeds overwogen dat de totale projectkosten zijn begroot op fl. 95.930.547 (door Bouwfonds) dan wel fl. 98.495.864 (door [vennootschap 8]), al dan niet te vermeerderen met de overeengekomen vergoeding van fl. 7.500.000 voor [vennootschap 8]. In de turnkey-overeenkomst tussen Bouwfonds en Capelse Maasoever BV wordt desondanks uitgegaan van een stichtingskostenbegroting van fl. 127.500.000 (inclusief fl. 7.500.000 voor [vennootschap 8]). In de turnkey-overeenkomst wordt verwezen naar de stichtingskostenbegroting. Deze sluit aan bij de turnkey-som van fl. 127.500.000 en betreft een door verdachte opgemaakte verhoogde calculatie.29
Aangedragen rechtvaardiging voor de verhoogde stichtingskostenbegroting
Kennelijk ter rechtvaardiging van deze verhoogde calculatie krijgen [betrokkene 13] en [betrokkene 12] van [medeverdachte 1] en verdachte te horen dat zij mogen rekenen met de verhoogde calculatie van fl. 127.500.000, zodat zij niet geconfronteerd zullen worden met extra risico's bestaande uit een bouwclaim van [vennootschap 5] ad fl. 5.000.000 en een mogelijke verhoging van de koopprijs van de grond in verband met de bestemming daarvan.
De bouwclaim van [vennootschap 5] heeft nooit daadwerkelijk bestaan.30 Desondanks ontvangt Bouwfonds een op 3 november 1999 gedateerde brief afkomstig van [vennootschap 5] waarin wordt gesteld dat [vennootschap 5] schade heeft geleden omdat de door het bedrijf geplande bouwwerkzaamheden geen doorgang kunnen vinden. Geclaimd wordt onder meer een schadevergoeding van fl. 5.000.000.31 Deze brief is op 30 november 1999 als bijlage bij een faxbericht verzonden aan [vennootschap 8] ter attentie van [betrokkene 13] en/of verdachte en is afkomstig van [naam secretaresse], de secretaresse van verdachte.32 Verdachte zit op dat moment bij [vennootschap 8] en laat zich de brief faxen teneinde deze met hen te bespreken.33 Vanuit [vennootschap 5] is nooit een bouwclaim ingediend in project Solaris en is in dat kader geen geld ontvangen.34 Verdachte heeft niet alleen bij [vennootschap 8] maar ook bij [betrokkene 7] de bouwclaimbrief en de concepten aangeleverd.35 Verdachte is daarvoor naar het kantoor van [betrokkene 7] gekomen alwaar [betrokkene 7] de claim op verzoek van verdachte heeft getekend. [betrokkene 7] constateert bij lezing van de bouwclaim dat de inhoud onjuist is omdat geen sprake is van een bouwclaim. De omschreven activiteiten van [vennootschap 5] zijn onjuist.36 Op de twee conceptbrieven37 met betrekking tot de bouwclaim wordt het privéfaxnummer van verdachte vermeld.38 Dat verdachte de concepten en de brief niet heeft aangereikt aan [betrokkene 7], zoals verdachte verklaart, komt de rechtbank in het licht van het voorgaande ongeloofwaardig voor. De rechtbank acht bewezen dat de turnkey-overeenkomst ten aanzien van de daarin opgenomen bouwclaim valselijk is opgemaakt.
De door Bouwfonds aan de gemeente Capelle aan den IJssel voor het perceel bouwgrond in het kader van het project Solaris te betalen grondprijs bedraagt volgens de tussen deze partijen op 27 juli 1999 gesloten optie-overeenkomst fl. 8.250.000.39 Ook de door Capelse Maasoever aan de gemeente Capelle aan den IJssel te betalen grondprijs bedraagt gezien de tussen deze partijen gesloten koopovereenkomst fl. 8.250.000.40 Zowel [medeverdachte 1] als verdachte heeft [vennootschap 8] bij herhaling gewezen op de risico's voor een verhoging van de grondprijs door de gemeente Capelle aan den IJssel omdat de bestemming van de op die grond te bouwen gebouwen in plaats van kantoorruimte eigenlijk werkruimte is. [vennootschap 8] verkoopt deze bouwgrond ultimo 1999 aan Bouwfonds voor de verhoogde prijs van fl. 12.500.000.41 Van verhoging van de grondprijs door de gemeente Capelle aan den IJssel in verband met een gewijzigde bestemming is echter geen sprake geweest. De bestemming van de locatie voor Solaris is volgens het bestemmingsplan "werkgelegenheidsdoeleinden". Die omschrijving brengt met zich dat bedrijven zich weliswaar mogen vestigen maar dat de bouw van kantoorpanden is uitgesloten. De gemeente heeft echter in overleg met Bouwfonds afgesproken dat in het vervolg gesproken wordt van "werkruimte" in plaats van kantoren. Voor zowel de gemeente als Bouwfonds is duidelijk dat de kantoorgebouwen het stempel "werkruimte" krijgen. De gemeente Capelle aan den IJssel stelt geen specifieke eisen met betrekking tot het gebruik van kantoorruimten in het project. Zij is zeer ingenomen met het te realiseren plan. Nu de gemeente Capelle aan den IJssel overleg heeft gehad met de koper over de omschrijving "werkruimte" op de bouwaanvraag is de gemeente niet betrouwbaar als zij achteraf de grondprijs zou corrigeren in verband met de realisatie van kantoren in plaats van werkruimten. Het beweerde risico is daarom niet reëel.42
Dit klemt te meer nu de risico's die [vennootschap 8] in dit project loopt bovendien minimaal zijn omdat de aanneemsom al min of meer vast staat43 en [vennootschap 8] niet verantwoordelijk is voor de verhuur van het project.44 Waarom [vennootschap 8] van [medeverdachte 1] met de verhoogde calculatie mag rekenen is daarom volstrekt onduidelijk.
Gecreëerde overwinst bij [vennootschap 8]
In verband met uitbreiding van project Solaris wordt de totale overdrachtsprijs (de turnkey-som) verhoogd van fl. 127.500.000 naar fl. 133.288.158.45 Dit bedrag is op facturatie van Capelse Maasoever BV door Bouwfonds betaald.46 De laatste betaling heeft plaatsgevonden op 30 januari 2002.47 De daadwerkelijk door [vennootschap 8] berekende kosten na uitbreiding van het project bedragen fl. 118.001.912 (€ 53.546.933), inclusief de vergoeding voor [vennootschap 8] ad fl. 7.500.000 (€ 3.403.352).48 Na aftrek van de kosten van de overdrachtprijs is een overwinst van fl. 15.286.246 gecreëerd bij [vennootschap 8]. Bij de projectkosten inbegrepen is een bedrag van fl. 7.004.150 aan oude Bouwfondsverplichtingen die door [vennootschap 8] zijn overgenomen.49 Uit hetgeen hierna zal worden overwogen blijkt dat deze oude Bouwfondsverplichtingen onzakelijk zijn en dus onterecht door [vennootschap 8] als daadwerkelijk gemaakte kosten zijn geboekt. De door [vennootschap 8] gemaakte overwinst is daarmee fl. 7.004.150 hoger dan het op fl. 15.286.246 vastgestelde verschil tussen de turnkeysom en de berekende projectkosten.
Het voorgaande laat zich als volgt weergeven:
uiteindelijke turnkeysom: fl. 133.288.158
daadwerkelijk berekende projectkosten: fl. 118.001.912 -
overwinst voor [vennootschap 8]: fl. 15.286.246
uit de kosten te elimineren onzakelijke Bouwfondsverplichtingen: fl. 7.004.150 +
overwinst voor [vennootschap 8] ten behoeve van de potjes: fl. 22.290.396
Het systeem van potjes, moeilijke betalingen, bijverdienen en de wetenschap van verdachte
[medeverdachte 1] zegt tegen [betrokkene 13] dat de hoge verkoopprijs van het project een opening geeft om de begroting van [vennootschap 8] dusdanig te verhogen dat meer geld kan worden verdiend. De consequentie van de verhoogde calculatie is dat [vennootschap 8] meer en Bouwfonds minder winst maakt. Op aangeven van [medeverdachte 1] wordt zo een "tijdelijke voorziening", een "potje", gecreëerd bij [vennootschap 8].50 Verdachte is op de hoogte van de bij [vennootschap 8] gecreëerde (geld)potjes. [medeverdachte 1], [betrokkene 14] en verdachte bespreken met [betrokkene 13] en [betrokkene 12], zowel afzonderlijk als gezamenlijk, hoe de potjes gecreëerd kunnen worden, hoe er geld in de potjes terecht komt en hoeveel geld er in een potje zit.51 Uit het gecreëerde geldpotje moet [vennootschap 8] van [medeverdachte 1] en verdachte verplichtingen voldoen.52 Tegen [betrokkene 13] en [betrokkene 12] wordt gezegd wat de hoogte van de betaling zal zijn en hen wordt verzocht dat bedrag op te nemen in hun begroting. [betrokkene 13] en [betrokkene 12] weten dat er extra kosten in de afgesproken prijs zijn opgenomen. Zij weten dat een deel van het overeengekomen bedrag aan derden moet worden doorbetaald. [medeverdachte 1] maakt daarbij onderscheid tussen zijn eigen bijverdiensten en de uit de potjes te betalen "moeilijke betalingen". Verdachte is op de hoogte van dit onderscheid. [medeverdachte 1] en verdachte hebben overleg gehad over zowel het onderscheid daartussen als over de uitvoering ervan. De essentie van het creëren van een potje is om bepaalde "moeilijke betalingen" niet in de boeken van Bouwfonds terecht te laten komen. Een aantal moeilijke betalingen die [medeverdachte 1] niet vanuit Bouwfonds wil doen maar via [vennootschap 8] wil laten lopen, legt hij in bijzijn van verdachte en [betrokkene 14] aan [betrokkene 13] en [betrokkene 12] voor. Zo stelt [medeverdachte 1] voor bepaalde termijnbetalingen te verhogen zodat uit die verhoging betalingen kunnen worden gedaan. Verdachte weet dat omdat hij daarbij aanwezig is. Verdachte is daarbij aanwezig omdat hij moet zorgen dat het boekhoudkundig klopt bij Bouwfonds.53 Het innen van het eigen winstdeel van [medeverdachte 1] loopt via een winstdelingsovereenkomst tussen [vennootschap 8] en Idlewild Consultants BV. [medeverdachte 1] spreekt met [betrokkene 13] en [betrokkene 12] af wat zij aan een project willen verdienen en dat daarbovenop ruimte zal worden gecreëerd die vervolgens wordt gebruikt voor zijn eigen winstdeel dat via Idlewild Consultants BV wordt doorbetaald aan de Bloemenoord Groep NV. Met [betrokkene 13] en [betrokkene 12] worden afspraken gemaakt over de reservering van geldbedragen die in een kostenbatenanalyse (KBA) worden opgenomen. Verdachte en [medeverdachte 1] hebben inzage in deze KBA's en weten wat er achter de opgenomen posten verstopt zit ten behoeve van het creëren van de potjes.54
Doorbetaling van de gecreëerde overwinst
[betrokkene 13] en [betrokkene 12] mogen de gecreëerde overwinst (fl. 22.290.396) niet behouden maar moeten deze doorbetalen. Doorbetaling vindt plaats via een ontwikkelovereenkomst tussen [vennootschap 8] en Idlewild Consultants BV, door facturen geboekt op projecten van [vennootschap 8] anders dan Project Solaris en door op project Solaris geboekte facturen.
Doorbetaling via ontwikkelovereenkomst tussen [vennootschap 8] en Idlewild Consultants BV naar [vennootschap 26]
Met dagtekening 21 september 1999 sluiten [vennootschap 8] te Capelle aan den IJssel, vertegenwoordigd door haar directeuren [betrokkene 13] en [betrokkene 12] en Idlewild Consultants BV, vertegenwoordigd door haar directeur [betrokkene 14], te 's-Gravenhage een ontwikkelingsovereenkomst waarin partijen een exclusief samenwerkingsverband aangaan gericht op het voor gezamenlijke rekening en risico (vijftig procent [vennootschap 8] en vijftig procent Idlewild Consultants BV), maar om hen moverende redenen op naam van [vennootschap 8], ontwikkelen van project Solaris.55
De rechtbank is van oordeel dat deze ontwikkelingsovereenkomst is geantedateerd en overweegt daartoe als volgt. [betrokkene 13] en [betrokkene 12] worden weliswaar medio 1999 door [betrokkene 14] benaderd met de opmerking dat ook hij geld wil verdienen aan project Solaris, maar de wijze van betaling en de hoogte van het aan [betrokkene 14] te betalen bedrag wordt pas in 2002 bepaald.56 [betrokkene 14] geeft de ontwikkelingsovereenkomst in 2002 ter ondertekening aan [vennootschap 8] waarop de overeenkomst getekend wordt.57 Op de computer van [betrokkene 13] wordt een digitaal document met exact dezelfde inhoud als de ontwikkelingsovereenkomst, gedateerd 21 september 1999, aangetroffen.58 Blijkens de documenteigenschappen is het document op 7 januari 2002 aangemaakt door verdachte.59 [betrokkene 13] is niet verbaasd dat de overeenkomst pas in 2002 (en niet in september 1999) is opgemaakt en dat het verdachte zou zijn geweest die de overeenkomst heeft opgemaakt. Verdachte zit namelijk overal tussen als het gaat om contracten.60 De zojuist gedane vaststellingen in samenhang met de aangehaalde verklaring van [betrokkene 13] maken, dat de rechtbank geen grond ziet voor het door de verdediging verzochte deskundigenonderzoek naar de juistheid van de documenteigenschappen.
In werkelijkheid is geen sprake van een exclusief samenwerkingsverband gericht op het voor gezamenlijke rekening en risico ontwikkelen van het project zoals de overeenkomst doet vermoeden. [betrokkene 13] heeft nooit met [betrokkene 14] afgesproken project Solaris samen te ontwikkelen. De omschrijving op en de inhoud van de overeenkomst kloppen niet. Het gaat [betrokkene 14] enkel om de winstuitkering. De overeenkomst dient uitsluitend als legitimering van de geldstroom.61 [betrokkene 14] speelt enkel een bemiddelende rol, hij verricht geen werkzaamheden in project Solaris. Hij brengt [vennootschap 8] in contact met mensen en bedrijven en krijgt hiervoor een soort courtage.62 De inhoud van de overeenkomst dekt de lading niet.63 Namens [vennootschap 8] wordt de overeenkomst getekend omdat afgesproken was dat [vennootschap 8] genoegen zou nemen met een vergoeding van fl. 7.500.000.64
Formeel heeft verdachte niets met Idlewild Consultants BV te maken maar [betrokkene 13] ziet [medeverdachte 1], [betrokkene 14] en verdachte als "zes handen op één spaarpot".65
Op verzoek van [betrokkene 14] maakt [vennootschap 8] in 2002 een totaalbedrag van fl. 13.184.163 (€ 5.982.712) over naar een bankrekening van [vennootschap 26].66
Gezien het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen wel degelijk wetenschap had van en meegewerkt heeft aan het valselijk opmaken en vervolgens als echt en onvervalst gebruiken van de ontwikkelingsovereenkomst tussen [vennootschap 8] en Idlewild Consultants BV.
De uit het potje Solaris betaalde facturen
Op aanwijzing van [medeverdachte 1], [betrokkene 14] en verdachte stuurt [medeverdachte 10], feitelijk leidinggevende van [vennootschap 7], een door hem opgemaakte factuur gedateerd 19 december 2000 ten bedrage van fl. 1.000.000 (exclusief BTW) aan Capelse Maasoever BV.67 [medeverdachte 10] kent [betrokkene 13] en [betrokkene 12] niet, hij heeft hen nimmer gezien en nooit met hen gesproken. Ook Capelse Maasoever BV kent hij niet. Hij weet niets van de in de factuur omschreven werkzaamheden. Op het moment dat hij de factuur opmaakt weet hij dat deze werkzaamheden niet door zijn vennootschap zijn verricht.68 Evenals [medeverdachte 10] Capelse Maasoever BV niet kent, kennen [betrokkene 13] en [betrokkene 12] [medeverdachte 10] en zijn bedrijf niet.69 Toch nemen zij de factuur op in de administratie van project Solaris 70 en maken zij op 20 december 2000 fl. 1.175.000 (inclusief BTW) over aan [vennootschap 7].71 Dit gebeurt nadat [betrokkene 13] en [betrokkene 12] van [medeverdachte 1] te horen krijgen dat de factuur betaald moet worden.72 De omschrijving op de factuur komt overeen met hetgeen [medeverdachte 1] daaromtrent opmerkt.73
Op aankondiging van [medeverdachte 1] factureert [vennootschap 13] op 18 juli 2000 in verband met project Solaris een bedrag van fl. 1.750.000 (exclusief BTW).74 Ook ten aanzien van deze betaling geldt dat het een betaling betreft die in opdracht van [medeverdachte 1] is betaald vanuit het binnen project Solaris gecreëerde geldpotje.75 Het is een voorbeeld van een moeilijke betaling uit het potje bij [vennootschap 8], een betaling aan [betrokkene 24] die via [betrokkene 11] loopt en niet in de boeken van Bouwfonds mag komen. Verdachte zorgt er voor dat het binnen Bouwfonds boekhoudkundig klopt.76
Met dagtekening 15 respectievelijk 17 december 1999 stuurt Rooswijck Properties BV (Rooswijck) twee brieven aan Capelse Maasoever BV waarin Rooswijck aanbiedt respectievelijk de realisatie van de verhuur, en begeleidings- en adviseringswerkzaamheden te verrichten in project Solaris tegen een totale vergoeding van fl. 4.254.150 (exclusief BTW).77 De aanbiedingen worden door Capelse Maasoever geaccepteerd bij brief.78 Capelse Maasoever BV neemt de facturen op in haar administratie en betaalt de facturen.79 Er zijn echter te hoge bedragen gefactureerd of de op de facturen beschreven werkzaamheden zijn niet door Rooswijck verricht.80 Zo geldt ten aanzien van de aanbiedingsbrief van 17 december 1999 dat deze namens Rooswijck is getekend door [naam medewerkster Rooswijck].81 Zij is verantwoordelijk voor de inhoud van de brief en weet dat in de brief werkzaamheden staan die simpelweg zijn bedacht. Aan haar is door [medeverdachte 1] of [betrokkene 14] gevraagd activiteiten te beschrijven die Rooswyck zou kunnen verrichten.82 Ook andere werknemers van Rooswijck verklaren dat de gefactureerde werkzaamheden niet door Rooswijck zijn verricht.83 De aanbiedings- en acceptatiebrieven zijn bovendien later opgemaakt dan de dagtekening vermeldt. Op het moment dat duidelijk is hoeveel geld er wordt verdiend, begin 2001 (en niet december 1999, rb), zegt verdachte tegen [betrokkene 13] en [betrokkene 12] dat er geld naar Rooswijck moet vloeien en worden de bedragen ingevuld.84
Gezien het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat de op de bovenstaande facturen omschreven werkzaamheden niet door de facturerende bedrijven zijn verricht en dat de facturen uitsluitend hebben gediend om van Bouwfonds afkomstige geldbedragen vanaf [vennootschap 8] door te sluizen naar derden.
Gezien al het bovenstaande in onderlinge samenhang bezien acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich in zijn dienstbetrekking samen met anderen onder wie [medeverdachte 1], [betrokkene 13] en [betrokkene 12], intensief heeft bezig gehouden met het creëren van overwinst binnen project Solaris ten bedrage van € 10.114.940 (fl. 22.290.396) teneinde samen met die anderen over die overwinst als heer en meester te kunnen beschikken. De verklaring van verdachte dat hij hier niets vanaf wist en uitsluitend registrerend optrad acht de rechtbank in het licht van het voorgaande ongeloofwaardig.
Witwassen
[medeverdachte 1] vindt het billijk om de bijverdiensten die hijzelf heeft, te delen met (onder anderen) [betrokkene 14] en verdachte. Hij vindt dat verdachte in aanmerking komt voor een bonus buiten de bonussen van Bouwfonds om en bespreekt dit met verdachte. Verdachte heeft wat [medeverdachte 1] betreft toestemming om vanuit zijn eigen vennootschap facturen te sturen op Bouwfondsprojecten. [medeverdachte 1] bespreekt dat met verdachte in de periode 1998-2000 toen [medeverdachte 1] directeur van Bouwfonds was. Hij geeft aan verdachte aan waar hij een potje heeft gecreëerd en waar een factuur naar toe kan worden gestuurd.85 Als "de grote mannen" ([medeverdachte 1] en [betrokkene 14], rb) "de centjes binnen hebben" meldt verdachte zich bij [vennootschap 8]. Verdachte is volledig op de hoogte van de door Bouwfonds betaalde bedragen en van hetgeen nog in het potje is achtergebleven nadat [medeverdachte 1] en [betrokkene 14] hun deel hebben opgeëist. Verdachte geeft te kennen te willen declareren op projecten, niet zijnde Bouwfondsprojecten. Hij maakt daartoe overeenkomsten die [betrokkene 13] en [betrokkene 12] tekenen onder de door hen gevoelde druk van verdachte en [medeverdachte 1].86
Op 7 januari 2003 wordt te Capelle aan den IJssel87 een overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten gesloten tussen [vennootschap 8] en Beagle Management Services BV voor de periode 1 januari 2003 tot 31 december 2006, ondertekend door [betrokkene 13] en [betrokkene 12] en namens Beagle door [medeverdachte 3].88 In de periode 22 juli 2002 tot en met 7 oktober 2004 factureert Beagle Management & Consultancy Services BV een totaalbedrag van € 837.500 (exclusief BTW) aan [vennootschap 8].89 Deze facturen worden in de periode van 22 augustus 2002 tot en met 10 september 2003 betaald.90 Eveneens op 7 januari 2003 worden te Capelle aan den IJssel ontwikkelingsovereenkomsten "Zierikzee" en "Steenbergen" gesloten tussen [vennootschap 8] en Olivarius BV. De overeenkomsten worden getekend door [betrokkene 13] en [betrokkene 12] en namens Olivarius BV door verdachte. Partijen komen overeen dat het ontwikkelingsresultaat op basis van gelijke delen tussen partijen wordt verdeeld.91 In totaal wordt in de periode van 24 april 2003 tot en met 29 december 2003 middels zes facturen afkomstig van Olivarius BV en gericht aan [vennootschap 8] een bedrag van € 707.500 (exclusief BTW) gefactureerd.92 De facturen zijn aangekondigd en gemaakt door verdachte met als doel het afromen van de pot. De in rekening gebrachte prestaties zijn niet geleverd. De bedragen en de omschrijving op de facturen zijn bedacht door verdachte. Deze facturen zijn opgenomen in de administratie van [vennootschap 8]93 en door deze betaald.94
De samenwerkingsovereenkomsten met Beagle Management Consultancy Services BV en Olivarius BV zijn "fake".95 In werkelijkheid verricht verdachte geen werkzaamheden voor [vennootschap 8]. Verdachte is uit op geld uit het potje en heeft nooit de bedoeling gehad om met [vennootschap 8] projecten te ontwikkelen. Op het moment dat zij de overeenkomsten tekenen weten [betrokkene 13] en [betrokkene 12] dat de inhoud daarvan niet overeenstemt met de werkelijkheid. Omdat [betrokkene 13] moeite heeft met de gekozen manier om geld uit het potje te halen stelt verdachte voor de overeenkomsten af te kopen. Ook de afkoop heeft geen betrekking op het afkopen van de overeenkomsten maar op het leeghalen van het potje.96 Bij brief van 26 november 2004 worden beide overeenkomsten ontbonden. Als winstdeling in het desbetreffende project zal met betrekking tot project Steenbergen € 300.000 (exclusief BTW) en met betrekking tot project Zierikzee € 375.000 (exclusief BTW) worden uitgekeerd97 welke bedragen op 9 december 2004 door [vennootschap 8] aan Olivarius BV worden betaald.98 [betrokkene 13] heeft de ontbindingsbrief gemaakt en getekend maar de inhoud van de brief is grotendeels aangeleverd door verdachte.99
In de periode 25 april 2003 tot en met 27 oktober 2003 factureert Finance of the Lam BV een bedrag van € 150.000 euro (exclusief BTW) aan [vennootschap 8].100 De facturen hebben betrekking op het project Beresteyn101, Helvoet102 en de analyse van de portefeuille van "Projectbouw Zeeland".103 Verdachte heeft deze facturen opgemaakt althans daartoe opdracht gegeven.104 De facturen in verband met project Beresteyn "slaan nergens op". Verdachte heeft geen werkzaamheden verricht voor [vennootschap 8]. Het doel van de facturen is weer om de pot leeg te halen. Verdachte kondigt aan dat hij weer wil declareren, geeft aan welke bedragen hij wil declareren en bedenkt omschrijvingen die op de facturen moeten komen. Op het moment dat zij de facturen binnen krijgen weten [betrokkene 13] en [betrokkene 12] dat deze facturen niet juist zijn.105 De facturen zijn betaald door [vennootschap 8].106 Finance of the Lam BV heeft nooit een financiële analyse of KBA gemaakt in het project Helvoet.107
Ten aanzien van Projectbouw Zeeland hebben [betrokkene 13] en [betrokkene 12] met [medeverdachte 3] beperkt overleg gehad en is een financiële analyse uitgevoerd. Door verdachte is een derde in de arm genomen om de boeken bij Projectbouw Zeeland in te zien. Andere werkzaamheden zijn [betrokkene 13] en [betrokkene 12] niet bekend.108 De factuur is enorm opgeklopt met het doel geld uit de pot te halen.109 Weliswaar geeft [betrokkene 13] aan dat de factuur enorm is opgeklopt en vindt deze lezing steun in de verklaring van [betrokkene 12], de rechtbank acht gelet op de vaststelling dat (beperkt) overleg heeft plaatsgevonden tussen verdachte en [betrokkene 13] en [betrokkene 12], dat een deugdelijke financiële analyse is uitgevoerd door verdachte en hij een derde in de arm heeft genomen om de boeken van deze onderneming in te zien, onvoldoende wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de op dit project betrekking hebbende factuur valselijk heeft opgemaakt en dientengevolge het op de factuur uitbetaalde geldbedrag heeft witgewassen.
Gezien het vorenstaande, in onderling verband en samenhang bezien, en gelet op hetgeen is overwogen ten aanzien van de turnkey-overeenkomst, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich tezamen en in vereniging met anderen schuldig heeft gemaakt aan witwassen door middels valselijk opgemaakte overeenkomsten en facturen te verhullen dat de daarmee gemoeide geldbedragen afkomstig waren uit misdrijf. Zij deelt niet het standpunt van de verdediging dat eerst - in beginsel door het instellen van vervolging - zal moeten worden vastgesteld dat de door de rechtspersonen van verdachte verzonden facturen vals zijn alvorens verdachte kan worden veroordeeld als medepleger, opdrachtgever of feitelijk leidinggever. Indien een strafbaar feit wordt begaan door een rechtspersoon kan de vervolging immers behalve tegen de rechtspersoon ook worden ingesteld tegen de opdrachtgever of feitelijk leidinggever aan de verboden gedraging (art. 51 lid 2 Sr).
Feiten 5 en 6 (project Coolsingel)
De overeenkomst tot ontwikkeling
Op 13 maart 1998 doet [vennootschap 8] een aanbieding aan Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV, ter attentie van [medeverdachte 1], om project Coolsingel tot het verlenen van de bouwvergunning te ontwikkelen voor een bedrag van
fl. 985.000.110 Bij brief van 16 maart 1998 aanvaardt Bouwfonds dit aanbod. Deze brief wordt door [betrokkene 14] namens Bouwfonds getekend en namens [vennootschap 8] door [betrokkene 13].111 In de periode van 29 januari 1999 tot en met 1 oktober 1999 factureert en ontvangt [vennootschap 8] op grond van deze afspraak fl. 950.000.112
De overeenkomst tot ontwikkeling en directievoering
Met dagtekening 15 januari 1999 sluiten [vennootschap 8] en Bouwfonds Vastgoed Ontwikkeling CV een onderneming met ABN AMRO te Capelle aan den IJssel een overeenkomst waarin zij overeenkomen dat [vennootschap 8] voor de ontwikkeling én de directievoering van project Coolsingel (Luxorlocatie te Rotterdam) een vergoeding ontvangt van fl. 13.850.000 (exclusief BTW).113 Namens Bouwfonds wordt de overeenkomst getekend door [medeverdachte 1] en namens [vennootschap 8] door [betrokkene 13].114 Tijdens de meeste gesprekken over de contractvorming is verdachte aanwezig.115 Hij houdt zich als financieel directeur bij Bouwfonds bezig met de financiën binnen het project. Bij voortgangsgesprekken zijn naast verdachte ook aanwezig [medeverdachte 1], [betrokkene 14], [betrokkene 13] en [betrokkene 12].116 Verdachte neemt als controller deel aan het overleg. Naar een overzicht van betalingen in de projecten Solaris, Coolsingel en Hollandse Meester wordt veelvuldig gevraagd door [medeverdachte 1] en verdachte tijdens de besprekingen. Zo kunnen zij zien hoeveel geld er nog is voor doorbetaling in de verschillende projecten. Deze overzichten geven ook aan wat de werkelijke vergoeding is voor [vennootschap 8] in de projecten.117 Tijdens vergaderingen wordt door [medeverdachte 1] vooraf gemeld welke facturen zullen binnenkomen en betaald dienen te worden.118
Op het inkomststempel van Bouwfonds d.d. 29 oktober 1999 (ruim negen maanden na de dagtekening van de overeenkomst) staan bij "ter behandeling" de initialen "[initialen]". Kennelijk wordt de overeenkomst ter behandeling binnen Bouwfonds aangeboden aan verdachte.119 In het bedrag van fl. 13.850.000 is het overeengekomen bedrag van 16 maart 1998, althans een bedrag van fl. 950.000, verdisconteerd.120 Op basis van de overeenkomst betaalt Bouwfonds uiteindelijk fl. 13.850.000 aan [vennootschap 8].121 De laatste termijn wordt voldaan op 13 februari 2004.122
De antedatering van de overeenkomst (D-0002/D-1579)
Op verzoek van [medeverdachte 1] zet [betrokkene 13] gelijktijdig met zijn handtekening een onjuiste datum op de overeenkomst. Daarbij zijn behalve [betrokkene 13] en [medeverdachte 1] ook aanwezig [betrokkene 12], [betrokkene 14] en verdachte.123 Verdachte is ook bij de meeste gesprekken over de contractvorming aanwezig.124 Dat de op de overeenkomst genoemde datum onjuist is blijkt uit een aantal omstandigheden. Ten eerste komt de overeenkomst blijkens de daarop aangetroffen stempelafdruk pas op 29 oktober 1999 bij Bouwfonds binnen.125 Opvallend is daarnaast dat de overeenkomst, hoewel gedateerd 15 januari 1999, verwijst naar een bouwplan van 4 maart 1999.126 Blijkens de documenteigenschappen van de digitale versie van de overeenkomst, die inhoudelijk gelijk is aan overeenkomst D-0002 en D-1579, is de overeenkomst opgemaakt op 5 mei 1999.127 Deze datum is aannemelijk nu ook [betrokkene 13] verklaart dat de overeenkomst opgesteld is in mei/juni 1999.128 Blijkens de brief van [betrokkene 13] aan [medeverdachte 1] van 7 mei 1999 waarin [betrokkene 13] schrijft dat hij [medeverdachte 1] een gecorrigeerde ontwikkelingsovereenkomst inzake Coolsingel doet toekomen is op dat moment slechts sprake van een conceptovereenkomst. Ook [betrokkene 13] sluit niet uit dat de overeenkomst pas in oktober 1999 is opgemaakt.129 Die verklaring vindt steun in de afdrukdatum van de digitale versie van de ontwikkelingsovereenkomst: 8 oktober 1999, drie weken voor de datum van binnenkomst bij Bouwfonds.130 De rechtbank acht daarmee wettig en overtuigend bewezen dat de ontwikkelingsovereenkomst geantedateerd is en verdachte daar minstens wetenschap van had.
Het creëren van overwinst
De inhoud van de ontwikkelingsovereenkomst (D-0002) wordt bepaald door [medeverdachte 1]. Ook de hoogte van de overeengekomen vergoeding wordt door [medeverdachte 1] bepaald. [vennootschap 8] heeft te kennen gegeven de gehele ontwikkeling van het project voor een bedrag van fl. 3.500.000 tot fl. 4.000.000 te willen doen. Dit door [betrokkene 13] gecalculeerde bedrag is zeker niet te hoog, het is een redelijk bedrag voor dit project.131 Het uiteindelijk overeengekomen bedrag van fl. 13.850.000 is door [medeverdachte 1] opgelegd waarbij deze mondeling heeft aangegeven, dat [vennootschap 8] op termijn nog facturen voor [medeverdachte 1] moet voldoen.132 [betrokkene 13] gaat er vanuit dat [vennootschap 8] het verschil tussen de verhoogde vergoedingssom van fl. 13.8500.000 en de door [vennootschap 8] gevraagde fl. 3.500.000 tot fl. 4.000.000 moet doorbetalen aan derden. Wat [vennootschap 8] betreft hoeft de vergoeding geen fl. 13.850.000 te zijn.133
De offerte van fl. 985.000 ziet uitsluitend op de werkzaamheden in het project tot het moment dat de bouwvergunning kan worden aangevraagd.134 De ontwikkelingsovereenkomst ziet op de volledige realisatie tot ingebruikname van het gebouw, waarbij [vennootschap 8] de ontwikkeling en directievoering tijdens de bouw ter hand zal nemen.135 In project Coolsingel heeft de architect de tekeningen al klaar om de bouwvergunningen aan te vragen. Het project Coolsingel is zover klaar dat bij wijze van spreken direct gestart kan worden met bouwen. De kosten van de architect worden niet door [vennootschap 8] betaald maar rechtstreeks door Bouwfonds.136 De werkzaamheden betreffende de directievoering tijdens de bouw zijn nooit tot uitvoering gekomen omdat het project niet is doorgegaan. Voor deze werkzaamheden is door Bouwfonds wel betaald aan [vennootschap 8] maar deze werkzaamheden zijn niet uitgevoerd.137
Daarenboven factureert [vennootschap 8] op 22 juni 1999 in opdracht van [medeverdachte 1]138 fl. 1.250.000 (exclusief BTW) aan Bouwfonds in verband met de voorbereidingskosten en de planontwikkeling inzake het project.139 Op voorhand krijgt [vennootschap 8] daarbij een doorbetalingsverplichting opgelegd. Van het te factureren bedrag moet [vennootschap 8] fl. 1.000.000 doorbetalen middels facturen van Idlewild Consultants BV/[betrokkene 14]. [vennootschap 8] mag de daadwerkelijke reden van de betalingen niet vermelden op de facturen. Ook bij Idlewild Consultants BV mag niet zichtbaar zijn waarom de betalingen hebben plaatsgevonden. [vennootschap 8] heeft de facturen ontvangen en betaald wetende dat de omschrijving op de facturen onjuist is.140
De rechtbank is van oordeel dat de in de factuur van 22 juni 1999 omschreven werkzaamheden, die zien op de voorbereiding en de projectontwikkeling, vallen onder de in de bijlage bij de ontwikkelingsovereenkomst genoemde werkzaamheden die [vennootschap 8] op grond van deze ontwikkelingsovereenkomst dient uit te voeren, zodat het gehele bedrag van de factuur als gecreëerde overwinst moet worden gezien.
Resumerend wordt in project Coolsingel door Bouwfonds betaald fl. 13.850.000 vermeerderd met fl. 1.250.000, dus in totaal fl. 15.100.000. Na aftrek van de aanvankelijk overeengekomen en verrekende vergoeding van fl. 985.000 resteert een verhoogde vergoeding van fl. 14.115.000.141 De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in zijn dienstbetrekking samen met anderen waaronder [medeverdachte 1] heeft bezig gehouden met het creëren van overwinst in project Coolsingel ten bedrage van € 6.405.108 (fl. 14.115.000) teneinde samen met anderen over die overwinst als heer en meester te kunnen beschikken. De verklaring van verdachte dat hij hier niets vanaf wist en uitsluitend registrerend optrad acht de rechtbank in het licht van het voorgaande, en met name gelet op hetgeen is overwogen onder het kopje "het systeem van potjes, moeilijke betalingen en bijverdienen en de wetenschap van verdachte", ongeloofwaardig.
Doorbetaling van de gecreëerde overwinst
In 2001 wordt echt begonnen met het "leegroven van de geldpot".142 Op voorstel van [medeverdachte 1] betaalt [vennootschap 8] het verschil tussen fl. 13.850.000 en fl. 4.000.000 door aan derden. Een deel wordt doorbetaald op facturen van [vennootschap 27], [vennootschap 28], [vennootschap 29], [vennootschap 30] en [medeverdachte 13] die worden gestuurd in project Coolsingel en een deel via een winstdelingsovereenkomst met Idlewild Consultants BV.
Het resterende deel wordt door [vennootschap 8] doorbetaald middels facturen in andere projecten dan project Coolsingel welke facturen afkomstig zijn van [medeverdachte 1] en verdachte. Deze facturen worden door [betrokkene 13] en [betrokkene 12] uitbetaald omdat dit hen wordt opgelegd door [medeverdachte 1], [betrokkene 14] en verdachte.143 Uiteindelijk wordt het gehele bedrag boven fl. 4.000.000 doorbetaald.144 In de vergaderingen die [betrokkene 13] met [medeverdachte 1], [betrokkene 14] en verdachte heeft wordt besproken wie op welk moment een factuur mag indienen. Dit betreft facturen waarvoor geen noemenswaardige tegenprestatie wordt verricht.145
Gedagtekend juni 1998 te Capelle aan den IJssel wordt een winstdelingsovereenkomst tussen [vennootschap 8] en Idlewild Consultants BV getekend waarbij partijen een exclusief samenwerkingsverband aangaan dat er op is gericht om voor gezamenlijke rekening en risico de ontwikkeling van het project Coolsingel ter hand te nemen. Partijen komen overeen dat het te behalen begeleidings- of ontwikkelingsresultaat tussen partijen wordt verdeeld waarbij, nadat alle projectgebonden kosten zijn afgetrokken, zestig procent aan Idlewild Consultants BV en veertig procent aan [vennootschap 8] toekomt.146 De inhoud van deze overeenkomst wordt opgedrongen door [betrokkene 14].147 [betrokkene 14] wenst een dergelijke winstdeling omdat hij het project naar zijn zeggen bij [vennootschap 8] heeft aangebracht. Het fenomeen winstdelingsovereenkomst komt van [betrokkene 14]. [betrokkene 13] doet normaal niet zo ingewikkeld, maar van [betrokkene 14] moet het allemaal "met toeters en bellen". Voor [betrokkene 13] en [betrokkene 12] is deze werkwijze met contracten helemaal nieuw.148 De winstdelingsovereenkomst is niet opgemaakt in juni 1998 maar omstreeks mei/juni 1999, in dezelfde periode waarin de hiervoor besproken ontwikkelingsovereenkomst tussen Bouwfonds en [vennootschap 8] is opgemaakt.149
De overeenkomst is op initiatief van [betrokkene 14] opgesteld. De inhoud van de overeenkomst suggereert dat sprake is van een exclusief samenwerkingsverband. Daarvan is echter nooit sprake geweest. Het doel is het incasseren van een deel van de bij [vennootschap 8] gecreëerde overwinst.150 [betrokkene 14] heeft geen werkzaamheden verricht in het project. Hij brengt [vennootschap 8] uitsluitend in contact met Bouwfonds en zorgt ervoor dat zij het project krijgen.151 Op verzoek van [betrokkene 14]152 wordt op 17 april 2003 door [vennootschap 8] € 1.843.400 overgemaakt naar de derdengeldrekening van [vennootschap 26].153 Op 4 augustus 2003 worden de gelden op deze rekening verdeeld tussen Idlewild Consultants BV (vijfentwintig procent) en Bloemenoord Groep BV (vijfenzeventig procent).154 Aan Bloemenoord en Idlewild is in fases uitbetaald op basis van een tussen partijen gesloten winstdelingsovereenkomst. Verdachte is de financiële man van [medeverdachte 1] en [betrokkene 14]. Verdachte heeft met notaris [betrokkene 6] contact gehad over tussentijdse betalingen uit het depot. Verdachte zegt [betrokkene 6] dat een gedeelte van het depot zal vrijvallen en dat er kan worden uitbetaald.155
De rechtbank acht op grond van alle bovenstaande feiten en omstandigheden bewezen dat het door Bouwfonds betaalde bedrag dat de voor de ontwikkeling van project Coolsingel betaalde fl. 985.000 te boven gaat (zijnde fl. 13.850.000 vermeerderd met fl. 1.250.000 minus fl. 985.000, dus fl. 14.115.000) gezien moet worden als gecreëerde overwinst. De rechtbank overweegt hierbij dat het project Coolsingel niet is doorgegaan, zodat van ontwikkeling en directievoering tijdens de bouw en winstderving om die reden geen sprake kan zijn. Deze overwinst is vervolgens door middel van valse facturen en overeenkomsten doorgesluisd. Mede gezien de hiervoor onder het project Solaris aangehaalde verklaring van [medeverdachte 1] omtrent de wetenschap van verdachte met betrekking tot de zogeheten "potjes" acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in zijn dienstbetrekking bij Bouwfonds samen met anderen heeft bezig gehouden met het creëren van overwinst in project Coolsingel ten bedrage van fl. 14.115.000 (€ 567.225,25) teneinde samen met die anderen als heer en meester over die overwinst te beschikken. De verklaring van verdachte dat hij hier niets vanaf weet en uitsluitend registrerend optrad acht de rechtbank in het licht van het voorgaande ongeloofwaardig.
Feiten 8, 9 en 10 (project Eurocenter)
Algemeen
Verdachte is met ingang van 2 mei 2002 gevolmachtigd directeur van Beagle Management Consultancy Services BV;156 [betrokkene 16] is met ingang van 31 januari 1996 bestuurder en enig aandeelhouder van 0,985 Holding NV157; Beagle Management Consultancy Services BV en 0,985 Holding NV zijn vanaf 17 maart 2005 directrices van Geuzenvloot NV158;
Geuzenvloot NV is vanaf 14 september 2006 enig aandeelhouder en directrice van Geuzenvloot Vastgoed BV.159
Verdachte is binnen Geuzenvloot en de daaronder hangende rechtspersonen verantwoordelijk voor de vastgoed-werkzaamheden en [betrokkene 16] voor de ICT werkzaamheden; zij zijn samen bestuurder en moeten samen tekenen voor bepaalde handelingen160. Verdachte verklaart dat Geuzenvloot en Beagle van hem zijn.161
Op 2 april 1999 wordt de vennootschap [vennootschap 1] opgericht162. De naam van deze vennootschap is op 8 mei 2000 gewijzigd in Universum Vastgoed BV.163 Uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel blijkt dat vanaf 19 mei 2000 [betrokkene 1] en [medeverdachte 9] bestuurders zijn van Universum Vastgoed BV, welke functie zij bekleden tot 2 januari 2006. Beiden staan geregistreerd als directeur en zijn alleen en zelfstandig bevoegd.164
Omschrijving van het project
Project Eurocenter, ook bekend onder de namen (De) Boelelaan en (Kavel 8 & 9) Drentepark, bestaat (in zijn definitieve vorm) uit een kantoorcomplex met annexis, een onderliggende parkeergarage, archief-, kelder- en opslagruimte en een volledig afgewerkt buitenterrein. Tevens zijn er woningen gebouwd. Stichting Philips Pensioenfonds heeft aan Bouwfonds Vastgoed Ontwikkeling CV, een onderneming met ABN-Amro, het project in (her)ontwikkeling gegeven. Bouwfonds heeft de opdracht voor de bouw van Eurocenter verstrekt aan Drentepark VOF, een voor dit project opgerichte vennootschap onder firma tussen [vennootschap 20] en [vennootschap 6].165 Voor de ontwikkeling en uitvoering van het project Eurocenter heeft Bouwfonds als gedelegeerd projectontwikkelaar [vennootschap 4] ingeschakeld.166
Facturen van Beagle en Geuzenvloot (feiten 8 en 9)
Tijdens een derdenonderzoek bij de [betrokkene 7] Groep wordt een ongedateerde aannemingsovereenkomst aangetroffen, gesloten te Amsterdam tussen Bouwfonds Ontwikkeling BV en [vennootschap 5] onder andere voor het bouwrijp maken van een terrein aan De Boelelaan (Eurocenter, rb) voor een bedrag van 2.368.000 euro.167 Het origineel van deze overeenkomst wordt aangetroffen bij [vennootschap 5].168 Als bijlagen bij deze overeenkomst zijn gevoegd een werkomschrijving onder meer omvattende sloopwerkzaamheden (bijlage 01) en een betalingsschema (bijlage 05). Namens [vennootschap 5] zou [zoon betrokkene 7] deze overeenkomst ondertekend hebben en namens Bouwfonds [getuige 14] en [medeverdachte 7]. [zoon betrokkene 7] zegt echter de aannemingsovereenkomst niet te kennen en de handtekening die op dat document is gezet evenmin.169 [betrokkene 7] verklaart over deze aannemingsovereenkomst dat hij wist dat deze overeenkomst er aan zou komen via of [medeverdachte 1] of verdachte. Hij heeft namens zijn zoon, [zoon betrokkene 7] deze overeenkomst getekend.170 Voor [getuige 14] is [vennootschap 5] een onbekende aannemer maar hij heeft de overeenkomst wel getekend.171 [medeverdachte 7] is niet betrokken geweest bij de onderhandelingen die tot dit contract hebben geleid en de handtekening onder zijn naam is vals.172 [betrokkene 33] verklaart dat de handtekening onder de naam [medeverdachte 7] op de overeenkomst van hem is en dat hij een doorlopende volmacht heeft om te tekenen bij afwezigheid van [medeverdachte 7]. Hij weet niet meer wanneer hij de overeenkomst getekend heeft.173 In de digitale administratie van [betrokkene 7] is aangetroffen een Kostenopstelling Eurocenter gedateerd op 14 november 2003 maar volgens de documenteigenschappen opgemaakt op 23 juni 2004174, welke kostenopstelling overeenkomt met de kostenopstelling die is gevoegd bij de door [medewerker vennootschap 5] (bouwmanager bij [vennootschap 5], rb) op 24 juni 2004 aan [betrokkene 30] verstuurde "consept aannemingsovereenkomst + bijlage".175 Het ook in deze Kostenopstelling genoemde bedrag van 2.368.000 euro wordt in het document Besparingen op Kostenopstelling Eurocenter gedateerd 26 november 2003, maar volgens de documenteigenschappen eveneens opgemaakt op 23 juni 2004, als gevolg van kostenbesparingen van in totaal € 228.519.00 teruggebracht.176 Deze kostenopstelling en besparing zijn onder verantwoordelijkheid van [betrokkene 7] opgemaakt in opdracht van [medeverdachte 1] of één van de mannen rond [medeverdachte 1] en de aannemingsovereenkomst zal gezien de datum van de e-mail eind juni 2004, begin juli 2004 getekend moeten zijn.177 Op 19 juli 2004 is een getekende aannemingsovereenkomst in project Eurocenter als kluisstuk geregistreerd.178 De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat de aannemingsovereenkomst tussen 23 juni en 19 juli 2004 is gesloten. De rechtbank wijst er daarbij op dat de bouw van het project Eurocenter op 18 mei 2004 op feestelijke wijze werd ingeluid179, wat bevreemding wekt nu op basis van de aannemingsovereenkomst onder meer nog sloopwerkzaamheden dienden plaats te vinden.
De overeenkomst is niet in overeenstemming met de werkelijkheid. De grondwerkzaamheden alsmede de sloopwerkzaamheden zijn slechts deels uitgevoerd. Toen [betrokkene 7] deze overeenkomst tekende wist hij dat hij gelden moest gaan doorsluizen.180 [vennootschap 5] heeft de werkzaamheden, verricht in het project Eurocenter, gefactureerd aan Bouwfonds.181 Deze facturen zijn door Bouwfonds betaald. In deze facturen zitten ook de gelden die zijn doorbelast aan Bouwfonds en die betrekking hebben op [medeverdachte 13], Rooswijck en de architect.182 Er zijn vooraf geen afspraken gemaakt over de 2.1 miljoen euro die Bouwfonds op de bankrekeningen van [vennootschap 5] heeft gestort. [betrokkene 7] wist van verdachte en van [medeverdachte 1] dat er facturen aan zouden komen, hij wist alleen niet van wie of welke ondernemingen hij facturen zou krijgen. Gaandeweg kreeg hij van verdachte en van [medeverdachte 1] te horen welke facturen hij zou ontvangen en betaalbaar moest stellen.183 Hij heeft vrijwillig meegewerkt aan het doorsluizen van gelden om er wat aan te verdienen nu het destijds niet zo goed ging met [vennootschap 5].184 [vennootschap 5] heeft voor 2.1 miljoen euro gefactureerd aan Bouwfonds Ontwikkeling. Voor ongeveer € 400.000 heeft [vennootschap 5] werkzaamheden verricht voor Bouwfonds. Van de rest van dit bedrag, ongeveer 1.7 miljoen euro zijn diverse binnengekomen facturen betaald.185 [medeverdachte 1] heeft bij [betrokkene 7] een potje gecreëerd. Verdachte was op de hoogte van het potje bij [betrokkene 7].186
Gezien het voorgaande concludeert de rechtbank dat de aanneemovereenkomst valselijk is opgemaakt met de bedoeling om een potje te creëren waaruit gelden aan derden konden worden doorbetaald.
In de administratie van [vennootschap 5] is aangetroffen een handgeschreven notitie187. Deze notitie is geschreven door [betrokkene 7] en het doel van zo'n notitie is dat [betrokkene 7] voor de werkzaamheden die hierop vermeld staan facturen gaat krijgen.188 De tekst op deze notitie komt overeen met de teksten op een aantal door Geuzenvloot189 en Beagle190 ingediende facturen, in elk geval is de omschrijving van dezelfde strekking. De teksten op deze handgeschreven notitie zijn letterlijk aangedragen door verdachte.191 Deze bedragen, omschrijvingen en data komen eveneens voor op een document dat ook is aangetroffen bij [betrokkene 7]192 Dit overzicht is door [betrokkene 7] gemaakt en alle bedragen die hierop staan hebben betrekking op het bedrag van 2.1 miljoen euro die [betrokkene 7] vanuit het project Eurocenter aan Bouwfonds gedeclareerd heeft.193
Beagle Management & Consultancy Services BV stuurt een factuur gedateerd 24 oktober 2006 aan [vennootschap 1 betrokkene 7] te Amsterdam met als omschrijving van de werkzaamheden "Management en reorganisatie advies "Blauwe Engel" groot € 29.750.
Er is gefactureerd op naam van [vennootschap 1 betrokkene 7] ter attentie van [zoon betrokkene 7] om de facturen op verschillende rechtspersonen te krijgen. De werkzaamheden zijn nooit uitgevoerd door Beagle. De Blauwe Engel is een horecagelegenheid in Amsterdam van [zoon betrokkene 7]. De omschrijving op deze factuur slaat nergens op, Beagle heeft niets gedaan voor Blauwe Engel. De factuur is betaald omdat verdachte daartoe opdracht gaf en betaald moest worden uit het geldpotje dat gecreëerd was vanuit het project Eurocenter van Bouwfonds.194
Gedateerd 23 oktober 2006 zijn drie facturen afkomstig van Geuzenvloot BV verstuurd. Een factuur groot € 35.000 (excl. BTW) is verstuurd aan [vennootschap 2 betrokkene 7] met als omschrijving: Onderzoek Beheer activiteiten nieuw O/G.195
De omschrijving op deze factuur heeft niets met een aan [betrokkene 7] bekend project te maken. Deze tekst is op verzoek van verdachte op deze factuur gekomen. De werkzaamheden op de factuur zijn niet voor [betrokkene 7] uitgevoerd en [betrokkene 7] heeft daarvoor ook nooit opdracht gegeven aan Geuzenvloot. Het gefactureerde bedrag is wel door [betrokkene 7] betaald. De betaling is uitgevoerd vanuit het geldpotje dat [betrokkene 7] had vanuit het project Eurocenter van Bouwfonds en is in opdracht van verdachte verricht.196
Een factuur groot € 45.000 is verstuurd aan [vennootschap 5] met als omschrijving: Acquisitie werkzaamheden Westelijk Havengebied en Sloterdijk III te Amsterdam.197 Deze factuur is gericht aan een andere rechtspersoon om de facturen op verschillende rechtspersonen gefactureerd te krijgen. Deze werkzaamheden zijn nooit door Geuzenvloot voor [betrokkene 7] uitgevoerd. De omschrijving op de factuur slaat nergens op. Geuzenvloot heeft niets gedaan in het Westelijk Havengebied en Sloterdijk. De factuur is wel door [betrokkene 7] betaald. Er is betaald omdat daartoe opdracht werd gegeven door verdachte en er moest betaald worden uit het geldpotje van Eurocenter dat gecreëerd is van geld van Bouwfonds.198
Een factuur groot € 100.000 is verstuurd aan [vennootschap 3 betrokkene 7] met als omschrijving: succesfee Moezelhavenweg.199 Ook deze factuur is doelbewust op een andere rechtspersoon geadresseerd. De gefactureerde werkzaamheden zijn nooit door Geuzenvloot voor [betrokkene 7 uitgevoerd. De omschrijving van de factuur slaat nergens op. Geuzenvloot heeft voor [betrokkene 7] niets gedaan aan de Moezelhavenweg. Het gefactureerde bedrag is in opdracht van verdachte betaald uit het geldpotje dat gecreëerd is vanuit het project Eurocenter van Bouwfonds.200
De geldstromen naar Beagle en Geuzenvloot moeten gezien worden in het kader van de enorme prestaties binnen de CV die door een aantal medewerkers van Bouwfonds waren verricht en waardoor dezen recht hadden op een extra beloning. Die collega's hadden een immense prestatie verricht in de periode 1998-2001. Verdachte was één van die collega's. [medeverdachte 1] vond dat verdachte één of meerdere bonussen verdiende. De betaling daarvan ging via een aantal potjes. De betalingen aan Beagle en Geuzenvloot behoorden daartoe.201
Gezien het hiervoor gerelateerde is de rechtbank van oordeel dat bewezen is dat verdachte
zich tezamen en in vereniging met anderen schuldig heeft gemaakt aan het valselijk opmaken van een aantal facturen en op die wijze een bedrag van € 205.000, zijnde het totaalbedrag van die facturen, betaald uit een bij [betrokkene 7] door verdachte tezamen met anderen gecreëerd geldpotje, met gelden afkomstig van Bouwfonds heeft witgewassen.
De door de verdediging betrokken stelling dat deze feiten niet bewezen kunnen worden nu een chronologisch overzicht ontbreekt en de affaire in de tijdsbalken van verdachte niet voorkomt, omdat deze alleen feiten en geen fictie weergeven, doet hieraan niet af.
Feit 10
Ophoging van de bouwkosten in het project Eurocenter
Op 23 augustus 2001 is de Total Engineeringsovereenkomst (TEO) gedateerd 6 juli 2001 tussen Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV en [vennootschap 4] (hierna: vennootschap 4]) getekend. Daarbij wordt het volledige ontwerp en management van het project uitbesteed aan [vennootschap 4].202 Door [vennootschap 4] is aan Basalt Bouwadvies BV de opdracht gegeven om de bouwkundige en constructieve aanneemsom te begroten.203 De bouwkosten die door Basalt in het Definitief Ontwerp (DO) van het project Eurocenter zijn opgenomen bedragen 53.2 miljoen euro.204 Er zijn in 2002 en 2003 geen fundamentele aanpassingen geweest. Basalt heeft het project ook nog opgemeten in 2006, bij het einde van de bouw. Toen zijn er geen of nauwelijks verschillen geconstateerd ten opzichte van het DO, dus ten opzichte van eind 2003.205 Veranderingen met betrekking tot het woongebouw zijn binnen het normale ontwerptraject verlopen.206 De door Basalt berekende aanneemsom, zoals weergegeven in het Totaaloverzicht project Drentepark kavel 8 en 9 te Amsterdam van 26 september 2003 bedraagt € 53.274.918.207 De Kosten Baten Analyse (KBA) van [vennootschap 4] van 29 augustus 2003, dus opgemaakt vóór de berekening van Basalt, vermeldt voor bouwkosten een bedrag van € 58.790.000208, terwijl de (budget)KBA van Bouwfonds die krap vier weken later op 26 september 2003 en dus op dezelfde datum als de berekening van Basalt is opgesteld, voor bouwkosten een bedrag van € 62.910.000 aangeeft, dus 4.1 miljoen euro meer dan de KBA van [vennootschap 4].209 Croon, tot en met 2003 projectontwikkelaar bij [vennootschap 4] voor het project Eurocenter en als zodanig verantwoordelijk voor het binnen het budget blijven van de bouwkosten, heeft de "KBA intern" van [vennootschap 4] (D-1984) opgemaakt. Hij weet niet waarom het bedrag van de bouwkosten in deze KBA en in de (budget)KBA van Bouwfonds210 € 4.100.000 verschilt.211 In de (budget)KBA wordt het budget voor Bouwfonds vastgelegd.212 Deze (budget)KBA is getekend door verdachte, [medeverdachte 7], [betrokkene 30], [betrokkene 16] en [betrokkene 31].213 [betrokkene 16] mailt op 15 september 2003 aan verdachte de laatste versie van de KBA PPF Drentepark waarin als een van de wijzigingen wordt opgevoerd de "hogere aanneemsom (incl. 4.1 mio euro, verdeeld over de aanneemsom parkeren en wonen)". Op dezelfde datum mailt verdachte aan [betrokkene 16] zijn reactie terzake.214 De rechtbank stelt vast dat verdachte dan in elk geval op de hoogte is van een verhoging van de aanneemsom voor het project Eurocenter met 4.1 miljoen euro tot € 62.910.000. Op 2 december 2003 schrijft [vennootschap 4] een brief aan [betrokkene 8] en [betrokkene 32] waarin, ten vervolge op de ondertekening van de voorovereenkomst tussen [vennootschap 6] en Bouwfonds Ontwikkeling BV alsmede [vennootschap 6] en [vennootschap 20] van 2 december 2003 gewezen wordt op de vaste aanneemsom van € 49.750.000.215 Op basis van deze brief wordt een "afsprakendocument inzake bouw Eurocenter" op 13 januari 2004 getekend door Drentepark VOF i.o. ([betrokkene 32] en betrokkene 8]) en [vennootschap 4].216 Op 31 augustus 2004 wordt de Aannemingsovereenkomst getekend tussen Drentepark VOF en [vennootschap 20] waarbij laatstgenoemde BV het werk zal uitvoeren voor € 49.950.000.217 Verdachte heeft de (budget)KBA met inbegrip van alle kosten doorgenomen.218 Aannemerskosten en bouwkosten kunnen volgens verdachte als synoniemen gelden.219 [medeverdachte 1] verklaart ter terechtzitting dat verdachte in zijn algemeenheid op de hoogte is van het feit dat er in de (budget)KBA kostenposten voorkomen terwijl daar eigenlijk het woord "potje" zou moeten staan.220
De rechtbank acht gezien bovenstaande feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien bewezen dat de bouwkosten in de (budget)KBA zijn opgehoogd van een bedrag liggend tussen de € 49.950.000221 en € 53.274.918222 naar een bedrag van € 62.910.000223 met de bedoeling een potje te vormen waaruit betalingen aan derden konden worden verricht en dat verdachte zich aan het creëren daarvan tezamen en in vereniging met anderen heeft schuldig gemaakt.
Vergoeding/courtage Universum Vastgoed BV
In de (budget)KBA van Bouwfonds van 26 september 2003 is onder post 1300 ingevuld "bemiddelingskosten bij verwerving" ten bedrage van € 2.000.000 als 1.5 % courtage Universum. Op een document, aangetroffen in de computer van [betrokkene 16] en volgens de documenteigenschappen opgemaakt op 22 december 2003, staat in de kolom KBA als totaalbedrag van de aanneemsom inhoudende kantoren, woningen en parkeergarage inclusief terreinvoorzieningen voor Eurocenter € 62.910.000. In de kolom Realisatie echter bedraagt de aanneemsom voor de VOF € 49.750.000 en wordt het verschil daartussen onderbouwd met onder meer Aanbrengfee + afkoopsom Universum.224 Deze post is terug te voeren op de volgende documenten. Op 23 mei 2000 wordt een overeenkomst gesloten tussen Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN Amro, namens deze door [medeverdachte 1] en Universum Vastgoed BV, namens deze door [betrokkene 1], inhoudende dat Bouwfonds op het moment dat de projectwinst op het project herontwikkeling De Boelelaan is vastgesteld, een vergoeding aan Universum verschuldigd zal zijn van 25 % van die projectwinst. Dit document is gevoegd bij een brief afkomstig van [medeverdachte 9] en gericht aan [medeverdachte 1].225 Een dergelijk winstrecht zou zowel in de kwartaalrapportage als in de KBA moeten zijn opgenomen.226 Bij brief van 30 oktober 2003 afkomstig van [betrokkene 16] en gericht aan Universum Vastgoed BV ter attentie van [medeverdachte 9] komt deze terug op die overeenkomst; er wordt gesproken van een nieuwe herontwikkelingsovereenkomst en de eerder afgesproken winstdeling van 25% wordt omgezet in een aanbreng- en verkoopcourtage van 2 miljoen euro (excl. BTW).227 Deze 2 miljoen euro is betaald in januari 2004. De rechtbank wijst erop dat de post "aanbrengfee en afkoopsom Universum" reeds voorkomt in de KBA van 26 september 2003 terwijl de hiervoor genoemde brief van [betrokkene 16] betreffende de omzetting van de winstdeling naar de aanbrengfee/ verkoopcourtage dateert van 30 oktober 2003, dus een maand later. Verdachte heeft, zoals eerder aangegeven, verklaard dat hij de KBA en alle daarin opgenomen kosten heeft gezien.228 Verdachte heeft voorts verklaard dat de betaling van de 2 miljoen euro eerst langs de ontwikkelaar gaat maar dat hij wel bij de betaling betrokken is voordat het geld de deur uitgaat.229 [medeverdachte 1] verklaart ter terechtzitting dat door samenwerking met [betrokkene 1] het project Eurocenter van de grond kwam. Nadat [medeverdachte 1] vertrokken is bij Bouwfonds tracht hij bij Eurocenter betrokken te blijven. Hij zorgt ervoor dat de afspraken met [betrokkene 1] over diens winstdeel op papier komen en hij speelt daarbij een rol tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 16] en met [betrokkene 1], [medeverdachte 5]] en [medeverdachte 9]. Met [betrokkene 1] is afgesproken dat hij 25% van de winst zal krijgen. Dat is uiteindelijk omgezet in een aanbrengfee van 2 miljoen euro. [medeverdachte 1] weet zeker dat hij de afspraak met [betrokkene 1] over het winstaandeel van 25% met verdachte heeft besproken.230 De rol die [betrokkene 1] in de aanloop naar Eurocenter speelt wordt in eerste instantie beloond met een winstdeling van 25% die later wordt omgezet naar een vast bedrag aan aanbrengfee van twee miljoen euro.231
Dit is met verdachte besproken en in zijn algemeenheid is verdachte op de hoogte van het feit dat er in de budgetKBA kostenposten voorkomen terwijl daar eigenlijk het woord "potje" zou moeten staan. Het kan niet anders dan dat de overeenkomst met [betrokkene 1] met verdachte is besproken, aangezien dergelijke contracten doorgaans intern worden besproken. Nu er uiteindelijk een omzetting heeft plaats gevonden naar een vast bedrag van 2 miljoen en die verplichting in de KBA is opgenomen moet het voor de controller (i.c. verdachte, rb) evident zijn dat dit de afspraak met [betrokkene 1] betreft. Verdachte zal er op zijn minst vanuit de KBA van geweten moeten hebben.232
Gezien bovenstaande feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien acht de rechtbank bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen in de budgetKBA valselijk heeft opgenomen dat een vergoeding/courtage aan Universum Vastgoed BV verschuldigd is ter zake van bemiddelingskosten bij verwerving terwijl Universum Vastgoed BV geen (bemiddelings)werkzaamheden of diensten in het project Eurocenter heeft verricht.
Het verweer van de verdediging ten aanzien van dit feit dat verdachte de vervalsing van de KBA niet kan worden verweten omdat verdachte in de ten laste gelegde periode nog maar twee dagen per week werkzaam was onder leiding van [betrokkene 33] en [betrokkene 34], dat binnen Bouwfonds een zogenaamde procescontroller werd aangesteld en dat er van verdachte geen controletaken werden verwacht, doet hieraan niet af.
Criminele organisatie (feiten 7 en 11)
Algemeen
De officier van justitie heeft zich uitdrukkelijk op het standpunt gesteld, dat de organisatie hier heeft gegolden als een noodzakelijke voorwaarde: zonder een gestructureerd samenwerkingsverband had het overgrote deel van de afzonderlijk ten laste gelegde strafbare feiten, voor de voltooiing waarvan vele handlangers nodig waren, niet eens gepleegd kunnen worden.233 Dat betekent tevens dat de aan verdachten in de zaken die voortvloeien uit het zogenaamde Klimop-onderzoek ten laste gelegde deelneming aan een of - in een aantal gevallen - twee criminele organisaties, bepaald niet moet worden gezien als een nodeloze toevoeging aan de tevens geformuleerde verdenkingen van betrokkenheid bij het plegen van specifieke delicten. De fraudes konden in zijn opvatting alleen worden gepleegd bij de gratie van het bestaan en de instandhouding van een crimineel samenwerkingsverband. Om die reden is aan alle in aanmerking komende verdachten deelneming aan één of twee criminele organisaties ten laste gelegd, "één die de plundering van Bouwfonds op het oog had en één die zich bezighield met de oplichting van Philips Pensioenfonds en de omkoping van zijn directeuren". De twee onderscheiden criminele organisaties - zo stelt de officier van justitie - maken juist het hart uit van het fraudecomplex, van de verdenkingen en van de verwijtbaarheid.
Het noodzakelijke samenwerkingsverband kreeg een gestructureerd karakter door investeringen in juist die samenwerking waardoor een eigen normen- en waardenkader ontstond. De toegezegde - vaak op termijn te incasseren - beloning voor geleverde prestaties bond de deelnemers aan de organisatie en zorgde voor een eigen dynamiek, omdat uittreding zeer nadelig zou uitpakken. Naar de opvatting van de officier van justitie raken de zojuist genoemde karakteristieken - de noodzaak van een gestructureerd samenwerkingsverband voor het verwezenlijken van de fraude en de eigen dynamiek van dat verband - het wezen van het fraudeproces dat de afronding vormt van het Klimop-onderzoek.
De samenwerking onder de deelnemers van de organisatie werd ingegeven door de bij hen bestaande wetenschap dat het geheel (de organisatie) groter, sterker en corrumperender is dan de som der delen, zo stelt de officier van justitie, waaraan het nog toevoegt dat de criminele organisatie van [medeverdachte 1] cum suis wordt gekenmerkt door haar parasitisme. Daarmee wordt bedoeld dat de leden zich nestelen in reguliere - min of meer goed georganiseerde - ondernemingen, zich als het ware naar binnen vreten, hun eigen omgeving creëren binnen de "gastheer" en vervolgens aan de slag gaan om de onderneming zoveel mogelijk leeg te zuigen.234 Voor bewezenverklaring van het essentiële bestanddeel dat vervuld moet zijn, wil van een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr sprake zijn, het oogmerk op het plegen van misdrijven, onderscheidt de officier van justitie twee groepen misdrijven: oplichting en verduistering door middel van valse stukken en betalingen dan wel niet-ambtelijke omkoping enerzijds en het witwassen van het daarmee verkregen geld anderzijds. Om ontdekking van de gronddelicten te voorkomen moesten de opbrengsten geruime tijd verborgen blijven totdat zich een gelegenheid voordeed deze te verdelen. Omdat het witwassen er tevens voor zorgde dat geen directe relatie kon worden gelegd met de desbetreffende gronddelicten kan witwassen als een van de doelstellingen van de organisatie worden aangemerkt, aldus de officier van justitie.
Door het nalopen van een aantal karakteristieken die kenmerkend kunnen worden geacht voor een criminele organisatie en toetsing van onderzoeksgegevens aan die karakteristieken vindt de officier van justitie een verankering voor zijn opvatting dat sprake is van twee criminele organisaties. Zo wordt de samenhang in het handelen van de deelnemers onderkend in de frequente coördinatie en afstemming tussen leden van de organisaties en de in de onderzoeksresultaten zichtbare gevolgen daarvan in de vorm van uitvoeringshandelingen of andere vormen van betrokkenheid. Een plan- en projectmatige aanpak, zoals die zichtbaar wordt in de lange duur van een traject voordat het tot uitbetaling komt, is alleen mogelijk in het kader van een samenwerkingsverband waar in innige samenwerking en loyaliteit wordt geopereerd, een vorm van samenwerking die ook blijkt uit de samenhang in financiële belangen van de deelnemers nu bij een reeks verdachten potjes met crimineel geld werden gecreëerd, aldus het openbaar ministerie dat daaraan toevoegt, dat de verlangde continuïteit van de organisaties door de leiding daarvan werd gezocht en gevonden in het betrekken van ondernemingen en personen bij het doorsluizen en verdelen van geld op grond van valse stukken, een en ander tegen een riante beloning. Door een strikte verdeling van taken, waarbij een aantal deelnemers zich met name bezig hield met het doorsluizen van geld dat als resultaat van door anderen gepleegde frauduleuze handelingen werd ontvangen, bleven de vennootschappen met een directe link naar de belangrijkste deelnemers in de luwte. De kenmerkende geslotenheid van de hier besproken samenwerkingsverbanden ziet de officier van justitie bevestigd in de wijze waarop [medeverdachte 1] en zijn medewerkers zich binnen Bouwfonds afschermden van de rest van Bouwfonds. De diverse activiteiten van de organisatie werden verhuld en verborgen; zo werden geldstromen verhuld met valse facturen, werd de werkelijke aard van kosten verhuld door middel van valse Kosten Baten Analyses, valse facturen en valse bouwclaims en hielden de feitelijk rechthebbenden zich verborgen achter vennootschapsconstructies of deponeerden het geld op de derdenrekening van een notaris of betaalden aan derden die het geld vervolgens weer moesten doorsluizen. Blijkens de in het dossier opgenomen uitwerkingen van vertrouwelijke gesprekken vond regelmatig overleg plaats over diverse fraudeprojecten, op grond van een bij [betrokkene 16] aangetroffen hangmap met inhoud kan worden geconcludeerd dat die nog regelmatig overleg voerde met zijn inmiddels vertrokken baas [medeverdachte 1], en op grond van een analyse van in het onderzoek aangetroffen agenda's moet worden aangenomen dat er talloze contacten waren tussen personen die nog bij Bouwfonds werkten en personen die daar allang weg waren. Ook veelzeggend voor de aard van de activiteiten waarmee de leden van de organisatie zich bezighielden is het ontbreken van een administratie waarin de opbrengsten en de verdeling daarvan werd bijgehouden. Dat die informatie er ook niet moest zijn kan opgemaakt worden uit opgenomen opmerkingen van [medeverdachte 9] en [medeverdachte 1] die erop neerkomen dat aantekeningen niet gemaakt dan wel na het gesprek weer weggegooid worden. Ook de uitwerking van een opgenomen telefoongesprek tussen [medeverdachte 9] en [medeverdachte 5]] waarin gesproken wordt over het wissen van bepaalde bestanden , in een later gesprek zelfs gevolgd door de suggestie de harde schijf te verdonkeremanen zijn illustratief hiervoor.
Al dan niet onderscheid in twee organisaties
De rechtbank beantwoordt eerst de vraag of het gehele feitencomplex, zoals door het openbaar ministerie gepresenteerd door middel van het omvangrijke strafdossier, aanleiding geeft het georganiseerde samenwerkingsverband te onderscheiden in twee verschillende organisaties. Zonder op enige bewezenverklaring vooruit te lopen merkt de rechtbank over die kwestie op, dat aan een dergelijk onderscheid niets in de weg staat. Aangezien de strafbepaling van artikel 140 Sr is opgenomen in het Bijzonder Deel van het Wetboek van Strafrecht en derhalve geformuleerd als een zelfstandig strafbaar feit, is gegeven dat dit tezamen met andere strafbare feiten - ook van dezelfde soort - kan worden begaan. De zogenaamde samenloopregeling biedt vervolgens een instrument om in de straftoemeting een matigend effect teweeg te brengen. Los van het juridisch-technische argument om tenlastelegging en bewezenverklaring van twee criminele organisaties mogelijk te achten, vormen ook de door het openbaar ministerie aangevoerde argumenten van feitelijke aard voldoende grond voor een dergelijk onderscheid.
Verdachte
Op zichzelf acht de rechtbank een georganiseerde gang van zaken als gepresenteerd door het openbaar ministerie en die wordt gekenmerkt door een modus operandi die er op neerkomt dat een geïnvesteerde prestatie veelal een beloning in de toekomst ten deel valt, heel wel denkbaar. Waar het in iedere individuele zaak om gaat is evenwel niet het antwoord op de vraag of van een op dergelijke wijze opererend samenwerkingsverband sprake is geweest, maar om het bewijs dat de individuele verdachte aan een dergelijk verband heeft deelgenomen. Wil sprake kunnen zijn van een organisatie in de zin van artikel 140 Sr, dan moet daarin een gestructureerd samenwerkingsverband aanwijsbaar zijn waarin de deelnemers in een zekere duurzaamheid, met enige continuïteit samenwerken. Ofschoon het plegen van misdrijven niet de enige of voornaamste bestaansgrond hoeft te zijn en het ook niet zo is dat een deelnemer bekend moet zijn (geweest) met alle personen die deel uitmaken van de organisatie, dient men - om deelnemer te zijn - wel te behoren tot de organisatie en een aandeel te hebben in de gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie dan wel die gedragingen te ondersteunen. Deelneming aan de organisatie is hier de strafbaar gestelde gedraging. Deze vereist niet het meedoen aan door de organisatie beoogde misdrijven, zelfs opzet op die misdrijven is niet vereist. Wel is voor wetenschap van de deelnemer dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, opzet in onvoorwaardelijke zin vereist.
De vraag die beantwoord moet worden is of uit de verzameling van gegevens die als de resultaten van het onderzoek zijn neergelegd in het strafdossier alsmede uit de informatie die het onderzoek ter terechtzitting heeft opgeleverd, in voldoende mate onderbouwd kan worden afgeleid dat sprake is geweest van deelname door de verdachte aan een samenwerkingverband van een dergelijke aard en duur, dat voldaan wordt aan de hierboven voor het bestaan van een criminele organisatie gestelde voorwaarden.
Door de officier van justitie wordt de verdachte geplaatst in de categorie verdachten die de fraude zelf en de diefstal van het geld mogelijk hebben gemaakt. Zijn voornaamste waarde voor de organisatie lag in de omstandigheid dat hij, vanwege zijn positie binnen Bouwfonds en zijn kennis van dit bedrijf, de zaak van binnenuit kon bedotten.235 Er kan, zo stelt het openbaar ministerie vervolgens, gelet op de betrokkenheid van verdachte bij zoveel verschillende delicten geen twijfel bestaan over de aanwezigheid bij verdachte van onvoorwaardelijk opzet op het oogmerk van de organisatie alsmede op het deelnemen aan die organisatie.236 Hij wist van het bestaan van de "potjes" van [medeverdachte 1] en ook waarvoor ze bedoeld waren. [medeverdachte 1] hield niets voor verdachte achter, integendeel hij vroeg diens mening en advies.237 Verdachte zat als controller op een sleutelpositie en zonder zijn medewerking was het nooit gelukt om zoveel geld uit Bouwfonds weg te pompen. Verdachte was de financieel directeur van de organisatie.238 Hij gaf aanwijzingen aan externe betrokkenen zoals [betrokkene 13] en [betrokkene 12], [betrokkene 7] en [betrokkene 6]; hij nam initiatieven over de loop van geldstromen, contracten en hun afwikkeling en trad naar buiten toe samen met [betrokkene 14] en [medeverdachte 1] op als eenheid ([afkorting voornamen]). Verdachte moet dus aangemerkt worden als één van de leiders van de criminele organisatie, aldus nog steeds het openbaar ministerie.239
De raadsman van verdachte voert - kort weergegeven - aan dat de bewijsvoering door het openbaar ministerie ten aanzien van de deelname van verdachte aan een criminele organisatie geconstrueerd en verzonnen is. Hij wijst daarbij op de onbetrouwbaarheid van de verklaringen over de rol van verdachte in de organisatie, afgelegd door [medeverdachte 1] en [betrokkene 13] en [betrokkene 12] en betoogt dat deze verklaringen dan ook niet tot het bewijs voor deelname aan een criminele organisatie door verdachte mogen meewegen, zodat vrijspraak van dit feit dient te volgen.
De rechtbank heeft haar oordeel over de betrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte 1] en [betrokkene 13] en [betrokkene 12] hiervoor weergegeven onder het hoofdstuk "bewijsuitsluiting" zodat zij op deze plaats volstaat met verwijzing daarnaar.
Voor het overige overweegt de rechtbank nog als volgt.
De verklaringen van [betrokkene 13] en [betrokkene 12] en de verklaringen van [medeverdachte 1] en anderen alsmede de documenten die bij de redengevende feiten en omstandigheden voor het bewijs van de diverse afzonderlijke strafbare feiten in respectievelijk de projecten Solaris en Coolsingel en het project Eurocenter zijn genoemd laten er geen misverstand over bestaan dat verdachte in zijn functie van controller en later financieel directeur bij Bouwfonds en in zijn algemeenheid als financieel expert een onmisbare rol vervulde bij het doen welslagen van de activiteiten van het samenwerkingsverband.
[medeverdachte 1] verklaart dienaangaande nog dat hij verdachte heeft gevraagd de mondelinge afspraak met [medeverdachte 4] op papier te zetten (het toestemmingsmemo [medeverdachte 1]/[medeverdachte 4] inhoudende de vermeende toestemming gegeven door [medeverdachte 4] aan [medeverdachte 1] om bij te verdienen in Bouwfondsprojecten, rb) omdat hij hem vertrouwde, dat hij verdachte al in 1998 op de hoogte heeft gebracht van die vermeende toestemming en dat hij verdachte in 2000 op de hoogte bracht van zijn afspraken met [betrokkene 1]. [medeverdachte 1] had verdachte nodig in verband met de realisatie van datgene wat hij voor ogen had met het bijverdienen en de potjes, in die zin dat alles correct in de boekhouding moest worden verwerkt.240
Verdachte is volgens notaris [betrokkene 6] van [vennootschap 26] de financiële man van [medeverdachte 1] en ook van [betrokkene 14]. [betrokkene 6] heeft met verdachte contact gehad over tussentijdse betalingen uit het depot dat op de derdengeldrekening van het notariskantoor was gevormd (door betalingen uit het potje gecreëerd bij [vennootschap 8], rb). Verdachte zei aan [betrokkene 6] dat er een gedeelte uit het depot zou vrijvallen en dat er kon worden uitbetaald.241 Ook volgens [medeverdachte 1] speelde verdachte een rol met betrekking tot de contacten met notaris [betrokkene 6] bij de uitwerking van de afspraken die in eerste instantie werden gemaakt door [betrokkene 14] met [vennootschap 8] en die aan de doorbetaling ten grondslag lagen.242 Verdachte onderhield, evenals [medeverdachte 1], contacten met [betrokkene 6]. Verdachte leverde ook commentaar op hetgeen [betrokkene 6] op papier zette.243
Verdachte kwam in aanmerking voor een bonus buiten de bonussen van Bouwfonds om, gegeven zijn betrokkenheid bij de opbouw van de CV.244 Verdachte had toestemming van [medeverdachte 1] om vanuit zijn eigen vennootschap ter uitbetaling van een aan hem door [medeverdachte 1] verleende bonus, een factuur te sturen op een Bouwfondsproject. Deze bonussen voor medewerkers van Bouwfonds werden uit de potjes betaald.245 Verdachte was op de hoogte van de gecreëerde potjes alsmede van de hoogte daarvan.246
Uitgangspunt bij de uitbetaling van de door [medeverdachte 1] toegekende "bonussen" was dat [betrokkene 14] en verdachte ieder evenveel zouden krijgen en dat wisten zij ook van elkaar.247
De rechtbank wijst voorts nog op de verklaring afgelegd door [betrokkene 13]248 dat er gaandeweg een sfeer ontstond binnen de groep mensen waar [betrokkene 13] en [betrokkene 12] mee werkten die het onmogelijk maakte om niet mee te werken. Hij doelt daarmee op [betrokkene 14], [medeverdachte 1] en in een later stadium verdachte. [betrokkene 12] verklaart ten aanzien van de rol van verdachte dat deze deelnam aan de besprekingen als controller van Bouwfonds over de begrotingen van de projecten van Bouwfonds. Vanaf 2002 heeft verdachte ook diverse facturen gestuurd om mee te eten uit de pot met geld. Aan [betrokkene 13] en [betrokkene 12] werd meegedeeld dat er ook gefactureerd zou worden door verdachte in een bespreking met [betrokkene 14], [medeverdachte 1] en verdachte. Er was geen discussie mogelijk over wat er door de groep van drie, [medeverdachte 1], [betrokkene 14] en verdachte naar voren werd gebracht. [betrokkene 13] en [betrokkene 12] waren murw.249
Gezien al het voorstaande in onderlinge samenhang bezien acht de rechtbank bewezen dat verdachte tezamen met anderen heeft deelgenomen aan twee criminele organisaties, te weten de organisatie met betrekking tot de projecten Hollandse Meester, Solaris en Coolsingel enerzijds en met betrekking tot het project Eurocenter anderzijds, waarbij deze criminele organisaties als oogmerk hadden verduistering in dienstbetrekking, valsheid in geschrift witwassen.
4.3 Bewezenverklaring
Gezien het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
1.
(PROJECT SOLARIS):
Hij in de periode van 8 oktober 1999 tot en met 30 januari 2002 te Hoevelaken en/of Capelle aan den IJssel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een geldbedrag van € 10.114.940 (fl. 22.290.396), dat geheel of ten dele toebehoorde aan Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO en/of BV Bouwfonds Vastgoedontwikkeling, een onderneming met ABN AMRO, en/of Bouwfonds
Vastgoedontwikkeling BV en/of ABN AMRO Projectontwikkeling BV en/of Bouwfonds
Vastgoed BV en/of ABN AMRO Bank NV, welk geldbedrag verdachte en zijn mededaders uit hoofde van zijn, verdachtes, persoonlijke dienstbetrekking als controller en werknemer bij Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV (van 1 oktober 1995 tot 1 augustus 2001) en/of als directeur financiën en informatievoorziening en werknemer bij Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV (van 1 augustus 2001 tot 1 mei 2002) en/of als adjunct-directeur en werknemer bij Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO (van 1 januari 1999 tot 1 mei 2002)
en/of
uit hoofde van de persoonlijke dienstbetrekking van [medeverdachte 1] als (algemeen) directeur en werknemer bij Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV (van 1 oktober 1995 tot 1 augustus 2001) en/of als (algemeen) directeur en werknemer bij BV Bouwfonds Vastgoedontwikkeling, een onderneming met ABN AMRO (van 16 september 1998 tot 1 januari 2001),
in elk geval anders dan door misdrijf onder zich hadden, wederrechtelijk zich hebben toegeëigend;
2.
(PROJECT SOLARIS):
Hij in de periode van 8 oktober 1999 tot en met 10 december 1999 te Capelle aan den IJssel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
een turnkeyovereenkomst met een daaraan gehechte stichtingskostenbegroting tussen Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO, en [vennootschap 8], handelend namens de nog op te richten Capelse Maasoever BV (D-0006/D-1270),
zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken en/of laten opmaken, immers hebben hij, verdachte, en zijn mededaders valselijk en in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -
in die turnkeyovereenkomst opgenomen dat [vennootschap 8] / de nog op te richten Capelse Maasoever BV project Solaris tegen een vergoeding van fl. 127.500.000, waarin alle met het project gemoeide kosten zijn begrepen, overeenkomstig aan een aan die turnkeyovereenkomst gehechte stichtingskostenbegroting, "turnkey" zal opleveren aan Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO,
en
in die turnkeyovereenkomst opgenomen een bouwclaim d.d. 3 november 1999 van [vennootschap 5] (D-2409)
en
die turnkeyovereenkomst gedateerd op 8 oktober 1999,
terwijl in werkelijkheid de bij dat project berekende stichtingskosten door Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO, en [vennootschap 8] waren begroot op een bedrag van fl. 95.930.547 dan wel fl. 98.495.864, al dan niet te vermeerderen met de overeengekomen vergoeding van fl. 7.500.000 voor [vennootschap 8] / de nog op te richten Capelse Maasoever BV,
en
die bouwclaim van [vennootschap 5] niet bestaat
en
die turnkeyovereenkomst geantedateerd is,
zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
3.
(PROJECT SOLARIS):
Hij in de periode van 21 september 1999 tot en met 31 december 2002 te Capelle aan den IJssel en/of Den Haag, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
een ontwikkelingsovereenkomst tussen [vennootschap 8] en Idlewild Consultants BV (D-0010), zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken en/of laten opmaken, immers hebben hij, verdachte, en zijn mededaders valselijk en in strijd met de waarheid
- zakelijk weergegeven -
in die ontwikkelingsovereenkomst opgenomen dat [vennootschap 8] en Idlewild Consultants BV een exclusief samenwerkingsverband zijn aangegaan dat erop is gericht om voor gezamenlijke rekening en risico de ontwikkeling van zes kantoorgebouwen en een parkeergarage te Capelle aan den IJssel aan de Rivium Promenade (project Solaris) ter hand te nemen,
en
die ontwikkelingsovereenkomst gedateerd op 21 september 1999,
terwijl in werkelijkheid Idlewild Consultants BV geen (reële) werkzaamheden heeft verricht, geen (financieel) risico heeft gelopen, geen sprake is geweest van een (exclusief) samenwerkingsverband, geen sprake is geweest van een gezamenlijke ontwikkeling van zes kantoorgebouwen en een parkeergarage te Capelle aan den IJssel aan de Rivium Promenade en er ook geen intentie is geweest tot een dergelijke samenwerking
en
die ontwikkelingsovereenkomst geantedateerd was,
zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
4.
PRIMAIR:
(PROJECT SOLARIS):
Hij in of omstreeks de periode van 22 augustus 2002 tot en met 9 december 2004, te Den Haag en/of Amstelveen en/of Capelle aan den IJssel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, van voorwerpen, te weten geldbedragen tot een totaal bedrag van € 2.370.000 (exclusief btw),
de werkelijke aard heeft verborgen en verhuld
door voor te wenden dat die geldbedragen waren verkregen op basis van
een (valse) turnkeyovereenkomst gesloten tussen Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO, en [vennootschap 8], handelend namens de nog op te richten Capelse Maasoever BV (D-0006/D-1270) en
twee (valse) ontwikkelingsovereenkomsten gesloten tussen [vennootschap 8] en Olivarius BV (D-1430 en D-1431) en
een (valse) overeenkomst gesloten tussen [vennootschap 8] en Beagle Management Consultancy Services BV (D-1426) en
een (valse) afkoopbrief ten bedrage van € 675.000 (exclusief btw) van [vennootschap 8] aan Olivarius BV (D-1432) en
zes (valse) facturen van Olivarius BV aan [vennootschap 8] ten bedrage van in totaal € 707.500 (exclusief btw) (D-1441, D-1442, D-1443, D-1444, D-1445 en D-1445-1) en
acht (valse) facturen van Beagle Management Consultancy Services BV aan [vennootschap 8] ten bedrage van in totaal € 837.500 (exclusief btw) (D-1428, D-1429, D-1429-1, D-1429-2, D-1429-3, D-1434, D-1435 en D-1436) en
(valse) facturen van Finance of the LAM BV aan [vennootschap 8] (D-1437, D-1438, D-1438-1, en D-1440),
terwijl hij, verdachte en zijn mededaders wisten dat die voorwerpen/geldbedragen onmiddellijk of middelijk afkomstig waren uit enig misdrijf;
5.
(PROJECT COOLSINGEL):
Hij in de periode van 15 januari 1999 tot en met 13 februari 2004 te Hoevelaken en/of Capelle aan den IJssel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk een geldbedrag van € 6.405.108 (fl. 14.115.000), dat toebehoorde aan Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO en/of BV Bouwfonds Vastgoedontwikkeling, een onderneming met ABN AMRO, en/of Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV en/of ABN AMRO Projectontwikkeling BV en/of Bouwfonds Vastgoed BV en/of ABN AMRO Bank NV, welk geldbedrag verdachte en zijn
mededaders uit hoofde van zijn, verdachtes, persoonlijke dienstbetrekking als controller/werknemer bij Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV (van 1 oktober 1995 tot 1 augustus 2001) en/of als directeur financiën en informatievoorziening/werknemer bij/van Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV (van 1 augustus 2001 tot 1 mei 2002) en/of als adjunct-directeur/werknemer bij/van Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO (van 1 januari 1999 tot 1 mei 2002)
en/of
uit hoofde van de persoonlijke dienstbetrekking van [medeverdachte 1] als (algemeen) directeur/werknemer bij/van Bouwfonds Vastgoedontwikkeling BV (van 1 oktober 1995 tot 1 augustus 2001) en/of als (algemeen) directeur/werknemer bij/van BV Bouwfonds Vastgoedontwikkeling, een onderneming met ABN AMRO (van 16 september 1998 tot 1 januari 2001),
in elk geval anders dan door misdrijf onder zich hadden, wederrechtelijk zich hebben toegeëigend;
6.
(PROJECT COOLSINGEL):
Hij in de periode van 15 januari 1999 tot en met 31 oktober 1999 te Capelle aan den IJssel en/of Hoevelaken, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
een overeenkomst inzake de ontwikkeling van de Luxorlocatie te Rotterdam tussen [vennootschap 8] en Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO (D-0002/D-1579),
zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken en/of laten opmaken, immers hebben hij, verdachte, en zijn mededaders valselijk en in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -
in die overeenkomst opgenomen dat [vennootschap 8] de directievoering en de ontwikkeling van de Luxorlocatie te Rotterdam (project Coolsingel) overneemt van Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO tegen betaling van een overeengekomen prijs van fl.13.850.000 (exclusief btw) door Bouwfonds Vastgoedontwikkeling CV, een onderneming met ABN AMRO, te betalen aan [vennootschap 8],
en die overeenkomst gedateerd op 15 januari 1999,
terwijl in werkelijkheid die vergoeding van fl. 13.850.000 voor de overname van de directievoering en de ontwikkeling van de Luxorlocatie te Rotterdam niet geheel ten goede is gekomen aan [vennootschap 8], maar in ieder geval voor een bedrag van circa fl. 4.062.319 (€ 1.843.400) ten goede is gekomen aan Bloemenoord Groep BV / [medeverdachte 1] en Idlewild Consultants BV / [betrokkene 14],
en
die overeenkomst geantedateerd is,
zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
7.
(PROJECTEN HOLLANDSE MEESTER, SOLARIS en COOLSINGEL):
Hij in de periode van 1 januari 1998 tot en met 13 november 2007 te Capelle aan den IJssel en/of Hoevelaken en/of Den Haag en/of Bergschenhoek en/of Bilthoven en/of Amsterdam en/of Amstelveen en/of Heemstede en/of Bemmel en/of Buitenkaag, in elk geval in Nederland opzettelijk heeft deelgenomen aan een organisatie,
te weten een samenwerkingsverband van natuurlijke personen en/of rechtspersonen, bestaande uit hem, verdachte, en/of [medeverdachte 1] en/of [betrokkene 14] en/of [betrokkene 12] en/of [medeverdachte 6] en/of [betrokkene 13] en/of [medeverdachte 7] en/of [betrokkene 7] en/of [medeverdachte 10] en/of [betrokkene 11] en/of Bloemenoord Groep BV en/of Ildewild Consultants BV en/of [vennootschap 8] en/of Capelse Maasoever BV en/of [medeverdachte 13] en/of [vennootschap 5] en/of [vennootschap 17] (van 14 april 1999 tot 26 februari 2009 optredend onder de handelsnaam [vennootschap 7]) en/of [vennootschap 13] en/of een of meer andere (rechts)person(en), welke organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, namelijk onder meer:
- verduistering in dienstbetrekking bij Bouwfonds
- valsheid in geschrift
- witwassen
- opzetheling
bestaande die deelneming onder meer uit:
- het (laten en/of doen) aangaan van valse overeenkomsten en/of
- het (laten en/of doen) opmaken en/of samenstellen van valse of vervalste facturen en/of overeenkomsten en/of brieven en/of kostenbatenanalyses (KBA) en/of rapportages
en/of
- het (laten en/of doen) opnemen van valse facturen en/of overeenkomsten en/of brieven in bedrijfsadministraties en/of
- het (laten en/of doen) verzenden van valse facturen en/of overeenkomsten en/of brieven en/of
het (laten en/of doen) doorbetalen en/of beheren en/of verdelen en/of ontvangen en/of verhullen van geldbedragen, die verkregen zijn met vorenbedoelde misdrijven
en/of
- het (laten en/of doen) doorgeven van gegevens aan overige leden van de organisatie, die relevant zijn voor de op te maken valse facturen en/of overeenkomsten en/of brieven
en/of
- het (laten en/of doen) doorgeven van gegevens aan overige leden van de organisatie, die relevant zijn om geldbedragen, die verkregen zijn met vorenbedoelde misdrijven, door te (kunnen) sluizen en/of
- het (laten en/of doen) beleggen van vergaderingen/bijeenkomsten met overige leden van de organisatie en/of
- het (laten en/of doen) oprichten van bedrijven, die met geen ander doel zijn opgericht dan voor het (laten en/of doen) plegen van vorenbedoelde misdrijven en/of
- het feitelijk leiding geven aan vorenbedoelde misdrijven,
8.
PRIMAIR:
(PROJECT EUROCENTER)
Hij in of omstreeks de periode van 23 oktober 2006 tot en met 24 oktober 2006 te Den Haag, in elk geval in Nederland ,tezamen en in vereniging met anderen
een factuur van Beagle Management Consultancy Services BV gericht aan [vennootschap 1 betrokkene 7] ten bedrage van Euro 25.000,- (exclusief btw) (D-1384)
en
een factuur van Geuzenvloot BV gericht aan [vennootschap 2 betrokkene 7] ten bedrage van Euro 35.000,- (exclusief btw) (D-1383)
en
een factuur van Geuzenvloot BV gericht aan [vennootschap 5] ten bedrage van Euro 45.000,- (exclusief btw) (D-1385)
en
een factuur van Geuzenvloot BV gericht aan [vennootschap 3 betrokkene 7] ten bedrage van Euro 100.000,- (exclusief btw) (D-1387),
zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of laten opmaken, immers hebben hij, verdachte, en zijn mededaders valselijk en in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven-
in die facturen vermeld dat door Beagle Management Consultancy Services BV en/of Geuzenvloot BV werkzaamheden en/of diensten zijn verricht voor [vennootschap 1 betrokkene 7] en/of [vennootschap 2 betrokkene 7] en/of [vennootschap 5] en/of [vennootschap 3 betrokkene 7], terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn geheel, door of namens Beagle Management Consultancy Services BV en/of Geuzenvloot BV zijn verricht ten behoeve voor [vennootschap 1 betrokkene 7] en/of [vennootschap 2 betrokkene 7] en/of [vennootschap 5] en/of [vennootschap 3 betrokkene 7]
en
in die facturen factuurbedragen vermeld die in werkelijkheid geen, althans niet volledig, betrekking hebben op de in die facturen vermelde werkzaamheden en/of diensten,
zulks telkens met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
9.
PRIMAIR:
(PROJECT EUROCENTER):
Hij in de periode van 20 oktober 2006 tot en met 23 november 2006, te Den Haag en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen van voorwerpen, te weten geldbedragen tot een totaalbedrag van Euro 205.000,- (exclusief btw),
de werkelijk aard heeft verhuld
door voor te wenden dat die geldbedragen waren verkregen op basis van een (valse) factuur van Beagle Management Consultancy Services BV aan [vennootschap 1 betrokkene 7] ten bedrage van Euro 25.000,- (D-1384) en drie (valse) facturen van Geuzenvloot Vastgoed BV aan respectievelijk [vennootschap 5] en [vennootschap 2 betrokkene 7] en [vennootschap 3 betrokkene 7] ten bedrage van in totaal circa Euro 180.000,- (D-1383 en D-1385 en D-1387),
terwijl hij, verdachte en zijn medaders wisten, dat die geldbedragen onmiddellijk of middellijk afkomstig waren uit enig misdrijf;
10.
(PROJECT EUROCENTER):
Hij in de periode van 21 mei 2003 tot en met 26 september 2003 te Hoevelaken en/of Muiderberg, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
een Kosten Baten Analyse (KBA) met de projectnaam Kavel 8 & 9 Drentepark te Amsterdam (ook bekend onder de projectnaam Eurocenter) (D-4178)
zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen valselijk heeft opgemaakt en/of laten opmaken immers hebben hij, verdachte en zijn mededaders valselijk en in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -
in die Kosten Baten Analyse (KBA) de totale bouwkosten begroot op een bedrag van Euro 62.910.000,-, terwijl in werkelijkheid die bouwkosten waren begroot op een bedrag van tussen de Euro 49.950.000,- en Euro 53.274.918, althans in werkelijkheid lager waren dan die Euro 62.910.000,-,
en
in die Kosten Baten Analyse (KBA) een vergoeding/courtage van Euro 2.000.000,- opgenomen ten behoeve van Universum Vastgoed BV ter zake bemiddelingskosten bij verwerving, terwijl in werkelijkheid Universum Vastgoed BV geen bemiddelingswerkzaamheden en/of diensten inzake het project Eurocenter heeft verricht of zou gaan verrichten,
zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
11.
(PROJECT EUROCENTER/PHILIPS):
Hij in de periode van 1 januari 1998 tot en met 13 november 2007 te Eindhoven en/of Hoevelaken en/of Hoofddorp en/of Heemstede en/of Weert en/of Haelen en/of Roermond en/of Tilburg en/of Aerdenhout en/of Den Bosch en/of Den Haag en/of Bilthoven en/of Haarlem en/of Capelle aan den IJssel en/of IJsselstein, in elk geval in Nederland opzettelijk heeft deelgenomen aan een organisatie,
te weten een organisatieverband van natuurlijke personen en/of rechtspersonen, bestaande uit hem, verdachte, en/of [medeverdachte 1] en/of [betrokkene 14] en/of [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 2] en/of [betrokkene 16] en/of [medeverdachte 5] en/of [betrokkene 4] en/of [medeverdachte 6] en/of [betrokkene 7] en/of Landquest NV en/of Kanaalcentrum Utrecht BV en/of Europalaan Utrecht BV en/of Idlewild Consultants BV en/of Universum Holding BV en/of Universum Beheer BV en/of [medeverdachte 13] en/of [medeverdachte 14] en/of [vennootschap 4] en/of [vennootschap 5] en/of een of meer andere (rechts)personen welke organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, namelijk onder meer:
-valsheid in geschrift;
-actieve en/of passieve niet ambtelijke omkoping ;
-witwassen ;
bestaande die deelneming onder meer uit:
het bedenken en/of plannen en/of voorbereiden van vorenbedoelde misdrijven
en/of
het uitdenken en/of vastleggen van constructies waarop de met vorenbedoelde misdrijven verkregen gelden worden verdeeld en/of aan het zicht worden onttrokken van derden
en/of
het ten behoeve van vorenbedoelde misdrijven oprichten van vennootschappen en/of aangaan van samenwerkingsverbanden en/of inrichten van de (eigendoms)verhoudingen binnen vennootschappen
en/of
het ten behoeve van vorenbedoelde misdrijven doen van giften en/of beloften aan andere deelnemers van die organisatie en/of aan anderen in ruil voor medewerking
en/of
het verzwijgen tegenover de werkgever (Stichting Philips Pensioenfonds en/of Philips Real Estate Investment Management BV en/of Schootse Poort Onroerend Goed Beheer BV) van giften en/of beloften
en/of
het aanwenden en/of gebruik maken van de positie en/of specifieke kennis en/of vaardigheden van andere deelnemers van de organisatie en/of van anderen
en/of
het voor rekening van en/of op naam van de werkgever (doen of laten) aangaan valse overeenkomsten
en/of
het ten behoeve van het aangaan van valse overeenkomsten overleggen van valse of vervalste KBA's en/of notities en/of andere stukken
en/of
het (doen of laten) verrichten van (frauduleuze) betalingen aan de contractpartijen ter uitvoering van valse overeenkomsten
en/of
het (doen of laten) verstrekken van geheime of vertrouwelijke informatie aan andere deelnemers van de organisatie
en/of
het (doen of laten) opnemen van valse overeenkomsten en/of facturen en/of brieven in bedrijfsadministraties (van de werkgever)
en/of
het (doen of laten) opmaken en/of samenstellen van valse facturen en/of overeenkomsten en/of brieven ten behoeve van de verdere doorgeleiding van de door middel van vorenbedoelde misdrijven verkregen (frauduleuze) gelden
en/of
het doen of laten beheren van de door middel van vorenbedoelde misdrijven verkregen gelden door andere deelnemers van de organisatie en/of het beheren van de door middel van vorenbedoelde misdrijven verkregen gelden voor andere deelnemers van de organisatie
en/of
het (doen of laten) beheren van de door middel van vorenbedoelde misdrijven verkregen gelden middels (een) buitenlandse bankrekening(en)
en/of
het beleggen of bijwonen van bijeenkomsten en/of vergaderingen met de andere deelnemers van de organisatie, zulks ten behoeve van besluitvorming over vorenbedoelde misdrijven
en/of
het feitelijk leiding geven aan vorenbedoelde misdrijven,
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank de tenlastelegging verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1: Medeplegen van verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn dienstbetrekking onder zich heeft.
Feit 2: Medeplegen van valsheid in geschrift.
Feit 3: Medeplegen van valsheid in geschrift.
Feit 4: Medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd.
Feit 5: Medeplegen van verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn dienstbetrekking onder zich heeft.
Feit 6: Medeplegen van valsheid in geschrift.
Feit 7: Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Feit 8: Medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
Feit 9: Medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd.
Feit 10: Medeplegen van valsheid in geschrift.
Feit 11: Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
7. Motivering van de sanctie
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft voorts acht geslagen op het uittreksel uit het justitieel documentatieregister van 15 juni 2010 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor strafbare feiten is veroordeeld.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte is niet ongevoelig gebleken voor de verlokkingen van gemakkelijk verdiend geld en heeft daartoe meegewerkt aan de vervaardiging van overeenkomsten en daarop gebaseerde facturen waarvan de inhoud in strijd was met de achterliggende werkelijkheid. Ook al heet het, dat hebzucht goed is, als die ten toon wordt gespreid door personen wie het naar objectieve maatstaven aan niets ontbreekt en die voor de bevrediging daarvan hun toevlucht zoeken tot valsheid in geschrift, is er weinig reden voor die instelling begrip op te brengen.
Verdachte heeft in zijn functie als controller en vervolgens adjunct directeur en directeur Financiën en Informatievoorziening en tenslotte als interimmanager bij Bouwfonds een cruciale rol gespeeld in het schimmenspel waarin via valse facturen, diverse vennootschappen en tussenpersonen, enorme geldbedragen zijn onttrokken aan de grote financiële ruimte die zich in vastgoedprojecten doorgaans bevond tussen de stichtingskosten van het project en het bedrag waarvoor het kon worden verkocht. Binnen het georganiseerde verband waarin dit plaatsvond is verdachte een van de grootverdieners gebleken: naar vennootschappen die aan verdachte kunnen worden gelieerd zijn miljoenen euro's gevloeid. Dat verdachte zoveel geld kon verdienen in projecten waar hij niets voor deed laat zich verklaren: voor de criminele organisatie waarvan verdachte deel uitmaakte zat hij op een bepalende positie. Het was immers verdachte die als controller de enorme uitgaande geldstromen in de boeken bij Bouwfonds verantwoordde met als gevolg dat het verdelen van bij tussenpersonen kunstmatig gecreëerde overwinsten jarenlang kon gebeuren. Binnen dit fraudecomplex was verdachte lid van een driemanschap met [medeverdachte 1] en [betrokkene 14]. Verdachte was samen deze twee companen auctor intellectualis van de wijze waarop gelden naar tussenpersonen gingen, voor verdachte met name richting [betrokkene 13] en [betrokkene 12], en de wijze waarop deze gelden later werden verdeeld. Teneinde zijn deel uit de geldpotjes die zodoende gecreëerd werden te gelde te maken heeft verdachte vele valse overeenkomsten gesloten en facturen gestuurd en zodoende op grote schaal valsheid in geschrift gepleegd en grote bedragen witgewassen.
Door op deze manier te handelen heeft verdachte getracht dit geld aan het zicht van de autoriteiten en zijn werkgever te onttrekken. Dergelijke delicten brengen nadeel teweeg en leiden tot schending van het vertrouwen dat in het maatschappelijk verkeer gesteld moet kunnen worden in de juistheid van bepaalde geschriften en andere gegevens. Echter, het meest kwalijk kan verdachte worden genomen dat hij met zijn companen zijn (toenmalige) werkgever voor vele miljoenen tekort heeft gedaan. Het vertrouwen dat zijn werkgever in hem had gesteld, hebben verdachte en zijn mededaders op grove wijze beschaamd. Voor de stelling van de verdediging dat verdachte in een mijnenveld liep van [medeverdachte 1] en [betrokkene 14] is op geen enkele manier steun te vinden in het dossier.
Waar andere in het Klimop-dossier voorkomende verdachten vele jaren later op enigerlei wijze lijken in te zien wat zij verkeerd hebben gedaan en middels schikkingen het door hen wederrechtelijk verkregen voordeel hebben terugbetaald en zo de benadeelde partij voor hun aandeel schadeloos hebben gesteld, lijkt verdachte het laakbare van zijn handelen op geen enkele manier te willen of kunnen inzien. De rechtbank zal niet in strafverzwarende zin rekening houden met het feit dat verdachte met de benadeelde partijen niet tot een schikking is gekomen. Een norm tot terugbetaling past immers alleen bij de situatie waarin onterechte betalingen erkend worden en dat heeft verdachte niet gedaan. Wel houdt de rechtbank bij haar beoordeling rekening met het feit dat verdachte bij hoog en laag iedere beschuldiging blijft ontkennen en op geen enkele wijze openheid van zaken heeft gegeven. Bij confrontatie met de vele bewijzen is de eenvoudige ontkenning van de feiten, aangeven nergens iets van geweten te hebben of er op wijzen slechts controller te zijn, volstrekt niet afdoende. Deze houding geeft blijk van het op geen enkele manier verantwoordelijkheid willen nemen voor het eigen handelen.
Van de zijde van het openbaar ministerie is in dit verband opgemerkt, dat juist geprivilegieerde mensen, mensen met macht, geld en positie, zich aan de wet moeten houden en dat de bereidheid - ondanks een uitstekende positie en een bevoorrecht leven - normen en waarden aan de laars te lappen, tot strafverzwaring dient te leiden. Bestaande mores in de vastgoedmarkt maken de strafwaardigheid van een en ander niet anders, heeft het openbaar ministerie daaraan toegevoegd, evenmin als de media-aandacht van overwegende invloed mag zijn op de strafmaat, aangezien hoge bomen nu eenmaal veel wind vangen.
Ook zonder dat uitgangspunt te verwerpen wil de rechtbank toch steeds in individuele zaken oog hebben voor alle aspecten die van belang geacht kunnen worden voor de bepaling van de strafsoort en de strafmaat. De media-aandacht die er ook in de zaak van verdachte is geweest behoort daar zeker toe. De rechtbank acht aannemelijk dat de media-aandacht en de daarin reeds verwerkte oordelen een zware wissel hebben getrokken op verdachte en zijn privéleven. De rechtbank ziet deze media-aandacht als een kennelijk onvermijdelijk en bovendien van een eigen dynamiek voorzien fenomeen dat zich bij uitstek in zaken met een zekere impact voordoet. In dit geval vormen de positie die verdachte in het maatschappelijk leven heeft bekleed en de contacten die hij daarin onderhield, niet geheel onbegrijpelijk een aandachttrekkend aspect.
Hoewel er van de zijde van de verdediging niet expliciet verweer op is gevoerd, heeft de rechtbank zich ambtshalve gebogen over de vraag of rekening gehouden dient te worden met de omstandigheid dat de vervolging in eerste aanleg ruim vier jaar heeft geduurd en of dit een overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) inhoudt.
Vooropgesteld moet worden dat als uitgangspunt heeft te gelden dat de behandeling van een zaak ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. Als omstandigheden waarvan de redelijkheid van de duur van een zaak afhankelijk is hebben onder meer te gelden de ingewikkeldheid van een zaak, waartoe ook de omvang van het verrichte onderzoek en de gelijktijdige berechting van zaken tegen medeverdachten wordt gerekend, de invloed van verdachte en zijn raadsman op het procesverloop alsmede de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
Ervan uitgaande dat bedoelde termijn een aanvang heeft genomen op het moment dat verdachte in verzekering is gesteld, te weten 13 november 2007, kan worden vastgesteld dat op het moment dat in eerste aanleg vonnis zal worden gewezen de vervolging van verdachte meer dan vier jaar in beslag heeft genomen. Deze duur acht de rechtbank onwenselijk maar niet onredelijk lang, in aanmerking nemend de omvang van het door de FIOD-ECD verrichte onderzoek dat ook nog na 13 november 2007 heeft plaatsgevonden, de enorme omvang en de complexiteit van het Klimop-dossier, het uitgebreide onderzoek dat mede op verzoek van de verdediging in de zaak van verdachte en in de zaken van medeverdachten in het kabinet van de rechter-commissaris heeft plaatsgevonden als ook de tijd die de behandeling ter terechtzitting van verdachtes zaak ter terechtzitting als gevolg van de gelijktijdige berechting van diverse in dit megaproces terechtstaande verdachten, in beslag heeft genomen. De rechtbank zal aan de hiervoor gedane vaststelling omtrent de lange duur van de vervolging dan ook geen consequenties verbinden die van invloed zijn op de strafmaat.
Het voorgaande brengt met zich dat verdachte een gevangenisstraf van aanzienlijke duur moet worden opgelegd. Omdat de rechtbank van oordeel is dat verdachte binnen het criminele samenwerkingsverband weliswaar een coördinerende maar geen leidinggevende rol heeft vervuld, zal de rechtbank wel een lagere straf opleggen dan door het openbaar ministerie is geëist.
Op grond van het hiervoor overwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur passend en geboden is.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikelen 47, 57, 140, 225, 321, 322, 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
9. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4.3. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 5. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) JAREN.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Heft op het reeds geschorste bevel voorlopige hechtenis van de verdachte.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.J.M. Verpalen, voorzitter,
mr. M. Daalmeijer en mr. M. Hoendervoogt, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffiers mr. A.P. de Klerk en mr. L. Wessels,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 januari 2012.
1 De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen. De genoemde bewijsmiddelen zijn in de voetnoten verkort aangegeven. Door verdachten afgelegde verklaringen zijn aangeduid met de letter "V", door getuigen afgelegde verklaringen met de letter "G", processen-verbaal van ambtshandeling met "AH" en andere schriftelijke bescheiden met de letter "D".
2 AH-1058 en V054-02, p. 3 (onder) en p. 4 (boven).
3 D-5557.
4 D-2853.
5 D-2852.
6 D-2854.
7 D-0114.
8 D-0173.
9 D-0015.
10 D-0113.
11 AH-0965, p. 6 en 7.
12 AH-0065, p. 3 (midden).
13 3-OPV, p. 15 (onder).
14 V08-12, p. 3 (onder).
15 D-2840 en V08-17, p. 6.
16 D-1665.
17 D-1252.
18 V08-12, p. 3 en 4.
19 D-0006 en D-1270.
20 D-1569.
21 V08-12, p. 5 (onder).
22 D-1569.
23 D-0006.
24 D-2409.
25 D-0641 en D-2527.
26 V08-12, p. 5.
27 V08-12, p. 6 (boven).
28 D-0006.
29 V08-12, p. 5 (onder).
30 V47-09, p. 11.
31 D-2409, p. 1.
32 D-2409, p. 2.
33 V54-16, p. 7 (onder).
34 V47-09, p. 10.
35 D-2409, p. 1, D-0641 en D-2527.
36 V47-12, p. 14.
37 D-0641 en D-2527.
38 D-2565, p. 1 en de verklaring van verdachte, opgenomen in het proces-verbaal van de terechtzitting van 18 april 2011, p. 24 (boven).
39 D-2777.
40 D-1783.
41 V08-12, p. 4 (onder).
42 G93-01, p. 5.
43 G91-01, p. 5 en G108-01, p. 3.
44 V08-11, p. 7 en V09-12, p. 6.
45 D-0024 en D-0025.
46 Termijnfacturen D1266 t/m 1266-26; betalingen D-1235 t/m 1235-27 en verrekening kosten D-1277-2-10.
47 D-1253-26.
48 D-1253, p. 4 (onder).
49 V08-12, p. 4 (midden) en D-1253, p. 4.
50 V08-12, p. 5 (onder).
51 Verklaring [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 4 juli 2011: proces-verbaal trz, p. 7 en 8.
52 V08-12 p. 5 (onder).
53 Verklaring [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 4 juli 2011: proces-verbaal trz, p. 7 en 8.
54 Verklaring [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 4 juli 2011: proces-verbaal trz, p. 7 en 8.
55 D-0010.
56 V08-12, p. 6 en 7.
57 V08-12 p. 6 (onder) en 7 (boven).
58 D-1565.
59 D-1565.
60 V08-12, p. 6 (onder).
61 V08-12, p. 6.
62 V09-01, p. 2 en 6.
63 V09-12, p. 12.
64 V08-12 p. 7 (boven).
65 V08-12, p. 7.
66 V08-12 p. 7 (boven), D-0021 en D-1234-1 t/m 5.
67 D-1574.
68 V65-02, p. 22, eerste alinea.
69 V08-14, p.12 en V09-12, p. 8.
70 V08-14, p. 12.
71 D-1966 en V65-02, p. 22.
72 D-1526, p. 3, (onder).
73 V08-08, p. 14.
74 D-0275.
75 V09-12.
76 Verklaring [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 4 juli 2011: proces-verbaal trz, p. 7.
77 D-0277 en D-0282.
78 D-1242 en D-1229.
79 AH-1159, p.17 (boven) en V08-14, p. 14.
80 V08-14, p. 14 (onder).
81 D-0282.
82 V85-01, p. 16.
83 G110-01, p. 8 (midden) en G109-01, p. 8 (onder)
84 V08-14, p. 14.
85 Verklaring [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 4 juli 2011: proces-verbaal trz, p. 6.
86 V08-13, p. 10 e.v.
87 V08-13, p. 11.
88 D-1426.
89 D-1428, D-1429, D-1429-1, D-1429-2, D-1429-3, D-1434, D-1435 en D-1436.
90 D-1428-1, D-1429-4,D-1434-1, D-1435-1, D-1436-1
91 D-1430 en D-1431.
92 D-1441, D1442, D-1443, D1444, D1445 en D1445-1.
93 V08-13, p. 17 en 18.
94 Verklaring verdachte ter terechtzitting van 21 april 2011: proces-verbaal trz, p. 14.
95 V09-11, p. 9.
96 V08-13, p. 10 e.v.
97 D-1432.
98 D-1433 en D-1433-1.
99 V08-13, p. 10 e.v.
100 D-1437, D-1438, D-1438-1, D-1439 en D-1440.
101 D-1437 en D-1438-1.
102 D-1438 en D-1440.
103 D-1439.
104 V54-11, p. 13.
105 V08-13, p. 15 en 16.
106 V54-11, p. 13.
107 V09-11, p. 13.
108 D-1425.
109 V08-13, p. 15 en 16.
110 D-0831.
111 D-0830.
112 D-1497 t/m D-1500.
113 D-0002 en D-1579.
114 V08-19, p. 4.
115 V08-18, p. 4.
116 V09-03, p. 2 (boven).
117 V08-19, p. 5 (onder).
118 V09-08, p. 5 (midden).
119 D-1579.
120 D-0002, p. 7.
121 V08-18, p. 5 (boven).
122 D-1545-1 t/m 14, p. 1.
123 V08-19, p. 4 (boven).
124 V08-18, p. 3 (boven).
125 D-1579, p. 1 (boven).
126 D-1579, (par. 1.4) en D-0002, (par. 1.4).
127 D-2646, p. 5.
128 V08-18, p. 2 (onder).
129 V08-18. p. 7 (onder).
130 D-2646, p. 5.
131 V08-15, p. 2, 4 en 5.
132 V09-09, p. 5 (boven).
133 V08-16, p. 6.
134 D-0831.
135 D-0002.
136 V09-01, p. 6 (midden).
137 V09-03, p. 2 (onder).
138 V08-18, p. 13 (boven).
139 D-1480.
140 V08-18, p. 13 (midden).
141 AH-1159.
142 V09-08, p. 6 (midden).
143 V09-11, p. 2 (midden).
144 V09-09, p. 5 (midden).
145 V08-08, p. 8 (midden).
146 D-0007.
147 V08-08, p. 17 (midden).
148 V08-10, p. 3.
149 V08-18, p. 7 en 8.
150 V08-15, p. 5.
151 V09-01, p. 6 (onder) en 7 (boven).
152 V09-03, p. 3 (midden).
153 D-0014.
154 D-0097.
155 V73-01, p. 7 (midden).
156 D-3023.
157 D-2842.
158 D-2843.
159 D-2844.
160 V97-01, p. 3.
161 Verklaring verdachte ter terechtzitting van 23 mei 2011: proces-verbaal trz, p. 9 (onder).
162 AH-0016.
163 D-0390.
164 D-0184.
165 AH-1138, p. 4
166 AH-1138, p. 19.
167 D-0254.
168 D-1069.
169 V41-03, p. 3 en 4.
170 V41-10, p. 24.
171 G60-01, p. 5.
172 V59-08, p. 15.
173 G-158-01, p. 3 en 4.
174 D-1816.
175 D-2543 en D-2543-2.
176 D-1817.
177 V47-14, p. 4 (onder).
178 D-2536.
179 D-2496
180 V47-05, p. 5 (onder).
181 D-0255 t/m D-0259.
182 V47-05, p. 6 (boven).
183 V47-08, p. 10 (onder).
184 V-47-05, p. 5 (midden).
185 V47-09, p. 4 (onder).
186 Verklaring [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 4 juli 2011: proces-verbaal trz, p. 10 (boven).
187 D-1540.
188 V47-08, p. 5 (boven/midden).
189 D-1383, D-1385 en D-1387.
190 D-1384.
191 V47-08, p. 12 (boven).
192 D-1080.
193 V47-08, p. 6 (midden).
194 V47-09, p. 20 (midden/onder)
195 D-1383.
196 V47-09, p. 19 (onder) en p. 20 (boven).
197 D-1385.
198 V47-09, p. 21 (midden/onder), p. 22 (boven).
199 D-1387.
200 V47-09, p. 22 (midden/onder), p. 23 (boven).
201 Verklaring [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 4 juli 2011: proces-verbaal trz, p. 10 (boven).
202 D-2915, p. 2.
203 G148-01, p. 3 (midden).
204 G148-01, p. 7 (onder).
205 G148-01, p. 5 (onder).
206 G148-01, p. 6 (boven).
207 D-3269.
208 D-1984.
209 D-3322, p. 3.
210 Getoond is D-1764=D-3322, AH-1138, p.33 (midden).
211 G-161-01, p. 9 (midden).
212 Verklaring verdachte ter terechtzitting van 23 mei 2011: proces-verbaal trz, p. 6 (midden).
213 D-3322, p. 15 (onder).
214 D-5560, achter tabblad 8, 3e kwartaal 2003.
215 D-0614, p. 2.
216 D-2303.
217 D-0165.
218 Verklaring verdachte ter terechtzitting van 23 mei 2011, proces-verbaal trz, p. 6 ( midden).
219 Verklaring verdachte ter terechtzitting van 23 mei 2003, proces-verbaal trz, p. 6 (boven).
220 Verklaring [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 4 juli 2011: proces-verbaal trz, p. 11 (boven).
221 D-0165.
222 D-3269.
223 D-3322.
224 D-3351.
225 D-1982.
226 Verklaring verdachte ter terechtzitting van 23 mei 2011, proces-verbaal trz, p. 6 (onder) en 7 (boven).
227 D-0620.
228 Verklaring verdachte ter terechtzitting van 23 mei 2011, proces-verbaal trz, p. 6 ( midden).
229 Verklaring verdachte ter terechtzitting van 23 mei 2003, proces-verbaal trz, p. 7 (midden).
230 Verklaring [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 4 juli 2011: proces-verbaal trz, p. 9 (midden).
231 Verklaring [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 4 juli 2011: proces-verbaal trz, p. 10 (onder).
232 Verklaring [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 4 juli 2011: proces-verbaal trz, p. 11 (boven).
233 Requisitoir (behorend bij het proces-verbaal van de terechtzitting van 27 september 2011), p. 240.
234 Requisitoir, p. 243.
235 Requisitoir, p. 255.
236 Requisitoir, p. 256.
237 Requisitoir, p. 272.
238 Requisitoir, p. 273.
239 Requisitoir, p. 274.
240 Verklaring [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 4 juli 2011: proces-verbaal trz, p. 13 (midden).
241 V73-01, p. 7 (midden).
242 Verklaring [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 4 juli 2011: proces-verbaal trz, p. 5 (midden).
243 Verklaring [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 4 juli 2011: proces-verbaal trz, p. 5 (onder).
244 Verklaring [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 4 juli 2011: proces-verbaal trz, p. 6 (boven).
245 Verklaring [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 4 juli 2011: proces-verbaal trz, p. 6 (midden).
246 Verklaring [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 4 juli 2011: proces-verbaal trz, p. 7 (midden).
247 Verklaring [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 4 juli 2011: proces-verbaal trz, p. 7 (boven).
248 V08-10, p. 3 (onder).
249 V09-09, p. 2 (midden).