ECLI:NL:RBHAA:2012:BW7092
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- F.F.W. Brouwer
- K.G. Witteman
- S. Euwema
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid rechtbank in WOTS-zaak betreffende voorwaardelijke invrijheidsstelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 28 maart 2012 uitspraak gedaan over een vordering tot uitstel of achterwege laten van de voorwaardelijke invrijheidsstelling van een veroordeelde, die zijn straf in Nederland ondergaat na een veroordeling door het Bezirksgericht Bülach in Zwitserland. De officier van justitie had op 20 februari 2012 een vordering ingediend, waarin werd gesteld dat de veroordeelde zich ernstig had misdragen na de aanvang van de tenuitvoerlegging van zijn straf. De officier vorderde dat de voorwaardelijke invrijheidsstelling geheel achterwege zou blijven, omdat de voorwaarden niet voldoende het recidiverisico zouden inperken en de veroordeelde had aangegeven de voorwaarden niet te zullen naleven.
Tijdens de openbare terechtzitting op 28 maart 2012 heeft de rechtbank de zaak behandeld. De verdediging voerde aan dat de rechtbank Haarlem onbevoegd was, omdat de tenuitvoerlegging van de straf in het arrondissement Alkmaar plaatsvond. De rechtbank overwoog dat op basis van artikel 15d van het Wetboek van Strafrecht de rechtbank die het verlof tot tenuitvoerlegging heeft verleend, of de rechtbank in het arrondissement waar de tenuitvoerlegging is gelast, bevoegd is om kennis te nemen van de vordering. Aangezien de veroordeelde in de Penitentiaire Inrichting Heerhugowaard Alkmaar gedetineerd was, was de rechtbank Alkmaar bevoegd.
De rechtbank Haarlem verklaarde zich derhalve onbevoegd om kennis te nemen van de vordering tot uitstel of achterwege laten van de voorwaardelijke invrijheidsstelling. Tegen deze beslissing stond geen rechtsmiddel open. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en werd in het openbaar uitgesproken. Mr. Euwema was niet in staat de beslissing mede te ondertekenen.