ECLI:NL:RBHAA:2012:BX7547
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van medeplichtigheid aan overval op juwelier
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Haarlem op 3 juli 2012 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan een overval op een juwelier in Krommenie op 21 juni 2011. De verdachte werd ervan beschuldigd opzettelijk gelegenheid, middelen en inlichtingen te hebben verschaft aan haar medeverdachten, die de overval daadwerkelijk hadden gepleegd. Tijdens de openbare terechtzitting op 19 juni 2012 heeft de verdachte echter consistent ontkend voorafgaand aan de overval op de hoogte te zijn geweest van de plannen van haar medeverdachten. Ze verklaarde dat ze toevallig met haar vriend en medeverdachte in de auto was gestapt en pas na de overval besefte dat er iets mis was. De rechtbank heeft de verklaringen van de medeverdachten in overweging genomen, maar kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat de verdachte op de hoogte was van de overval of dat zij op enige wijze betrokken was bij de uitvoering ervan. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de medeverdachten niet betrouwbaar genoeg waren om als bewijs te dienen. Gezien het gebrek aan wettig en overtuigend bewijs heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van zowel de primaire als de subsidiaire tenlastelegging. De officier van justitie had ook vrijspraak gevorderd, en de rechtbank volgde dit oordeel. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs in strafzaken en de noodzaak om te kunnen aantonen dat een verdachte op de hoogte was van criminele activiteiten voordat er een veroordeling kan plaatsvinden.