ECLI:NL:RBHAA:2012:BY3381

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
14 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
566909 - CV EXPL 12-9582
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling resterende pachtsom door Gemeente Zaanstad afgewezen

In deze zaak vorderde de Gemeente Zaanstad betaling van een resterend bedrag van de pachtsom van € 2.416,63 van de vennootschap onder firma V.O.F. [X.]. De Gemeente Zaanstad had aan [X.] een standplaats op de kermis in Zaandam verleend, maar [X.] had slechts de helft van de pachtsom voldaan. De Gemeente Zaanstad stelde dat [X.] in gebreke was gebleven met de betaling en had de vordering ter incasso uit handen gegeven, wat leidde tot vermogensschade voor de gemeente.

De procedure begon met een dagvaarding op 19 juli 2012, gevolgd door een tussenvonnis op 15 augustus 2012 en een comparitie van partijen op 10 oktober 2012. [X.] voerde aan dat de situatie op de kermis niet overeenkwam met wat was afgesproken en dat er geen contact was geweest met de gemeente om dit te bespreken. De kantonrechter oordeelde dat de Gemeente Zaanstad niet voldoende had aangetoond dat er geen communicatie had plaatsgevonden en dat het risico van het gebrek aan contact voor rekening van de gemeente kwam.

De kantonrechter wees de vordering van de Gemeente Zaanstad af, omdat de gemeente niet had voldaan aan haar verplichting om in gesprek te gaan met [X.] over de resterende pachtsom. De Gemeente Zaanstad werd veroordeeld in de proceskosten, die voor [X.] tot op heden waren vastgesteld op € 50,00 voor noodzakelijke reis- en verblijfkosten. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. F.J.P. Veenhof op 14 november 2012.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 566909 \ CV EXPL 12-9582
datum uitspraak: 14 november 2012
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de publiekrechtelijke rechtspersoon De Gemeente Zaanstad
te Zaandijk, gemeente Zaanstad
eisende partij
hierna te noemen de Gemeente Zaanstad
gemachtigde J.C. Huyer
tegen
1. de vennootschap onder firma V.O.F. [X.]
te [woonplaats]
2. [X.]
te [woonplaats]
3. [Y.]
te [woonplaats]
gedaagde partij
hierna gezamenlijk te noemen [X.]
procederende in persoon
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 19 juli 2012, meet producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het door de kantonrechter tussen partijen gewe¬zen en op 15 augustus 2012 uitgesproken tussenvonnis,
- de aantekeningen van de griffier van de ingevolge dat vonnis op 10 oktober 2012 gehouden comparitie van partijen en de met het oog op die zitting door de gemachtigde van Gemeente Zaanstad aan de kantonrechter en de wederpartij gezonden producties.
De feiten
a. [X.] exploiteert een Hollandse gebakkraam.
b. De Gemeente Zaanstad heeft onder de bij haar van toepassing zijnde algemene voorwaarden aan [X.] een standplaats gegund op de kermis in Zaandam van 2011 tegen een huursom van € 4.010,00.
c. Bij factuurnummer 3110050 RI van 12 februari 2011 heeft de Gemeente Zaanstad € 4.010,0 aan [X.] in rekening gebracht.
d. [X.] heeft van de onder c. genoemde factuur € 2.005,00 voldaan en het restant onbetaald gelaten.
e. Per e-mail bericht van 7 oktober 2011 heeft [X.] het volgende aan [A.] van de Gemeente Zaanstad geschreven:
“Naar aanleiding van ons mondeling gesprek, tijden de kermis van Zaandam, hierbij het volgende:
Tijdens die mondelinge bespreking waren wij overeengekomen om in ieder geval 50% van de pacht over te maken. Wat wij toen ook direct hebben gedaan. En u zou daar melding van doen bij de financiële administratie. Ook omdat wij totaal niet in contact konden komen met de gemeente. Wij hadden dit wel al verschillende keren geprobeerd, maar dat was ons tot dusver totaal niet gelukt.
Met u is toen besproken om onze argumenten op papier te zetten. En die hebben wij ook tijdens de kermis van Zaandam nog naar de gemeente verzonden. Echter horen wij nu van u en uw medewerkers dat deze totaal niet zijn ontvangen.
In deze brief stond onder andere dat de plek van de gebakkraam op de Zuiddijk dit jaar ernstig geschaat was. Onder andere doordat de attractie “Euroball” met een diepgang van 7 meter de totale doorloop voor de mensen op de Zuiddijk afsloot. Het volk schoot daardoor achter de kraam langs en was er totaal geen sprake van een geheel. Plus het feit nog dat er in het eerste weekend verschillende attracties nog niet waren. Hierdoor waren er verscheidene open plekken op het terrein. Wat ook weer niet ten goede kwam voor de gebakkraam op de Zuiddijk. Dan plaatsen jullie nog een “snackcaravan” pal naast de gebakkraam. Is weliswaar een heel ander artikel, maar komt ook weer niet ten goede van de gebakkraam op de Zuiddijk.
Dan kreeg je nog de andere kant van de Zuiddijk. De mensen liepen gewoon ver voor de kindermolen het hoofdterrein op. Er was gewoon totaal geen doorloop. De mensen konden gewoon alle kanten op schieten. Wat erg jammer is. Het was voor de mensen heel onduidelijk dit jaar. Of er nu wel of geen attracties stonden op de Zuiddijk.
Onze conclusie was dan dus ook, dat dit totaal niet de situatie was waarvoor wij hadden ingeschreven. Wij schrijven immers ieder jaar in op de kermis te Zaandam zoals de plek is als vorige jaren. En dat was nu echt totaal niet het geval. We stonden wel op het zelfde stuk, maar de situatie er omheen was totaal anders. En niet ten goede.
Wij hebben verschillende keren geprobeerd contact met de gemeente hierover te hebben. Maar we werden gewoon totaal niet te woord gestaan. En dat betreurd ons omdat wij toch al jaren zaken met de gemeente Zaandam doen. En dit dan ook zeker niet van de gemeente gewend zijn. En wij er ook voor staan om altijd onze verplichtingen na te leven. Maar het bedrag wat wij in eerste instantie voor de kermis hebben ingeschreven komt totaal niet overeen met de situatie die wij aantroffen bij aanvang van de kermis. Daarom die 50% van de pachtsom.
(…)”
De vordering
De Gemeente Zaanstad vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [X.] zal veroordelen om aan Gemeente Zaanstad tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen € 2.416,63, vermeerderd met de wettelijke rente over € 2.005,00 vanaf 19 juli 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [X.] in de proceskosten.
De Gemeente Zaanstad heeft het volgende aan de vordering ten grond¬slag gelegd:
[X.] heeft van de factuur € 2.005,00 voldaan, zodat nog € 2.005,00 resteert.
Door ondanks aanmaning met betaling in gebreke te blijven, heeft [X.] de Gemeente Zaanstad genoodzaakt de vordering ter incasso uit handen te geven. De Gemeente Zaanstad heeft daardoor vermogensschade geleden, bestaande uit de buitengerechtelijke incassokosten ten belope van € 357,00. [X.] dient deze kosten ingevolge de algemene betalingsvoorwaarden dan wel ingevolge artikel 6:96 lid 2 sub c BW aan de Gemeente Zaanstad te voldoen.
Voorts is [X.] de wettelijke rente verschuldigd geworden. Deze bedraagt, berekend vanaf de 30e dag na factuurdatum tot 19 juli 2012, € 54,63.
Het verweer
[X.] betwist de vordering en voert daartoe het volgende aan:
Zoals uit de brief van blijkt heeft [X.] getracht met de Gemeente Zaanstad in contact te komen omdat de situatie geheel niet overeenstemde met die waarvoor [X.] op de kermis had ingeschreven. Daarover is een afspraak gemaakt met [A.] van de Gemeente Zaanstad. [X.] zou 50% betalen en dan samen met de Gemeente Zaanstad een oplossing zoeken. [X.] heeft echter niets meer van de Gemeente Zaanstad vernomen totdat de dagvaarding in de bus viel.
De beoordeling
1. Gebleken is dat [A.] namens de Gemeente Zaanstad de persoon was waarmee [X.] voor de kermis contact moest onderhouden.
2. Uit een door [X.] overgelegd e-mailbericht van [A.] van 19 juli 2012 blijkt dat deze het e-mailbericht van 7 oktober 2011 aan de Gemeente Zaanstad had doorgestuurd.
3. De Gemeente Zaanstad kan daarom niet volstaan met de enkele ontkenning van de ontvangst van het e-mailbericht van 7 oktober 2011. Dat [A.] intussen niet meer de contactpersoon van de Gemeente Zaanstad is, doet daar niet aan af.
4. Ook gebleken is dat de Gemeente Zaanstad bereid is over de hoogte van de pachtsom te praten indien daartoe aanleiding zou bestaan. Ter comparitie is namens de Gemeente Zaanstad verklaard dat dit in andere gevallen ook is gebeurd.
5. De Gemeente Zaanstad heeft erkend dat er te weinig inschrijvingen voor de kermis waren. Dat feit ondersteunt de bezwaren van [X.], dat de situatie niet was zoals zij was gewend. Daarom was er aanleiding om met elkaar in gesprek te gaan. Dat dit ondanks de contacten tussen [A.] en [X.] niet is gelukt, komt voor risico van de Gemeente Zaanstad.
6. Op grond van het vorenstaande zal de vordering worden afgewezen. Het had op de weg van de Gemeente Zaanstad gelegen om alsnog met [X.] in gesprek te gaan over het restant van de pachtsom. Dat is nog niet gebeurd.
7. De Gemeente Zaanstad zal als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. Omdat [X.] zich niet door een professionele gemachtigde heeft laten bijstaan, komen op grond van het bepaalde bij artikel 238 Rv, afgezien van de hier niet aan de orde zijnde noodzakelijke verletkosten, voor vergoeding slechts de noodzakelijke reis- en verblijfkosten in aanmerking.
Beslissing
De kantonrechter:
Wijst de vordering af.
Veroordeelt de Gemeente Zaanstad in de proceskosten, aan de zijde van de [X.] tot op heden vastgesteld op € 50,00 wegens de noodzakelijk reis- en verblijfkosten.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde uitspraakdatum.
Coll.