ECLI:NL:RBHAA:2012:BW7654

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
22 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/1856
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • G. Guinau
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omgevingsvergunning voor aanleg van geluidreducerende ribbels in recreatiegebied

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem op 22 mei 2012 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een omgevingsvergunning voor de aanleg van geluidreducerende ribbels in een groen- en recreatiegebied. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. R. van der Zwan, betwistte de verleende vergunning door het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer, vertegenwoordigd door mr. M.F.A. Dankbaar. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de inrichting van het perceel primair gericht is op geluidreductie, zonder dat recreatieve overwegingen een rol spelen. Dit leidde tot de conclusie dat de aanleg van de ribbels in strijd is met de bestemming 'Recreatie' zoals vastgelegd in het bestemmingsplan 'Haarlemmermeer Noordwest Groengebieden 2010'. Ondanks deze constatering heeft de voorzieningenrechter geen aanleiding gezien om een voorlopige voorziening te treffen, omdat de aanleg van de ribbels niet als onomkeerbaar kan worden aangemerkt. Het verzoek om voorlopige voorziening werd derhalve afgewezen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een omgevingsvergunning voor activiteiten die planologisch strijdig zijn met de bestemming van het gebied.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 12 - 1856
uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 mei 2012
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker,
gemachtigde: mr. R. van der Zwan, advocaat te 's-Gravenhage,
tegen:
het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer,
verweerder,
gemachtigde: mr. M.F.A. Dankbaar, advocaat te Haarlem,
derde partij,
N.V. Luchthaven Schiphol,
gevestigd te Schiphol.
1. Procesverloop
Bij besluit van 28 maart 2012 (het bestreden besluit) heeft verweerder omgevingsvergunning verleend ten behoeve van de herinrichting van het groen- en recreatiegebied [naam]. De omgevingsvergunning heeft betrekking op de aanleg van geluidreducerende ribbels, het plaatsen van damwanden, het bouwen van een voetgangersbrug en het bouwen van twee ‘luisterende oren’ op het kadastrale perceel [nummer].
Tegen dit besluit heeft verzoeker bij brief van 17 april 2012 bezwaar gemaakt. Bij brief van diezelfde datum is tevens verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Het verzoek is behandeld ter zitting van 15 mei 2012, alwaar verzoeker in persoon is verschenen bijgestaan door zijn gemachtigde mr. R. van der Zwan.
Verweerder heeft zich ter zitting doen vertegenwoordigen door gemachtigde mr. M.F.A. Dankbaar. Voorts zijn voor verweerder verschenen mr. A. Dijk en D. Eckhart, beiden werkzaam bij de gemeente Haarlemmermeer.
N.V. Luchthaven Schiphol (hierna: Schiphol) heeft zich doen vertegenwoordigen door [naam], bedrijfsjurist en [naam], projectmanager.
2. Overwegingen
2.1 Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, Awb kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Daarbij gaat het om een afweging van belangen van de verzoekende partij bij een onverwijlde voorziening tegen het belang dat is gemoeid met onmiddellijke uitvoering van het besluit. Voorzover deze toetsing een beoordeling van de hoofdzaak meebrengt, is dat oordeel voorlopig van aard.
2.2 De voorzieningenrechter neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan. Verzoeker is woonachtig aan de [adres], gelegen aan het groen- en recreatiegebied [naam]. Met het bestreden besluit wordt een herinrichting van dat gebied bewerkstelligd. Door het gehele gebied zijn geluidwerende ribbels (wigvormige grasheuvels) voorzien van drie meter hoog, waarvan 1,10 meter in het maaiveld gegraven. Ongeveer in het midden van het terrein is een drie meter hoge grondwal op het maaiveld voorzien. Met de aanleg van de ribbels wordt beoogd te komen tot een vermindering van grondgeluid afkomstig van startende en landende vliegtuigen op Schiphol. Voorts worden als kunstobjecten twee ‘luisterende oren’ en een Chladni-vijver met voetgangersbrug geplaatst. Tot slot worden damwanden van twee en drie meter hoog geplaatst.
2.3 De herinrichting vindt plaats op gronden die deels vallen binnen het bestemmingsplan ‘Bestemmingsplan Schiphol-West e.o.’, in samenhang gelezen met het Paraplubestemmingsplan ‘Luchthavenindeling’, alsmede op gronden die vallen binnen het bestemmingsplan ‘Haarlemmermeer Noordwest Groengebieden 2010’.
2.4 Tussen partijen is niet is geschil dat de activiteiten die zien op de kunstobjecten en de vijver en die bouwen betreffen, niet in strijd zijn met het ter plaatse geldende bestemmingsplan.
2.5 Het geschil spitst zich toe op de vraag of de aanleg van de ribbels, voor zover deze zijn geprojecteerd zijn op gronden die vallen binnen het bestemmingsplan ‘Haarlemmermeer Noordwest Groengebieden 2010’, in overeenstemming is met de ter plaatse geldende (hoofd)bestemming ‘Recreatie’.
2.6 Ingevolge artikel 8.1 van het bestemmingsplan ‘Haarlemmermeer Noordwest Groengebieden 2010’ zijn de op de kaart voor ‘Recreatie’ aangewezen gronden bestemd voor:
a. openbaar toegankelijke recreatieve doeleinden;
b. voorzieningen voor recreatie, niet inbegrepen: (dag)campings, seizoenwoonverblijven, stacaravans en vergelijkbare bouwwerken, paardenpension;
c. sport- en speelvoorzieningen;
d. een museum;
e. ter plaatse van de aanduiding ‘horeca’ een kiosk;
f. ter plaatse van de aanduiding ‘evenemententerrein’ voor een evenemententerrein met daarbij behorend(e):
g. verhardingen;
h. parkeren;
i. groen;
j. water.
2.7 Verzoeker betoogt dat de aanleg van de ribbels in strijd is met de ter plaatse geldende bestemming en dat verweerder derhalve de omgevingsvergunning niet heeft mogen verlenen, althans niet zonder toepassing van de uitgebreide voorbereidingsprocedure, waarbij de activiteit planologisch strijdig gebruik onderdeel van de vergunningverlening had moeten uitmaken. Uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 29 februari 2012 (zaaknummer 201107766/1/A1, LJN BV7242) leidt verzoeker af dat geluidreducerende ribbels als een technische voorziening ten behoeve van de luchtvaart moet worden aangemerkt. Het bestemmingsplan ‘Haarlemmermeer Noordwest Groengebieden 2010’, laat een dergelijk gebruik van de gronden niet toe nu dit niet te rijmen is met de daarop rustende bestemming ‘Recreatie’, aldus verzoeker.
2.8 Verweerder stelt zich op het standpunt dat het feit dat de ribbels een geluidreducerende werking hebben niet in de weg staat aan recreatief gebruik van het gebied. Het uiteindelijke ontwerp voor de herinrichting van [naam] is opgesteld in nauw overleg met technici en landschapsarchitecten en ook uitdrukkelijk ingericht voor recreatief gebruik.
2.9 Uit de toelichting van Schiphol en verweerder ter zitting is gebleken dat de locatie en de ligging van de ribbels elementen zijn in het herinrichtingsplan die vastliggen. De reden hiervoor is gelegen in de meest optimale geluidreducerende werking die de ribbels naar verwachting zullen hebben indien zij op de onderhavige wijze worden aangelegd. De voorzieningenrechter leidt hieruit af dat de inrichting van het perceel bovenal is gedicteerd door de eis te komen tot een optimale geluidreductie, waarbij geen enkele recreatieve overweging een rol heeft gespeeld. Dat het perceel ook ten dienste staat aan recreatief gebruik maakt dit niet anders.
2.10 Gelet hierop is de voorzieningenrechter van oordeel dat de aanleg van de ribbels, alhoewel ten aanzien van het uiteindelijke gebruik van het perceel niet kan worden gesproken van een grote afwijking, niet kan worden gesproken van verwezenlijking van de bestemming ‘Recreatie’. Daarbij is mede bepalend dat een belangrijk deel van het perceel is voorzien van de geluidreducerende ribbels.
2.11 Gelet op het vorenoverwogene is naar voorlopig oordeel de aanleg van de geluidreducerende ribbels in strijd met de in het bestemmingsplan ‘Haarlemmermeer Noordwest Groengebieden 2010’ vervatte bestemming ‘Recreatie’. Voor realisatie dient verweerder dan ook tevens een omgevingsvergunning af te geven voor de activiteit planologisch strijdig gebruik.
2.12 De voorzieningenrechter ziet echter geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening reeds nu de aanleg van de ribbels niet als onomkeerbaar moet worden aangemerkt. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt derhalve afgewezen.
2.13 Voor een proceskostenveroordeling zijn geen termen aanwezig.
3. Beslissing
De voorzieningenrechter:
wijst het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G. Guinau, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. Y.R. Boonstra-van Herwijnen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2012.
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.