ECLI:NL:RBHAA:2012:BX8922
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot instellen van een moratorium in het kader van schuldsanering
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 18 september 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot het instellen van een moratorium, ingediend door verzoekster in het kader van de schuldsanering. Verzoekster had een verzoek ingediend om een moratorium te laten verklaren op basis van artikel 287b van de Faillissementswet (Fw), met als doel een minnelijke schuldregeling te treffen met haar schuldeisers, waaronder Woningstichting Rochdale. Tijdens de zitting op 10 september 2012 werd duidelijk dat verzoekster sinds januari 2011 geen huurbetalingen aan Rochdale had verricht, waardoor haar schuld was opgelopen tot meer dan € 10.000,-. Rochdale had herhaaldelijk geprobeerd om een minnelijke regeling te treffen, maar verzoekster had nooit aan haar betalingsverplichtingen voldaan.
De rechtbank overwoog dat verzoekster, ondanks haar financiële problemen en het feit dat zij haar administratie had uitbesteed aan haar partner, zelf verantwoordelijk bleef voor het nakomen van haar verplichtingen. De rechtbank concludeerde dat de omstandigheden van verzoekster, waaronder haar deelname aan budgetbeheer, niet voldoende waren om haar wanbetaling te rechtvaardigen. De rechtbank stelde vast dat er geen kans was op een minnelijke regeling, gezien de opstelling van Rochdale en het feit dat verzoekster al lange tijd in gebreke was.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot het instellen van een moratorium afgewezen, met de overweging dat het belang van Rochdale bij het instandhouden van de ontbinding van de huurovereenkomst zwaarder woog dan het belang van verzoekster. De rechtbank heeft geoordeeld dat de kans op een minnelijke schuldregeling nihil was, en dat het verzoek niet gerechtvaardigd was onder de gegeven omstandigheden.