De feiten
a. Bij brief van 5 augustus 2010 heeft Inopsy aan [eiser / verweerder] afspraken bevestigd. Deze bevestiging bevat het volgende:
“Hierbij bevestig ik voor Inopsy Nederland B.V. (“Inopsy”) de vandaag tussen ons gemaakte afspraken in aanvulling de eerder door jou de gedane investering in Februari:
• Voor het ontwikkelen van videodiensten gedurende 2010/2011 verricht jij (gemiddeld) 2 ½ dag per week werkzaamheden bij ons op kantoor tegen een tarief van EUR 3.000 excl. BTW per maand, te factureren vanuit een BV met fiscale garantie of onder een VAR.
• (…)
• Ter voldoening van aanloopkosten voldoet Inopsy EUR 3.000 euro tegen verstrekking van een factuur.
(…)”
b. De tussen partijen geldende Certificaathoudersovereenkomst van 17 augustus 2010 bepaalt het volgende:
“6.1 De prijs van een certificaat van aandeel bij verplichte aanbieding door de Participant als gevolg van de situatie genoemd in artikel 2.2 in het geval van opzegging door de Participant en artikel 2.3 van de Overeenkomst, (wordt? Kantonrechter) vastgesteld op het bedrag dat oorspronkelijk voor de investering door Participant is betaald, tenzij in de vergadering van certificaathouders anders wordt besloten.”
c. Per e-mail bericht van 19 december 2010 heeft [eiser / verweerder] het volgende aan Inopsy geschreven:
“Naar aanleiding van ons gesprek, wil ik je laten weten dat, hoewel het heel aantrekkelijke oplossing is van mijn problemen, ik geen deel van mijn aandelen op dit moment wil verkopen. Als we ons aan de oude afspraak houden, hoeft er niks veranderen. Wel wil ik graag de facturen van 2010 dit jaar sturen, omdat ik volgend jaar geen freelancer meer ben. (…)”
d. Bij e-mail bericht van 6 januari 2011 heeft [eiser / verweerder] het volgende aan Inopsy geschreven:
“Ik heb met Peter vorige jaar de volgende afspraak gemaakt:
Voor mijn werkzaamheden voor inopsy in 2010 breng ik 1x?3000 ex btw in rekening voor onkosten.
Tevens krijg ik .6 aandeel van de Stichting Administratie Kantoor / Stichting Inopsy Nederland Investments.
Als dit deel op 31 december 2010 minder dan ?30.000 waard is en/of de eerste ‘exitmoment’ niet plaats vindt voor 17 januari 2011 betaald inopsy mij voor elke maand die ik gewerkt heb ?3000 ex btw. (6x ?3000 + eerder genoemde onkosten. (…)”
e. Per e-mail bericht van 9 januari 2011 van 13:56 uur heeft [eiser / verweerder] het volgende aan Inopsy geschreven:
“(…)
Ik vind het goed om de dealine van onze afspraak over de waarde Stak en facturen van 31 dec 2010 naar eind maart. Dus eind maart is .6 procent van de aandelen 30.000 euro (of meer) waard anders factureer ik 6 x 3000 euro en mag ik mijn aandelen houden. (…)”
f. In antwoord op het onder e. genoemde e-mail bericht van 9 januari 2011 heeft Inopsy per e-mail bericht van gelijke datum van 15:40 uur het volgende aan [eiser / verweerder] geschreven:
“Verder kan de interpretatie van “Dus eind maart is .6 procent van de aandelen 30.000 euro (of meer) waard anders factureer ik 6 x 3000 euro en mag ik mijn aandelen houden.” dat zoiets een kansspel is. Als inopsy faalt voor de datum … . Lukt t wel dan factuur ik niet. Het stak deel blijft sowieso v*n mij. Als inopsy in de toekomst wel slaagt dan … . Altijd winst. Ik kan mij niet voorstellen dat Peter het zo bedoeld had. (…)”
g. Vervolgens heeft [eiser / verweerder] in antwoord op het onder f. genoemde e-mail bericht op 9 januari 2011 om 17:39 uur het volgende aan Inopsy geschreven:
“Okey, ik heb geen zin in gezeik, dus laten we alleen afspreken waar we allemaal mee eens zijn. Eerst Papiertje / arbeidscontract gevalletje deze week en andere afspraak uitstellen tot eind maart. Is dat acceptabel?”
h. Per e-mail bericht van 6 maart 2011 heeft Inopsy het volgende aan haar certificaathouders geschreven:
“Voor de bepaling van de waarde van de certifcaten kan worden aangesloten op het geschatte eigen vermogen per 31 december 2010 dat volgens de opgaaf van de administratie EUR 225.000 bedraagt. De waarde kan daarom worden berekend als EUR 225.000 / 500.000, dus EUR 0,45 oer certificaat. Voor een certificaathouder met 3.000 certificaten kan de waarde daarvan per 31 december 2010 dus worden gesteld op 3.000 * EUR 0,45 = EUR 1.350.(…)”
i. Per e-mail bericht van 3 mei 2011 om 09:16 uur heeft Inopsy het volgende aan [eiser / verweerder] geschreven:
“Aangezien er voor de WBSO verantwoord moet worden, wil ik graag een tijdverantwoording per kwartier waaraan gewerkt is/wordt (…)”
j. Per e-mailbericht van 3 mei 2011 heeft [eiser / verweerder] om 09:43 uur hierop geantwoord: “als jij dat wil geen probleem” en vervolgens heeft hij diezelfde dag om 16:46 uur nog geschreven: “zal het meteen in de urenstaat wsbo voor je zetten”.
k. Per e-mail bericht van 2 augustus 2011 heeft [eiser / verweerder] het volgende aan Inopsy geschreven:
“(…)
Over 2010:
Voor mijn werkzaamheden voor inopsy in 2010 breng ik 1x€3000 ex btw in rekening voor onkosten. Tevens krijg ik .6 aandeel van de Stichting Administratie Kantoor / Stichting Inopsy Nederland Investments. Als dit deel op 31 december 2010 minder dan €30.000 waard is en/of de eerste ‘exitmoment’ niet plaats vindt voor 17 januari 2011 betaald inopsy mij voor elke maand die ik gewerkt heb €3000 ex btw. (6x €3000 + eerder genoemde onkosten)
(…)”