ECLI:NL:RBHAA:2012:BX4334

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
5 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15-840023-11
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • N.E. Kwak
  • J.M. Sassenburg
  • C.M. Cichowski-van der Kleijn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen verdachte voor meervoudige autodiefstallen, witwassen en deelname aan een criminele organisatie

In deze strafzaak heeft de rechtbank Haarlem op 5 juli 2012 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meervoudige autodiefstallen, witwassen en deelname aan een criminele organisatie. De verdachte is betrokken geweest bij een reeks autodiefstallen die plaatsvonden tussen 3 december 2010 en 3 mei 2011, waarbij voertuigen werden weggenomen van verschillende locaties, waaronder Schiphol en Amsterdam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met medeverdachten een gestructureerde en georganiseerde aanpak hanteerde bij het plegen van deze diefstallen. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling en gewoontewitwassen, waarbij hij aanzienlijke bedragen heeft verworven die afkomstig zijn van misdrijven. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarbij de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht. Daarnaast zijn er verbeurdverklaringen en onttrekkingen aan het verkeer uitgesproken voor de in beslag genomen goederen. De rechtbank heeft ook vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte aansprakelijk is gesteld voor de schade die door zijn daden is veroorzaakt.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM

Sector Strafrecht
Locatie Schiphol
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: [parketnummer]
Uitspraakdatum: 5 juli 2012
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 5 juni 2012, 7 juni 2012, 11 juni 2012, 12 juni 2012 en 21 juni 2012 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Nieuwegein.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
feit 1(zaaksdossiers 5, 6, 7, 9, 20, 21, 22, 24, 25, 26, 27, 32, 34, 35, 36, 37, 39, 48, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 57, 58, 78 en 82)
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 juni 2010 tot en met 03 mei 2011 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of Amsterdam en/of Diemen en/of Duivendrecht, gemeente Ouder-Amstel en/of Zandvoort en/of Amstelveen en/of Zeewolde en/of Barneveld en/of Bussum en/of Zaventem althans in Nederland en/of België, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen één of meer voertuigen, te weten:
- ( ZD 5) Volkswagen Golf R32 (kenteken: [kenteken 1]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1] en/of een Porsche (kenteken: [kenteken 2] geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2] en/of
- ( ZD 6) Volkswagen Audi A4 cabrio (kenteken: [kenteken 3]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 3] en/of een Nissan Micra (kenteken: [kenteken 4]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 4] en/of
- ( ZD 7) Volkswagen Transporter (kenteken: [kenteken 5]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 5] en/of een Peugeot 205 (kenteken: [kenteken 6]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 6] en/of
- ( ZD 9) Porsche 911 (kenteken: [kenteken 7]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 7] en/of een BMW 318 (kenteken: [kenteken 8]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 8] en/of
- ( ZD 20) Volkswagen Multivan (kenteken: [kenteken 9]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 8] en/of een Volkswagen Golf (kenteken: [kenteken 10]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 10] en/of
- ( ZD 21) Volkswagen Caddy (kenteken: [kenteken 11]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 11] en/of
- ( ZD 22) Volkswagen Transporter (kenteken: [kenteken 12]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 12] en/of een BMW 316i (kenteken: [kenteken 13]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 13] en/of een Volkswagen Golf (kenteken: [kenteken 14]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 14] en/of
- ( ZD 24) Volkswagen Golf GTI (kenteken: [kenteken 15]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 15] en/of een Volkswagen Golf GTI (kenteken: [kenteken 16]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 16] en/of
- ( ZD 25) Volkswagen Golf (kenteken: [kenteken 17]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 17] en/of Athlon Car Lese Nederland en/of
- ( ZD 26) Volkswagen Golf (kenteken: [kenteken 18]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 18] en/of
- ( ZD 27) Volkswagen Golf (kenteken: [kenteken 19]) geheel of ten dele toebehorende aan [kenteken 19] en/of Leaseplan Nederland N.V. en/of
- ( ZD 30) Volkswagen Caddy (kenteken: [kenteken 20]) geheel of ten dele toebehorende aan [kenteken 20] en/of
- ( ZD 32) Volkswagen Golf (kenteken: [kenteken 21]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 21] en/of
- ( ZD 34) Volkswagen Transporter (kenteken: [kenteken 22]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 22] en/of
- ( ZD 35) Volkswagen Transporter (kenteken: [kenteken 23]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 23] en/of een Golf R32 (kenteken: [kenteken 24]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 24] en/of
- ( ZD 36) Volkswagen Golf (kenteken: [kenteken 25]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 25] en/of
- ( ZD 37) Audi RS6 (kenteken: [kenteken 26]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 26] en/of
- ( ZD 39) Volkswagen Golf GTI (kenteken: [kenteken 27]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 27] en/of
- ( ZD 48) Volkswagen Polo (kenteken: [kenteken 28]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 28] en/of
- ( ZD 50) Volkswagen Golf (kenteken: [kenteken 29]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 29a] en/of [aangever 29b] en/of
- ( ZD 51) Volkswagen Golf (kenteken: [kenteken 30]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 30] en/of
- ( ZD 52) BMW 325i cabrio (kenteken: [kenteken 31]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangeve 31] en/of
- ( ZD 53) Volkswagen Golf GTI (kenteken: [kenteken 32]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 32] en/of
- ( ZD 54) Volkswagen Transporter (kenteken: [kenteken 33]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 33] en/of een Volkswagen Transporter (kenteken: [kenteken 34]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 34] en/of een BMW 320d (kenteken: [kenteken 35]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 34] en/of
- ( ZD 55) Volkswagen Golf (kenteken: [kenteken 36]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 36] en/of
- ( ZD 57) Volkswagen Transporter (kenteken: [kenteken 37]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 37] en/of
- ( ZD 58) Volkswagen Golf (kenteken: [kenteken 38]) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 38] en/of
- ( ZD 78) Volkswagen California (kenteken: [kenteken 39]) geheel of ten dele toebehorende aan [angever 39].
en/of in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan één of meer personen, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel (te weten een nagemaakte sleutel en/of een gestolen sleutel (ZD 54));
feit 2(zaaksdossiers 59, 81 en 85)
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 april 2011 tot en met 02 mei 2011 te Almere en/of Almere Haven en/of Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- ( ZD 59) een vaartuig (boot, merk Stingray 225CR, kenteken/registratienummer: [kenteken 40]) en/of
- ( ZD 81) een vaartuig (boot, merk Four Winns, kenteken/registratienummer [kenteken 41]), en/of
- ( ZD 85) een vaartuig (boot, merk Stingray, kenteken/registratienummer [kenteken 42]), in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 40] (Stingray 225CR) en/of [aangever 41] (Four Winns) en/of [aangever 42] (Stingray),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 3(zaaksdossiers 65 en 67)
hij op of omstreeks 03 mei 2011 te Amsterdam en/of Duivendrecht gemeente Ouder-Amstel, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer wapens van categorie III, te weten een gasalarmpistool, merk Colt, model Double Eagle, kaliber 9mm P.A.K. (serienummer D35150594), en/of munitie van categorie III, te weten vijftig (50) kogelpatronen kaliber .22, voorhanden heeft gehad;
feit 4(zaaksdossier 74)
hij op of omstreeks 03 mei 2011 te Amsterdam en/of Duivendrecht, gemeente Ouder-Amstel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een Dermascan heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die Dermascan wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
feit 5(zaaksdossiers 63, 73 en 77)
hij op of omstreeks 03 mei 2011 te Amsterdam en/of Duivendrecht, gemeente Ouder-Amstel, en/of Mijdrecht, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad A. (in een schuur behorende bij een pand aan [straatnaam 1] 25(D)) (een) hoeveelheid/hoeveelheden van ongeveer 1068,5 gram hennep en/of ongeveer 75 hennepplanten en/of 443 stekjes van hennepplanten,
en/of
B. (in de loods gelegen aan de [straatnaam 2]) (een) hoeveelheid/hoeveelheden van ongeveer 11 hennep-moederplanten en/of 89 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
feit 6(zaaksdossier witwassen)
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2010 tot en met 03 mei 2011, te Amsterdam en/of Duivendrecht, gemeente Ouder-Amstel, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s), één of meer voorwerp(en), te weten een of meer geldbedrag(en) van in totaal (ongeveer) 51.673,36 euro, althans een geldbedrag voorhanden gehad, verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten voornoemd geldbedrag, gebruik gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
feit 7
hij in of omstreeks de periode van 01 juni 2010 tot en met 03 mei 2011 te Amsterdam en/of Duivendrecht, gemeente Ouder-Amstel, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een organisatie die werd gevormd door verdachte en één of meer ander(en), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als strafbaar gesteld in de artikelen 311 en/of 416 en/of 420bis/ter van het Wetboek van Strafrecht, namelijk:
- diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming of valse sleutel;
- opzetheling en/of
- ( gewoonte) witwassen.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder feit 1 tot en met 7 ten laste gelegde feiten en gevorderd dat verdachte ter zake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Voorts heeft de officier van justitie ten aanzien van de op de beslaglijst vermelde voorwerpen en de vorderingen van de benadeelde partijen een standpunt ingenomen zoals vermeld in bijlagen I en II welke aan dit vonnis zijn gehecht.

4.Vrijspraken

De rechtbank overweegt dat de enkele constatering dat een door een verdachte gebruikte mobiele telefoon een zendmast aanstraalt in de directe omgeving van een plaats delict, voor een veroordeling van die verdachte voor de ten laste gelegde diefstallen onvoldoende is. Deze gegevens duiden er immers slechts op dat de (telefoon van) verdachte ten tijde van het feit in de buurt van het plaats delict moet zijn geweest en dat verdachte derhalve in de gelegenheid was het feit te plegen, maar brengt niet zonder meer met zich dat de verdachte ook degene is geweest die het feit daadwerkelijk heeft gepleegd. In de ten laste gelegde zaaksdossiers waarin slechts de zendmastgegevens van de GSM-telefoon van verdachte voorhanden zijn zonder enig ander (direct) bewijs dat redengevend is voor de betrokkenheid van verdachte, komt de rechtbank derhalve tot vrijspraak van verdachte.
Indien naast een dergelijke constatering een of meerdere andere bewijsmiddelen voorhanden zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een herkenning van verdachte, het onder verdachte aantreffen van goederen welke te herleiden zijn tot de diefstal en/of tapgesprekken ligt dit anders. Zo’n aanvullend bewijsmiddel kan naar het oordeel van de rechtbank ook daarin bestaan dat wordt geconstateerd dat door verdachte een zeer typerende modus operandus wordt gehanteerd. Wel dient een dergelijke modus operandus voldoende specifiek en onderscheidend te zijn, in die zin dat het daardoor zeer onaannemelijk en onwaarschijnlijk is dat een ander dan verdachte die specifieke modus operandus hanteert en het betreffende feit zou kunnen hebben gepleegd.
Modus operandi
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte en zijn mededaders zich bediend hebben van een specifieke methode (modus operandus) om auto’s uit het duurdere segment open te maken en te starten zonder schade toe te brengen aan de desbetreffende auto. Met meetapparatuur, zoals aangetroffen bij de doorzoekingen in de woningen van [verdachte] en [medeverdachte 1], zouden de sloten van deze auto’s zijn opgemeten, waarna bij een sleutelhuis een duplicaatsleutel zou zijn verkregen. Nog los van de vraag of daadwerkelijk kan worden aangetoond dat verdachte en zijn medeverdachten deze methode hebben gehanteerd, is naar het oordeel van de rechtbank niet sprake van een zodanig specifieke methode dat het daardoor onaannemelijk en onwaarschijnlijk is dat een ander dan verdachte deze methode heeft gehanteerd. Naar het oordeel van de rechtbank kan hier dan ook niet gesproken worden van een modus operandus die redengevend is voor het bewijs. Ditzelfde geldt ook voor de methode die volgens de officier van justitie zou zijn gebruikt om auto’s weg te nemen vanaf de parkeerplaats P3 op Schiphol. Naar het oordeel van de rechtbank is de door de officier van justitie genoemde methode, waarbij duurdere luxe auto’s van het beveiligde parkeerterrein gestolen zouden zijn met behulp van uitrijkaarten van oudere, goedkopere auto’s, die eerder in de omgeving van de woonboot van [verdachte] zijn gestolen en die op het parkeerterrein bij Schiphol werden achtergelaten, niet dusdanig uniek dat zij als (schakel)bewijs kan dienen voor soortgelijke zaken. De rechtbank kan immers niet uitsluiten dat anderen dan verdachte (en/of zijn mededaders) zich van eenzelfde modus operandus hebben bediend.
Gelet op het vorenoverwogene dient verdachte van de navolgende zaken te worden vrijgesproken: 5, 6, 7, 9, 20, 52, 53, 54 wat betreft de diefstal van de VW Transporter ([kenteken 33]), 55 en 58.
Vrijspraak ten aanzien van de zaaksdossiers 30, 50 en 51
Naar het oordeel van de rechtbank is ook de enkele constatering dat bij een verdachte een goed is aangetroffen, welk goed afkomstig is uit een gestolen auto, voor een veroordeling van die verdachte voor de diefstal van die auto onvoldoende. De rechtbank kan immers, zonder ander aanvullend bewijs, niet uitsluiten dat verdachte het betreffende goed op andere wijze dan door diefstal voorhanden heeft gekregen. Het vorenoverwogene brengt met zich dat verdachte van de zaken 50 en 51 dient te worden vrijgesproken. Dit laatste geldt ook voor zaak 30. De rechtbank heeft geen aanwijzingen in het dossier aangetroffen waaruit betrokkenheid van verdachte bij deze zaak blijkt.
Vrijspraak ten aanzien van de zaaksdossiers 65 en 67
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen [verdachte] onder 3 (zaaksdossiers 65 en 67) ten laste is gelegd en moet hij daarvan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Voor een bewezenverklaring is vereist dat verdachte zich in meer of mindere mate bewust is geweest van de aanwezigheid van het wapen en de munitie in de woning. Dit is niet genoegzaam gebleken. Het wapen en de munitie zijn gevonden in een gat in het plafond. [verdachte] heeft hierover verklaard dat het gat al in het plafond aanwezig was toen hij zijn intrek in de woning nam. Onder dit gat stond een kachel. Bovenop de kachel bevond zich een buis die reikte tot aan het gat in het plafond. Op enig moment is de kachel verplaatst. Nu de reden voor het gat in het plafond voor [verdachte] duidelijk was, bestond voor hem geen aanleiding om dit gat te inspecteren, hetgeen hij ook nimmer gedaan heeft. De rechtbank heeft geen reden om aan deze verklaring van [verdachte] te twijfelen. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank onvoldoende wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] enige wetenschap had van het feit dat een gasalarmpistool en munitie in zijn woning aanwezig waren.
Zwijgrecht
De officier van justitie heeft zich nog op het standpunt gesteld dat de omstandigheid dat verdachte geen aannemelijke en controleerbare verklaringen heeft gegeven voor de aanwezigheid van zijn telefoon in de omgeving van de plaatsen delict en dat hij evenmin een aannemelijke verklaring heeft gegeven voor het onder hem aantreffen van goederen welke afkomstig zijn uit gestolen auto’s, redengevend zijn voor het bewijs in bovengenoemde zaken.
De rechtbank overweegt dienaangaande als volgt.
Het staat de rechtbank vrij, indien een verdachte voor een omstandigheid die op zichzelf of in samenhang met de verdere inhoud van de bewijsmiddelen beschouwd redengevend moet worden geacht voor het bewijs van het aan hem ten laste gelegde feit, geen redelijke, die redengevendheid ontzenuwende verklaring heeft gegeven, dit in haar overwegingen omtrent het gebezigde bewijsmateriaal te betrekken. Het zwijgen van de verdachte kan echter niet op enig moment een zelfstandig bewijsmiddel worden, waarmee een leemte in de bewijsvoering van een zwakke zaak kan worden aangevuld. Er dient ten minste significant bewijsmateriaal aanwezig te zijn, wil de rechtbank voor het bewijs redengevende conclusies kunnen trekken uit het stilzwijgen van de verdachte op een punt waar juist die verdachte opheldering over kan geven, zulks ter ondersteuning van het beschikbare bewijsmateriaal of andere gevolgtrekkingen van de rechter. In bovengenoemde zaken is daar naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van.
5. Redengevende feiten en omstandigheden [1]
Inleiding
Vanaf juni 2010 zijn vanaf het parkeerterrein P3 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, regelmatig voertuigen weggenomen. Vanaf 18 augustus 2010 is hiernaar door de Koninklijke Marechaussee (Kmar) een onderzoek gestart onder de naam Pegasus. In de periode juni 2010 tot en met januari 2011 was er een grote toename van autodiefstallen in de omgeving van de [straatnaam 1] te Duivendrecht/Amsterdam. Vanaf 21 februari 2011 is voornoemd onderzoek gezamenlijk verricht met de regiopolite Amsterdam-Amstelland. In het kader van het onderzoek zijn vanaf 25 november 2010 een groot aantal telefoongesprekken afgeluisterd en diverse locaties en personen geobserveerd. Op 3 mei 2011 zijn onder meer [medeverdachte 1], [verdachte] en [medeverdachte 2] aangehouden en hebben in diverse woningen, loodsen en voertuigen doorzoekingen plaatsgevonden.
Telecommunicatie
Uit het dossier is gebleken dat de verdachten veelvuldig telefonisch contact hadden met elkaar. De rechtbank stelt, naar aanleiding van opgevraagde gegevens, observaties, stemherkenning en de verklaringen van enkele verdachten zelf, vast dat daar waar in het vonnis namen van verdachten aan telefoonnummers worden gekoppeld, deze gesprekken ook door deze verdachten zijn gevoerd.
Bijnamen
De rechtbank acht, gelet op de telefonische contacten en de verklaringen van enkele verdachten bewezen dat waar in het dossier de bijnaam “Bolle” voorkomt, daarmee [verdachte] wordt bedoeld [2] , waar de bijnaam “Rooie” wordt gebruikt [3] , daarmee [medeverdachte 2] wordt bedoeld en daar waar de bijnaam “Kale” voorkomt, daarmee [medeverdachte 1] wordt aangeduid [4] .
Huiszoekingen
Doorzoekingen hebben – onder meer - plaatsgevonden op de volgende adressen/locaties:
- [ straatnaam 3] te Amsterdam, de woning van [medeverdachte 1];
- [ straatnaam 4] te Amsterdam, de woning van [betrokkene 4], de vriendin van [medeverdachte 1];
- twee woonboten aan de [straatnaam 1] 25 G en 25 C te Amsterdam, gehuurd door [verdachte] en [medeverdachte 3].
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de doorzoekingen in laatstgenoemde woonboten onrechtmatig zouden hebben plaatsgevonden. Daartoe is het volgende aangevoerd:
[medeverdachte 3] en [verdachte] zijn woonachtig op een woonboot met als adres [straatnaam 1] 25 G te Amsterdam. Zij staan ingeschreven op het adres [straatnaam 1] 25 D, hun postadres. Door de rechter-commissaris is een machtiging verstrekt om dit laatste (post)adres, te weten [straatnaam 1] D, te doorzoeken. Echter, in strijd met deze machtiging is de woonboot op adres [straatnaam 1] 25 G doorzocht. Nu de doorzoeking op nummer 25 G heeft plaatsgevonden met een machtiging voor een doorzoeking voor nummer 25 D, valt die doorzoeking als onrechtmatig aan te merken en dienen de voorwerpen die tijdens deze doorzoeking zijn aangetroffen te worden uitgesloten van het bewijs. Ditzelfde geldt voor de doorzoeking op de woonboot gelegen aan de [straatnaam 1] 25 C, welke doorzoeking heeft plaatsgevonden met een machtiging van de rechter-commissaris afgegeven voor het adres op de [straatnaam 1] 29, een adres alwaar [bedrijf 1] is gevestigd.
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daarbij het volgende.
De rechtbank constateert met de verdediging dat in de stukken, waaronder de machtiging van de rechter commissaris, een vergissing is gemaakt met betrekking tot de daarin genoemde huisnummers, in die zin dat is gezocht op de adressen [straatnaam 1] 25 G en 25 C en niet op de [straatnaam 1] 25 D en 29. Dit heeft echter geen (strafrechtelijke) gevolgen. Vast staat dat het enkel en alleen de bedoeling is geweest om te zoeken in de woonboot alwaar [verdachte] en [medeverdachte 3] woonachtig waren, alsmede in de nieuw door hen gehuurde woonboot. Voorts staat vast dat ten aanzien van beide verdachten sprake was van een redelijk vermoeden van schuld en dat ook daadwerkelijk in de woonboot, alwaar [verdachte] en [medeverdachte 3] woonachtig waren (25 G), alsmede in de nieuw door hen gehuurde woonboot (25 C) met machtiging van de rechter-commissaris is gezocht. Het enkele feit dat de opsporingsambtenaren, de officier van justitie en de rechter-commissaris hebben gedwaald omtrent de juiste huisnummering maakt de verrichtte doorzoekingen daarmee niet onrechtmatig. Niet gebleken is bovendien dat daardoor enig belang van verdachten is geschonden. De rechtbank ziet dan ook geen reden om aan deze misslag strafrechtelijke gevolgen te verbinden. De aldaar aangetroffen voorwerpen kunnen derhalve voor het bewijs worden gebezigd.
De rechtbank constateert dat tijdens de doorzoeking in de [straatnaam 3] te Amsterdam naast van gestolen auto’s afkomstige goederen, ook gereedschappen en voorwerpen zijn aangetroffen die qua aard en samenstelling gebruikt kunnen worden voor diefstal van motorvoertuigen, zoals een keycutter (om sleutels mee na te maken), een keycardreader, EOBD stekkers (om software mee te resetten) en een aantal namaaksleutels waarvan een werkende sleutel gemaakt kan worden. [5]
Tijdens de doorzoeking in de [straatnaam 4] te Amsterdam zijn eveneens voorwerpen en gereedschappen aangetroffen die qua aard en samenstelling gebruikt kunnen worden voor de diefstal van motorvoertuigen, zoals een GPS tracker, 8 blanco/onbewerkte autosleutels, een keyreader en een EOBD stekker. [6]
Tijdens de doorzoeking in de [straatnaam 1] 25 G te Amsterdam zijn ook voorwerpen en gereedschappen aangetroffen die qua aard en samenstelling gebruikt kunnen worden voor de diefstal van motorvoertuigen, zoals 25 namaaksleutels en een plastic zak met blanco sleutels. [7] In de [kanaal 1] ter hoogte van het perceel [straatnaam 1] 25 G zijn door een duikploeg diverse kentekenplaten opgedoken. Van een aantal kentekenplaten is vast komen te staan dat deze afkomstig zijn van gestolen auto’s. [8]
Loodsen
De rechtbank heeft geconstateerd dat verdachten twee loodsen in gebruik hebben gehad. Eén loods aan het adres [straatnaam 5] te Amsterdam en één loods aan het adres [straatnaam 2] te Mijdrecht.
De loods aan de [straatnaam 5] te Amsterdam werd van 1 november 2010 tot april 2011 gehuurd door [medeverdachte 2]. [9] In november 2010 zijn de huur en de borg van de loods aan de [straatnaam 5] betaald middels de bankrekening van [medeverdachte 3], zijnde de vriendin van [verdachte]. [10] [medeverdachte 1], [verdachte] en [medeverdachte 2] zijn een aantal keer op het terrein geweest. [11] In de waterweg die langs de [straatnaam 5] stroomt, zijn ter hoogte van de gehuurde loods eveneens kentekenplaten aangetroffen, waarvan door onderzoek is komen vast te staan dat een aantal daarvan afkomstig is van gestolen auto’s. [12]
De loods aan de [straatnaam 2] te Mijdrecht werd gehuurd door [verdachte]. [13] Op de bankrekening van [medeverdachte 3] komen in de periode maart 2010 tot en met maart 2011 afschrijvingen voor met daarbij de vermelding: huur [straatnaam 2]. [14] De eigenaar van de loods heeft verklaard dat hij de loods sinds december 2009 verhuurt aan [verdachte]. [15] [verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] zijn gezien op het terrein van de loods. [16]
De alternatieve lezing van [verdachte], te weten dat hij de loods had onderverhuurd aan een zekere Piet Piraat, is in het geheel niet aannemelijk geworden. Hij heeft geen, op schrift gesteld, (onder)huurcontract of andere bescheiden overgelegd om zijn verhaal van de onderhuur te onderbouwen. Evenmin heeft hij de daadwerkelijke naam van de onderhuurder genoemd. De onaannemelijkheid wordt bovendien ondersteund door het volgende. Op 12 april 2011 zijn [medeverdachte 1], [medeverdachte 2], [medeverdachte 4] en [verdachte] zelf in de betreffende loods aanwezig. [17] Op 2 mei 2011 zijn [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] wederom in de loods geweest. [18]
Medeplegen
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat waar in de verschillende zaken niet bewezen kan worden dat een verdachte daadwerkelijk aanwezig is geweest bij de feitelijke wegnemingshandeling, de verdachte van die zaak moet worden vrijgesproken.
De rechtbank deelt dit standpunt niet. Het is immers vaste jurisprudentie dat voor medeplegen niet is vereist dat alle medeplegers ook daadwerkelijk uitvoeringshandelingen (mee) verrichten. Daar waar de rechtbank tot bewezenverklaring van het medeplegen komt, gaat de rechtbank ervan uit dat bij verdachten sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking, gericht op de diefstal van één of meerdere auto’s, waarbij de diefstal slechts kon worden gerealiseerd met behulp van alle deelnemers daaraan.
De verdediging heeft zich ten slotte op het standpunt gesteld dat waar enkel bewezen kan worden dat een verdachte na de diefstal de beschikking over een gestolen auto heeft gehad, die verdachte moet worden vrijgesproken van die diefstal, aangezien in dat geval niet uitgesloten kan worden dat de verdachte die auto niet door diefstal maar door heling onder zich heeft gekregen.
De rechtbank deelt dit standpunt evenmin en overweegt daarbij het volgende.
Dit dossier kenmerkt zich door een zeer groot aantal autodiefstallen op verschillende plaatsen in Nederland. In een aantal gevallen zal worden bewezen dat een auto, nadat deze was weggenomen van de plek waar deze door de aangever was achtergelaten, tijdelijk is geparkeerd op een andere locatie, zoals bijvoorbeeld op of nabij de Tjalk te Diemen dan wel op het parkeerterrein van het Mercure Hotel aan de Joan Muyskenweg te Amsterdam. In sommige gevallen is een dergelijke auto onder observatie genomen en is ontdekt dat deze auto na één of enkele dagen door één of meer van de verdachten naar een afnemer wordt gebracht. In andere gevallen is op camerabeelden te zien dat een dergelijke auto na één of enkele dagen door verdachten wordt verplaatst. Naar het oordeel van de rechtbank moet worden aangenomen dat het tijdelijk parkeren van een gestolen auto mede ten doel heeft de opsporing van verdachten te voorkomen. Dit heeft - naar de rechtbank aanneemt - te maken met de zogenaamde Track and Trace systemen die zich tegenwoordig in auto’s bevinden en waardoor een auto middels zo een Track and Trace systeem kan worden opgespoord. Hierdoor is het tijdelijk wegzetten van een auto een onlosmakelijke schakel in het succesvol stelen van die auto geworden.
Aldus kan een verdachte waarvan bewezen wordt dat hij betrokken is bij het - kort na de diefstal - vervoeren van een gestolen auto van de ene naar de andere locatie, eveneens als (mede)pleger van de diefstal van die auto worden aangemerkt. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat zij, gelet op het grote aantal diefstallen dat verdachten in wisselende samenstelling op min of meer dezelfde wijze hebben gepleegd, en gelet op de onderlinge telefoongesprekken en observaties, uitgesloten acht dat een verdachte niet heeft begrepen dat hij op deze wijze een bijdrage heeft geleverd aan de diefstal.
Ten aanzien van feit 1
Zaaksdossiers 21 en 22
[aangever 11] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn VW Caddy, bouwjaar 2010, voorzien van het kenteken [kenteken 11] tussen 30 april 2011 omstreeks 17.00 uur en 8 mei 2011 omstreeks 05.45 uur van parkeerterrein P3 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer. [19]
[aangever 12] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn VW Transporter voorzien van het kenteken [kenteken 12] tussen 2 mei 2011 omstreeks 03.20 uur en 10 mei 2011 omstreeks 02.15 uur van parkeerterrein P3 te Schiphol. [20]
[aangever 14] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn VW Golf voorzien van kenteken [kenteken 14] tussen 29 april 2011 en 5 mei 2011 vanaf de [straatnaam 6] te Duivendrecht. [21]
[aangever 15] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn BMW 316i U9 voorzien van kenteken [kenteken 15] tussen 1 mei 2011 en 3 mei 2011 van de [straatnaam 1] te Amsterdam. [22]
Op 29 april 2011 om 17.11 uur is er telefonisch contact tussen [verdachte] en [medeverdachte 5]. [medeverdachte 5] vraagt of [verdachte] nog heeft gekeken voor dat bussie, want daar is wel haast bij. Het is de nieuwste Caddy uit 2010, 2011, volgens [verdachte]. “Het kost ongeveer 1250.” [23]
Op 2 mei 2011 om 15:09 uur belt [medeverdachte 1] naar zijn vriendin waarin hij zegt dat hij iets gaat doen met Rooie ([medeverdachte 2]) en [medeverdachte 4]. [24] Op 2 mei 2011 om 18.05 uur belt [verdachte] met [medeverdachte 1]. In dat gesprek zegt [medeverdachte 1] dat hij aan het rijden is, maar een of andere mongool de tang is vergeten mee te nemen waardoor hij niet door kan. [25] De telefoon van [medeverdachte 1] straalt op dat moment aan bij terminal Building Schiphol Airport. Om 18:31 uur belt [medeverdachte 2] naar [medeverdachte 9] en zegt tegen hem dat hij moet komen werken, hij hoeft niet te takelen en dat hij zich moet laten afzetten bij de Bolle ([verdachte]). [medeverdachte 9] zegt dat hij eraan komt. De telefoon van [medeverdachte 2] straalt op dat moment aan in Ouderkerk aan de Amstel. [26] Om 19.41 uur belt [medeverdachte 9] naar [medeverdachte 2] en zegt tegen hem dat hij door moet rijden omdat hij weet waar geparkeerd moet worden. [medeverdachte 9] bevindt zich gedurende dat gesprek binnen de werkingssfeer van de telecommunicatiemast gelegen aan de Schipholbrug te Oude Meer, in de directe omgeving van parkeerterrein P3 te Schiphol. [27]
Enkele minuten later, om 19:48 uur, zijn eerdergenoemde BMW met kenteken [kenteken 13] en een donkerkleurige VW Golf met kenteken [kenteken 14] het parkeerterrein van P3 van Schiphol opgereden. [28] Op 12 mei 2011 zijn deze twee voertuigen op het parkeerterrein P3 (rij 312) aangetroffen met sporen van braak. [29]
Op 2 mei 2011 om 20:13 uur is op camerabeelden te zien dat [medeverdachte 2] stil staat bij de betaalautomaat van P3. Een man met een donkere huidskleur komt ook aanlopen en staat stil bij de betaalautomaat. De mannen lopen na elkaar via de hoofdingang weg. [30]
Op camerabeelden is te zien dat op 2 mei 2011 om 20:21 uur voornoemde VW Transporter het parkeerterrein P3 van Schiphol verlaat. Één minuut later, om 20:22 uur, verlaat voornoemde VW Caddy dit parkeerterrein. [31] [aangever 12] heeft op 2 mei 2011 voornoemde VW Transporter geparkeerd op het parkeerterrein P3 (rij 315) van Schiphol. In het voertuig lag een Tom Tom. [32] [aangever 11] heeft op 30 april 2011 zijn VW Caddy geparkeerd op het parkeerterrein P3 (rij 205). [33]
Enkele minuten nadat de gestolen auto’s het parkeerterrein P3 zijn afgereden, straalt de telefoon van [medeverdachte 1] de directe omgeving van parkeerterrein P3 aan. [34] Om 20.33 uur belt [verdachte] met [medeverdachte 9] of hij weer wordt opgehaald. Shorty zou al klaar zijn met werken. [verdachte] zegt dat hij zich moet laten ophalen in Diemen Noord, bij de pomp. [35] De VW Caddy is op 10 mei 2011 in Diemen (zonder waarneembare schade) aangetroffen. [36]
Op 2 mei 2011 te 20.34 uur stuurt [verdachte] een sms-bericht aan [medeverdachte 5] met de tekst: “Ik zie je zo.” Een half uur later straalt zijn telefoon de plaats Bussum aan. [37] [medeverdachte 1] zegt om 21.20 uur tegen zijn vriendin dat hij is waar hij de vorige keer met haar was, bij die woonwagen. Tijdens dit gesprek straalt zijn telefoon de [straatnaam 7] te Bussum aan. Om 21.26 uur zegt hij dat hij nog steeds bezig is; “hij is met die dikke”. In een gesprek om 20.49 uur merkt hij op dat zijn telefoon uit stond. [38] Om 21.50 uur sms-t [medeverdachte 5] naar [verdachte]: “Haal gewoon dik, ook 1500 wel goed zo” en even later “Goed of niet?”. [39] [verdachte] is de avond van 2 mei 2011 bij [medeverdachte 5] geweest. [40]
Op 3 mei 2011 is bij de doorzoeking van de [straatnaam 3] te Amsterdam, zijnde de woning van [medeverdachte 1], een sleutel aangetroffen waarmee de VW Caddy met kenteken [kenteken 11] kon worden geopend. [41] Tijdens de doorzoeking op het adres [straatnaam 1] 25 G is in de directe nabijheid een auto aangetroffen op naam van de vriendin van [verdachte] met daarin een TomTom die geregistreerd staat op naam van [aangever 11], de eigenaar van de VW Transporter. [42]
Bewijsoverwegingen
Gelet op het bovenstaande, in onderling verband beschouwd en mede in aanmerking nemend dat zowel de TomTom uit de gestolen VW Transporter als een sleutel passend bij de gestolen VW Caddy daags na de diefstal onder [verdachte] respectievelijk [medeverdachte 1] zijn aangetroffen, kan het niet anders dan dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 9] op 2 mei 2011 met de kort daarvoor ontvreemde BMW en VW Golf naar parkeerterrein P3 te Schiphol zijn gereden en dat zij met behulp van de parkeerkaarten die zij bij het oprijden van het parkeerterrein P3 hebben ontvangen met voornoemde VW Transporter en VW Caddy het parkeerterrein hebben verlaten. De rechtbank acht geen andere verklaring aannemelijk voor het feit dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 9] zich rond 19.40 uur naar Schiphol begeven, dat kort hierop gezien wordt dat de gestolen VW Golf en BMW het parkeerterrein van P3 oprijden en daar nabij de gestolen voertuigen worden achtergelaten, dat vervolgens om 20.13 uur [medeverdachte 2] en naar de overtuiging van de rechtbank [medeverdachte 9] gezien worden bij de betaalautomaat van de parkeerplaats, waarna rond 20.20 uur de VW Transporter en de VW Caddy de parkeergarage verlaten.
Uit het vorenstaande volgt dat bewezen kan worden dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 9] voornoemde VW Caddy en VW Transporter gestolen hebben. Uit voornoemde bewijsmiddelen volgt voorts dat [medeverdachte 9] en [medeverdachte 2] ook betrokken zijn geweest bij de diefstal van de BMW en de VW Golf. Zij konden immers zeer kort na de diefstallen beschikken over die BMW en de VW Golf. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de VW Golf en BMW klaarblijkelijk zijn gestolen met het enkele doel om de diefstallen van de VW Caddy en de VW Transporter mogelijk te maken, dat [medeverdachte 9] en [medeverdachte 2] deze auto’s ook voor dit doel hebben gebruikt en dat uit dit vonnis volgt dat in ieder geval [medeverdachte 2] zich regelmatig aan autodiefstallen schuldig heeft gemaakt, terwijl niet aannemelijk is geworden dat sprake is geweest van heling.
Gelet op het bovenstaande in onderling verband beschouwd, acht de rechtbank tevens bewezen dat [medeverdachte 1] en [verdachte] zich schuldig hebben gemaakt aan de diefstal van voornoemde vier auto’s. Hieraan doet niet af dat [verdachte] en [medeverdachte 1] mogelijk geen uitvoeringshandelingen hebben verricht. Uit bovengenoemde telefoongesprekken blijkt een voldoende nauwe samenwerking dat sprake is van medeplegen. Daarbij betrekt de rechtbank ook de omstandigheid dat zowel [verdachte] als [medeverdachte 1] zwijgen en geen verklaring geven voor de hiervoor opgesomde omstandigheden en meer in het bijzonder de aanwezigheid daags na de diefstal van eerdergenoemde TomTom in de auto van de vriendin van [verdachte] en een sleutel passend op de VW Caddy in de woning van [medeverdachte 1].
Zaaksdossier 24
Tussen 11 december 2010 te 10.00 uur en 12 december 2010 te 9.30 uur is een VW Golf GTI, voorzien van kenteken [kenteken 15], toebehorende aan [aangever 15], weggenomen van het afgesloten parkeerterrein van het Mercure hotel op de Joan Muyskenweg te Amsterdam. De Golf is zilvergrijs van kleur en is voorzien van opvallende velgen van 19 inch met spaken, een startonderbreker en alarm. [43] Tevens is op 11 december 2010 tussen 11.00 uur en 12 december 2010 te 10.30 uur van dit parkeerterrein een Duitse VW Golf 5 Gti, toebehorende aan [aangever 16] en voorzien van kenteken [kenteken 16] weggenomen. Deze Golf is blauw van kleur en voorzien van leren bekleding en een startonderbreker. [44]
Op 11 december 2010 om 12.56 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 1] die in Zandvoort is om te zwemmen. [verdachte] zegt: “Je weet toch die ding die we geduwd hebben, die scooter.”. [medeverdachte 1]: “Weer een.”. [verdachte]: “Ja maar van ver.” [medeverdachte 1] zegt dat hij eraan komt. Om 13.01 uur zegt [medeverdachte 1] tegen [verdachte] dat hij “ze alvast warm moet maken met de aansteker”. Hij is op de terugweg. [verdachte] zegt dat het bij hem erop is en dat het er twee zijn; “1 van hier en 1 van daar.” [verdachte] zegt dat hij hoopt dat hij met de ene wat kan regelen met [medeverdachte 1]. Om 13.33 uur hebben [medeverdachte 1] en [verdachte] wederom telefonisch contact. [medeverdachte 1] zegt dan tegen [verdachte] dat hij naar buiten moet komen. [verdachte] zegt dat hij binnen is en vraagt of hij er weer af moet rijden. [medeverdachte 1] reageert hierop met: “oh, ben je daar, ik dacht dat je thuis was” en zegt dat hij er aan komt. [45] De telefoon van [medeverdachte 1] straalt op dat moment de Daniël Goedkoopstraat (omgeving Joan Muyskenweg) te Amsterdam aan.
Uit camerabeelden bij het Mercure hotel is te zien dat op 11 december 2010 om 13.14 uur een zwarte Porsche Cayenne met kenteken [kenteken 43] het parkeerterrein oprijdt en parkeert. [verdachte] en [medeverdachte 4] stappen uit de Porsche en lopen in de richting van een zilverkleurige VW Golf en bekijken de auto. Daarop lopen zij het hotel in. Om 13.29 uur komen zij weer naar buiten, stappen in de Porsche, blijven enkele minuten zitten en lopen daarna weer richting het hotel. Om 13.33 uur loopt een derde man (man 3) langs de slagboom, richting het parkeerterrein en in de richting van [verdachte] en [medeverdachte 4]. [verdachte] slaat een arm om de man heen. De drie mannen lopen eerst naar de Porsche en daarna lopen [verdachte] en man 3 naar de zilverkleurige VW Golf. Man 3 bukt naast de bestuurderszijde van de VW Golf terwijl [verdachte] het zicht blokkeert. [medeverdachte 4] doet ondertussen iets bij een auto die naast de Porsche staat geparkeerd. De mannen lopen weer naar elkaar toe en spreken met elkaar. Vervolgens rent man 3 via de slagboom het terrein af. Twee personen lopen naar de (later) gestolen blauwe VW Golf en stappen in en uit de blauwe VW Golf. Man 3 loopt langs de waterkant naar de zilverkleurige VW Golf, stapt aan de bestuurderszijde in, waarna twee seconden het alarm aangaat. De zilverkleurige VW Golf rijdt vervolgens weg waarbij gelijkertijd een blauwe VW Golf komt aanrijden. Om 14.07 uur duwt de blauwe VW Golf met kenteken [kenteken 16] met zijn voorzijde de slagboom omhoog en rijdt weg. De zilverkleurige VW Golf rijdt er direct achter aan. Het kenteken van de zilverkleurige VW Golf is [deel kenteken 15]. [medeverdachte 4] komt om 14.44 uur het hotel uitlopen en stopt iets in zijn jaszak. Hij loopt richting de Porsche en de Porsche rijdt om 14.49 uur (eveneens) door de slagboom heen. [46]
Op 13 december 2010 om 11.49 uur belt [medeverdachte 2] naar [medeverdachte 1]. [medeverdachte 2] zegt: “Ik sta hier weet je wel … maar waar is dat andere ding.” [medeverdachte 1] zegt dat [medeverdachte 2] met die blauwe vast een beetje moet beginnen. [medeverdachte 2]: “Oh ok, want die andere moesten eerst met die van jou.” [medeverdachte 1]: “Voor dat andere moet ik komen want ik heb die dinges bij me dus je ken toch nog niet beginnen zonder mij.” [medeverdachte 2]: “Is goed dan zie ik je later.” Om 12.30 uur belt [medeverdachte 1] [medeverdachte 2] en vraagt waar ze staan. [medeverdachte 2] antwoordt: “Garage”. [medeverdachte 1] zegt dat hij eraan komt en dat ze eerst die andere doen. Om 17.41 uur hebben [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] opnieuw telefonisch contact met elkaar. [medeverdachte 1] zegt dat [medeverdachte 2] dingen heeft geknipt die niet moesten worden geknipt: “kabeltjes, remmen, die hbs sensor.” [medeverdachte 2] zegt dat van de middenconsole, het vierkant waar die schakelpook inzit, een kantje is gebroken. [medeverdachte 1] merkt op dat hij hier toch 19 inch heeft: “op die grijze.” [medeverdachte 2] zegt onderweg naar huis te zijn. De telefoon van [medeverdachte 1] straalt op dat moment nabij de [straatnaam 5] op het adres [straatnaam 8] te Amsterdam aan. De volgende dag heeft [medeverdachte 2] opnieuw met [medeverdachte 1] telefonisch contact en zegt [medeverdachte 2] dat hij hem alvast helemaal rondom aan het losmaken is.
Op 14 december 2012 om 18.22 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 1] en krijgt te horen dat die rooie ([medeverdachte 2]) wat heeft weggegooid op het ijs dat ze proberen weg te halen. Het is “bij ons voor de deur”. Om 18.32 uur hebben zij opnieuw telefonisch contact met elkaar en vraagt [verdachte] of het allemaal is gelukt. [medeverdachte 1] zegt dat hij al lang klaar is: “Ik heb 2 in 1 dag gedaan … die van jou is ook helemaal klaar.” [47]
In de VW Golf R32 ([kenteken 44]) van [medeverdachte 3] is op 3 mei 2011 een instrumentenpaneel aangetroffen dat afkomstig is van de gestolen Duitse VW Golf. [48]
[medeverdachte 4] heeft verklaard dat hij een keer met [verdachte] bij het Mercure hotel is geweest en dat het kan dat er toen daar twee auto’s stonden; een blauwe Duitse VW Golf Gti en een grijze VW Golf. Voorts heeft hij verklaard dat hij misschien de Porsche waarin [verdachte] een tijdje heeft gereden, naar huis heeft gereden. [49]
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij zichzelf herkend op de camerabeelden (in het hotel) op 11 december 2011. Hij is in de Porsche gestapt of lopend weggegaan.
Bewijsoverweging
Voor zover van de zijde van de verdediging is aangevoerd dat op de camerabeelden van het Mercure hotel niet duidelijk te zien zou zijn hetgeen in het bijbehorende proces-verbaal is beschreven, gaat de rechtbank ervan uit dat deze beschrijving klaarblijkelijk is gebaseerd op lopende beelden van verschillende camera’s, welke een vollediger beeld zullen geven dan de in het dossier opgenomen foto-afdrukken en mogelijk door de verbalisant middels inzoomen, gedetailleerder zijn bekeken. Voorts overweegt de rechtbank dat zij geen redenen heeft om te twijfelen aan de expertise van de verbalisanten op dit gebied en dat, wat hier ook van zij, [verdachte] en [medeverdachte 4] niet hebben betwist, dat zij – zoals waargenomen – die dag ook met de Porsche op het parkeerterrein zijn geweest terwijl [medeverdachte 4] ook heeft verklaard dat hij wellicht de Porsche naar huis heeft gereden, hetgeen eveneens strookt met de camerabeelden. Dat [verdachte] in de Porsche zou zijn gestapt of lopend het terrein zou hebben verlaten, wordt daarentegen niet ondersteund door de camerabeelden. Bovendien wordt hetgeen is waargenomen op de beelden, ondersteund door de hierboven aangehaalde telefoongesprekken en het aantreffen van een onderdeel van één van de gestolen voertuigen in de auto van de vriendin van [verdachte].
Ten aanzien van de rol van [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2], overweegt de rechtbank dat gezien de aangehaalde bewijsmiddelen, [medeverdachte 4] een essentiële rol heeft vervuld bij het wegnemen van beide voertuigen, terwijl [medeverdachte 2] met name betrokken is bij het kennelijk ontmantelen van beide voertuigen in de loods op de [straatnaam 5], waarvan verdachten gebruik maakten, hetgeen de rechtbank ook aanmerkt als het medeplegen van de diefstal.
Gelet op het bovenstaande, in onderling verband beschouwd, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [medeverdachte 1], [verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4], op 11 december 2010, beide voertuigen hebben weggenomen bij het Mercure hotel in Amsterdam en de voertuigen vervolgens zijn geplaatst in de loods, gelegen aan de [straatnaam 5] te Amsterdam, om daar door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] te worden ontmanteld. De rechtbank merkt daarbij op dat zij, mede gelet op de inhoud van de telefoongesprekken, bewezen acht dat de persoon op de camerabeelden die aangeduid wordt als “man 3” [medeverdachte 1] is.
Zaaksdossier 25
Tussen 12 december 2010 en 13 december 2010 is de VW Golf met kenteken [kenteken 17] die door [aangever 17] van Athlon Car Lease Nederland werd geleased, gestolen van de Joan Muyskenweg te Amsterdam. [50]
In het water gelegen langs de [straatnaam 5] ter hoogte van perceel [nummer] zijn op 3 mei 2011 twee kentekenplaten met nummer [kenteken 17] aangetroffen. [51] In het totaal zijn hier in het water tien kentekenplaten aangetroffen, alle afkomstig van gestolen auto’s. [52]
Op 3 mei 2011 is bij de doorzoeking in de woning aan de [straatnaam 1] 25 C, de woonboot die door [verdachte] sinds kort werd gehuurd en door hem werd opgeknapt [53] , een airbag aangetroffen, afkomstig uit voornoemde VW Golf. [54]
Bewijsoverweging
Gelet op het bovenstaande, in onderling verband beschouwd, komt de rechtbank tot de conclusie dat [verdachte] voornoemde auto heeft gestolen. De rechtbank acht geen andere verklaring aannemelijk voor het feit dat zowel de kentekenplaten van deze auto zijn aangetroffen in het water in de nabijheid van de door [verdachte] gehuurde loods als de airbag uit deze auto in een door [verdachte] gehuurde woonboot. De rechtbank neemt daarbij mede in aanmerking dat uit dit vonnis volgt dat [verdachte] zich regelmatig aan diefstallen van auto’s schuldig maakt en dat [verdachte] geen verklaring heeft gegeven voor de hiervoor opgesomde omstandigheden. Voorts acht de rechtbank het, gelet op het aantreffen van zowel de kentekenplaten als de airbag op verschillende plaatsen, niet aannemelijk dat sprake is geweest van heling.
Zaakdossier 26
Tussen 1 januari 2011 en 10 januari 2011 is van de parkeergarage van de luchthaven te Zaventem (België) een VW Golf, type R32 voorzien van kenteken [kenteken 18], toebehorende aan [aangever 18], gestolen. [55]
Uit de camerabeelden van de parkeergarage van de Luchthaven Zaventem is het volgende gebleken. Op 6 januari 2011 omstreeks 13.49 uur komt een VW Corrado met kenteken [kenteken 45] de parkeergarage oprijden. Deze auto staat op naam van [medeverdachte 3], zijnde de vriendin van [verdachte]. De auto wordt geparkeerd naast de, later gestolen, VW Golf met Luxemburgs kenteken [kenteken 18], en er stappen vier personen uit de VW Corrado. Twee personen begeven zich naar de achterzijde van de parkeergarage terwijl de twee anderen bij de voertuigen blijven. Om 14.07 uur vertrekt de VW Golf naar de achterzijde van de parkeergarage met vlak hier achter de VW Corrado. De VW Golf rijdt naar de kant en stopt, waarop de VW Corrado de VW Golf passeert en eveneens stopt. Één van de personen in de VW Corrado stapt uit, loopt naar de gestolen VW Golf en stapt daar in. Twee minuten later verlaat de VW Golf de parkeergarage achter een ander (onbekend gebleven) voertuig. Om 14.13 uur stopt de VW Corrado ter hoogte van de betaalautomaat. Eén van de inzittenden van de VW Corrado betaalt middels een Visakaart de parkeerkaart. De Visakaart staat op naam van [medeverdachte 3]. [56] Op één van de afbeeldingen van de camerabeelden (foto 24) heeft de verbalisant [verdachte] herkend bij de betaalautomaat. [57]
Enkele dagen voor de diefstal van de VW Golf, op 2 januari 2011 om 15.17 uur, is een witte VW Golf voorzien van kenteken [kenteken 46] de parkeergarage van de luchthaven te Zaventem opgereden. Enkele minuten later is dit voertuig gestopt bij de later gestolen VW Golf R 32 en zijn twee personen uit de witte VW Golf gestapt. Om 15.28 uur verlaat de witte VW Golf de parkeergarage achter een ander voertuig. De witte VW Golf staat op naam van [medeverdachte 1]. [58]
Bewijsoverweging
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 2 januari 2011 met [medeverdachte 1] in de auto van [medeverdachte 1], de VW Golf met kenteken [kenteken 46], naar het vliegveld Zaventem is gereden, dat zij vervolgens naar Bulgarije zijn gevlogen voor een korte vakantie, dat zij heimwee kregen en eerder terug zijn gevlogen naar Schiphol en dat zij daarna op 6 januari 2011 in de auto van [medeverdachte 3], de VW Corrado, naar Zaventem zijn gereden om de auto van [medeverdachte 1] op te halen. [59] Uit de hiervoor aangehaalde camerabeelden blijkt echter dat de auto van [medeverdachte 1] op 2 januari 2011 de parkeergarage is ingereden en dat deze auto ongeveer tien minuten later deze parkeergarage weer heeft verlaten. De rechtbank heeft geen aanleiding om aan te nemen dat de auto van [medeverdachte 1] hierna nogmaals in de garage is geweest, daar aangenomen mag worden dat dit dan door de Belgische autoriteiten zou zijn gerelateerd. Op grond hiervan acht de rechtbank de verklaring van verdachte dat hij met [medeverdachte 1] naar Zaventem is gereden om de auto van [medeverdachte 1] op te halen ongeloofwaardig en enkel afgelegd om te verhullen dat zij op 6 januari 2011 tezamen met nog twee anderen naar België zijn gereden in de VW Corrado met het doel om voornoemde VW Golf te stelen. De rechtbank komt derhalve tot bewezenverklaring van medeplegen van diefstal van de VW Golf met kenteken [kenteken 18].
Zaaksdossier 27
Tussen 14 januari 2011 en 15 januari 2011 is de VW Golf met kenteken [kenteken 19] die door [aangever 19] van Leaseplan Nederland NV werd geleased, gestolen van de Joan Muyskenweg te Amsterdam. De auto was voorzien van een startonderbreker en alarm en in de auto lagen onder andere zeilspullen en een TomTom. [60]
Op 21 maart 2011 hebben verbalisanten de loods aan de [straatnaam 5] betreden. In de loods lag een document op naam van [aangever 19] te Breda. Van de goederen die in de loods zijn aangetroffen, zijn video-opnamen gemaakt. Deze video-opnamen zijn aan aangever [aangever 19] getoond. [aangever 19], die woonachtig is in Breda, heeft verklaard dat hij op de video goederen herkent die afkomstig zijn uit zijn gestolen VW Golf. Zo herkent hij onder meer een trapezevest van het merk Hobie, een tas waar zijn trapezevest heeft ingezeten, een document, een box met papiertjes waar hij zijn handen schoon mee maakt en een EHBO trommel. [61]
In het water gelegen langs de [straatnaam 5] ter hoogte van perceel 138 zijn op 3 mei 2011 twee kentekenplaten met nummer [kenteken 9] aangetroffen. [62] In het totaal zijn hier in het water tien kentekenplaten aangetroffen, waarvan een aantal afkomstig is van gestolen auto’s.
Op 3 mei 2011 is bij de doorzoeking in de woning aan de [straatnaam 1] 25 Geen TomTom aangetroffen afkomstig van de gestolen VW Golf. [63]
Bewijsoverweging
Gelet op het bovenstaande, in onderling verband beschouwd, komt de rechtbank tot de conclusie dat [verdachte] voornoemde VW Golf heeft gestolen. De rechtbank acht geen andere verklaring aannemelijk voor het feit dat de kentekenplaten van deze auto zijn aangetroffen in het water in de nabijheid van de door [verdachte] gehuurde loods, dat goederen uit de auto in deze loods zijn aangetroffen en dat de TomTom uit deze auto is aangetroffen in de woonboot van [verdachte]. De rechtbank neemt daarbij mede in aanmerking dat uit dit vonnis volgt dat [verdachte] zich regelmatig aan diefstallen van auto’s schuldig maakt en [verdachte] geen verklaring heeft gegeven voor de hiervoor opgesomde omstandigheden. Voorts acht de rechtbank het, gelet op het op verschillende plaatsen aantreffen van zowel de kentekenplaten, de TomTom, alsmede eerdergenoemde goederen uit de auto, onaannemelijk dat sprake is geweest van heling.
Zaaksdossier 32
Tussen 16 maart 2011 om 02.00 uur en 19 maart 2011 om 01.30 uur werd een VW Golf Gti met kenteken [kenteken 21] toebehorende aan [aangever 21] gestolen van de [straatnaam 9] 207 te Amstelveen. De auto was voorzien van een startonderbreker en in de auto lagen twee mobiele telefoons, waaronder een Nokia van het type N96, en een navigatiesysteem van het merk TomTom. [64]
Op camerabeelden van de loods aan de [straatnaam 5] te Amsterdam is op 18 maart 2011 om 16.54 uur te zien dat de gestolen VW Golf met kenteken [kenteken 21] het terrein van de loods komt oprijden. Een manspersoon stapt uit de auto, opent de deur van de loods, stapt weer in de VW Golf en rijdt de auto de loods in. Vervolgens wordt de deur van de loods gesloten. Een half uur later komt er een personenauto van het merk Subaru, type Vivio, met kenteken [kenteken 47] aanrijden. Deze auto staat op naam van [medeverdachte 3]. De bestuurder van de Subaru gaat de loods in, komt even later weer naar buiten en verricht handelingen bij de Subaru. Vervolgens komt de bestuurder van de VW Golf uit de loods lopen en stapt aan de bijrijderskant in de Subaru. Vervolgens verlaat de Subaru het terrein weer. Om 20.43 uur komt er een voertuig het terrein oprijden. Vervolgens wordt er een voertuig uit de loods gereden. Om 20.46 uur verlaten de gestolen VW Golf en de eerder aangekomen auto het terrein. [65]
Op 18 maart om 16.26 uur - een half uur voordat de gestolen VW Golf het terrein van de loods aan de [straatnaam 5] wordt opgereden - belt [verdachte] met [medeverdachte 8]. [verdachte] zegt in dat gesprek: “Je weet toch je broertje wat heeft je broertje 3 of 4?” [medeverdachte 8] antwoordt: “3” waarop [verdachte] zegt: “exact dezelfde bommetje, bommetje vol bom vol.” [medeverdachte 8] vraagt daarop: “oke, ehh quanta?” Verderop in het gesprek zegt [verdachte] dat hij het binnen tien minuten wil weten. [medeverdachte 8] vraagt daarop: “en wat voor wielen” waarop [verdachte] antwoordt: “18 inch ditros.” Op de achtergrond bij [verdachte] is een andere man te horen. [66] De gestolen VW Golf had 17 of 18 inch velgen. [67] De telefoon van [verdachte] straalt tijdens dat gesprek aan op de [straatnaam 9] 2-16 te Amstelveen. Om 16.37 uur heeft [verdachte] wederom contact met [medeverdachte 8]. [medeverdachte 8] zegt in dat gesprek: “dan moet je hem vanavond maar op de brug zetten” waarop [verdachte] antwoordt: “is goed dan rijden we vanavond laat wel naar je toe voor die dingens.” De telefoon van [verdachte] straalt op dat moment aan in Amsterdam aan de Amsteldijk 166. Om 21.08 uur straalt de telefoon van [verdachte] ʼs-Gravenland, Loodijk 24 aan. [68]
Bij de doorzoeking op 3 mei 2011 in de woning van [medeverdachte 1] aan de [straatnaam 3] te Amsterdam is een navigatiesysteem van het merk Tom Tom aangetroffen. Als thuisadres gaf de aangetroffen TomTom het adres [straatnaam 9] 5 te Amsterdam aan, zijnde het adres van aangever [aangever 21]. [69] Bij doorzoeking in de woonboot [verdachte] aan de [straatnaam 1] 25 G te Amsterdam is op 3 mei 2011 een telefoon van het merk Nokia aangetroffen waarvan het Imeinummer overeenkomt met het Imeinummer van de telefoon die in de gestolen VW Golf lag. [70]
[verdachte] had van 18 maart 2011 tot en met 21 maart 2011 verlof van de detentie die hij uitzat in die periode. [71]
Bewijsoverweging
Gelet op het bovenstaande in onderling verband beschouwd en mede in aanmerking nemend dat de TomTom uit de gestolen VW Golf in de woning van [medeverdachte 1] en een telefoon uit de gestolen VW Golf in de woonboot van [verdachte] is aangetroffen, kan het niet anders dan dat [verdachte] en [medeverdachte 1] voornoemde VW Golf van de [straatnaam 9] hebben weggenomen. De rechtbank acht geen andere verklaring aannemelijk geworden voor het feit dat de gestolen VW Golf het terrein van de door [verdachte] gehuurde loods oprijdt, dat de telefoon van [verdachte], die op dat moment klaarblijkelijk niet alleen is, een klein half uur daarvoor aanstraalt in de directe omgeving van de plaats delict, te weten locatie [straatnaam 9], en het feit dat hij op dat moment een gesprek voert met [medeverdachte 8] over dat hij snel moet weten of [medeverdachte 8] een auto met 18 inch ditros wel of niet wil hebben. Een half uur nadat de gestolen VW Golf het terrein van de loods komt oprijden, komt de Subaru Vivio van [medeverdachte 3] het terrein van de loods oprijden. Deze auto wordt veelvuldig door [verdachte] gebruikt en de rechtbank heeft geen aanleiding om aan te nemen dat een ander dan [verdachte] op dat moment in die auto rijdt. [verdachte] is op dat moment wel alleen, zodat de rechtbank tot geen andere conclusie kan komen dan dat [medeverdachte 1], bij wie immers de TomTom is aangetroffen, degene is die met de gestolen VW Golf het terrein is opgereden. Ook neemt de rechtbank in aanmerking dat de gestolen VW Golf ʼs avonds weer de loods wordt uitgereden nadat [verdachte] om 16.37 uur in het telefoongesprek met [medeverdachte 8] heeft aangegeven, dat “ze” ʼs avonds naar hem toekomen en [verdachte] ook daadwerkelijk die avond de omgeving aanstraalt van de loods van [medeverdachte 8].
[verdachte] heeft ter terechtzitting nog verklaard dat hij die avond van 18 maart 2011 op bezoek was bij zijn schoonmoeder die daar in de buurt woont en dat het daarom goed mogelijk is dat hij aanstraalde in de omgeving van [straatnaam 9] te Amstelveen. De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig. De telefoon van [verdachte] heeft namelijk tien minuten nadat deze de locatie de [straatnaam 9] heeft aangestraald, de Amsteldijk te Amsterdam aangestraald, zodat niet aannemelijk is geworden dat [verdachte] die avond bij zijn schoonmoeder op bezoek is gegaan.
De rechtbank neemt voorts in aanmerking dat [verdachte] en [medeverdachte 1] in deze periode vaker samen auto’s hebben gestolen.
Gelet op het vorenoverwogene acht de rechtbank bewezen dat [medeverdachte 1] en [verdachte] met elkaar voornoemde VW Golf hebben gestolen.
Zaaksdossier 34
Op 14 april 2011 tussen 14.20 uur en 15.00 uur is een zwarte VW Transporter Tdi, kenteken [kenteken 22], weggenomen van de Gustav Mahlerlaan 14 te Amsterdam, toebehorende aan [aangever 43]. Zijn zoon [aangever 22] heeft een klusbedrijf en al zijn spullen zaten in het voertuig. De VW Transporter was voorzien van sportvelgen en een handrem/versnellingspook-blokkering. Verder was het voertuig geparkeerd naast een andere VW Transporter waarvan het slot was geforceerd. De portier van deze Transporter kon aan de bestuurderszijde niet meer met de sleutel geopend worden. [72]
Om 13.48 uur die dag belt [verdachte] met [medeverdachte 8] en zegt dat hij aan het rondneuzen is. “Ik zoek naar lekkere meissies.” [medeverdachte 2] straalt om 13.58 uur een paal nabij de Gustav Mahlerlaan te Amsterdam aan en [medeverdachte 1] om 14.12 uur een paal aan de Parnassusweg 105 te Amsterdam. [73]
Om 13.17 uur rijdt de VW Golf van [medeverdachte 3] ([kenteken 44]) op de [straatnaam 1] te Amsterdam en om 13.55 uur op de Rijksweg A 10. [medeverdachte 1] is dan de bestuurder. Om 14.28 uur maakt [medeverdachte 1] contact met twee mannen naast [bedrijf 2] aan [straatnaam 10] in Amsterdam waarna hij om 14.36 uur wegrijdt in de VW Golf. Om 14.50 uur wordt de VW Golf geparkeerd bij een tankstation aan de Parnassusweg. [medeverdachte 1], [verdachte] en [medeverdachte 2] stappen uit de auto en lopen weg. Enkele minuten later lopen zij met zijn drieën op de Gustav Mahlerlaan in Amsterdam en verricht [medeverdachte 1] handelingen aan de achterzijde bij en in de gestolen VW Transporter met kenteken [kenteken 22]. Vervolgens neemt [medeverdachte 1] plaats op de bestuurdersplek in de Transporter en stapt kort hierop weer uit. [medeverdachte 2] stapt daarna in deze VW Transporter en rijdt om 14.53 uur met het voertuig weg. [verdachte] en [medeverdachte 1] lopen weg en rijden in de VW Golf van [medeverdachte 3] naar de woonboot van [verdachte]. De Transporter wordt in directe omgeving van de woonboot geparkeerd. Om 15.20 uur staat [medeverdachte 1] met de mannen die hij eerder die middag heeft ontmoet, bij de gestolen VW Transporter terwijl de achterklep open staat. [74]
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij een VW Transporter heeft weggenomen van de Gustav Mahlerlaan en dat hij de auto heeft geparkeerd bij de woonboot van [verdachte]. [75]
Bewijsoverweging
Gelet op het bovenstaande in onderling verband beschouwd, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [medeverdachte 1], [verdachte] en [medeverdachte 2] in nauwe en bewuste samenwerking de VW Transporter hebben gestolen.
Zaaksdossier 35
[aangever 23] heeft aangifte gedaan van de diefstal van zijn VW Transporter, voorzien van het kenteken [kenteken 23] op 15 april 2011 tussen 11.23 en 15.30 uur uit parkeergarage P3 bij de RAI te Amsterdam. Het voertuig was voorzien van een startonderbreker en in het voertuig bevond zich een navigatiesysteem. [76]
[aangever 24] heeft aangifte gedaan van de diefstal van zijn VW Golf R32, voorzien van het kenteken [kenteken 24], op 15 april 2011 tussen 11.45 en 16.00 uur, eveneens uit parkeergarage P3 bij de RAI te Amsterdam. Het voertuig was beveiligd met een “Bearlock”, een slot dat op de versnellingsbak is gemonteerd. [77]
Op 15 april 2011 om 11.57 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 9] (Mo) dat hij naar Amsterdam moet komen voor een “los-takel-los”. Hij zegt dat hij twee “mooie dingen” voor hem heeft en hem heel blij kan maken die dag. [medeverdachte 9] zegt dat hij eraan komt. [78]
Op 15 april 2011 om 13.37 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 2] en vraagt waar hij is. [medeverdachte 2] antwoordt dat hij zo weg gaat. [verdachte] vraagt of hij niet terug naar binnen kan rijden. Hij staat langs de kant. [medeverdachte 2] zegt dat hij op de rechterbaan staat en dat hij dan eerst moet draaien en dat hij bang is dat dat niet gaat lukken. Vervolgens zegt hij dat hij het niet gaat redden. Om 13.39 uur belt [verdachte] met een onbekende man en zegt dat: “als hij de kabel bij de versnellingsbak losgooit en schakelt met de handrem, hij het niet doet” en vervolgens: “anders rijdt hij niet.” De man geeft uitleg waarom het niet kan.
Om 13.40 uur belt [medeverdachte 9] dat hij voor de deur is. [verdachte] belt hem zo. Om 13.41 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 2] dat hij snel naar huis moet rijden en [medeverdachte 9] moet oppikken en dan moet terugkomen. Om 13.42 uur belt hij nog een keer en zegt [medeverdachte 2] dat hij een sleepkabel moet meenemen en moet opschieten.
Om 13.57 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 2]. [medeverdachte 2] zegt dat hij niet naar binnen kan omdat het vol is. [verdachte] zegt dat hij moet zeggen dat hij zijn schoonvader moet ophalen die achter bij P3 staat. Om 14.03 uur belt [verdachte] [medeverdachte 2] en zegt [medeverdachte 2] dat hij daar nog steeds staat. [verdachte] zegt dat ze bij de gasten staan en hij hem niet ziet: “Wij leiden die gozer wel af. Dan rij je gewoon door.”
Om 14.11 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 2] en vraagt hem of hij geld heeft voor een kaartje. [verdachte] zegt dat hij hem toch net 20 euro heeft gegeven in de parkeergarage. [medeverdachte 2] antwoordt dat hij daar net toch een kaartje voor heeft gehaald. De vriendin van [medeverdachte 9] die erbij is, heeft geld gegeven. Om 14.14 uur belt [verdachte] [medeverdachte 2] en zegt dat hij naar rechts moet, waar [medeverdachte 9] vandaan komt.
De telefoon van [verdachte] straalt van 12.45 uur tot 14.18 uur de volgende locaties aan: Barbara Strozzilaan, Europaplein en Europalaan, alle te Amsterdam. [79]
Om 14.27 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 9] en zegt hem dat hij linksaf moet gaan bij Diemen en richting Weesp. Om 14.28 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 8] dat hij hem nodig heeft bij zijn “hokkie” en zegt dat hij problemen heeft met zijn “bak”, hij is aan het slepen. Om 14.41 uur belt hij opnieuw met [medeverdachte 8]. [medeverdachte 8] zegt dat [verdachte] de auto er wel kan neerzetten. Hij is daar over een uurtje. [80]
De telefoon van [medeverdachte 9] straalt op 15 april 2011 om 13.40 uur de Daniël Goedkoopstraat in Amsterdam aan; om 14.27 uur de H.E.J. Wenckebachweg in Amsterdam en om 14.35 uur de Overdiemerweg te Diemen. [81]
Tijdens een gehouden observatie diezelfde dag wordt omstreeks 13.00 uur gezien dat [verdachte] en [medeverdachte 2] [bedrijf 2], gelegen aan [straatnaam 10] te Amsterdam verlaten en in de VW Golf op naam van [medeverdachte 3] (kenteken [kenteken 44]) stappen. Om 13.16 uur wordt er geparkeerd nabij het gebouw van de RAI te Amsterdam en gaan zij de ingang van de RAI binnen. Om 14.09 uur stopt de gestolen (grijze) VW Transporter met kenteken [kenteken 23] voor de ingang van de parkeergarage. [verdachte] en [medeverdachte 1] spreken de bestuurder aan; naast hem zit nog een man als passagier. Na afloop van het gesprek, rijdt de VW Transporter de parkeergarage in en lopen [medeverdachte 1] en [verdachte] via de bedrijfsweg in de richting van de leveranciersingang. Om 14.20 uur rijdt de VW Transporter langs de RAI, op de bedrijfsweg gelegen tussen de RAI en de A10, waar de ingang van de leveranciers gelegen is. Achter de gestolen VW Transporter rijdt de weggenomen VW Golf met kenteken [kenteken 24]. De VW Golf is met een sleepkabel verbonden aan de VW Transporter. Van beide voertuigen is de alarmverlichting ontstoken. De bestuurder van de VW Golf vertoont zeer sterke gelijkenis met [medeverdachte 2]. De combinatie rijdt de A10 op. Op de A1, afslag Diemen, komt de VW Golf van [medeverdachte 3] erachter rijden met de [medeverdachte 1] als bestuurder en [verdachte] als passagier. Om 14.45 uur wordt gezien dat de combinatie en de VW Golf van [medeverdachte 3] het industrieterrein in s’ Gravenland oprijden. Om 15.10 uur rijden de VW Golf van [medeverdachte 3] en de VW Transporter het industrieterrein weer af en rijden zij [straatnaam 11] te Bussum op, in de richting van het aldaar gelegen woonwagenkamp. [82]
Tijdens de doorzoeking van de woonboot van [verdachte] op de [straatnaam 1] 25 G te Amsterdam is op 3 mei 2011 in de kast in de hal een navigatiesysteem aangetroffen, dat het adres van aangever [aangever 23], eigenaar van de VW Transporter, met kenteken [kenteken 23], als thuisadres had. [83]
Bewijsoverweging
De rechtbank overweegt dat uit de hiervoor vermelde redengevende feiten en/of omstandigheden, in onderling verband beschouwd, blijkt dat [verdachte] in de VW Golf van zijn vriendin die dag op pad is met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] en dat zij met elkaar naar de parkeergarage P3 van de RAI gaan om aldaar auto’s te stelen. Vervolgens wordt door [medeverdachte 2] de VW Transporter uit de parkeergarage weggereden. [medeverdachte 1] en [verdachte] blijven achter in de parkeergarage, omdat de VW Golf problemen heeft met de versnellingsbak, waardoor de auto het niet doet. Vervolgens onderhoudt [verdachte] telefonische contacten met [medeverdachte 2], geeft hem aanwijzingen om de parkeergarage weer in te rijden, [medeverdachte 9] op te halen en een sleepkabel mee te nemen. Later op die dag wordt gezien dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 9] in de gestolen VW Transporter met de gestolen VW Golf op sleeptouw wegrijden van het Rai-terrein. [medeverdachte 1] en [verdachte] rijden daar in de auto van de vriendin van [verdachte] achter aan. [verdachte] geeft tijdens de rit telefonisch aanwijzingen aan [medeverdachte 9] waar hij naartoe moet rijden en legt contact met [medeverdachte 8] over het stallen van één van de voertuigen bij zijn loods.
Gelet op het bovenstaande, in onderling verband beschouwd, kan het niet anders dan dat [medeverdachte 1], [verdachte], [medeverdachte 9] en [medeverdachte 2] op 15 april 2011 in nauwe en bewuste samenwerking zowel de VW Transporter als de VW Golf uit de parkeergarage van de RAI te Amsterdam hebben gestolen.
Zaaksdossier 36
Op 19 april 2011 tussen 12.25 uur en 17.15 uur is vanuit de parkeergarage P3 van de RAI in Amsterdam een zwarte VW Golf TDI met kenteken [kenteken 25], toebehorende aan [aangever 25] gestolen. De auto was voorzien van stuur/pedaalblokkering en had 18 inch Evolution velgen. [84]
Op 19 april 2011 om 13.22 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 2] en vraagt waar hij is. [medeverdachte 2] staat te wachten. [verdachte] zegt dat hij het volgende pad moet inlopen. De telefoon van [verdachte] straalt op dat moment de Strozzilaan (nabij de RAI) in Amsterdam aan. Om 13.47 uur hebben [verdachte] en [medeverdachte 2] wederom telefonisch contact. [medeverdachte 2] bevindt zich dan op het Europaplein te Amsterdam. [verdachte] zegt dat hij bij de Auto RAI is. [verdachte] vraagt aan [medeverdachte 2] waar hij is. [medeverdachte 2] antwoordt: “Ik sta bij jou om de hoek daar zo. Ik stond net bij je deur, maar je was er niet.” [85] Om 14.59 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 6] en zegt dat hij de spullen voor hem, “voor die 4”, heeft opgehaald en dat het een 1.9 TDI met 18 inch is. Verderop in het gesprek zegt [verdachte] dat het gaat om 18 inch Evolution en dat verdachte hem mag hebben voor zes en een half. [medeverdachte 6] zegt dat het goed is. Hij gaat zodra hij klaar is met werk naar [verdachte] toe en vraagt nog wat voor kleur die is. [verdachte] antwoordt: “Zwart”. Ze spreken af op [straatnaam 12] in Amsterdam (Noord). [86] Om 16.50 uur belt [medeverdachte 6] naar [verdachte] om te vragen of hij er wel is. [verdachte] zegt dat hij er is en daar ook gewoon blijft, waarop [medeverdachte 6] antwoordt dat hij dan het geld meeneemt. [87]
Tijdens observatie die middag wordt om 17.25 uur gezien dat [verdachte] in een auto komt aanrijden en parkeert op het woonwagenkamp aan [straatnaam 12] in Amsterdam. Rond hetzelfde tijdstip komt de zwarte VW Golf met kenteken [kenteken 25] het woonwagenkamp opgereden. [medeverdachte 2] stapt uit deze auto en loopt het woonwagenkamp op. Om 17.28 uur rijdt [medeverdachte 2] het terrein af in een andere auto. [88]
Bewijsoverweging
Uit het telefoongesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] is af te leiden dat zij die middag om 13.47 uur samen bij de RAI waren. In het gesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 6] op 19 april 2011 om 14.59 uur wordt gesproken over een auto met een aantal kenmerken, die hetzelfde zijn als de kenmerken van de gestolen VW Golf met kenteken [kenteken 25], namelijk een zwarte VW Golf TDI met 18 inch Evolution velgen. In datzelfde gesprek wordt gesproken over een prijs, waarmee [medeverdachte 6] instemt. Tevens spreken [verdachte] en [medeverdachte 6] af elkaar te ontmoeten op [straatnaam 12] in Amsterdam. Dit blijkt exact de plek te zijn waar om 17.25 uur diezelfde dag de gestolen VW Golf, die voldoet aan al die kenmerken die in dat gesprek worden genoemd, wordt gezien. Gelet op al deze feiten en omstandigheden in onderling verband beschouwd, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan dat de door verdachte met [verdachte] gevoerde gesprekken zien op de verkoop aan [medeverdachte 6] van de kort daarvoor gestolen VW Golf.
Gelet op de korte tijdspanne tussen het moment dat de VW Golf kan zijn weggenomen, 12.15 uur, en het moment dat [verdachte] in een auto en [medeverdachte 2] met de gestolen VW Golf het woonwagenkamp aan [straatnaam 12] oprijdt, 17.25 uur, kan het niet anders dan dat [medeverdachte 2] en [verdachte] tezamen de diefstal van deze VW Golf hebben gepleegd.
Zaaksdossier 37
Op 21 april 2011 tussen 8.00 en 19.00 uur is een personenauto, merk Audi RS6, kleur grijs, met kenteken [kenteken 26], toebehorende aan [aangever 26], weggenomen van de Gustav Mahlerlaan te Amsterdam. Het voertuig was voorzien van een voertuigvolgsysteem en beveiligd met een startonderbreker en een alarm. [89]
Op 22 april 2011 om 10.15 uur is dit gestolen voertuig aangetroffen op het afgesloten parkeerterrein van het Mercure hotel aan de Joan Muyskenweg te Amsterdam. Dit is een plek, gelegen nabij de woning van [verdachte] alwaar al eerder een gestolen voertuig is geparkeerd. [90] De aangetroffen Audi is onderzocht; het voertuig vertoonde geen braakschade, de sloten waren intact en links achter in de auto was een zogenaamd track&trace systeem aanwezig. [91]
In een telefoongesprek op 21 april 2011 te 14.04 uur vraagt [verdachte] aan een onbekende man waar de uitleesstekker van een RS6 zit. Antwoord: “onderin links bij je voet.” [verdachte] straalt om 14.43 uur de Parnassusweg 220 in Amsterdam aan, de directe omgeving van de plaats waar de Audi is gestolen. [92]
Op camerabeelden van het Mercure hotel is op 21 april 2011 om 15.17 uur een zilverkleurige Audi bij de slagboom te zien, voorzien van kenteken [deel kenteken 26]. De Audi rijdt (na het uitnemen van een parkeerkaart) het parkeerterrein op en parkeert. Om 15.23 uur verlaat de bestuurder te voet het parkeerterrein. De bestuurder wordt herkend als [medeverdachte 1] aan zijn haardracht (kaal of kort geschoren haar), postuur en lichaamshouding. Om 19.10 uur komt een brom/snorfiets, vermoedelijk een Piaggio Vespa, in beeld rijden. Vervolgens komt [medeverdachte 1] het parkeerterrein weer oplopen uit de richting van de bromfiets, met daarachter vermoedelijk [verdachte], gezien zijn vadsige postuur en de combinatie met [medeverdachte 1]. De Audi wordt op een andere plek van het terrein geparkeerd. Beide mannen verlaten lopend het parkeerterrein. Een brom/snorfiets verdwijnt links uit beeld.
[medeverdachte 3] heeft op dat moment een Piaggio Vespa op haar naam staan. [93]
Op 22 april 2011 om 12.59 uur - nadat de Audi met kenteken [kenteken 26] door de politie op het parkeerterrein bij het Mercure hotel aan de Joan Muyskenweg te Amsterdam is aangetroffen en in beslag is genomen [94] -, belt [verdachte] [medeverdachte 1] en zegt: “Dingens is loesoe….Toen ik vannacht uit de stad kwam was het niet zo. Ik ben om 3 uur uit de stad gekomen, niets gezien.” [medeverdachte 1] antwoordt daarop: “Het is jouw fout toch, je wilt niet luisteren naar me, ik heb het gezegd van tevoren.”
Om 13.06 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 10] die zegt dat “die Chinees zegt der zijn er altijd 2, linksachter zit ook”. Even later om 13.14 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 10] en vraagt hoe die Chinees erbij komt dat er altijd 2 in zitten. [medeverdachte 10] spreekt tegen een ander persoon op de achtergrond die zegt: “Ja, meestal wel hoor. [medeverdachte 1] zegt: “Ik heb ze zelf met Timmy weggehaald dus….” Hij vindt het maar een vreemd verhaal en zegt “te twijfelen aan iedereen om hem heen die wisten dat dat ding daar was.” [95]
Bewijsoverweging
Gelet op het bovenstaande, in onderling verband beschouwd, kan het niet anders dan dat [medeverdachte 1] en [verdachte] op 21 april 2011 in nauwe en bewuste samenwerking de betreffende Audi met kenteken [kenteken 26] hebben gestolen en hebben geparkeerd op het terrein van het Mercure hotel. De volgende dag heeft [verdachte] ontdekt dat de Audi (door de inbeslagname door de politie) was verdwenen en hij heeft toen onmiddellijk contact met [medeverdachte 1] gezocht, die als gevolg hiervan, blijkens het gesprek met [medeverdachte 10], aan iedereen om hem heen die wist dat de Audi daar was, is gaan twijfelen. De rechtbank merkt daarbij op dat hoewel verbalisanten [medeverdachte 1] en [verdachte] weliswaar niet met 100% zekerheid hebben herkend, zij gelet op de onderlinge samenhang met de overige bewijsmiddelen en in het bijzonder met de telefoongesprekken, toch tot een bewezenverklaring komt. De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend het medeplegen van de diefstal van de Audi bewezen
.
Zaaksdossier 39
Tussen 19 april 2011 te 22.30 uur en 20 april 2011 te 07.30 uur is een zwarte VW Golf GTI met kenteken [kenteken 27] toebehorende aan [aangever 27] weggenomen van [straatnaam 13] te Amsterdam. Het voertuigidentificatienummer van deze auto betreft: [nummer]. [96]
Tijdens de doorzoeking op 3 mei 2011 in de woning van [verdachte] (op het adres [straatnaam 1] 29 te Amsterdam) is een dashboard met bijrijderairbag aangetroffen en in beslag genomen. Op dezelfde datum tijdens de doorzoeking in de kelderbox van de woning van [medeverdachte 1] ([straatnaam 3] te Amsterdam) zijn twee voorzittingen met zij-airbags aangetroffen en in beslag genomen. [97] Uit onderzoek door het RDW is gebleken dat deze auto-onderdelen oorspronkelijk zijn geplaatst in een personenauto VW Golf GTI, kleur zwart met het voertuigidentificatienummer van voornoemde weggenomen auto met kenteken [kenteken 27]. [98]
In de kelderbox van de woning [medeverdachte 1] is eveneens een dashboardkastje aangetroffen met daarin een zwart voertuigonderhoudsboekje met opschrift “GTI”. In dit boekje werden diverse boekjes aangetroffen van een VW Golf en een garagerekening met daarop het kenteken van de weggenomen auto vermeld. Ook is nog een grote verscheidenheid aan auto-onderdelen aangetroffen, waarvan gezien de aard, kleur en samenstelling niet uit te sluiten is dat de onderdelen afkomstig zijn van de weggenomen VW Golf GTI. [99]
Bewijsoverweging
Hoewel de rechtbank eerder (algemeen) heeft overwogen dat het aantreffen van een van diefstal afkomstig goed bij een verdachte, onvoldoende is om tot een veroordeling voor diefstal te komen, acht de rechtbank het in deze zaak uitgesloten dat [medeverdachte 1] en [verdachte] de bij hen aangetroffen goederen op andere wijze dan door diefstal voorhanden hebben gekregen. De onderdelen van de ontmantelde auto zijn immers slechts twee weken na de diefstal deels bij [verdachte] en deels bij [medeverdachte 1] aangetroffen. Ten slotte blijkt uit dit vonnis dat [medeverdachte 1] en [verdachte] samen betrokken zijn bij een groot aantal bewezen verklaarde diefstallen en dat zij niet aan te merken zijn als helers.
Gezien het voorgaande, ziet de rechtbank aanleiding in deze zaak het aantreffen van een van de gestolen Golf afkomstig goed bij [verdachte], ook redengevend te achten voor de betrokkenheid van [medeverdachte 1] en omgekeerd, en acht zij wettig en overtuigend bewezen dat [medeverdachte 1] en [verdachte] de diefstal van deze VW Golf hebben gepleegd. Dat zowel [verdachte] als [medeverdachte 1] niets hebben willen verklaren over de aangetroffen goederen spreekt naar het oordeel van de rechtbank overigens ook boekdelen.
Zaaksdossier 48
Op vrijdag 7 januari 2011 tussen 10.00 en 18.00 uur is een grijze VW Polo TDI met kenteken [kenteken 28], toebehorende [aangever 28], gestolen van de Meibergdreef 9 te Amsterdam Zuidoost, gemeente Amsterdam, zijnde een parkeerterrein van het AMC Ziekenhuis. De auto was voorzien van een alarm en startonderbreker en in de auto lag een TomTom en een telefoon. [100]
Uit de tapgesprekken gevoerd op 7 januari 2011 om 14.40 en 15.08 uur blijkt dat [medeverdachte 1] en [verdachte] elkaar ontmoeten bij de woning van [verdachte]. [101] Om 16.01 uur straalt de telefoon van [medeverdachte 1] aan op de locatie Meibergdreef 9 te Amsterdam Zuidoost. [102] Om 16.05 uur straalt de telefoon van [medeverdachte 1] nog steeds aan op de Meibergdreef. In een gesprek met een onbekende beller, zegt [medeverdachte 1] dat hij belangrijk bezig is. [103] De telefoon van [verdachte] straalt om 15.55 uur aan op Reigersbos te Amsterdam Zuidoost en om 16.15 uur de Paalbergerweg te Amsterdam Zuidoost. [104] Deze locaties bevinden zich in de directe omgeving van de Meibergdreef. Om 16.29 uur straalt de telefoon van [verdachte] aan op de Spaarnwouderweg te Vijfhuizen. [105] De telefoon van [medeverdachte 1] straalt daar aan om 16.31 uur. [106]
Bij de doorzoeking in de woning van de vriendin van [medeverdachte 1] aan de [straatnaam 4] te Amsterdam is op 3 mei 2011 een navigatiesysteem van het merk TomTom aangetroffen. [107] Uit onderzoek is gebleken dat deze afkomstig is uit voornoemde VW Polo met kenteken [kenteken 28]. [108] Bij de doorzoeking van de woonboot van [verdachte] aan de [straatnaam 1] 25 G te Amsterdam werd op 3 mei 2011 een Hummer aangetroffen. [109] In deze Hummer bevond zich een mobiele telefoon van het merk Samsung. [110] Uit onderzoek bleek dat middels deze telefoon veelvuldig contact werd onderhouden met “naam”. De verbalisant heeft contact opgenomen met [naam] die desgevraagd verklaarde dat haar man in de gestolen VW Polo met kenteken [kenteken 28] een telefoon van het merk Samsung had liggen. [111]
Bewijsmotivering
Gelet op het bovenstaande, in onderling verband beschouwd, en mede in aanmerking nemend dat de TomTom afkomstig uit de gestolen VW Polo in de woning van [medeverdachte 1] en een telefoon afkomstig uit de gestolen VW Polo in de Hummer van [verdachte] zijn aangetroffen en dat de telefoons van [medeverdachte 1] en [verdachte] op hetzelfde tijdstip gedurende de periode dat de VW Polo moet zijn ontvreemd, aanstralen in de omgeving van de Meibergdreef, waarbij [medeverdachte 1] tegen een onbekend gebleven beller zegt dat hij met iets belangrijks bezig is, kan het niet anders dan dat [verdachte] en [medeverdachte 1] voornoemde VW Polo van het parkeerterrein aan de Meibergdreef hebben weggenomen. De rechtbank neemt voorts in aanmerking dat [medeverdachte 1] en [verdachte] zwijgen en dienaangaande geen verklaring hebben willen afleggen en dat [medeverdachte 1] en [verdachte] in deze periode vaker samen auto’s hebben gestolen.
Zaaksdossier 54
Tussen 9 april 2011 om 16.00 uur en 10 april 2011 te 9.15 uur is een VW Multivan met kenteken [kenteken 34] toebehorende aan [aangever 34] gestolen van het parkeerterrein van het bungalowpark Center Parcs te Zeewolde. De VW Multivan was voorzien van een alarm.
Tussen 9 april 2011 om 19.30 uur en 10 april 2011 om 9.15 uur is een zwarte BMW 320d met kenteken [kenteken 35] eveneens toebehorende aan [aangever 34] gestolen van de [straatnaam 14] in Barneveld. Het bouwjaar van de BMW is 2002. [112] Verder had de auto 18 inch Alpina wielen/velgen, stoffen bekleding, vijf schakel versnellingen en een kilometerstand van ongeveer 270.000. De auto had geen xenon verlichting. [113] De reservesleutel van de BMW lag in de VW Multivan. Volgens [aangever 34] heeft er vermoedelijk een adreskaartje met daarop het woonadres van hem in de VW Multivan gelegen. [114]
Op 8 april 2011 omstreeks 21.00 uur straalt de telefoon van [medeverdachte 1] de Slingerweg 1 te Zeewolde aan. Om 21.04 en 21.06 uur straalt de telefoon van [verdachte] deze locatie ook aan. Om 21.27 uur belt [medeverdachte 1] met [medeverdachte 10]. [medeverdachte 1] zegt dat hij samen met Bolle ([verdachte]) is en dat hij net bij “die park” was. [115]
Op 9 april 2011 om 10.46 uur belt [medeverdachte 2] naar [medeverdachte 1]. [medeverdachte 1] zegt dat hij zo naar die Bolle ([verdachte]) gaat. [medeverdachte 2] komt dan ook. Om 10.55 uur belt [medeverdachte 2] wederom [medeverdachte 1] en vraagt of ze het water op gaan. [medeverdachte 1] antwoordt van niet en zegt: “Je weet wel wat we gaan doen, toch.” Om 11.15 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 2]. [medeverdachte 2] vraagt of ze de hele dag weg zijn met die lelijke kale ([medeverdachte 1]). [verdachte] antwoordt daarop: “Niet de hele dag, alleen even snel op en neer.” Om 11.20 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 2]. [medeverdachte 2] staat op de tram te wachten. [medeverdachte 1] vindt dat [medeverdachte 2] wel kan lopen. [medeverdachte 2] reageert daarop door te zeggen dat hij naar huis gaat en wel zal horen wanneer ze klaar zijn. [medeverdachte 1] zegt dat ze nog naar “oost” moeten. Om 11.23 uur belt [verdachte] met [medeverdachte 2]. [medeverdachte 2] zegt dat hij bij [verdachte] voor de deur staat als ze terug komen uit oost. [verdachte] zegt dat ze voor 1 uur terug moeten zijn. [verdachte] zegt dat [medeverdachte 2] een taxi moet pakken naar de sleutelboer. [medeverdachte 2] en [verdachte] blijven ruzie maken over ophalen of niet. [verdachte] zegt dat [medeverdachte 2] anders maar thuis moet blijven en hij anders andere mensen gaat bellen. Ze zien elkaar zo wel en [verdachte] zegt nogmaals dat [medeverdachte 2] een taxi moet pakken naar de sleutelboer omdat ze anders geen tijd meer hebben. [116]
Op 9 april 2011 tussen 12.17 uur en 12.42 uur straalt de telefoon van [medeverdachte 1] aan op een aantal locaties in Zeewolde. Om 12.44 uur belt [medeverdachte 10] naar [medeverdachte 1]. [medeverdachte 1] vraagt of een 2.5 goed is. [medeverdachte 10] vindt dat goed. [medeverdachte 1] vraagt vervolgens: “welke, die mullie of die andere?” [medeverdachte 10] antwoordt: “Allebei”. Om 12.47 uur straalt [medeverdachte 1] nog steeds in Zeewolde aan. Rond 13.50 uur straalt zowel de telefoon van [medeverdachte 1] als de telefoon van [verdachte] aan in Muiden. Rond 14.00 uur straalt zowel de telefoon van [medeverdachte 1] als de telefoon van [verdachte] aan in Almere. Om 14.18 uur straalt de telefoon van [verdachte] de Bosruiterweg te Zeewolde aan en om 14.20 uur de Slingerweg 1 te Zeewolde. De telefoon van [medeverdachte 2] straalt dan aan op de Rassenbeekweg te Zeewolde. Om 14.35 uur straalt ook de telefoon van [medeverdachte 1] aan op de Slingerweg 1 te Zeewolde. Om 14.38 uur straalt de telefoon van [verdachte] wederom in de directe omgeving van Zeewolde aan. Om 14.47 uur belt [medeverdachte 1] met [medeverdachte 10] en vraagt of hij die mullie ook wil? [medeverdachte 10] krijgt “hem” niet te pakken. [medeverdachte 1] zegt vervolgens tegen [medeverdachte 10] dat hij tegen “hem” moet zeggen dat alleen die mullie er nog is. [medeverdachte 1] pakt nu de afslag en kan niet wachten. Hij bevindt zich dan op de Rijksweg te Eemnes, evenals [verdachte]. Om 14.48 uur belt [verdachte] met [medeverdachte 2]. [verdachte] rijdt achter [medeverdachte 2] aan. Om 14.49 uur belt [verdachte] wederom met [medeverdachte 2]. [verdachte] zegt dat [medeverdachte 2] er hier rechts af moet. Op de achtergrond zegt [verdachte]: “ga maar Ries (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 1]).” Om 14.54 uur straalt de telefoon van [medeverdachte 1] aan op [straatnaam 7] te Bussum. Om 15.01 uur straalt de telefoon van [medeverdachte 2] eveneens Bussum aan en om 15.07 uur ook de telefoon van [verdachte]. [117]
Om 17.10 uur belt [medeverdachte 1] met [medeverdachte 10]. [medeverdachte 1] moet het wel weten want hij moet die mullie bij zijn huis ophalen. [medeverdachte 10] zegt dat “hij” die andere wilde en gaat bellen voor deze. Deze is bommetje, zegt [medeverdachte 1]. [medeverdachte 10] zegt dat hij die persoon straks gaat bellen. [118]
Om 21.17 uur belt [medeverdachte 1] met zijn vriendin [betrokkene 4] en zegt dat hij echt even de weg op moet. Om 21.36 uur wordt [verdachte] gebeld door zijn vriendin [medeverdachte 3]. [verdachte] zegt dat hij onderweg is, vlakbij Ries ([medeverdachte 1]). [verdachte] zegt dat ze naar die vriend van Ries moeten, naar Barneveld voor onderdelen voor die auto. Om 21.37 heeft [verdachte] wederom telefonisch contact met [medeverdachte 3]. [verdachte] zegt dat ze met zijn vieren in de auto zijn. Om 22.54 uur straalt de telefoon van [medeverdachte 2] aan in Barneveld. Om 23.12 uur straalt de telefoon van [medeverdachte 1] aan in Amersfoort. Om 23.19 uur straalt de telefoon van [verdachte] aan in Laren. Om 23.22 uur straalt de telefoon van [medeverdachte 1] aan in Naarden. Om 23.26 uur straalt de telefoon van [verdachte] aan in Muiden. Al deze plaatsen liggen op de route van Barneveld naar Amsterdam. Om 23.27 uur belt [verdachte] met [medeverdachte 3] en vraagt haar of ze mee rijdt om Ries ([medeverdachte 1]) weg te brengen. [119]
Op 10 april 2011 om 15.38 uur wordt [verdachte] gebeld door [medeverdachte 6]. [verdachte] vraagt aan [medeverdachte 6] of hij iemand weet voor een 320d van 2002, station met Alpina wielen. Op de vraag van [medeverdachte 6] wat dat ding kost, antwoordt [verdachte]: “15 meier.” Om 15.41 uur wordt [verdachte] weer gebeld door [medeverdachte 6]. [medeverdachte 6] vraagt schakel of automaat. [verdachte] antwoordt daarop: “Schakel volgens mij.” [medeverdachte 6] vraagt of er leer op zit. [verdachte] antwoordt dat het stof is. Om 15.43 uur wordt [verdachte] weer gebeld door [medeverdachte 6]. [medeverdachte 6] vraagt of [verdachte] iets aan de prijs kan sleutelen. [verdachte] zegt “dat het een goeie is uit 2002.” Om 15.48 uur is er weer telefonisch contact tussen [verdachte] en [medeverdachte 6]. [medeverdachte 6] vraagt of het een 6 bak is of niet. [verdachte] weet niet wat hij bedoelt. [medeverdachte 6] zegt 6 versnellingen. [verdachte] weet dat niet. [medeverdachte 6] vraagt of [verdachte] dat even na kan vragen want anders hoeft “hij” hem niet. [120]
Op 11 april 2011 om 17.43 uur belt [verdachte] met [medeverdachte 8]. [verdachte] vraagt aan [medeverdachte 8] of hij nog iemand weet voor een 320d station, “met schade, zeg maar” van 2002, handgeschakeld met imitatie “alpinaatjes”. [medeverdachte 8] vraagt wat die heeft gelopen. [verdachte] antwoordt over de twee ton. [verdachte] zegt dat de kleur zwart is en dat het een station is. Om 17.47 uur belt [medeverdachte 8] naar [verdachte]. [medeverdachte 8] vraagt uit welk jaar hij ook al weer kwam. [verdachte] antwoordt: “2002”. [medeverdachte 8] vraagt of er opties als xenon of leer op zit. [verdachte] antwoordt: “Nee, geen originele Alpina’s.” [verdachte] zegt dat hij netjes is met flinke kontschade. Op 13 april 2011 om 16.48 uur belt [medeverdachte 8] met [verdachte]. [medeverdachte 8] zegt dat hij nog had gevraagd voor die BMW en vraagt of [verdachte] hem al kwijt is. [verdachte] antwoordt: “Nee.” [121]
Op 11 april 2011 om 12.01 uur is gezien dat de BMW met kenteken [kenteken 35] geparkeerd stond op de Van Marwijk Kooystraat te Amsterdam. [122] Op 13 april 2011 om 21.15 uur is de auto door de politie afgevoerd. [123] Uit onderzoek is gebleken dat de auto geen braakschade vertoonde en het contactslot in tact was. In de auto werden ook geen sporen van braak of verbreking aangetroffen. Wel gaf de eigenaar van de auto aan dat er (nieuwe) schade aan de auto zichtbaar was. Dit betrof een barst in de voorruit en een klein deukje in de achterbumper. [124]
Bewijsoverweging
Uit de telefoongesprekken tussen [verdachte] en [medeverdachte 6] en tussen [verdachte] en [medeverdachte 8] blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat [verdachte] een BMW in de verkoop heeft. De kenmerken van de auto waarover [verdachte] spreekt (BMW, zwart, bouwjaar 2002, station, alpina wielen, stoffen bekleding, geen xenonlampen, kilometerstand boven de 200.000) zijn gelijk aan de kenmerken van de op 9/10 april 2011 gestolen en op 11 april 2011 in de omgeving van de Joan Muijskenweg te Amsterdam aangetroffen BMW met kenteken [kenteken 35]. Voorts blijkt uit de telefoongesprekken en het aanstralen van peillocaties dat [verdachte], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op 9 april in de avond samen naar Barneveld zijn gereden. De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat [medeverdachte 1], [verdachte] en [medeverdachte 2] deze BMW hebben gestolen.
Gelet op het feit dat de sleutel van de BMW in de VW Multivan heeft gelegen en de BMW zonder enig spoor van braak of verbreking in Amsterdam is aangetroffen kan het niet anders dan dat de daders van de diefstal van de BMW kort daarvoor ook de VW Multivan hebben gestolen. Deze conclusie wordt gestaafd door het feit dat [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [verdachte] op 9 april 2011 aanstralen in Zeewolde en door het feit dat in een gesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 10] gesproken wordt over een “mullie”. Gelet op het vorenoverwogene kan het niet anders dan dat [medeverdachte 1], [verdachte] en [medeverdachte 2] zodanig nauw en bewust hebben samengewerkt dat geoordeeld moet worden dat zij tezamen en in vereniging ook de VW Multivan hebben gestolen. Daaraan doet niet af dat niet met zekerheid is komen vast te staan wie van hen de feitelijke wegnemingshandeling heeft verricht.
Door de verdediging is aangevoerd dat de VW Multivan na 16.00 uur moet zijn weggenomen en dat [medeverdachte 1], [verdachte] en [medeverdachte 2] na die tijd niet meer de directe omgeving van het parkeerterrein hebben aangestraald. De rechtbank overweegt hiertoe dat het mogelijk is dat op het moment dat [medeverdachte 1], [verdachte] en [medeverdachte 2] de VW Multivan hebben weggenomen, zij hun telefoon uit hadden staan dan wel dat de aangever zich in de tijd heeft vergist.
Hoewel het wellicht aannemelijk lijkt, ontbreekt, zoals reeds hiervoor onder 4 overwogen, het bewijs dat verdachten tussen 8 en 10 april 2010 ook een VW Transporter van het parkeerterrein van Center Parcs te Zeewolde hebben weggenomen. De rechtbank spreekt [verdachte] hier dan ook van vrij.
Zaaksdossier 57
Tussen 6 april 2011 om 16.00 uur en 7 april 2011 om 15.00 uur is van het parkeerterrein behorende bij het bungalowpark Center Parcs in Zandvoort een VW Transporter met kenteken [kenteken 37], toebehorende aan [aangever 37], gestolen. De VW Transporter was voorzien van een startonderbreker. [125]
Op 7 april 2011 om 9.29 uur heeft [medeverdachte 1] contact met [verdachte]. [verdachte] is om de hoek en [medeverdachte 1] loopt naar beneden. [126] Om 10.04 uur straalt de telefoon van [medeverdachte 1] aan op de Haarlemmerstraat te Zandvoort. [127] Om 10.10 uur straalt de telefoon van [verdachte] aan op de Keesomstraat te Zandvoort. [128]
Op camerabeelden is te zien dat op 7 april 2011 om 10.22 uur een blauwe VW Golf met zilverkleurige vijf-spaaks velgen waarvan het kenteken begint met 87 het parkeerterrein bij het bungalowpark op komt rijden. De VW Golf wordt geparkeerd achter een donkerkleurige bestelbus, welke later wordt weggenomen. Twee personen bevinden zich meer dan 6 minuten om de VW Golf en de bestelbus. Na ongeveer zeven minuten rijdt de VW Golf het parkeerterrein af. [129] [medeverdachte 3] heeft een blauwkleurige VW Golf met vijf-spaaks velgen met een kenteken beginnend met 87 op haar naam staan.
Om 12.01 uur komen twee personen het parkeerterrein oplopen. Beide personen lopen naar dezelfde donkerkleurige bestelbus als waar de VW Golf eerder achter geparkeerd stond. Gedurende een minuut zijn beide personen bij de bestelbus bezig alvorens de bestelbus weg rijdt in de richting van de uitgang. De bestelbus blijkt een VW Transporter te zijn. [130]
De twee personen op de camerabeelden worden herkend als zijnde [medeverdachte 1] en [verdachte]. [medeverdachte 1] wordt herkend aan zijn postuur, manier van lopen en zijn gelaatstrekken. [verdachte] wordt herkend aan zijn corpulente postuur, gelaatstrekken en haardracht. [131]
Bewijsoverweging
De rechtbank acht bewezen dat de bestelbus van het merk VW Transporter die op 7 april rond 12.00 uur het terrein verlaat, de gestolen VW Transporter met kenteken [kenteken 37] betreft. Weliswaar is op de camerabeelden het kenteken van de bedrijfswagen niet te zien, maar de rechtbank heeft geen aanleiding om aan te nemen dat er op 7 april 2011 rond dat tijdstip nog een andere bestelbus van het merk VW Transporter van het parkeerterrein bij het bungalowpark in Zandvoort is gestolen. De rechtbank is voorts van oordeel dat het [medeverdachte 1] en [verdachte] zijn die om 10.22 uur in de eerdergenoemde VW Golf het parkeerterrein zijn opgereden, nu de kenmerken van deze auto overeenkomen met de auto die de vriendin van [verdachte] op haar naam heeft staan, van welke auto [verdachte], blijkens dit dossier, gebruik maakt. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat zowel [medeverdachte 1] als [verdachte] kort voordat deze auto het parkeerterrein op komt rijden aanstralen in de directe omgeving van het terrein. Gelet op het bovenstaande, in onderling verband beschouwd, kan het niet anders dan dat [medeverdachte 1] en [verdachte] op 7 april 2011 de eerdergenoemde VW Transporter hebben gestolen.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman dat uit de videobeelden niet is op te maken dat de twee heren die het parkeerterrein oplopen [medeverdachte 1] en [verdachte] betreffen. De rechtbank ziet geen aanleiding te twijfelen aan de expertise van verbalisanten die de beelden hebben uitgekeken en dus ook niet aan de waarnemingen van de verbalisanten die [medeverdachte 1] en [verdachte] herkennen aan hun postuur, de gelaatstrekken en, bij [medeverdachte 1], zijn manier van lopen. Bovendien vinden de waarnemingen steun in de overige bewijsmiddelen.
Zaaksdossier 78
Tussen 3 december 2010 te 18.30 uur en 10 december 2010 te 18.30 uur is een VW California met kenteken [kenteken 39] toebehorende aan [aangever 39] gestolen uit de parkeergarage aan [straatnaam 15] te Bussum. De VW was voorzien van een alarm, handrem/versnellingspookblokkering en stuur/pedaalblokkering. Het bouwjaar van de VW is 2006. [132]
De VW T5 bestaat in een kampeerbusuitvoering die als type California staat geregistreerd. In de volksmond wordt deze kampeerbus ook wel “camper” genoemd. [133]
Op 9 december 2010 omstreeks 1.02 uur belt [medeverdachte 1] naar een onbekend gebleven man, genaamd [naam]. [medeverdachte 1] vraagt waar de zekering zit van een nieuw model T5. [medeverdachte 1] heeft sluiting gemaakt bij het contact en nu is alles bij het dashboard kapot. [medeverdachte 1] zegt dat het om een T5 met bouwjaar 2005 gaat, het nieuwe model T5. De man antwoordt dat hij drie zekeringskasten heeft: onder stoel, het dashboard en de laatste dezelfde als de Golf 4. [medeverdachte 1] vraagt: “Zijkant?” De man bevestigt dit waarop [medeverdachte 1] zegt dat hij geen zijkant heeft: “Kom op [naam], denk even goed na. Op de achtergrond zegt [verdachte]: “Is een camper he”. [medeverdachte 1] herhaalt dit vervolgens. De man antwoordt dat een camper twee zekeringskasten is. [medeverdachte 1]: “Het is goed, dank je wel”, en zucht. De man biedt vervolgens nog zijn verontschuldigingen aan. De telefoon van [medeverdachte 1] straalt op dat moment de Graaf Wichmanlaan te Bussum aan. De Graaf Wichmanlaan te Bussum ligt in de nabijheid van [straatnaam 15] te Bussum. [134] De telefoon van [verdachte] heeft op 9 december 2010 tussen 0.44 uur en 1.02 uur het Wilhelminaplantsoen te Bussum aangestraald. Dit is eveneens in de directe nabijheid van [straatnaam 15] te Bussum. [135]
Bewijsoverweging
Gelet op bovengenoemde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien, kan het niet anders dan dat [medeverdachte 1] en [verdachte] zodanig nauw en bewust hebben samengewerkt dat geoordeeld moet worden dat zij de VW California tezamen en in vereniging hebben gestolen. De rechtbank acht het, mede gelet op het tijdstip, uitgesloten dat voornoemd telefoongesprek over iets anders gaat dan over het verwijderen van de (twee) blokkeringen van een Camper in de omgeving van Bussum om deze vervolgens weg te nemen en heeft geen aanwijzingen dat er op de dag dat dit gesprek plaatsvond nog een andere Camper dan die van aangever in Bussum is weggenomen. Dit klemt temeer nu zowel [medeverdachte 1] als [verdachte], die op de achtergrond is te horen, zich in de directe nabijheid van de straat bevonden waar de VW California is gestolen. Daaraan doet niet af dat [medeverdachte 1] in een telefoongesprek spreekt over het bouwjaar 2005, terwijl aangever heeft verklaard dat zijn camper in 2006 is gebouwd, nu het hier opeenvolgende jaartallen betreft, het volgens [medeverdachte 1] ook om het nieuwste model gaat en het niet onaannemelijk is dat [medeverdachte 1] zich een jaar heeft vergist. De rechtbank heeft voorts in aanmerking genomen dat zowel [medeverdachte 1] als [verdachte] zich heeft beroepen op hun zwijgrecht en over de inhoud van het betreffende telefoongesprek en hun aanwezigheid te Bussum geen verklaring hebben willen afleggen.
Ten aanzien van feit 2
Zaaksdossiers 59 en 81
Tussen 24 april 2011 en 2 mei 2011 is te Almere Haven een motorboot Stingray met registratienummer [kenteken 40], toebehorende aan [aangever 40], weggenomen. Het vaartuig was voorzien van een kajuit en lag met een slot aangemeerd bij ligplaats [nummer] in de jachthaven. [136] In de boot lagen diverse goederen waaronder plastic serviesgoed en meerdere zwemvesten. [137]
Op 1 mei 2011 is aangifte gedaan door [aangever 41] van diefstal van een motorboot Four Winns, met registratienummer [kenteken 41] uit jachthaven Muiderzand te Almere. De boot lag aan steiger [letter] met een “double-lock” slot en in de boot lagen diverse goederen. Aangever heeft op 25 april 2011 voor het laatst met zijn boot gevaren. [138]
Stingray
Bij de doorzoeking op 3 mei 2011 van de loods aan de [straatnaam 2] te Mijdrecht is een motorboot Stingray aangetroffen. Op de achterzijde van de boot was een witte kentekenplaat bevestigd met zwarte letters met het nummer [kenteken 48]. Dit kenteken betreft een beige Hummer in gebruik bij [verdachte]. [139] Uit onderzoek is gebleken dat de aangetroffen boot de van [aangever 40] gestolen Stingray boot betreft. [140] Verder werd bij de doorzoeking van de woonboot aan de [straatnaam 1] 25 G te Amsterdam, in de directe omgeving een motorboot, merk Mariah, registratienummer [kenteken 49], aangetroffen. [141] In de kajuit van deze boot lagen een doorzichtige plastic kist met blauw plastic serviesgoed en twee reddingsvesten (geel en oranje) die aan de hand van een foto door aangever [aangever 40] werden herkend als zijn eigendom. [142] De motorboot van het merk Mariah is op 26 april 2012 door [medeverdachte 1] aangeschaft. [143]
Op camerabeelden van de loods aan de [straatnaam 2] te Mijdrecht is te zien dat op 2 mei 2011 om 16.28 uur een goudbruine Hummer komt aanrijden met daarachter gekoppeld een boottrailer met een boot erop, uiterlijk gelijkend op de boot (Stingray), die op 3 mei 2011 in de loods is aangetroffen. Daarachter komt een blauwe auto aangereden. De Hummer stopt ter hoogte van de loods. [medeverdachte 1] (bestuurder), [medeverdachte 4], en [medeverdachte 2] stappen uit de Hummer. [medeverdachte 1] opent de deur van de loods. [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] gaan naar binnen. De blauwe auto stopt achter de boot en Van [medeverdachte 7] en een vrouw stappen uit deze auto. [medeverdachte 2] komt weer naar buiten en even later ook [medeverdachte 4]. De trailer wordt van de Hummer losgekoppeld waarbij [medeverdachte 4] tussen de Hummer en de boot, op de dissel van de boottrailer staat. [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en de man duwen de boot de loods in. De deur van de loods gaat dicht. [medeverdachte 1] stapt achter het stuur van de Hummer en keert de auto. [medeverdachte 4] komt uit de loods met iets in zijn hand en stapt in de Hummer. [medeverdachte 2] doet de loopdeur van de loods dicht en stapt ook in de Hummer. De Hummer rijdt het terrein weer af. Zichtbaar is dat op de achterkant van de Hummer een reservewiel is bevestigd met een zwarte hoes met grote witte letters, zoals ook bij de Hummer voorzien van het kenteken [kenteken 48], die in gebruik is bij [verdachte]. [144]
Four Winns
Tijdens de doorzoeking van de woonboot van [verdachte] ([straatnaam 1] 25 G te Amsterdam) wordt in de slaapkamer van [medeverdachte 4] een mobiele telefoon (Blackberry type 9800) aangetroffen [145] met daarin een foto van een Hummer met daarachter een vaartuig van het merk Four Winns. Aangever [aangever 41] herkent zijn boot op de foto aan dezelfde stripings en zeer unieke excaust pipes aan de zijkant. Ook ziet hij dat de biminitop (zonnescherm) aan de rechterkant iets ontzet is en (bij inzoomen) dat een tweede gele streep, die vanaf de biminitop naar achteren loopt, gedeeltelijk is weggevaagd zoals bij zijn boot het geval is. [146]
Aangever [aangever 41] worden vervolgens foto’s gemaild van de op 3 mei 2011 gehouden doorzoeking in de schuur bij de woonboot aan de [straatnaam 1] 25 G te Amsterdam. Aangever herkent daarop een Yamaha wakeboard “waverunner” met rode schoen, drie wetsuits en een opgerolde band van het merk O’Brien met witte letters, als de zijne. [147]
Stingray en Four Winns
Op 27 april 2011 om 13.49 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 2] dat hij even moet wachten op die man die bezig is op zijn bootje met een zeiltje. [medeverdachte 2] zegt dit al te hebben gezien en vraagt of hij hen niet gezien heeft. [verdachte] zegt “nee” en vraagt of hij is uitgestapt. [medeverdachte 2] zegt dat hij alweer terug erin is gegaan. [verdachte] zegt: ”Wacht maar even gewoon”. [medeverdachte 2] antwoordt: “Is goed later”. Om 13.51 uur belt [verdachte] opnieuw naar [medeverdachte 2] en zegt dat hij even kan wachten of heel voorzichtig kan doen. Hij denkt dat wachten het beste is, “want hij is effe zijn mast aan het inpakken”. [medeverdachte 2]: ”Ok is goed, dan wacht ik wel effe”. Om 13.55 uur zegt [verdachte] tegen [medeverdachte 2] dat hij zijn ding kan doen. [verdachte] denkt dat “hij” binnen zit. Om 14.10 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 2] die zegt: “Ik ben weg”. [verdachte] vraagt of [medeverdachte 2] even op ze wacht. [medeverdachte 2] antwoordt dat hij daar wel ergens blijft dobberen. [verdachte] zegt dat [medeverdachte 2] hem onder de brug kan vinden. Tijdens deze gesprekken straalt de telefoon van [verdachte] het adres Havenhoofd te Almere aan. [medeverdachte 1] bevindt zich om 14.32 uur nabij de Botterstraat te Huizen. [148]
De volgende dag, op 28 april 2011, om 12.42 uur belt [medeverdachte 2] naar [verdachte] en vraagt waar dat kleinere ding staat. [verdachte] vraagt: “Waar is die grote dan?” [medeverdachte 2] antwoordt: “Ik ga zo kijken, maar waar is die kleinere? Waar staat die. Voor de zekerheid.” [verdachte] antwoordt: ” Eén na laatste, dus je loopt er op, aan de “ één na laatste steiger….Je ziet ook die beugel met die boxen eraan, maar kijk eerst even bij die grote.” [medeverdachte 2]: “Jaaaa”. [verdachte] legt uit hoe [medeverdachte 2] moet lopen.
Om 13.03 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 2] en vraagt waar hij is en of hij [medeverdachte 9] aan de telefoon mag. [medeverdachte 9] zegt dat ze aan de achterkant zijn en dat ze bijna zijn begonnen. [verdachte] zegt dat de grote meer oplevert, “dus doe je best “. De telefoon van [verdachte] straalt op dat moment de Zuidpolderweg te Muiderberg aan en om 13.18 uur het adres Havenhoofd te Almere. [verdachte] belt dan naar [medeverdachte 2] en legt uit hoe [medeverdachte 2] moet lopen. [medeverdachte 2] is met [medeverdachte 9]. [verdachte] zegt dat hij [medeverdachte 2] net heeft zien staan en vraagt wat die kerel op die kar doet: “Kijkt die naar jullie? “ [medeverdachte 2] zegt dat hij hem ziet liggen. [verdachte]: “de tweede aan de voorkant…met die grote ijzeren beugel toch?”
Om 13.22 uur zegt [medeverdachte 2] tegen [verdachte] dat er een kerel achter zit die in dat ding bezig is: “Dus we hoeven niets te doen”. [verdachte] antwoordt “nee.” [medeverdachte 2] zegt dat hij die andere niet ziet en krijgt van [verdachte] te horen waar hij heen moet. Hij ligt twee verder dan een rood bootje met een piratenvlag erop. [verdachte]: “Vanaf hier zie ik hem gewoon, een grote beugel erop met twee boxen.” [medeverdachte 2] zegt: “Ja, dat is goed.” Op de achtergrond bij [medeverdachte 2] is een man te horen. [149] Om 13.29 uur is er een gesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] waarbij [medeverdachte 2] aangeeft dat hij denkt dat het hem niet gaat worden, omdat het te druk is en er een kerel schuin tegenover lekker zit te klussen die hen al aan zat te kijken “van wat doen jullie hier in godsnaam.” [150]
Ligplaats [letter][nummer], waar de gestolen Stingray boot lag aangemeerd, betreft ligplaats nummer [nummer] aan de zgn. [nummer]-steiger. In de haven van Almere ligt één bootje met een piratenvlag, ook aangemeerd aan deze steiger. [151]
De telefoon van [medeverdachte 1] straalt op 28 april 2011 om 13.32 uur de Boogstraat in Almere aan. [medeverdachte 1] belt op dat moment met [medeverdachte 10]. [medeverdachte 10] laat het zo snel mogelijk weten. Om 13.55 uur zegt [medeverdachte 1] dat hij een beetje aan het wandelen is. Hij bevindt zich dan in de omgeving van de parkeerplaats Muiderzand/Muiderweg. Om 14.26 uur belt hij zijn vriendin. Zij is in Almere. [medeverdachte 1] zegt dat hij bij haar in de buurt is. [152]
Om 14.50 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 2] en vraagt waar hij is. [medeverdachte 2] is in Muiden en ziet die gast nergens die de shit bedient. [verdachte] bevindt zich dan nabij het Muiderzand te Almere. Om 15.26 uur belt [verdachte] opnieuw naar [medeverdachte 2] en zegt dat [medeverdachte 2] gewoon voor dat ding moet gaan liggen en dat die dan open gaat: “Die kerel zit in het hokkie, maar moet wel weten dat er iemand door moet.” [verdachte] bevindt zich dan in Weesp. De telefoon van [medeverdachte 1] straalt om 15.31 uur het adres Nesland 5 in Weesp aan. Op de vraag wat hij op dat moment aan het doen is, antwoordt hij: “Je weet toch”. [153]
Om 15.46 uur belt [medeverdachte 9] [verdachte] en vraagt hem waar ze zijn.” [verdachte] antwoordt: “Kijk naast je.” [medeverdachte 9] vraagt of ze niet alvast naar Diemen kunnen rijden om die brugwachter te vragen?” [verdachte] zegt: “We gaan kijken, we gaan kijken.” De telefoon bevindt zich dan nabij de Provincialeweg te Amsterdam Zuidoost. Om 15.54 uur belt [medeverdachte 1] naar een onbekende man en bevindt zich dan in de omgeving van de Muiderstraat te Diemen. De man komt naar “Bollie” ([verdachte]) toe en is er over een kwartier. [154]
Uit de printlijst van de telefoon van [medeverdachte 9] blijkt dat deze telefoon op 27 april 2011 om 15.12 uur nabij de Lange Muiderweg in Muiden bevindt. Op 28 april 2011 straalt zijn telefoon de volgende locaties aan:
  • Vanaf 12.32 uur tot 14.33 uur: de Botterstraat in Huizen, de Boogstraat in Almere en parkeerplaats Muiderzand/Muiderweg/IJmeerdijk in Almere;
  • Omstreeks 16.00 uur in Diemen en om 16.26 uur: de [straatnaam 1] te Amsterdam.
De telefoon van [medeverdachte 2] straalt op 26, 27 en 28 april 2011 ook meerdere malen in Almere (adres Havenhoofd) aan, evenals [verdachte]. [156]
De genoemde locaties, Boogstraat en Havenhoofd te Almere en de Botterstraat te Huizen, bevinden zich in de omgeving van de jachthaven te Almere. [157]
Bewijsoverweging
Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd, is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 1], [verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 9] zich in de ten laste gelegde periode te Almere samen hebben schuldig gemaakt aan de diefstal van beide boten. Daarbij kan de vraag in het midden blijven op welke datum en tijdstip exact welke boot is weggenomen. Hetzelfde geldt voor de vraag welke verdachte de diefstal feitelijk heeft verricht. Zoals eerder overwogen is voor bewezenverklaring voor de nauwe en bewuste samenwerking niet vereist dat alle mededaders uitvoeringshandelingen verrichten. Voldoende is dat ieder van de verdachten een belangrijke bijdrage aan de diefstal hebben geleverd, hetgeen blijkt uit voornoemde telefoongesprekken.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van de aangehaalde bewijsmiddelen worden geconcludeerd dat [verdachte] op 27 en 28 april 2011 aan [medeverdachte 2] en [medeverdachte 9] aanwijzingen heeft gegeven met betrekking tot de weg te nemen boten en het juiste moment waarop zij feitelijk daartoe handelingen kunnen plegen, welke uiteindelijk ook hebben geleid tot de daadwerkelijke diefstal van beide boten.
Verder gaat de rechtbank ervan uit dat [verdachte] op deze dagen in gezelschap was van [medeverdachte 1] gelet op de genoemde paallocaties van de telefoon van [medeverdachte 1] op 27 en 28 april nabij Almere en het door hem op 28 april 2011 (om 14.26 uur) gevoerde telefoongesprek waarin hij zelf aangeeft in de buurt van Almere te zijn. Daarnaast kan uit de inhoud van de gevoerde gesprekken worden afgeleid dat [verdachte] niet alleen is. Zo vraagt [verdachte] op 27 april 2011 om 14.10 uur aan [medeverdachte 2] of hij op “ze” wacht en vraagt [medeverdachte 9] op 28 april 2011 om 15.46 uur waar ze rijden of ze niet alvast naar Diemen kunnen rijden om de brugwachter te vragen. [verdachte] antwoordt dan in meervoud. Beiden bevinden zich dan in Weesp. Ook spreekt [medeverdachte 1] even later met een onbekende man af bij [verdachte].
De betrokkenheid van [medeverdachte 1] kan verder worden afgeleid uit het aantreffen van goederen uit deze gestolen boot Stingray in zijn eigen motorboot (Mariah). Daarnaast is [medeverdachte 1] op 2 mei 2011, kort na de diefstal van beide boten, gezien als bestuurder van een Hummer met daarachter de gestolen Stingray boot en heeft hij deze boot samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] in de loods aan de [straatnaam 2] in Mijdrecht op 2 mei 2011 gestald.
Voor zover [verdachte] heeft verklaard dat hij eind april 2011 in de jachthaven van Almere samen met vrienden op een boot zou zijn geweest en in de haven een zgn. wakeboard aan [medeverdachte 2] heeft aangewezen, en daarbij de volgende dag zou zijn teruggereden naar Amsterdam, overweegt de rechtbank dat verdachte hierover eerst ter terechtzitting een vage verklaring heeft afgelegd. Verder valt deze lezing niet te rijmen met de bij verdachte, kort na de diefstal, in de schuur en op de Mariah motorboot aangetroffen goederen, behorende bij de gestolen boten. Ook de vele telefoongesprekken die [verdachte] op 27 en 28 april 2011 heeft gevoerd, waaronder een gesprek op 28 april 2011 om 15.46 uur waarbij [medeverdachte 9] hem belt met de vraag of ze niet alvast naar Diemen kunnen rijden om die brugwachter te vragen, passen niet in deze lezing. De rechtbank stelt deze verklaring dan ook als ongeloofwaardig ter zijde en verwerpt het gevoerde verweer.
Namens de verdediging is nog aangevoerd dat uit het telefoongesprek dat op 28 april 2011 om 12.29 uur tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] is gevoerd blijkt dat wat beiden van plan waren niet door is gegaan. Dit verweer wordt verworpen. Uit het gesprek is enkel af te leiden dat het op dat moment te druk was om door te gaan en niet dat het helemaal niet is doorgegaan, zoals de verdediging lijkt te suggereren.
Zaaksdossier 85
Tussen 12 april 2011 en 19 april 2011 is op de Cruquiuskade in Amsterdam een wit/zwart kleurige Stingray 195 LS speedboot, toebehorende aan [aangever 44], gestolen. De boot was voorzien van een ringslot dat aan de kade was bevestigd. [158]
Op camerabeelden van de loods aan de Contructieweg 96H te Mijdrecht is te zien dat op 12 april 2011 te 16.22 uur een beigekleurige Hummer aan komt rijden, met daarachter een boottrailer met een boot erop. [medeverdachte 1], [verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] gaan de loods binnen. Vervolgens wordt een paarse VW Golf, bestuurd door [medeverdachte 4], door [medeverdachte 1], [verdachte] en [medeverdachte 2] naar buiten geduwd, gevolgd door een zwarte VW Golf met diverse goederen op het dak, welke auto ook weer naar binnen wordt geduwd. De mannen komen het pand weer uit. De trailer met boot, waarvan het registratienummer [kenteken 42] leesbaar is, wordt het pand ingeduwd door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4]. [verdachte] staat daarbij op de dissel en verricht handelingen aan de dissel. Ook [medeverdachte 1] trekt even aan de dissel. Vervolgens wordt de paarse VW Golf een parkeervak (voor de loods) ingeduwd. De mannen lopen weg en de Hummer rijdt weg zonder dat daar een trailer achter gekoppeld is. [159]
Op 27 april 2011 omstreeks 12.03 uur stopt een VW Transporter voor de loods. [medeverdachte 10] en [medeverdachte 7] stappen uit en [medeverdachte 10] opent de loods, waarop ze beiden naar binnen gaan. Na ongeveer vijftig minuten, om 12.53 uur komt [medeverdachte 10] met een boot op een trailer uit de loods. Het betreft zeer waarschijnlijk de boot die eerder op 12 april is waargenomen; er is echter geen registratienummer meer zichtbaar. [medeverdachte 10] en Van [medeverdachte 7] zetten de trailer achter de VW Transporter. Vervolgens wordt de boot, vooral aan de rechterzijde, goed door beide mannen bekeken. [medeverdachte 10] spuit verschillende keren iets op de linkerzijkant van de boot. Uiteindelijk rijden ze om 13.11 uur met de boot weg. [160]
Omstreeks 12.55 uur belt [medeverdachte 1] [medeverdachte 10] en vraagt of het gelukt is en of het mooi geworden is. [medeverdachte 10] antwoordt dat hij er nu achter hangt en het wel mooi geworden is. [medeverdachte 1] zegt dat die bolle ([verdachte]) dat wel kan. [161]
Op 13 mei 2011 is een motorboot Stingray 195 LS met registratieteken [kenteken 50] te naam gesteld van Van [medeverdachte 7]. Korte tijd later is deze boot door Van [medeverdachte 7] en [medeverdachte 10] verkocht aan [betrokkene 1]. [162] Uit onderzoek is gebleken dat zowel het rompnummer (CIN-nummer)) als het motornummer is gemanipuleerd en de oorspronkelijke nummers bij de gestolen boot horen. Bovendien is het door de fabriek aangebrachte registratienummer op de rechterzijde van de romp van de boot leesbaar geworden en betreft dit het nummer van de gestolen boot: [kenteken 42]. [163]
In de VW Golf van [medeverdachte 3] is in een kastje onder het stuur een stuk karton aangetroffen, waarop emissiestickers van een Mercure motor waren geplakt, waaronder het serienummer van de motor van de gestolen boot. [164]
Bewijsoverweging
Gelet op het bovenstaande in onderling verband beschouwd, acht de rechtbank bewezen dat [medeverdachte 1], [verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] zich schuldig hebben gemaakt aan de diefstal van voornoemde boot. De rechtbank acht het uitgesloten dat het transport door verdachten op 12 april 2011 naar de door hen gebruikte loods, moet worden beschouwd als heling. Los van het feit dat de rechtmatige eigenaar van de boot op 12 april de boot nog op de ligplaats heeft gezien, aan welke verklaring de rechtbank geen reden heeft te twijfelen, is de motorboot immers met het oorspronkelijke registratienummer erop naar de loods gebracht en pas nadien bewerkt en voorzien van andere nummers en aldus klaar gemaakt voor de verkoop. Bovendien blijkt uit dit vonnis dat verdachten zich bezig houden met het plegen van diefstal en niet met heling.
Ten aanzien van feit 4 (zaaksdossier 74 )
Tussen 11 januari 2011 om 18.30 uur en 12 januari 2011 om 9.00 uur is uit een auto die zich bevond in een garage gelegen aan [straatnaam 16] te Amsterdam een dermascan gestolen. De waarde van de dermascan bedroeg 11.000 euro. [165] Een dermascan is een apparaat waarmee de huid gescreend kan worden op de aanwezigheid van bijvoorbeeld huidkanker.
Op 3 mei 2011 is in de schuur behorende bij de woning van [verdachte], gelegen aan de [straatnaam 1] 25 G te Amsterdam, een koffer aangetroffen met daarin voornoemde dermascan. [166]
Bewijsoverweging
Gelet op het feit dat de dermascan is aangetroffen in de schuur van de woning van [verdachte], dit apparaat enkel wordt gebruikt door medische specialisten dan wel door schoonheidscentra, ook een hoge waarde vertegenwoordigt en [verdachte] geen verklaring over de herkomst van dit goed heeft willen afleggen, is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat [verdachte] wist dat de dermascan van misdrijf afkomstig is. De rechtbank acht derhalve opzetheling van de dermascan wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 5
Zaaksdossiers 63 en 77
Op 3 mei 2011 wordt op het adres van [verdachte], de [straatnaam 1] 25 G in Amsterdam, een doorzoeking gehouden. Tijdens de doorzoeking wordt achter een luik in een houten tuinhuisje een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. [167] Er worden 75 hennepplanten, 443 hennepstekjes en een hoeveelheid marihuana in beslag genomen. [168] [verdachte] heeft de hennepkwekerij zelf aangelegd en de hennepplanten en hennepstekjes zelf in de schuur gezet. [169]
Bewijsoverweging
[verdachte] betwist dat hij wist dat in de schuur een hoeveelheid marihuana lag. Vooropgesteld dient te worden dat degene die over een onroerend goed de beschikkingsmacht heeft, voor hetgeen zich daarin bevindt verantwoordelijk is en dat ervan uitgegaan kan worden dat die persoon daarvan ook wetenschap heeft, tenzij uit feiten en/of omstandigheden anders blijkt. Daarvan is in dit geval geen sprake. [verdachte] heeft in de schuur waarin de marihuana is aangetroffen, zelf een hennepkwekerij aangelegd. De rechtbank gaat er om die reden vanuit dat [verdachte] wist dat er marihuana in de schuur lag.
Zaaksdossiers 73
Op 3 mei 2011 wordt in een loods aan de [straatnaam 2] te Mijdrecht een doorzoeking gehouden. [verdachte] huurt de loods sinds december 2009 voor 833 euro per maand van [betrokkene 2]. [170] Tijdens de doorzoeking worden op de eerste etage twee zogenaamde kweekkasten aangetroffen welke waren ingericht voor de teelt van hennep. [171] Er worden 11 hennep-moederplanten en 89 kleine hennepplanten in beslag genomen. [172]
Bewijsoverweging
De verdediging heeft betoogd dat [verdachte] dient te worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde. [verdachte] heeft de loods immers onderverhuurd en wist niets van de aanwezige hennepplanten. Bovendien hebben meerdere personen toegang gehad tot de loods.
Vooropgesteld is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat [verdachte] op 3 mei 2011, de dag van zijn aanhouding, hennepplanten heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt. Er is geen enkel bewijs voor enige betrokkenheid bij ‘kweekhandelingen’ van [verdachte] op die dag. Wel acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] op 3 mei 2011 in de loods aan de [straatnaam 2] in Mijdrecht opzettelijk 11 hennep-moederplanten en 89 hennepplanten aanwezig heeft gehad. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Uit wettige bewijsmiddelen volgt onder meer dat [verdachte] de loods huurde op de datum dat de politie in voornoemde loods de hennepplanten heeft aangetroffen. De alternatieve lezing van verdachte, te weten dat hij de loods had onderverhuurd, is in het geheel niet aannemelijk geworden. Hij heeft geen, op schrift gesteld, (onder)huurcontract of andere bescheiden overgelegd om zijn verhaal van de onderhuur te onderbouwen. Evenmin heeft hij de daadwerkelijke naam van de onderhuurder genoemd. De onaannemelijkheid wordt bovendien ondersteund door het volgende. Op 12 april 2011 zijn [medeverdachte 1], [medeverdachte 2], [medeverdachte 4] en [verdachte] zelf in de betreffende loods aanwezig. [173] Op 2 mei 2011 zijn [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] wederom in de loods geweest. [174] Verder wordt in de periode van 30 maart 2010 tot 8 maart 2011 door [medeverdachte 3] verschillende keren een bedrag van 833 euro naar [betrokkene 2] overgemaakt. Bij de omschrijving staat een enkele keer ‘[straatnaam 2]’ vermeld. [175] De rechtbank gaat er om deze redenen vanuit dat geen sprake is geweest van een onderhuurder.
Ten aanzien van feit 6 (witwassen)
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 6 ten laste gelegde feit op grond van het volgende.
[verdachte] en [medeverdachte 3] hebben in de periode van 1 januari 2010 tot en met 3 mei 2011 samengewoond. [medeverdachte 3] regelde in die periode alles met betrekking tot de financiën van beiden. [176] . Zij betaalde de ziektekosten en boetes bij het CJIB van [verdachte]. [177] De uitkering van [verdachte] is in deze periode op de bankrekening van [medeverdachte 3] gestort. Gelet op het voorgaande beschouwt de rechtbank [verdachte] en [medeverdachte 3] bij de beoordeling van dit ten laste gelegde feit als een economische eenheid.
Inkomsten
[verdachte] heeft in het jaar 2010 een uitkering van de Sociale Dienst ontvangen van bruto
€ 13.902,-. In de periode 1 januari 2011 tot 3 mei 2011 ontving hij een uitkering van bruto
€ 1.921,76. Ook ontving hij over de gehele periode een zorgtoeslag van € 974,- Bij de Belastingdienst en de Kamer van Koophandel zijn over [verdachte] in de periode van 1 januari 2010 tot en met 3 mei 2011 verder geen (loon)gegevens bekend. [178] [179]
[verdachte] heeft bij de politie verklaard dat hij af en toe inkomsten heeft uit het sleutelen aan auto’s; de ene maand 100 euro en de andere maand 1000 euro. Soms verkoopt hij een auto met winst. [180]
[medeverdachte 3] heeft bij de politie verklaard dat haar partner, [verdachte], niet werkt maar een uitkering heeft. Hij werkt af en toe bij haar broer [medeverdachte 4]. [verdachte] krijgt 796 euro per maand uitgekeerd en ontvangt daarnaast zorgtoeslag. [181]
[medeverdachte 3] had in het jaar 2010 een bruto jaarinkomen van € 23.484,-. Over de periode januari 2011 tot mei 2011 had zij een bruto inkomen van € 42.55,33. Ook zij ontving zorgtoeslag in de betreffende periode en wel voor een totaal bedrag van € 970,-. [182]
Gegevens over [medeverdachte 3] zijn bij de Kamer van Koophandel niet bekend. [183]
In de betreffende periode heeft [medeverdachte 3] vijf en [verdachte] drie doorlopende kredieten openstaan. [184]
Ter terechtzitting heeft de verdediging naar voren gebracht dat [verdachte] en [medeverdachte 3] in de ten laste gelegde periode inkomsten hebben gehad uit verkoop van een nest puppy’s. Zij hebben 10 puppy’s verkocht aan bekenden voor een bedrag van € 450,- per puppy. Ter adstructie daarvan zijn stukken overgelegd. De rechtbank acht met die stukken voldoende aannemelijk gemaakt dat [verdachte] en [medeverdachte 3] in de betreffende periode uit verkoop van puppy’s inkomsten hebben gehad van in totaal € 4.500,- en zal daarmee rekening houden.
Kosten voor levensonderhoud
De minimale uitgaven die [verdachte] en [medeverdachte 3] in de betreffende periode hebben moeten doen om in hun levensonderhoud te voorzien, stelt de rechtbank - conform de normen die het NIBUD daarvoor voor twee volwassenen hanteert - op een bedrag van in totaal € 21.352,-. In dit bedrag zijn niet meegenomen uitgaven voor onder meer vakantie, huisdieren, geschenken, uitgaan en vervoerskosten. [185]
Daarnaast heeft [medeverdachte 3] in de periode van maart 2010 tot maart 2011 een bedrag van in totaal € 4.898,- overgemaakt aan [betrokkene 2]. Dit betrof de huur van een bedrijfspand. Ook heeft zij in die tijd periodieke uitgaven gedaan voor Huureenbox en CityBox. [186]
In de periode januari 2010 tot april 2011 hebben 24 kentekens van motorvoertuigen op naam van [medeverdachte 3] gestaan, waarvoor zij belasting betaalde. [187] Ook heeft in 2010 een waterscooter, Sea Doo, op haar naam gestaan. [188]
Contante stortingen
Op ABN/AMRO bankrekening met nummer 410090484 zijn in de periode van 1 januari 2010 tot en met 3 mei 2011 diverse contante stortingen gedaan. Totaal is in genoemde periode een bedrag van € 11.370,- contant gestort en is een contant bedrag van in totaal € 1.297,14- opgenomen. [189] In totaal is er een bedrag van € 10.090,86 meer gestort dan opgenomen. Deze rekening is op naam gesteld van [medeverdachte 3]. [190]
Ook op de Rabobank rekening Direct met nummer 120858932 zijn in de periode van 1 januari 2010 tot en met 3 mei 2011 diverse contante stortingen gedaan. Totaal is in genoemde periode een bedrag van € 13.558,50 contant gestort en een bedrag van € 11.420,- opgenomen. In totaal is er een bedrag van € 2.138,50 meer gestort dan opgenomen. Ook deze rekening is op naam gesteld van [medeverdachte 3]. [191]
Aangetroffen voorwerpen
Op dinsdag 3 mei 2011 is bij de woning van [verdachte] en [medeverdachte 3] aan de [straatnaam 1] 25d te Amsterdam een Hummer, met kenteken [kenteken 48], een snelle motorboot, merk Bayliner met registratienummer [kenteken 51], een VW Golf R32 met kenteken [kenteken 44], en contante geldbedragen van respectievelijk € 800,- (16x 50 euro) en € 655,- (1 x 500 euro, 3 x 50 euro en 1 x 5 euro) aangetroffen en inbeslaggenomen. [192]
Hummer
De Hummer is op 21 januari 2011 bij De Groot aangeschaft voor een bedrag van € 22.944,-. De factuur staat op naam van [betrokkene 3] en bij de verkoop is een Porsche Cayenne met kenteken [kenteken 43] ingeruild. Deze Porsche heeft [betrokkene 3] op 17 oktober 2010 voor een bedrag van € 17.000 euro van [medeverdachte 3] gekocht. [193] [194]
[betrokkene 3] heeft in 2010 een bruto jaarinkomen genoten van € 16.602,-. [195]
De Porsche Cayenne stond voor [betrokkene 3] (17 november 2010) op naam van [medeverdachte 3] (26 oktober 2010) en voor [medeverdachte 3] op naam van [betrokkene 5] (11 oktober 2010). [196]
De Porsche Cayenne is in oktober 2010 door [betrokkene 5] verkocht en vertegenwoordigde op dat moment een waarde van € 28.950,-. [197]
In de Hummer is een rekening van Hotel Akersloot te Alkmaar op naam van de heer en mevrouw [achternaam medeverdachte 3], een gesloten envelop van Menzis, met als geadresseerde [verdachte], een gesloten envelop van de gemeente Almere met als geadresseerde [verdachte] en een Visa creditcard op naam van [medeverdachte 3] aangetroffen. [198]
[medeverdachte 3] regelde met [betrokkene 3] de wegenbelasting en verzekering van de Hummer. [199]
Op 12 maart 2011 belt [medeverdachte 1] met een NN-kind. Hij zegt dat hij haar zo komt halen met de Hummer van Bolle ([verdachte]). [200]
Op maandag 4 april 2011 belt [verdachte] met Trix. [verdachte] is pissig dat de remblokken van die Tank op zijn. Hij wil straks even kijken welke remblokken het zijn, voor of achter. Dan weet hij welke hij moet gaan kopen. [201]
In een telefoongesprek op donderdag 24 maart 2011 met een onbekend gebleven persoon zegt [verdachte] dat hij straks zijn auto moet gaan ophalen want die heeft hij uitgeleend. “Een vriend rijdt met zijn Hummer en een andere vriend met de R32”. Ook zegt hij dat hij nieuwe wielen heeft gekocht voor onder zijn Hummer.
[verdachte] wordt op maandag 4 april 2011 in de Hummer gezien, op maandag 28 maart 2011 komt de Hummer bij de woonboot aanrijden, op dinsdag 5 april 2011 wordt de Hummer bij de woonboot van [verdachte] gezien, op woensdag 6 april 2011 rijden [medeverdachte 1] en [verdachte] in de Hummer, op dinsdag 19 april 2011 rijdt [verdachte] in de Hummer en op 3 mei 2011 wordt de Hummer bij [verdachte] in beslag genomen. [202]
Bayliner
De Bayliner is door [medeverdachte 3] op 9 juni 2010 bij Aqua Sport Almere aangeschaft voor een bedrag van € 6.500 euro. [203] Dit bedrag is in 3 termijnen contant betaald. [204]
De VW Golf R32 is in 2011 door [medeverdachte 3] aangeschaft voor een bedrag van € 15.000 euro. [205] Ook dit bedrag is contant betaald. [206]
De officier van justitie heeft het totale bedrag waarvan zij vermoedt dat dit door [verdachte] en [medeverdachte 3] is witgewassen gesteld op € 51.673,36. Zij is daarbij uitgegaan van de berekening zoals door de politie is opgesteld.
In die berekening is naar het oordeel van de rechtbank echter ten onrechte geen rekening gehouden met de legaal genoten inkomsten van [verdachte] en [medeverdachte 3].
De rechtbank stelt op grond van het bovenstaande het totaal genoten legale inkomen van [medeverdachte 3] en [verdachte] vast op:
  • Bruto inkomsten [medeverdachte 3]: € 27.739,- (€ 23.484 + € 4.255,33), derhalve netto ongeveer € 18.586,-
  • zorgtoeslag [medeverdachte 3]: € 970,-
  • Bruto inkomen [verdachte]: € 15.823,- (€ 13.902 + € 1.921,76), derhalve netto ongeveer
€ 10.601,-
  • Zorgtoeslag [verdachte]: € 974,-
  • Inkomsten uit verkoop puppy’s: € 4.500,-
Het legale (gezamenlijke) netto inkomen bedraagt derhalve in totaal : € 35.631,-
De rechtbank stelt daarnaast de totale uitgaven door [medeverdachte 3] en [verdachte] vast op:
  • minimale uitgaven conform NIBUD: € 21.352,-
  • meer stortingen ABN AMRO: € 10.090,86
  • meer storting Rabobank: € 2.138,50
  • aanschaf Hummer: € 22.944,-
  • aanschaf Bayliner: € 6.500,-
  • aanschaf VW Golf R32: € 15.000,-
De totale (gezamenlijke) uitgaven bedragen derhalve : € 78.025,36.
Er is derhalve in de betreffende periode een bedrag van € 42.394,36 meer uitgegeven dan uit de legale inkomsten van [medeverdachte 3] en [verdachte] kan worden verklaard.
Bewijsoverweging
Gelet op de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, en in aanmerking genomen dat hierna bewezen zal worden verklaard dat [verdachte] zich (kort gezegd) in de periode van 3 december 2010 tot en met 3 mei 2011 heeft bezig gehouden met de (georganiseerde) diefstal van voer- en vaartuigen, is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen. Immers, de gezamenlijke legale (netto) inkomsten van [verdachte] en [medeverdachte 3] zijn in de betreffende periode beduidend lager dan de uitgaven die zij in de betreffende periode hebben gedaan.
Gelet op voornoemd vermoeden, is de rechtbank van oordeel dat van [verdachte] mag worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van de contante gelden en aanschafgelden van de aangetroffen voorwerpen, die concreet en verifieerbaar is en die niet zo onwaarschijnlijk is dat zij bij de vorming van het bewijsoordeel zonder meer terzijde behoort te worden gesteld. (vgl. HR 13 juli 2010, LJN: BM0787).
Ten aanzien van de herkomst gelden
Ter zitting is door de verdediging naar voren gebracht dat [medeverdachte 3] een studielening had die op 1 januari 2012 € 19.417,75 bedroeg. Deze lening zou zij jarenlang hebben opgespaard en is ten onrechte niet als inkomsten in de berekening meegenomen. Ter adstructie daarvan zijn ter zitting stukken overgelegd.
De rechtbank acht dit evenwel niet aannemelijk en overweegt daartoe als volgt.
Zoals algemeen bekend is, wordt een studiefinanciering in maandelijkse termijnen, en niet in één keer, op een bankrekening uitgekeerd. Dat de totale lening op 1 januari 2012 € 19.417,75 bedroeg, zegt niets over de maandelijks in 2010 en 2011 door [medeverdachte 3] op haar bankrekeningen ontvangen bedragen, zodat niet valt in te zien op grond waarvan dit totale bedrag over de periode 2010 en 2011 zou moeten worden meegenomen in de berekening. Bovendien acht de rechtbank het volstrekt onwaarschijnlijk dat [medeverdachte 3] deze bedragen na ontvangst elke maand van haar bankrekening heeft opgenomen, vervolgens jarenlang contant heeft bewaard om daarmee vervolgens in de ten laste gelegde periode op verschillende tijdstippen contante stortingen te doen. Dit geldt temeer nu [medeverdachte 3] in de periode waarvan de rechtbank aannemelijk acht dat zij studiefinanciering heeft genoten, diverse kredieten (met een daarbij te betalen rente) heeft afgesloten. Ook hierom is de verklaring van [medeverdachte 3] dat zij geld overhield, waardoor het voor haar mogelijk was de door haar genoten studiefinanciering van haar rekening op te nemen en opzij te leggen, ongeloofwaardig.
Verder is ter zitting naar voren gebracht dat [medeverdachte 3] van haar ouders voor haar 18e verjaardag (de rechtbank begrijpt derhalve in het jaar 2005) een contant geldbedrag van
€ 6.500,- heeft gekregen.
De rechtbank stelt allereerst vast dat dit door [medeverdachte 3] en [verdachte] slechts is gesteld en op geen enkele wijze met stukken is onderbouwd of anderszins aannemelijk is gemaakt. Bovendien acht de rechtbank het, zo zij al van de juistheid hiervan zou uitgaan, mede gelet op het hiervoor overwogene volstrekt onaannemelijk dat [medeverdachte 3] een dergelijk contant geldbedrag in de betreffende periode van 2010 en 2011 nog contant voorhanden zou hebben gehad.
Voorts is door de verdediging betoogd dat bij de witwasberekening rekening moet worden gehouden met een bedrag van € 4.643,71, zijnde het bedrag dat aan [medeverdachte 3] door de verzekering is uitgekeerd wegens schade aan een BMW 750. Ter staving daarvan zijn ter zitting stukken overgelegd.
De rechtbank stelt allereerst vast dat het overgelegde schade expertise rapport van F. Fruyt Klassieke Automobielen niet is gedateerd, terwijl hieruit bovendien niet valt op te maken dat het betreffende bedrag ook daadwerkelijk ten gunste van [medeverdachte 3] is uitgekeerd. Daar komt bij dat er in de betreffende periode ook geen BMW 750 op naam van [medeverdachte 3] heeft gestaan. De rechtbank zal hieraan om die reden voorbij gaan.
Gesteld is nog dat [verdachte] en [medeverdachte 3] op 26 mei 2010 een openstaand krediet van € 21.138,87 hadden. Dit zou een lening betreffen die zij in de periode daarvoor hadden verkregen, waardoor zij dit bedrag, zo begrijpt de rechtbank, in de ten laste gelegde periode contant voorhanden zouden hebben gehad. De verdediging heeft dienaangaande stukken van Bazuin en Partner overgelegd.
De rechtbank stelt vast dat de eerst ter terechtzitting overgelegde stukken klaarblijkelijk zien op een ABN lening die door [verdachte] in 2004, derhalve zes jaar voor de ten laste gelegde periode, is afgesloten. Reeds hierom kunnen deze stukken geen verklaring geven voor de legale herkomst van de in de periode van 2010 en 2011 gedane contante stortingen. Dat deze contante gelden in 2010 en 2011 nog in bezit waren van [verdachte] en/of [medeverdachte 3] is immers, mede in het licht van hun overige inkomensgegevens, niet aannemelijk. Overigens blijkt uit deze stukken evenmin dat deze lening op enig moment door [verdachte] en/of [medeverdachte 3] contant is opgenomen hetgeen kennelijk het standpunt van de verdediging is. Verder heeft te gelden dat - nog afgezien van het feit dat het voorhanden hebben van een dergelijke grote hoeveelheid contant geld grote risico’s met zich meebrengt -, uit de belastinggegevens van [verdachte] en/of [medeverdachte 3] evenmin blijkt dat zij in deze jaren over dergelijke grote hoeveelheden geld beschikten.
Ten overvloede merkt de rechtbank nog op dat, indien en voor zover [verdachte] uit de autohandel inkomsten heeft genoten die fiscaal niet verantwoord zijn, waarbij de rechtbank ervan uitgaat dat dit dan bij [medeverdachte 3] bekend moet zijn geweest gelet op het feit dat zij de financiën van [verdachte] regelde en ook de belastingaangifte voor hem regelde, dit blijkens de uitspraak van de Hoge Raad van 7 oktober 2008, LJN BD2774 eveneens onder het begrip witwassen valt. In dit arrest is immers bepaald dat vermogensbestanddelen waarover men de beschikking heeft doordat belasting is ontdoken, eveneens kunnen worden aangemerkt als voorwerpen afkomstig van enig misdrijf in de zin van de witwasbepalingen.
Ten aanzien van de Hummer
Zowel [verdachte] als [medeverdachte 3] heeft ontkend dat de aangetroffen Hummer eigendom is van [verdachte]. De rechtmatige eigenaar is volgens hen [betrokkene 3]. [verdachte] zou de Hummer slechts af en toe in het weekeinde, als [betrokkene 3] aan het werk was, lenen.
De rechtbank acht evenwel op grond van de hiervoor onder het kopje “aangetroffen voorwerpen” opgenomen tapgesprekken, de verklaring van [betrokkene 3] en de inkomensgegevens van [betrokkene 3], in onderling verband en samenhang beschouwd, wettig en overtuigend bewezen dat de Hummer, hoewel formeel op naam van [betrokkene 3], in werkelijkheid eigendom is van [verdachte]. De verklaring van [verdachte] dat hij de Hummer slechts af en toe in het weekeinde van [betrokkene 3] leende wanneer deze aan het werk was, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Immers, uit eerdergenoemde observaties en tapgesprekken blijkt dat [verdachte] de Hummer veelal juist op doordeweekse dagen in gebruik had.
Overigens is er bij de berekening vanuit gegaan dat voor de aanschaf van de Hummer een Porsche Cayenne is ingeruild, welke Porsche op naam van [medeverdachte 3] heeft gestaan en waarover [betrokkene 5] (eigenaar van de Porsche vóór [medeverdachte 3]) heeft verklaard dat deze ten tijde van de verkoop een bedrag van € 24.000 vertegenwoordigde. Na [betrokkene 5] stond deze Porsche op naam van [medeverdachte 3], waardoor aannemelijk is dat deze door haar is aangeschaft, zodat de rechtbank, zo er al vanuit moet worden gegaan dat de Hummer niet van [verdachte] zou zijn, hetgeen naar het oordeel van de rechtbank dus uitdrukkelijk niet het geval is, er in ieder geval een gelijkluidend bedrag in de berekening kan worden meegenomen ter zake van de Porsche Cayenne. Niet gebleken is van welke legale inkomsten deze Hummer dan wel Porsche is bekostigd.
Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel, dat nu een concrete, verifieerbare en aannemelijke verklaring omtrent de herkomst van de uitgaven van [verdachte] en [medeverdachte 3], waaronder de contante stortingen en dure bezittingen, ontbreekt, het onder de gegeven omstandigheden niet anders kan dan dat deze uitgaven voor een bedrag van in totaal € 42.394,36 onmiddellijk of middellijk – uit enig misdrijf afkomstig is en verdachte dat ook wist.
De rechtbank komt dan ook tot een bewezenverklaring van het onder 6 ten laste gelegde gewoontewitwassen.
Ten aanzien van feit 7 (criminele organisatie)
Uit de bewezenverklaring blijkt dat [medeverdachte 1], [verdachte] en [medeverdachte 2] betrokken zijn geweest bij een groot aantal (gekwalificeerde) autodiefstallen en een aantal diefstallen van boten. Deze diefstallen zijn in wisselende samenstellingen gepleegd, maar met een min of meer vaste werkwijze.
Naar het oordeel van de rechtbank is, gelet op de wijze van opereren zoals die uit de bewezenverklaringen blijkt en hun te onderscheiden rol in het geheel, sprake van een gestructureerd samenwerkingsverband van -onder meer- bovengenoemde personen. Gezien de periode waarin de diefstallen hebben plaatsgevonden – 3 december 2010 tot 3 mei 2011 – is ook sprake van een zekere bestendigheid van dit samenwerkingsverband.
Terzake van de specifieke rolverdeling kan worden vastgesteld dat [medeverdachte 1] en [verdachte] samen een sturende rol in de organisatie hebben gehad. Uit verschillende opgenomen telefoongesprekken blijkt dat zij degene zijn, die bepaalden wanneer en hoe men op pad ging en welke auto of boot er werd weggenomen. [verdachte] en [medeverdachte 1] zorgden doorgaans voor afzet van de gestolen auto’s en boten door vaak voorafgaand of direct na de diefstal contact op te nemen met vaste helers. Zij bepaalden ook de prijs die de helers voor de gestolen auto’s dienden te betalen. Aldus moeten [medeverdachte 1] en [verdachte] aangewezen worden als leiders van de criminele organisatie. [medeverdachte 2] had een meer uitvoerende rol bij de diefstallen. Hij werd op pad gestuurd door [medeverdachte 1] en/of [verdachte] en handelde veelal in opdracht van [medeverdachte 1] en/of [verdachte].
De rechtbank zal de periode dat verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie bewezen verklaren vanaf 3 december 2010 tot 3 mei 2011, nu 3 december 2010 de datum is van het eerste feit dat aan verdachte kan worden verweten in de criminele organisatie waarvan verdachte deel uitmaakt.

6.Bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 tot en met 7 ten laste gelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat
feit 1(zaaksdossiers 21, 22, 24, 25, 26, 27, 32, 34, 35, 36, 37, 39, 48, 54, 57 en 78)
hij op tijdstippen in de periode van 3 december 2010 tot en met 3 mei 2011 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of Amsterdam en/of Diemen en/of Duivendrecht, gemeente Ouder-Amstel en/of Zandvoort en/of Amstelveen en/of Zeewolde en/of Barneveld en/of Bussum en/of Zaventem, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen voertuigen, te weten:
- ( ZD 21) Volkswagen Caddy (kenteken: [kenteken 11]) toebehorende aan [aangever 11] en
- ( ZD 22) Volkswagen Transporter (kenteken: [kenteken 12]) toebehorende aan [aangever 12] en een BMW 316i (kenteken: [kenteken 13]) toebehorende aan [aangever 13] en een Volkswagen Golf (kenteken: [kenteken 14]) toebehorende aan [aangever 14] en
- ( ZD 24) Volkswagen Golf GTI (kenteken: [kenteken 15]) toebehorende aan [aangever 15] en een Volkswagen Golf GTI (kenteken: [kenteken 16]) toebehorende aan [aangever 16 en
- ( ZD 25) Volkswagen Golf (kenteken: [kenteken 17]) toebehorende aan [aangever 17] en/of Athlon Car Lease Nederland en
- ( ZD 26) Volkswagen Golf (kenteken: [kenteken 18]) toebehorende aan [aangever 18] en
- ( ZD 27) Volkswagen Golf (kenteken: [kenteken 19]) toebehorende aan [aangever 19] en/of Leaseplan Nederland N.V. en
- ( ZD 32) Volkswagen Golf (kenteken: [kenteken 21]) toebehorende aan [aangever 21] en
- ( ZD 34) Volkswagen Transporter (kenteken: [kenteken 22]) toebehorende aan [aangever 22] en
- ( ZD 35) Volkswagen Transporter (kenteken: [kenteken 23]) toebehorende aan [aangever 23] en een Golf R32 (kenteken: [kenteken 24]) toebehorende aan [aangever 24] en
- ( ZD 36) Volkswagen Golf (kenteken: [kenteken 25]) toebehorende aan [aangever 25] en
- ( ZD 37) Audi RS6 (kenteken: [kenteken 26]) toebehorende aan [aangever 26] en
- ( ZD 39) Volkswagen Golf GTI (kenteken: [kenteken 27]) toebehorende aan [aangever 27] en
- ( ZD 48) Volkswagen Polo (kenteken: [kenteken 28]) toebehorende aan [aangever 28] en
- ( ZD 54)Volkswagen Multivan (kenteken: [kenteken 34]) toebehorende aan [aangever 34] en een BMW 320d (kenteken: [kenteken 35]) toebehorende aan [aangever 34] en
- ( ZD 57) Volkswagen Transporter (kenteken: [kenteken 37]) toebehorende aan [aangever 37] en
- ( ZD 78) Volkswagen California (kenteken: [kenteken 39]) toebehorende aan [aangever 39];
feit 2(zaaksdossiers 59, 81 en 85)
hij op tijdstippen in de periode van 12 april 2011 tot en met 2 mei 2011 te Almere en/of Almere Haven en/of Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- ( ZD 59) een vaartuig (boot, merk Stingray 225CR, kenteken/registratienummer: [kenteken 40]) en
- ( ZD 81) een vaartuig (boot, merk Four Winns, kenteken/registratienummer [kenteken 41]), en
- ( ZD 85) een vaartuig (boot, merk Stingray, kenteken/registratienummer [kenteken 42]), toebehorende aan [aangever 40] (Stingray 225CR) en/of [aangever 41] (Four Winns) en/of [aangever 42] (Stingray);
feit 4(zaaksdossier 74)
hij op 3 mei 2011 te Amsterdam en/of Duivendrecht, gemeente Ouder-Amstel, een dermascan voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die dermascan wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
feit 5(zaaksdossiers 63, 73 en 77)
hij op 3 mei 2011 te Amsterdam, gemeente Ouder-Amstel, en Mijdrecht, opzettelijk aanwezig heeft gehad in een schuur behorende bij een pand aan [straatnaam 1] D een hoeveelheid van 1068,5 gram hennep en 75 hennepplanten en 443 stekjes van hennepplanten, en in de loods gelegen aan de [straatnaam 2] 11 hennep-moederplanten en 89 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
feit 6(zaaksdossier witwassen)
hij in de periode van 1 januari 2010 tot en met 03 mei 2011, te Amsterdam en/of Duivendrecht, gemeente Ouder-Amstel, tezamen en in vereniging met een ander, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader, een geldbedrag van in totaal ongeveer 42.394,36 euro, omgezet, terwijl hij en zijn mededader wist(en), dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
feit 7
hij in de periode van 3 december 2010 tot en met 3 mei 2011 te Amsterdam en/of Duivendrecht, gemeente Ouder-Amstel, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een organisatie die werd gevormd door verdachte en anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als strafbaar gesteld in het artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht, namelijk:
- diefstal door twee of meer verenigde personen.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

7.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van feiten 1 en 2
diefstal (door twee of meer verenigde personen), meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 4
opzetheling;
ten aanzien van feit 5
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 6
medeplegen van gewoontewitwassen;
ten aanzien van feit 7
het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezen verklaarde zou ontbreken. Het bewezen verklaarde is derhalve strafbaar.

8.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

9.Motivering van de sancties

Bij de beslissing over de sancties die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en het aldaar besproken rapport van de Reclassering van 24 januari 2012 is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een zeer groot aantal, te weten 22, autodiefstallen, een drietal diefstallen van boten, opzetheling, gewoontewitwassen, het aanwezig hebben van hennep(planten) en deelname aan een criminele organisatie.
Door het stelen van auto’s heeft verdachte niet alleen aanzienlijke economische schade veroorzaakt voor de eigenaren van die auto’s, hij heeft hierdoor tevens bij deze eigenaren voor grote overlast gezorgd, doordat zij van de ene op de andere dag zonder vervoer zaten. Dit geldt nog meer nu verdachte ook bestelbussen als doelwit koos en aldus werkvoertuigen die niet alleen een hoge waarde vertegenwoordigen, maar waarvan de eigenaar over het algemeen afhankelijk is voor zijn inkomen. Opvallend is verder de professionaliteit, brutaliteit en de hoge frequentie waarmee de diefstallen werden gepleegd.
Door gebruik te maken van een criminele organisatie heeft verdachte zijn slagkracht vergroot en daarmee dus ook meer schade veroorzaakt. Georganiseerde misdaad is in de ogen van de rechtbank een zeer schadelijke vorm van criminaliteit, doorgaans niet gepleegd door mensen die een enkele andere optie meer menen te hebben of door mensen die onder invloed van hevige emoties voor korte tijd de grenzen niet meer zien. Maar juist gepleegd door mensen die een koele berekening en/of inschatting hebben gemaakt van de risico’s en de opbrengsten en tot de conclusie zijn gekomen dat misdaad loont. Verdachte is in de ogen van de rechtbank daarvan een duidelijk voorbeeld.
Ten nadele van verdachte wordt mede in aanmerking genomen dat verdachte eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld tot gevangenisstraffen en dat hij ook tijdens zijn (het verlof van zijn) detentie van een andere straf door is gegaan met het plegen van strafbare feiten.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank een gevangenisstraf van lange duur op zijn plaats.
Hoewel de rechtbank zich realiseert dat verdachte hierdoor een lange periode geen rol kan vervullen bij de opvoeding van zijn pasgeboren kind en begrijpt dat verdacht hier moeite mee heeft, is de rechtbank tegelijkertijd van oordeel dat verdachte zich dit had moeten realiseren voordat hij het criminele pad koos.
verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen met de nummers 37, 9, 10, 11, 23, 2, 35, 58, 88, 89, 90 en 100 dienen te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de voorwerpen aan verdachte toebehoren en die voorwerpen door middel van het strafbare feit zijn verkregen of met behulp van die voorwerpen zijn begaan of voorbereid.
onttrekking aan het verkeer
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen met de nummers 10, 12, 13, 43, 48, 1 (alleen de flascard), 5 (autosleutel Italy), 13, 18, 22, 52 en 57 dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Deze voorwerpen behoren verdachte toe en zijn aangetroffen bij gelegenheid van het onderzoek naar de door hem begane feiten waarvan hij wordt verdacht. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het onder 1 bewezen verklaarde feit met behulp van deze voorwerpen zijn begaan of voorbereid of dat het voorwerp kan dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten en tevens is het ongecontroleerde bezit van deze voorwerpen bij deze verdachte is in strijd met het algemeen belang.
10. Overige beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
Teruggave aan rechthebbende
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen met de nummers 36, 80, 1 (alleen de sleutels), 32a, 33, 34, 91 en 98 dienen te worden teruggegeven aan verdachte, aangezien die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen met het nummer 5a dient te worden teruggegeven aan [aangever 19], met het nummer 8 aan [aangever 3], met het nummer 7 (navigatieapparaat) aan [aangever 12] en met het nummer 99 aan [aangever 41] aangezien die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
Bewaring ten behoeve van rechthebbende
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen met de nummers 4a, 6 (navigatieapparaat), 21, 51, 663, 4, 5 (dashboard), 6 (deurbekleding), 7 (Airbag), 1b, 2b, 3b, 4b, 12, 15, 16, 24, 92, 93 en 94 dienen te worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende, aangezien tot nu toe geen persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt.
Op het onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp met nummer 85 ligt conservatoir beslag, zodat de rechtbank hierover geen beslissing meer hoeft te nemen. Gelet op het feit dat het onder verdachte in beslag genomen voorwerp met nummer 5 reeds aan de rechthebbende is teruggegeven, hoeft de rechtbank ook hier geen beslissing meer over te nemen.

11.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel

De volgende benadeelde partijen hebben een vordering tot schadevergoeding ingediend tegen verdachte:
1.
aangever 45], voor een bedrag van € 110,- (ZD 2);
2. [ aangever 46], voor een bedrag van € 135,- (ZD 3);
3. [aangever 2], voor een bedrag van € 384,80 (ZD 5);
4. [aangever 3], voor een bedrag van € 8.165,19 (ZD 6);
5. [aangever 47], voor een bedrag van € 3.327,- (ZD 7);
6. [ aangever 48], voor een bedrag van € 834, 90 (ZD 8);
7. [ aangever 49], voor een bedrag van € 324,98 (ZD 8);
8. [ aangever 50], voor een bedrag van € 2.557,40 (ZD 12);
9. [ aangever 51], voor een bedrag van € 362,49 (ZD 14);
10. [ aangever 52], voor een bedrag van € 807,33 (ZD 17);
11. Athlon Car Lease Nederland BV, voor een bedrag van € 24.838,58 (ZD 17);
12. [ aangever 53], voor een bedrag van € 16.995,22, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf het moment van het ontstaan van de schade (ZD 18);
13. [aangever 11], voor een bedrag van € 561,07, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf het moment van het ontstaan van de schade (ZD 21);
14. [aangever 12], voor een bedrag van € 1.068,05 (ZD 22);
15. [ aangever 14], voor een bedrag van € 1.105,- (ZD 22);
16. Athlon Car Lease Nederland BV, voor een bedrag van € 17.729,27 (ZD 25);
17. [aangever 19], voor een bedrag van € 1.488,25 (ZD 27);
18. LeasePlan Nederland NV, voor een bedrag van € 26.261,31 (ZD 27);
19. LeasePlan Nederland NV, voor een bedrag van € 22.678,97 (ZD 28);
20. [aangever 22], voor een bedrag van € 4.020,- (ZD 34);
21. [ aangever 24], voor een bedrag van € 10.145,10 (ZD 35);
22. [aangever 25], voor een bedrag van € 3.996,37 (ZD 36);
23. [ aangever 26], voor een bedrag van € 7.084,84 (ZD 37);
24. [ aangever 54], voor een bedrag van € 3.098,81 (ZD 41);
25. Auto Lease Groningen, voor een bedrag van € 14.844,02, inclusief BTW (ZD 45);
26. Athlon Car Lease Nederland BV, voor een bedrag van € 13.219,51 (ZD 45);
27. [ aangever 55], voor een bedrag van € 2.533,25 (ZD 45);
28. [ aangever 29b], voor een bedrag van € 20.291,32 (ZD 50);
29. [ aangever 34], voor een bedrag van € 1.307,70, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf het moment van het ontstaan van de schade (ZD 54);
30. [ aangever 36], voor een bedrag van € 1.270,44 (ZD 55);
31. [ aangever 56], voor een bedrag van € 5.100,- (ZD 55);
32. [ aangever 57], voor een bedrag van € 5.000,- (ZD 55);
33. [ aangever 58], voor een bedrag van € 1.500,- (ZD 55);
34. [ aangever 59], voor een bedrag van € 3.841,84 (ZD 55);
35. [ aangever 37], voor een bedrag van € 3.563 (ZD 57);
36. [ aangever 38], voor een bedrag van € 41.58,94 (ZD 58);
37. [ aangever 40], voor een bedrag van € 367,56 (ZD 59);
38. [ aangever 39], voor een bedrag van € 44.750 (ZD 78);
39. [ aangever 60], voor een bedrag van € 1.669,- (ZD 80).
Met betrekking tot de navolgende benadeelde partijen is de rechtbank van oordeel dat de schade niet rechtstreeks voortvloeit uit een bewezenverklaard feit. De navolgende benadeelde partijen dienen dan ook niet-ontvankelijk te worden verklaard in hun vordering:
  • [aangever 45] (ZD 2);
  • [aangever 46] (ZD 3);
  • [aangever 48] (ZD 8);
  • [aangever 49] (ZD 8);
  • [aangever 50] (ZD 12);
  • [aangever 51] (ZD 14);
  • [aangever 52] (ZD 17);
  • Athlon Car Lease Nederland BV (ZD 17);
  • [aangever 53] (ZD 18);
  • LeasePlan Nederland NV (ZD 28);
  • [aangever 54] (ZD 41);
  • Auto Lease Groningen (ZD 45);
  • Athlon Car Lease Nederland BV (ZD 45);
  • [aangever 55] (ZD 45);
  • [aangever 56] (ZD 55);
  • [aangever 57] (ZD 55);
  • [aangever 58] (ZD 55);
  • [aangever 59] (ZD 55);
  • [aangever 60] (ZD 80).
Met betrekking tot de navolgende benadeelde partijen acht de rechtbank het ten laste gelegde feit waarop de vordering betrekking heeft, niet wettig en overtuigend bewezen en kunnen de benadeelde partijen om die reden eveneens niet worden ontvangen in hun vorderingen:
  • [aangever 2] (ZD 5);
  • [aangever 3] (ZD 6);
  • [aangever 47] (ZD 7);
  • [aangever 29b] (ZD 50);
  • [aangever 36] (ZD 55);
  • [aangever 38] (ZD 58).
Met betrekking tot de volgende benadeelde partijen acht de rechtbank het ten laste gelegde feit waarop de vordering betrekking heeft, wettig en overtuigend bewezen maar acht de rechtbank de gevorderde bedragen onvoldoende onderbouwd.
  • [aangever 14] (ZD 22);
  • [aangever 22] (ZD 34).
Met betrekking tot de volgende benadeelde partijen acht de rechtbank het ten laste gelegde feit waarop de vordering betrekking heeft, wettig en overtuigend bewezen en acht de rechtbank voldoende aannemelijk gemaakt dat de gevorderde bedragen, althans een deel daarvan, rechtstreeks voortvloeien uit het bewezenverklaarde feit. De navolgende vorderingen zullen dan ook worden toegewezen tot het navolgende bedrag:
  • [aangever 11], tot een bedrag van € 411,07, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 mei 2011 tot aan de dag der algehele voldoening. Voor het overige verklaart de rechtbank de vordering niet-ontvankelijk nu de gestelde immateriële schade niet specifiek is onderbouwd (ZD 21);
  • [aangever 12], tot een bedrag van € 1.068,05 (ZD 22);
  • Athlon Car Lease Nederland BV, tot een bedrag van € 17.729,27 (ZD 25);
  • [aangever 19], tot een bedrag van € 1.488, 25 (ZD 27);
  • LeasePlan Nederland NV, tot een bedrag van € 26.261,31 (ZD 27);
  • [aangever 24], tot een bedrag van € 884,35, bestaande uit € 115,35 voor de aanvraag van een nieuw rijbewijs, € 400,- voor twee jassen en € 369,- voor een IPod. Voor het overige acht de rechtbank de benadeelde partij wegens gebrek aan onderbouwing niet-ontvankelijk in haar vordering (ZD 35);
  • [aangever 25], tot een bedrag van € 3.996,37 (ZD 36);
  • [aangever 26], tot een bedrag van € 5.253,41, bestaande uit € 5.085,71 voor schadeherstel aan de auto, € 151,20 voor schadeherstel aan de auto en € 16,50 voor een treinkaartje. Voor het overige acht de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering nu dit onvoldoende is onderbouwd (ZD 37);
  • [aangever 34], tot een bedrag van € 1.307,70, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 april 2011, tot aan de dag der algehele voldoening (ZD 54)
  • [aangever 37], tot een bedrag van € 3.563,- (ZD 57);
  • [aangever 40], tot een bedrag van € 125,-, bestaande uit het eigen risico van de verzekering. Voor het overige acht de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering wegens gebrek aan nadere toelichting waaruit blijkt dat de overige gestelde schade het rechtstreeks gevolg zou zijn van de diefstal (ZD 59);
  • [aangever 39], tot een bedrag van € 35.098,04, bestaande uit € 34.598,04 voor het verschil tussen de waarde van de camper en het door de verzekering uitgekeerde bedrag en € 500,-, hetgeen de rechtbank redelijk en billijk voorkomt voor de goederen die zich in de camper hebben bevonden. Voor het overige acht de rechtbank de benadeelde partij wegens gebrek aan onderbouwing niet-ontvankelijk in haar vordering (ZD 78).
Voor zover de benadeelde partijen geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk zijn verklaard in hun vordering wegens gebrek aan onderbouwing daarvan, acht de rechtbank een aanhouding van behandeling van de strafzaak daarvoor, een onevenredig zware belasting van het strafproces.
Voorts zal de rechtbank ingeval van (gedeeltelijke) toewijzing van de vordering bepalen dat indien – voor zover van toepassing - een medeverdachte het bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes bewezen verklaarde handelen aanleiding terzake van voornoemde (gedeeltelijk) toegewezen vorderingen van de benadeelde partij tevens de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

12.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
33, 33a, 36b, 36c, 36d, 36f, 47, 57, 140, 310, 311, 416, 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
3, 11 van de Opiumwet.

13.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder feit 1, voor wat betreft de zaaksdossiers 5, 6, 7, 9, 20, 30, 50, 51, 52, 53, 54 wat betreft de diefstal van de Volkswagen Transporter ([kenteken 33]), 55 en 58, en onder 3 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte de onder feit 1, 2, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 6. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder feit 1, 2, 4, 5, 6 en 7 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 7. vermelde feiten opleveren.
Verklaart deze feiten strafbaar.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
vier (4) jaren.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd:
37 Geld div coupures, totaal 655 euro
9 1.00 stk Trailer Capri boot kl:wit, op trailer zat boot Stingray
10 1.00 stk Kentekenplaat Kl:wit, geplakt op boot
11 1.00 stk Diverse Kl:blauw kapje autoslot
23 2.00 stk Slot
2 1.00 stk Trailer Capri boot Kl:wit
35 Geld Nederlands 16 van 50
58 5.00 stk Lampekap kl:zilver, aangetroffen in schuur waar plantage zich bevond
88 Geld Nederlands 1 x 500
89 Geld Nederlands 3 x 50
90 Geld Nederland 1 x 5
100 1.00 stk Kentekenplaten, deel van een kenteken, er staat een 5 en een 4 op
Onttrekt aan het verkeer:
10 4.00 stk Sleutel Kl:zwart autosleutel silca
12 3.00 stk Sleutels Ddiv autosleutels, 1 x audisleutel, 1 x onbekend, 1 x silcasleutel
13 21.00 stk Sleutel Kl:zwart Silca
43 1.00 stk Zak met onbewerkte sleutels Kl:zilver
48 1.00 stk Diverse Kl:zilver slotentrekker
1. stk flashcard (aan sleutelbos)
5 1.00 stk Sleutel Autosleutel Italy HU66T6
13 1.00 stk Diverse Kl:grijs slotentrekker
18 1.00 stk Gereedschap Kl:blauw VAG305 vagscanner obd 2
22 1.00 stk Gereedschap om sloten mee open te maken
52 1.00 stk Munitie Kl;zwart Winchester
57 1.00 stk Gaspistool Kl:zwart Colt pak 035150594
Gelast de teruggave aan verdachte van:
36 1.00 stk USB-stick Kl:blauw EMTEC
80 1.00 stk Personenauto [kenteken 52] Volkswagen Golf Cabrio ’85 Kl:blauw
1. stk sleutelbos met hieraan 7 sleutels
32a 1.00 stk Kentekenbewijs deel I [kenteken 53] ducati
33 1.00 stk Sleutel Volkswagen Auto behoort bij vw golf met kenteken [kenteken 52]
34 1.00 stk Sleutelbos, aangetroffen in vw golf 3 cabrio (3 dingen aan bos)
91 1.00 stk Bon Factuur boot, voor aankoop smb bayliner 1850 tnv [medeverdachte 3]
98 1.00 stk Motorfiets [kenteken 53], Ducati H3, 748 R Kl:rood
Gelast de teruggave aan de rechthebbende van:
5a 1.00 stk Navigatieapparaat TOMTOM [nummer] ([aangever 19])
8 1.00 stk Navigatieapparaat Kl:zwart ROUTE 66 [nummer] ([aangever 3])
7 1.00 stk Navigatieapparaat TOMTOM ONE [nummer] incl. zwart tasje ([aangever 12])
99 1.00 stk Band, band voor achter boot ([aangever 41])
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
4a 1.00 stk Navigatieapparaat TOMTOM [nummer]
6 1.00 stk Navigatieapparaat Kl:zilver TOMTOM [nummer]
21 1.00 stk Sleutel Kl:zwart Ford Transit, voorzien van hanger met kenteken [kenteken 54]
51 1.00 stk Navigatieapparaat Kl:zwart Pioneer [nummer]
66 1.00 stk Toerenteller Kl:zwart Volkswagen [nummer]
3 3.00 stk Pas, chipknip acceptantenpas
4 2.00 stk Diverse Kl:zwart Deurbekleding Volkswagen linker- en rechterachterzijde
5 1.00 stk Dashboard Kl:zwart met inhoud
6 1.00 stk Diverse Kl:zwart Deurbekleding linkervoorportier
7 1.00 stk Airbag Volkswagen [nummer]
1b 1.00 stk Motoronderdeel Kl:zwart Autocomputer VW [nummer]
2b 1.00 stk Motoronderdeel Kl:zwart Autocomputer VW
3b 1.00 stk motoronderdeel Kl:zwart getrieve steuergerat
4b 1.00 stk Motoronderdeel Kl:grijs [nummer]
12 1.00 stk Autoklok Kl:zwart Volkswagen
15 1.00 stk Navigatieapparaat Pioneer [nummer]
16 1.00 stk Afstandsbediening
24 1.00 stk Computer KL:zwart Autocomputer Bosch
92 1.00 stk Registratiebewijs [nummer] reg. Bewijs voor boot [kenteken 51] tnv aangever 61]
93 1.00 stk Documentenmap, map met onderhoudspapieren boot [kenteken 51]
94 1.00 stk Registratiebewijs [nummer], aangetroffen in boot, kenteken [kenteken 49] tnv [aangever 62].
Wijst toe de vorderingen tot vergoeding van de door de volgende benadeelde partijen geleden schade en veroordeelt verdachte
hoofdelijktot betaling aan de benadeelde partijen van de volgende bedragen:
  • [aangever 11], een bedrag van € 411,07, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 mei 2011 tot aan de dag der algehele voldoening (ZD 21);
  • [aangever 12], een bedrag van € 1.068,05 (ZD 22);
  • Athlon Car Lease Nederland BV, een bedrag van € 17.729,27 (ZD 25);
  • [aangever 19], een bedrag van € 1.488, 25 (ZD 27);
  • LeasePlan Nederland NV, een bedrag van € 26.261,31 (ZD 27);
  • [aangever 24], een bedrag van € 884,35 (ZD 35);
  • [aangever 25], een bedrag van € 3.996,37 (ZD 36);
  • [aangever 26], een bedrag van € 5.253,41 (ZD 37);
  • [aangever 34], een bedrag van € 1.307,70, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 april 2011 tot aan de dag der algehele voldoening (ZD 54);
  • [aangever 37], een bedrag van € 3.563,- (ZD 57);
  • [aangever 40], een bedrag van € 125,- (ZD 59);
  • [aangever 39], een bedrag van € 35.098,04 (ZD 78).
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partijen tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat indien genoemde bedragen geheel of gedeeltelijk door (een van) zijn mededader(s) is betaald, verdachte in zoverre is bevrijd.
Verklaart de benadeelde partijen [aangever11] (ZD 21), [aangever 24] (ZD 35), [aangever 26] (ZD 37), [aangever 40] (ZD 59) en [aangever 39] (ZD 78) voor het overige deel niet-ontvankelijk zijn in de vordering.
Legt aan verdachte
hoofdelijkde verplichting op aan de Staat te voldoen, ten behoeve van de slachtoffers:
  • [aangever 11], een bedrag van € 411,07, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 1 dag vervangende hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 mei 2011 tot aan de dag der algehele voldoening (ZD 21);
  • [aangever 12], een bedrag van € 1.068,05, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 4 dagen vervangende hechtenis (ZD 22);
  • Athlon Car Lease Nederland BV, een bedrag van € 17.729,27, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 67 dagen vervangende hechtenis (ZD 25);
  • [aangever 19], een bedrag van € 1.488, 25, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 5 dagen vervangende hechtenis (ZD 27);
  • LeasePlan Nederland NV, een bedrag van € 26.261,31, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 99 dagen vervangende hechtenis (ZD 27),
  • [aangever 24], een bedrag van € 884,35, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 3 dagen vervangende hechtenis (ZD 35);
  • [aangever 25], een bedrag van € 3.996,37, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 15 dagen vervangende hechtenis (ZD 36);
  • [aangever 26], een bedrag van € 5.253,41, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 20 dagen vervangende hechtenis (ZD 37);
  • [aangever 34], een bedrag van € 1.307,70, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 5 dagen vervangende hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 april 2011 tot aan de dag der algehele voldoening (ZD 54);
  • [aangever 37], een bedrag van € 3.563,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 13 dagen vervangende hechtenis (ZD 57);
  • [aangever 40], een bedrag van € 125,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 1 dag vervangende hechtenis (ZD 59);
  • [aangever 39], een bedrag van € 35.098,04, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 132 dagen vervangende hechtenis (ZD 78),
met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichtingen niet opheft, dat indien genoemde bedragen geheel of gedeeltelijk door (een van) zijn mededader(s) zijn betaald, verdachte in zoverre is bevrijd en dat voldoening aan de verplichtingen tot betaling aan de Staat van voormelde bedragen ten behoeve van de slachtoffers de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partijen doet vervallen, alsmede dat betaling van voormelde bedragen aan de benadeelde partijen de verplichtingen tot betaling aan de Staat van deze bedragen doet vervallen.
Verklaart de volgende benadeelde partijen niet-ontvankelijk in de vordering:
  • [aangever 45] (ZD 2);
  • [aangever 46] (ZD 3);
  • [aangever 2] (ZD 5);
  • [aangever 3] (ZD 6);
  • [aangever 47] (ZD 7);
  • [aangever 48] (ZD 8);
  • [aangever 49] (ZD 8);
  • [aangever 50] (ZD 12);
  • [aangever 51] (ZD 14);
  • [aangever 52] (ZD 17);
  • Athlon Car Lease Nederland BV (ZD 17);
  • [aangever 53] (ZD 18);
  • [aangever 14] (ZD 22);
  • LeasePlan Nederland NV (ZD 28);
  • [aangever 22] (ZD 34);
  • [aangever 54] (ZD 41);
  • Auto Lease Groningen (ZD 45);
  • Athlon Car Lease Nederland BV (ZD 45);
  • [aangever 55] (ZD 45);
  • [aangever 29b] (ZD 50);
  • [aangever 36] (ZD 55);
  • [aangever 56] (ZD 55);
  • [aangever 57] (ZD 55);
  • [aangever 58] (ZD 55);
  • [aangever 59] (ZD 55);
  • [aangever 38] (ZD 58);
  • [aangever 60] (ZD 80).
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. N.E. Kwak, voorzitter,
mr. J.M. Sassenburg en mr. C.M. Cichowski-van der Kleijn, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mrs. D.M.A. Richelle en A.C. Diesfeldt,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 juli 2012.

Voetnoten

1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.Verklaring [verdachte], map 4, blz. 1546; verklaring [medeverdachte 10], map 6, blz. 2508; verklaring [betrokkene], map 7, blz. 2586.
3.Verklaring [medeverdachte 2], map 6, blz. 2246.
4.Verklaring [betrokkene], map 7, blz. 2631.
5.Proces-verbaal doorzoeking, map 4, blz. 1352-1355; proces-verbaal, map 4, blz. 1444-1445.
6.Proces-verbaal doorzoeking, map 4, blz. 1361-1369.
7.Proces-verbaal doorzoeking, map 4, blz. 1718-1722.
8.Proces-verbaal bevindingen, map 4, blz. 1915-1916 en proces-verbaal (van relaas), map 14, blz. 5569-5572.
9.Schriftelijk stuk, te weten de huurovereenkomst [straatnaam 5], map 2, blz. 890-892; verklaring [betrokkene], map 5, blz. 1979.
10.Proces-verbaal bevindingen ABN-Amro rekening, map 2, blz. 887-888.
11.Processen-verbaal, map 2, blz. 543, 656, 788 en 869, map 3, blz. 1326-1328, map 11, blz. 4387, map 12, blz. 4949, 5035 en 5040-5041 map 15, blz. 6307.
12.Proces-verbaal, map 2, blz. 897 en proces-verbaal (van relaas), map 14, blz. 5656-5659.
13.Verklaring verdachte [verdachte], map 4, blz. 1548.
14.Proces-verbaal bevindingen ABN-Amro rekening, map 3, blz. 928-929.
15.Proces-verbaal verhoor [betrokkene], map 3, blz. 931.
16.Processen-verbaal, map 3, blz. 902, 917 en 931, map 4, blz. 1562, map 16, blz. 6489.
17.Proces-verbaal van observatie, map 17, blz. 7237.
18.Proces-verbaal van bevindingen, map16, blz. 6490-6493.
19.Aangifte, map 10, blz. 4158-4161.
20.Aangifte, map 10 blz. 4162-4165.
21.Aangifte, map 10, blz. 4179-4180.
22.Aangifte, map 10, blz. 4183-4184.
23.Tapgesprek, map 10, blz. 4237.
24.Tapgesprek, map 10, blz. 4112.
25.Tapgesprek, map 10, blz. 4113.
26.Tapgesprek, map 10, blz. 4114.
27.Tapgesprek, map 10, blz. 4115; proces-verbaal relaas, map 10, blz. 4102.
28.Proces-verbaal van bevindingen, map 10, blz. 4155b – 4155d.
29.Proces-verbaal van bevindingen, map 10, blz. 4178.
30.Proces-verbaal van bevindingen, map 10, blz. 4153-4154.
31.Proces-verbaal van bevindingen, map 10, blz. 4153-4154.
32.Aangifte, map 10, blz. 4167-4168.
33.Aangifte, map 10, blz. 4158-4160.
34.Tapgesprek, map 10, blz. 4135.
35.Tapgesprek, map 10, blz. 4116; proces-verbaal bevindingen, map 10, blz. 4147.
36.Proces-verbaal, map 10, blz. 4117.
37.Tapgesprekken, map 10, blz. 4138 en 4142.
38.Tapgesprekken, map 10, blz. 4141 en 4144-4145.
39.Tapgesprekken, map 10, blz. 4238-4240.
40.Verklaring [betrokkene], map 10, blz. 4217.
41.Proces-verbaal van bevindingen, map 10, blz. 4173-4174.
42.Proces-verbaal van bevindingen, map 10, blz. 4171-4172.
43.Aangifte, map 11, blz. 4276-4279.
44.Aangifte, map 11, blz. 4280-4282.
45.Proces-verbaal van bevindingen, map 11, blz.4321-4328.
46.Processen-verbaal van bevindingen, map 11, blz. 4283-4310 en 4316-4320.
47.Processen-verbaal van bevindingen, map 11, blz. 4321-4337.
48.Proces-verbaal, map 11, blz. 4341-4342.
49.Verklaring [betrokkene], map 11, blz. 4366-4371.
50.Aangifte, map 11, blz. 4378-4379.
51.Proces verbaal van bevindingen, map 11, blz. 4381; kennisgeving van inbeslagneming, map 24, blz. 9939.
52.Kennisgeving van inbeslagneming, map 24, blz. 9938-9942.
53.Verklaring [verdachte] ter terechtzitting afgelegd.
54.Proces-verbaal, map 11, blz. 4382; het deskundigenrapport van de RDW, map 11, blz. 4384-4385.
55.Schriftelijk stuk, te weten een brief van het Parket te Brussel, map 11, blz. 4409; Schriftelijk stuk, te weten proces-verbaal van de Belgische autoriteiten, map 11, blz. 4416.
56.Schriftelijk stuk, te weten proces-verbaal van de Belgische autoriteiten, map 11, blz. 4419-4420.
57.Proces-verbaal bevindingen, map 11, blz. 4450.
58.Schriftelijk stuk, te weten proces-verbaal van de Belgische autoriteiten, map 11, blz. 4419-4420.
59.Verklaring [verdachte] ter terechtzitting van 5 juni 2012 afgelegd.
60.Aangifte, map 11, blz. 4478-4479.
61.Verklaring getuige [getuige], map 11, blz. 4483-4385.
62.Proces verbaal bevindingen, map 11, blz. 4494 en kennisgeving van inbeslagneming map 24, blz. 9939.
63.Proces-verbaal, map 11, blz. 4495-4496.
64.Aangifte, map 12, blz. 4955-4959.
65.Proces-verbaal bevindingen, map 12, blz. 4949-4952.
66.Tapgesprek, map 12, blz. 4972.
67.Proces-verbaal bevindingen, map 12, blz. 4967.
68.Proces-verbaal van bevindingen, map 12, blz. 4970-4976.
69.Proces-verbaal bevindingen, map 12, blz. 4982.
70.Proces-verbaal bevindingen, map 12, blz. 4966; proces-verbaal bevindingen, map 12, blz. 4982.
71.Proces-verbaal bevindingen, map 4, blz. 1629.
72.Aangifte en proces-verbaal van bevindingen, map 13 blz. 5117-5160.
73.Proces-verbaal van bevindingen, map 13 blz. 5166-5174.
74.Proces-verbaal, map 13, blz. 5146-5153.
75.Verklaring [betrokkene], map 3, blz. 5184.
76.Aangifte, map 13, blz. 5280-5283.
77.Aangifte, map 13, blz. 5284-5292.
78.Tapgesprek, map 13, blz. 5223-5224.
79.Proces-verbaal van bevindingen, map 13, blz. 5210-5226.
80.Tapgesprekken, map 13, blz. 5260-5271.
81.Proces-verbaal van bevindingen, map 13, blz. 5273.
82.Observatie, map 13, blz. 5198-5120.
83.Proces-verbaal van bevindingen, map 13, blz. 5293-5295.
84.Aangifte, map 13, blz. 5336-5337; proces-verbaal van bevindingen, map 13, blz. 5340-5341.
85.Tapgesprek, map 13, blz. 5352.
86.Tapgesprek, map 13, blz. 5355.
87.Tapgesprek, map 13, blz. 5358.
88.Proces-verbaal van observatie, map 13, blz. 5327.
89.Aangifte, map 13, blz. 5393-5395.
90.Proces-verbaal van bevindingen, map 13, blz. 5386 en map 24, blz. 9553.
91.Proces-verbaal sporenonderzoek map 13, blz. 5405.
92.Proces-verbaal van bevindingen, map 13, blz. 5396.
93.Proces-verbaal van bevindingen, map 13, blz. 5396-5403.
94.Kennisgeving van inbeslagneming, map 24, blz. 9553.
95.Proces-verbaal van bevindingen, map 13, blz. 5385-5392.
96.Aangifte, map 13, blz. 5501-5503.
97.Proces-verbaal van bevindingen, map 13, blz. 5393-5394.
98.Deskundigenrapport, map 13, blz.5495-5496 en proces-verbaal van bevindingen map 13, blz. 5499-5500.
99.Proces-verbaal van bevindingen, map 13, blz. 5497-5498.
100.Aangifte, map 14, blz. 5745-5746.
101.Tapgesprekken, map 14, blz. 5755-5756.
102.Tapgesprek, map 14, blz. 5758.
103.Tapgesprek, map 14, blz. 5759.
104.Proces-verbaal bevindingen, map 14, blz. 5762.
105.Proces-verbaal bevindingen, map 14, blz. 5762.
106.Tapgesprek, map 14, blz. 5760.
107.Lijst van in beslag genomen goederen, [straatnaam 4], map 24, blz. 9643.
108.Proces-verbaal bevindingen, map 14, blz. 5743.
109.Lijst van in beslag genomen goederen, Joan Muyskensweg, map 24, blz. 9683.
110.Lijst van in beslag genomen goederen, Hummer, map 24, blz. 9811.
111.Proces-verbaal bevindingen, map 14, blz. 5744.
112.Aangifte, map 15, blz. 6121-6123.
113.Proces-verbaal bevindingen, map 15, blz. 6134.
114.Aangifte, map 15, blz. 6122.
115.Tapgesprekken, map 15, blz. 5993-5999.
116.Tapgesprekken, map 15, blz. 6000-6004.
117.Tapgesprekken, map 15, blz. 6007-6033.
118.Tapgesprek, map 15, blz. 6036.
119.Tapgesprekken, map 15, blz. 6043-6054.
120.Tapgesprekken, map 15, blz. 6058-6061.
121.Tapgesprekken, map 15, blz. 6062-6064.
122.Observatie, map 15, blz. 6068.
123.Proces-verbaal bevindingen, map 15, blz. 6090.
124.Proces-verbaal sporenonderzoek, map 15, blz. 6091.
125.Aangifte, map 15, blz. 6340-6341.
126.Tapgesprek, map 15, blz. 6325.
127.Tapgesprek, map 15, blz. 6326.
128.Tapgesprek, map 15, blz. 6327.
129.Proces-verbaal bevindingen, map 15, blz. 6331-6332.
130.Proces-verbaal bevindingen, map 15, blz. 6332-6333.
131.Proces-verbaal bevindingen, map 15, blz. 6338.
132.Aangifte, map 17, blz. 6968-6969.
133.Proces-verbaal bevindingen, map 17, blz. 6975.
134.Proces-verbaal bevindingen, map 17, blz. 6973-6974.
135.Proces-verbaal bevindingen, map 17, blz. 6978-6979.
136.Aangifte, map 16, blz. 6430-6433.
137.Proces-verbaal van bevindingen, map 16, blz. 6501.
138.Aangifte, map 17, blz. 7031-7035 en proces-verbaal van bevindingen, map17, blz. 7036-7037.
139.Kennisgeving van inbeslagneming, map 24, blz. 9889 en proces-verbaal van bevindingen, map 16, blz. 6434-6435.
140.Proces-verbaal van bevindingen, map 16, blz. 6428-6429.
141.Kennisgeving van inbeslagneming, map 24, blz. 9692.
142.Proces-verbaal van bevindingen, map 16, blz. 6500-6501.
143.Verklaring [medeverdachte 10], map 18, blz. 7606.
144.Processen-verbaal van bevindingen, map 16, blz. 6488-6497 en 6498-6499.
145.Kennisgeving van inbeslagneming, map 24, blz. 9689.
146.Proces-verbaal van bevindingen, map 16, blz. 7029-7030.
147.Processen-verbaal van bevindingen, map 16, blz. 7036-7040.
148.Tapgesprekken, map 16, blz. 7054-7061.
149.Tapgesprekken, map 17, blz. 7062-7072.
150.Tapgesprek, Map 16, blz. 6466.
151.Proces-verbaal van bevindingen, map 16, blz. 6484-6485.
152.Tapgesprekken, map 17, blz. 7077-7088.
153.Tapgesprekken, map 17, blz. 7081, 7083, 7086 en 7088.
154.Tapgesprekken, map 17, blz. 7090-7091.
155.Proces-verbaal van bevindingen, map 16, blz. 6486-6487 en proces-verbaal van bevindingen, map 17, blz. 7092-7093.
156.Proces-verbaal van bevindingen, map 17, blz.7043.
157.Proces-verbaal van bevindingen, map 16, blz. 6444-6445.
158.Aangifte, map 17, blz. 7259-7260.
159.Proces-verbaal van bevindingen, map 17, blz. 7211-7242.
160.Proces-verbaal van bevindingen, map 17, blz. 7242-7248; proces-verbaal van bevindingen, map 17, blz.7272-7273.
161.Proces-verbaal van bevindingen, map 17, blz. 7249-7251.
162.Proces-verbaal van bevindingen, map 17, blz. 7262-7266.
163.Proces-verbaal van bevindingen, map 17, blz. 7274-7278.
164.Proces-verbaal van bevindingen, map 17, blz. 7256-7258.
165.Aangifte, map 17, blz. 6929.
166.Proces-verbaal bevindingen, map 17, blz. 6924.
167.Proces-verbaal van sporenonderzoek, map 16, blz. 6770-6771.
168.Kennisgeving van inbeslagname, map 24, blz. 9732-9733; Proces-verbaal van bevindingen, map 16, blz. 6767-6769; Proces-verbaal van bevindingen, map 17, blz. 6962.
169.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 juni 2012.
170.Proces-verbaal van verhoor getuige, map 3, blz. 931; De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 juni 2012.
171.Proces-verbaal betreden/doorzoeken, map 5, blz. 1917-1918; Proces-verbaal van relaas, map 17, blz. 6910.
172.Kennisgeving van inbeslagname, map 24, blz. 9884; Proces-verbaal van sporenonderzoek, map 17, blz. 6914.
173.Proces-verbaal van observatie, map 17, blz. 7237.
174.Proces-verbaal van bevindingen, map16, blz. 6490-6493.
175.Proces-verbaal van bevindingen, map 3, blz. 928.
176.Proces-verbaal verhoor [verdachte], map 19, blz. 7706.
177.Proces-verbaal verhoor [medeverdachte 3], map 19, blz. 7680.
178.Gegevens belastingdienst [verdachte], map 19, blz. 7686-7702.
179.Gegevens KvK, map 19, blz. 7931-7932.
180.Proces-verbaal verhoor [verdachte], map 19, blz. 7708.
181.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 3], map 19, blz. 7679.
182.Gegevens belastingdienst [medeverdachte 3], map 19, blz. 7711-7739.
183.Faxbericht Kmar, met daarop reactie KvK, map 19, blz. 7943.
184.Gegevens BKR, map 19, blz. 7937-7941 en 7923-7927.
185.Gegevens Nibud, map 19, blz. 7745-7746.
186.Geschriften, te weten bankafschriften Rabobank, map 19, blz. 7785-7804 en proces-verbaal verhoor [medeverdachte 3], map 19, blz. 7682.
187.Proces-verbaal verhoor [medeverdachte 3], map 19, blz. 7682.
188.Gegevens belastingdienst, map 19, blz. 7729.
189.Geschriften, te weten bankafschriften ABN/AMRO [medeverdachte 3], map 19, blz. 7814 en 7918.
190.Proces-verbaal van witwasonderzoek, map 19, blz. 7663.
191.Overzicht bankrekening [medeverdachte 3], 410090484, map 19, blz. 7921-7922.
192.Proces-verbaal van kennisgeving van inbeslagneming algemeen, map 24, blz. 9692-9693.
193.Geschrift, te weten een factuur, map 20, blz. 7951.
194.Proces-verbaal verhoor Tommy [betrokkene 3], map 19, blz. 7946-7950.
195.Gegevens belastingdienst, aangifte [betrokkene 3] 2011, map 19 blz. 7968.
196.Historisch overzicht voertuiggegevens, map 20, blz. 8003.
197.Proces-verbaal bevindingen, map 20, blz. 8002.
198.Proces-verbaal van bevindingen, map 20, blz. 8027-8028.
199.Tap, map 19, blz. 7953 en proces-verbaal verhoor [betrokkene 3], map 19, blz. 7949.
200.Tap, map 15, blz. 6279.
201.Tap, map 19, blz. 7955.
202.Proces-verbaal bevindingen observatie, map 11, blz. 5019, processen-verbaal observatie, map 2, blz. 794 en 560, map 13, 5326-5335; proces-verbaal van bevindingen, map 4, blz. 1732.
203.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 7 juni 2012.
204.Proces-verbaal van bevindingen, map 20, blz. 8040.
205.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 juni 2012.
206.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige], map 20, blz. 8077.