ECLI:NL:RBHAA:2012:BW5707
Rechtbank Haarlem
- Voorlopige voorziening
- A.C. Terwiel-Kuneman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake hoofdverblijf in gemeente Zaanstad
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem op 19 maart 2012 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.A. van Hoof, had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb) door het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad. De afwijzing was gebaseerd op het standpunt dat verzoeker niet zijn hoofdverblijf had in de gemeente Zaanstad, wat zou zijn vastgesteld tijdens een huisbezoek op 16 januari 2012.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de rapportage van het huisbezoek onvoldoende basis bood voor de conclusie dat verzoeker niet zijn hoofdverblijf in Zaanstad had. De rapportage voldeed niet aan de eisen die de Centrale Raad van Beroep hieraan stelt, omdat er geen vragen aan verzoeker waren gesteld tijdens het huisbezoek en de rapportage summier was. Verzoeker had de inhoud van de rapportage gemotiveerd weersproken, en de voorzieningenrechter concludeerde dat de nodige waarborgen voor de juistheid en volledigheid van de rapportage ontbraken.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, maar verweerder werd wel veroordeeld in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 874,--, te betalen aan de griffier van de rechtbank. Daarnaast werd verweerder gelast het door verzoeker betaalde griffierecht van € 42,-- aan hem te vergoeden. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open. De zaak illustreert de noodzaak van zorgvuldigheid bij het opstellen van rapportages door bestuursorganen en de waarborgen die verzoekers moeten hebben in procedures.