ECLI:NL:RBHAA:2012:BY4222
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.E. Heyning - Huydecoper
- A.D. Reiling
- S.I.A.C. Angenent – Bakker
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de bestuursrechter bij afwijzing toelating tot bijzonder onderwijs
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 28 november 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, in haar hoedanigheid als wettelijk vertegenwoordiger van haar dochter, en het college van bestuur van de stichting Dunamare Onderwijsgroep. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van de toelating van haar dochter tot het vierde leerjaar van de Hartenlustschool, een school die valt onder de Dunamare Onderwijsgroep. De rechtbank moest beoordelen of zij bevoegd was om kennis te nemen van het beroep, gezien de aard van de afwijzing en de betrokkenheid van de onderwijsinstelling.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Hartenlustschool een bijzondere school is die niet onder de reikwijdte van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) valt. De rechtbank concludeert dat de beslissing om de dochter van eiseres niet toe te laten tot de school geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Awb, omdat de Hartenlustschool geen bestuursorgaan is. Dit betekent dat er geen beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld. De rechtbank verklaart zich derhalve onbevoegd en wijst eiseres erop dat zij haar vordering bij de burgerlijke rechter kan indienen.
De uitspraak benadrukt de scheiding tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke onderwijsinstellingen en de gevolgen daarvan voor de rechtsbescherming van ouders en leerlingen. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarbij eiseres binnen zes weken na verzending van de uitspraak een beroepschrift kan indienen.