ECLI:NL:RBHAA:2012:BY5006

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
4 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/740268-12
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gijzeling en gewelddadige ontvoering met voorbereiding van bankoverval

Op 4 december 2012 heeft de rechtbank Haarlem vijf verdachten veroordeeld tot gevangenisstraffen wegens het medeplegen van het op gewelddadige wijze gijzelen van een gezin in hun eigen woning, het ontvoeren van de man in een gestolen bestelbus en het voorbereiden van een bankoverval, gepleegd op 1 februari 2012 in Hoofddorp. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachten, door middel van geweld en bedreiging, de slachtoffers hebben beroofd van hun vrijheid en hen gedwongen om informatie te verstrekken over bankpassen en codes. De rechtbank heeft gebruik gemaakt van kentekenregistratie en telecomonderzoek om de betrokkenheid van de verdachten vast te stellen. De verdachten hebben geen verantwoordelijkheid genomen voor hun daden en hebben door hun zwijgende houding de slachtoffers verder in de problemen gebracht. Naast gevangenisstraffen zijn de verdachten ook veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de slachtoffers, inclusief immateriële schade.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/740268-12
Uitspraakdatum: 4 december 2012
Tegenspraak
Promisvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 20 november 2012 in de zaak tegen:
[verdachte E],
geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in [detentieadres].
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw naar voren hebben gebracht.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
Feit 1
hij op of omstreeks 01 februari 2012 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, en/of te Alphen aan den Rijn en/of te Hazerswoude, gemeente Rijnwoude, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk één of meer personen, genaamd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, met het oogmerk (een) ander(en), te weten [slachtoffer 1], te dwingen iets te doen of niet te doen, immers is/heeft hij, verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- met (een) bivakmuts(en) over zijn/hun hoofd(en) naar de woning van voornoemde personen (gelegen aan het [a-straat] te Hoofddorp) gegaan en/of
- (nadat die [slachtoffer 1] de deur van de woning had geopend) die [slachtoffer 1] naar binnen geduwd en/of (vervolgens)
- meerdere, althans één,(gro(o)t(e)) mes(sen), althans (een) scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en), aan die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] getoond en/of
(vervolgens)
- die [slachtoffer 1] met een taser, althans met een elektrisch wapen, een elektrische schok toegediend (ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] op de grond viel/terecht kwam) en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 1] op de grond gedrukt gehouden door met een knie op diens rug te gaan zitten en/of (vervolgens)
- de handen van die [slachtoffer 1] achter diens rug met duct-tape vastgebonden en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 2] in een kast geduwd en/of (vervolgens) een hand op de mond van die [slachtoffer 2] gelegd en/of (vervolgens)
- de handen en/of de voeten van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] met duct-tape vastgebonden en/of de monden van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] met duct-tape afgeplakt en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] gedwongen/ opgedragen naar boven te lopen en/of (vervolgens) voornoemde personen een (slaap)kamer in geduwd en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] gefouilleerd en/of (vervolgens)
- de telefoon van die [slachtoffer 3] afgepakt (zodat zij niet kon bellen voor hulp) en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] gedwongen/ opgedragen om op hun buik te gaan liggen en/of (vervolgens)
- meermalen, althans éénmaal, die [slachtoffer 1] om pas(sen) en/of code(s) (van de ABN AMRO) gevraagd en/of (vervolgens)
- (nadat die [slachtoffer 1] had aangegeven dat hij wel in de kluisruimte maar niet in de kluis (van de ABN AMRO) zelf kon komen) aan die [slachtoffer 1] gevraagd welke collega wel in de kluis kon en/of (vervolgens)
- (nadat die [slachtoffer 1] een aantal namen van collega's had opgenoemd die wel in de kluis zouden moeten kunnen) die [slachtoffer 1] gedwongen/opgedragen plaats te nemen in een (bestel)auto en/of
- (vervolgens) met die [slachtoffer 1] in die (bestel)auto weggereden en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 1] gedwongen/opgedragen diens alarmpas met bijbehorende code (van het pand van de ABN AMRO) en/of diens bankpas met bijbehorende pincode af te geven en/of (vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 1] geschreeuwd/gezegd dat die [slachtoffer 1] zich koest moest houden en/of dat ze hem, [slachtoffer 1], in de gaten hielden, althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking;
Feit 2
hij op of omstreeks 01 februari 2012 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, en/of te Alphen aan den Rijn en/of te Hazerswoude, gemeente Rijnwoude, en/of te Aalsmeer, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (onder meer)
een mobiele telefoon (Blackberry) en/of (een) geldbedrag(en) en/of een rijbewijs (op naam
van [slachtoffer 4]) en/of een rijbewijs en/of ID-kaart (op naam van [slachtoffer 1]) en/of een horloge en/of een sleutelbos en/of een (personen)auto (merk: Volvo, kenteken: [kenteken Volvo]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 1],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een alarmpas met bijbehorende code (van een pand van de ABN AMRO) en/of een bankpas (met bijbehorende pincode), in elk geval van enig goed, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s),
- met (een) bivakmuts(en) over zijn/hun hoofd(en) naar de woning van voornoemde personen (gelegen aan het [a-straat] te Hoofddorp) is/zijn gegaan en/of (vervolgens)
- (nadat die [slachtoffer 1] de deur van de woning had geopend) die [slachtoffer 1] naar binnen heeft/hebben geduwd en/of (vervolgens)
- meerdere, althans één,(gro(o)t(e)) mes(sen), althans (een) scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en), aan die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] heeft/hebben getoond en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 1] met een taser, althans met een elektrisch wapen, een elektrische schok heeft/hebben toegediend (ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] op de grond viel/terecht kwam) en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 1] op de grond gedrukt heeft/hebben gehouden door met een knie op diens rug te gaan zitten en/of (vervolgens)
- de handen van die [slachtoffer 1] achter diens rug met duct-tape heeft/hebben vastgebonden en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 2] in een kast heeft/hebben geduwd en/of (vervolgens) een hand op de mond van die [slachtoffer 2] heeft/hebben gelegd en/of (vervolgens)
- de handen en/of de voeten van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] met duct-tape heeft/hebben vastgebonden en/of de monden van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] met duct-tape heeft/hebben afgeplakt en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] heeft/hebben gedwongen/opgedragen naar boven te lopen en/of (vervolgens) voornoemde personen een (slaap)kamer in heeft/hebben geduwd en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] heeft/hebben gefouilleerd en/of (vervolgens)
- de telefoon van die [slachtoffer 3] heeft/hebben afgepakt (zodat zij niet kon bellen voor hulp) en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] heeft/hebben gedwongen/opgedragen om op hun buik te gaan liggen en/of (vervolgens)
- meermalen, althans éénmaal, die [slachtoffer 1] om pas(sen) en/of code(s) (van de ABN AMRO) heeft/hebben gevraagd en/of (vervolgens)
- (nadat die [slachtoffer 1] had aangegeven dat hij wel in de kluisruimte maar niet in de kluis (van de ABN AMRO) zelf kon komen) aan die [slachtoffer 1] die wel in de kluis zouden moeten kunnen) die [slachtoffer 1] heeft/hebben gedwongen/opgedragen plaats te nemen in een (bestel)auto en/of
- (vervolgens) met die [slachtoffer 1] in die (bestel)auto is/zijn weggereden en/of (vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben geschreeuwd/gezegd dat die [slachtoffer 1] zich koest moest houden en/of dat ze hem, [slachtoffer 1], in de gaten hielden, althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking;
Feit 3
hij op een tijdstip gelegen in of omstreeks de periode van 30 januari 2012 tot en met 1 februari 2012 te Alphen aan den Rijn tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een bestelauto (merk: Opel, kenteken: [kenteken Opel]) en/of een kentekenbewijs van voornoemde bestelauto en/of een vergunningsbewijs van de NIWO, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel;
Feit 4
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 december
2011 tot en met 1 februari 2012 te Gouda en/of te Alphen aan den Rijn en/of te
Hazerswoude, gemeente Rijnwoude en/of te Hoofddorp, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, ter voorbereiding van het misdrijf, te weten: diefstal bij de ABN AMRO te Alphen aan den Rijn, in vereniging gepleegd, vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen (artikel 312 Wetboek van Strafrecht),
opzettelijk
- een bestelauto (merk: Opel, kenteken: [kenteken Opel]) en/of
- één of meer rollen duct-tape en/of
- één of meer bivakmuts(en) en/of
- meerdere, althans één, (gro(o)t(e)) mes(sen), althans (een) scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en) en/of
- een taser, althans een elektrisch wapen, en/of
- een persoon, te weten: [slachtoffer 1] (van wie hij, verdachte, en/of één of meer van zijn mededader(s) wist(en) dan wel redelijkerwijs vermoedden dat deze [slachtoffer 1] hem/hen toegang kon(den) verschaffen tot voornoemde ABN AMRO) en/of
- een alarmpas met bijbehorende code van voornoemd pand van de ABN AMRO
(toebehorende aan [slachtoffer 1]),
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of vervaardigd
en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad.
Feit 5
Primair
hij op of omstreeks 27 maart 2012 te Gouda, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 7] (brigadier van politie Haaglanden), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet (met kracht) in het gezicht van die [slachtoffer 7] heeft getrapt/geschopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair
hij op of omstreeks 27 maart 2012 te Gouda, althans in Nederland, opzettelijk een ambtenaar, te weten [slachtoffer 7] (brigadier van politie Haaglanden), gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van diens bediening heeft mishandeld, immers heeft hij, verdachte, die [slachtoffer 7] (met kracht) in diens gezicht geschopt/getrapt, waardoor voornoemde ambtenaar letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Bewijs
3.1 Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1. ten laste gelegde feiten 1, 2, 3, 4 en 5 subsidiair.
3.2 Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder 1. ten laste gelegde feiten 1, 2, 3 en 4 omdat de afgifte vordering historische gegevens op basis van artikel 126n van het Wetboek van Strafvordering onrechtmatig is. Op het moment van de vordering was er sprake van onvoldoende verdenking. De vordering, die enkel gebaseerd was op een telefooncontact met een andere verdachte van het misdrijf, had immers, zonder verdere aanwijzingen die op een verdenking van betrokkenheid duiden, niet mogen worden gedaan. Op grond van artikel 359a Wetboek van Strafvordering dienen de door deze vordering verkregen gegevens te worden uitgesloten van het bewijs.
Voorts heeft de raadsvrouw betoogd dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat het nummer eindigend op -7961 bij verdachte in gebruik was ten tijde van het plegen van het delict. Uit een tapgesprek komt naar voren dat haar cliënt aangeeft dat, wanneer hij met dit nummer belt, dit niet zijn eigen nummer is.
De raadsvrouw heeft ook aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde onder feit 1 omdat deze tenlastelegging innerlijk tegenstrijdig is ten aanzien van één van de slachtoffers, [slachtoffer 1]. Verdachte wordt immers nu verweten dat hij [slachtoffer 1] van zijn vrijheid heeft beroofd met het oogmerk om diezelfde [slachtoffer 1] te dwingen iets te doen.
Vervolgens heeft de raadsvrouw bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder 1. ten laste gelegde feiten 1, 2, 3 en 4 omdat onvoldoende bewijswaarde aan de zendmastgegevens kan worden gehecht. Deze gegevens kunnen slechts een ondersteunend karakter hebben en in het dossier is geen ander (direct) bewijs aanwezig voor de betrokkenheid van verdachte bij hetgeen hem onder 1. wordt verweten. Er is onvoldoende bewijs om vast te stellen dat verdachte betrokken is geweest bij de diefstal van de bestelbus. Bovendien bevat het dossier geen aanwijzingen dat verdachte het ABN AMRO filiaal heeft geobserveerd. Hij komt allereerst immers vaker in Alphen aan den Rijn, ten tweede kan uit de verkeersgegevens niet de conclusie worden getrokken dat hij rond openings- en sluitingstijden van de bank in Alphen aan den Rijn was en ten derde betreffen de zendmasten die door de telefoon van verdachte zouden zijn aangestraald, masten die op enige afstand van het adres van het ABN AMRO filiaal zijn gelegen.
Tevens heeft de raadsvrouw betoogd dat de inhoud van de telefoongesprekken niet als belastend kunnen worden aangeduid, omdat verdachte bevriend is met medeverdachte [verdachte D], met wie hij (daardoor) veel contacten onderhield.
Bovendien valt op basis van de zendmastgegevens niet vast te stellen dat verdachte één van de daders is die binnen is geweest in de woning aan [a-straat] te Hoofddorp. Ook het feit dat de telefoon van verdachte een zendmast aanstraalt bij Hazerswoude is niet opvallend, omdat dit punt is gelegen langs de doorgaande weg, waar hij op dat moment voorbij zou hebben kunnen gereden.
Het dossier bevat daarbij onvoldoende bewijs waaruit kan worden opgemaakt dat verdachte voorbereidingshandelingen heeft gepleegd.
De raadsvrouw stelt zich tevens op het standpunt dat niet kan worden bewezen dat verdachte dit feit tezamen en in vereniging met (een) ander(en) zou hebben gepleegd. De rolverdeling en de intensiteit van de samenwerking tussen verdachten worden immers niet nader gespecificeerd, waardoor een nauwe en bewuste samenwerking niet kan worden aangetoond.
Tenslotte verzoekt de raadsvrouw verdachte tevens vrij te spreken van feit 5, primair en subsidiair, omdat niet kan worden vastgesteld dat verdachte dit feit opzettelijk heeft gepleegd.
3.3 Vrijspraak
De rechtbank is met de raadsvrouw van oordeel dat hetgeen verdachte is tenlastegelegd onder feit 5 in de primaire noch in de subsidiaire vorm bewezen kan worden verklaard. Daartoe is redengevend dat verdachte ontkent [slachtoffer 7] opzettelijk in het gezicht te hebben getrapt dan wel geschopt, dat de broer van verdachte, [getuige 5], die vlak achter verdachte de trap af liep, heeft verklaard dat zijn broer, toen zij naar beneden liepen, viel en als het ware onderuit gleed en dat [slachtoffer 7] heeft verklaard dat hij in eerste instantie dacht dat hij ergens tegenaan was gelopen en niet het idee had dat hij was geschopt. Op het moment dat hij twee blote voeten zag op ooghoogte, interpreteerde hij deze als een schoppende beweging. Bij de rechter-commissaris heeft [slachtoffer 7] verklaard dat het zou kunnen dat verdachte is uitgegleden. Tevens neemt de rechtbank in aanmerking dat is gebleken dat verdachte twee dagen voor de aanhouding tijdens het voetballen zijn enkel had geblesseerd, hetgeen hij heeft onderbouwd met een verklaring van de huisarts en dat getuige [getuige 4] heeft verklaard dat de voet van verdachte bij de aanhouding in het verband zat en zichtbaar dik was. Gelet op het voorgaande overweegt de rechtbank dat, alhoewel verdachte het gezicht van [slachtoffer 7] heeft geraakt met zijn blote voet, niet kan worden uitgesloten dat dit geen opzettelijke actie was, zodat aan verdachte het voordeel van de twijfel zal worden gegeven.
Derhalve zal verdachte van het onder feit 5. primair en subsidiair tenlastegelegde worden vrijgesproken.
3.4 Bewijs(middel)verweren
De rechtbank verwerpt de verweren van de raadsvrouw en overweegt hierover het navolgende.
De vordering op basis van artikel 126n is ingediend voor de telefoonnummers eindigend op -6228 ([verdachte D]) en -8989 ([verdachte B]). Uit die gegevens kwam het telefoonummer eindigend op -7961 naar voren. De rechtbank is niet gebleken van enige onrechtmatigheden daarbij. Ten tijde van het opvragen van de historische verkeersgegevens stond vast dat er een misdrijf was gepleegd waarbij meerdere daders betrokken waren. Tevens stond vast dat de daders gebruik hebben gemaakt van telecommunicatie. Het feit dat het nummer -7961 telefonisch contact had ten tijde van de gijzeling met andere telefoonnummers die zich in de omgeving van de plaats delict bevonden, levert in het licht van voornoemde omstandigheden voldoende verdenking op. De uit de vordering voortvloeiende bewijsmiddelen mogen dan ook worden gebruikt.
Met betrekking tot de door de raadsvrouw aangevoerde innerlijke tegenstrijdigheid van het onder feit 1 ten laste gelegde overweegt de rechtbank dat uit jurisprudentie blijkt dat “een ander”, zoals opgenomen in artikel 282a van het Wetboek van Strafrecht, ook als degene kan worden begrepen die van zijn vrijheid is beroofd.
3.5 Redengevende feiten en omstandigheden[1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1. ten laste gelegde feiten 1, 2, 3 en 4 op grond van het volgende.
Op 1 februari 2012, omstreeks 18.45 uur, gaat de deurbel bij het gezin [achternaam slachtoffers] aan [a-straat] te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer. Op het moment dat [slachtoffer 1] de deur open doet, komen vier manspersonen de woning in en duwen [slachtoffer 1] naar binnen. De personen zijn in het zwart gekleed en dragen bivakmutsen over hun hoofden. [Slachtoffer 1] ziet dat één van de personen een groot keukenmes heeft en hij voelt en ziet dat hij met een elektrisch wapen een schok krijgt op zijn rechterbeen. Hij moet op zijn buik gaan liggen.[2] Eén van de mannen zit bovenop hem met een knie op zijn rug en heeft een mes in zijn hand.[3] De polsen van [slachtoffer 1] worden achterop zijn rug vastgebonden met duct-tape.[4]
Ook aan de vrouw van [slachtoffer 1], [slachtoffer 4], en aan zijn twee dochters [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], worden messen getoond.[5] [6] [7] [Slachtoffer 3] ziet dat er twee mannen bij haar vader staan en dat drie mannen gelijk op haar en haar moeder en zus afkomen.[8] Eén van de mannen duwt [slachtoffer 2] een kast in en legt daarbij een hand op haar mond. Daarna wordt ze vastgepakt en moet ze meelopen. Haar wordt verteld dat ze samen met haar moeder en zus naar boven moet lopen. Boven worden ze alle drie de slaapkamer van [slachtoffer 3] ingeduwd en op het bed gezet. Ze worden vervolgens gefouilleerd.[9] [Slachtoffer 3] wordt door één van de overvallers die hen naar boven heeft begeleid, opgedragen om haar mobiele telefoon, een Blackberry, af te geven zodat zij niemand in kennis kunnen stellen.[10][11] Vervolgens worden hun handen en voeten met duct-tape vastgebonden. Ook worden hun monden met tape afgeplakt.[12] Daarna moeten zij op hun buik op het bed gaan liggen.[13]
[Slachtoffer 1], die als hypotheekadviseur werkzaam is bij een ABN AMRO-filiaal in Alphen aan den Rijn, wordt gevraagd naar pasjes en codes. Op de vraag of hij ook bij de kluizen kan komen, antwoordt hij dat hij wel in de beveiligde omgeving bij de kluis kan komen, maar niet in de kluis zelf. Vervolgens wordt hem gevraagd wie van zijn collega’s wel in de kluis zou kunnen komen en [slachtoffer 1] antwoordt daarop dat een aantal collega’s naar zijn weten dat zouden kunnen. Hij geeft de overvallers vervolgens een drietal namen van de betreffende personen door. Daarna wordt hem opgedragen achter in een bestelbusje plaats te nemen. Volgens [slachtoffer 1] hadden de overvallers alles goed voorbereid en was er een duidelijke rolverdeling onder hen. Eén van de overvallers zit bij hem als begeleider en zegt continue dat hij zich koest moet houden.[14] Hij denkt dat er twee of drie mannen voorin de bus zitten.[15] De bestelbus rijdt vervolgens rond 19.18 uur weg[16] [Slachtoffer 1] hoort dat er constant het geluid van een dieselmotor bij de bus aanwezig is.[17] [Slachtoffer 1] heeft zelf een auto van het merk Volvo V50 diesel.[18] Eén van de overvallers blijft achter bij de dochters en de vrouw van [slachtoffer 1] om toezicht te houden. Tijdens dit toezicht heeft hij diverse malen telefonisch contact. Rond 21.08 uur verlaat hij de woning en laat hij de vrouw van [slachtoffer 1] en zijn dochters op het bed achter.[19] Nadat [slachtoffer 1] diverse malen is gevraagd naar de code die bij zijn alarmpas hoort, heeft hij deze code aan de overvallers doorgegeven.[20] Hij ziet dat één van de overvallers de bijbehorende beveiligingspas in handen heeft.[21] Ook zijn creditcard en pinpas zijn van hem afgenomen. Desgevraagd deelt hij de overvallers ook de pincode van zijn bankpas mee.[22] Uiteindelijk blijkt dat het rijbewijs van [slachtoffer 1], een id-kaart, geld uit zijn portefeuille, een horloge, een sleutelbos en een personenauto van het merk Volvo, kenteken [kenteken Volvo], door de overvallers zijn weggenomen.[23] Deze Volvo wordt rond middernacht aangetroffen in de ringvaart aan de Leimuiderdijk te Burgerveen.[24] Daarnaast is ook het rijbewijs van [slachtoffer 4] en vijf euro uit haar portefeuille meegenomen. Uit de portefeuille van [slachtoffer 2] ontbreekt negen euro.[25]
Na vertrek uit Hoofddorp is de bestelbus nog naar de woning van een collega van [slachtoffer 1] in Hazerswoude-Rijndijk gereden, maar omdat daar teveel “movement” is, rijden ze door[26] en wordt er uiteindelijk gestopt op een carpoolplaats aan de Gemeneweg te Hazerswoude.[27] De overvallers verlaten vervolgens de bestelbus met daarin [slachtoffer 1]. Ze zeggen tegen hem dat ze hem vanuit een auto verderop in de gaten houden. [Slachtoffer 1] wordt kort daarna bij de bestelbus door de politie op de carpoolplaats aangetroffen.[28]
Van deze witte bestelbus, merk Opel, type Movano, voorzien van het kenteken [kenteken Opel] is op diezelfde dag, 1 februari 2012, namens [slachtoffer 5] B.V. aangifte gedaan van diefstal. De auto is op maandag 30 januari 2012 weggenomen ter hoogte van het bedrijfspand van de firma [slachtoffer 5] aan de [c-straat] in Alphen aan den Rijn. In het dashboardkastje van de gestolen auto lagen tevens het kentekenbewijs en een vergunningsbewijs van de NIWO.[29] De bestelbus is op die dag om 13.30 uur op voornoemde locatie geparkeerd door een medewerker van de firma [slachtoffer 5]. Deze medewerker had de opdracht aan de terreinchauffeur gegeven om de bus op het bedrijfsterrein weg te zetten en om 14.30 uur constateerde hij dat de bus weg was. Even later ziet hij dat ook de contactsleutel van zijn bureau is meegenomen.[30] De terreinchauffeur heeft bij de politie daarover verklaard dat hij conform afspraak om 14.30 uur de bestelbus weg wilde zetten, maar dat deze op dat moment er niet meer stond.[31]
Het industrieterrein waar de firma [slachtoffer 5] is gevestigd, wordt beveiligd door middel van een kentekenregistratiesysteem dat bij de in- en uitgangen van het desbetreffende terrein is opgesteld. Een analyse van de door middel van dit systeem vastgelegde gegevens rondom het tijdstip van de diefstal op 30 januari 2012 levert op dat het kenteken [kenteken Opel] in die periode tweemaal is geregistreerd. Daarbij reed in beide gevallen een Opel met het kenteken [kenteken Peugeot] zeer dicht achter de gestolen bestelbus aan. Uit het register van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) blijkt dat het kenteken [kenteken Peugeot] bij een grijze Peugeot 306 XT hoort, welke sinds 17 december 2011 op naam staat van [verdachte A].
Door het bedrijf ARS Traffic & Transport Technology (ARS) worden in het kader van mobiliteitsonderzoek kentekens en tijdstippen van voertuigen langs (snel)wegen in Nederland vastgelegd op het moment dat een voertuig een registratiesysteem passeert. Uit de analyse van deze kentekenregistraties komt naar voren dat op 30 januari 2012, tussen 14.55 uur en 16.02 uur de gestolen bestelbus van een meetpunt op de kruising Leidsche Schouw – A. van Leeuwenhoekweg te Alphen aan den Rijn naar een meetpunt op de N201 Hoofddorp rijdt, op een afstand van hemelsbreed ongeveer 700 meter van de plaats delict [a-straat] te Hoofddorp. De Opel met het kenteken [kenteken Peugeot], die op naam staat van [verdachte A], rijdt een route die overeenkomt met de genoemde route van de gestolen bestelbus. Na 30 januari 2012 om 16.02 uur vinden er vervolgens geen registraties meer plaats van het kenteken van de bestelbus, tot aan 1 februari 2012 te 19.16 uur, na aanvang van de overval op de woning van [slachtoffer 1].[32] In de bestelbus zijn onder meer verpakkingsmaterialen van duct-tape, rollen duct-tape en een plastic tas van winkelketen Kijkshop gevonden. Tevens zijn een creditcard, identiteitskaart en rijbewijs van [slachtoffer 1] aangetroffen alsmede het rijbewijs van [slachtoffer 4].[33] [34] Op het plastic tasje is een dactyloscopisch spoor aangetroffen van [verdachte B].[35] [36] Tevens is in de laadruimte van de bestelbus een sleutel gevonden die past op de portiersloten van de bestelbus.[37]
Op 1 februari 2012 is rond 18.15 uur door de buurman van de familie [slachtoffer 1], een oude Peugeot op het fietspad gezien. Even later ziet hij op diezelfde plek, vlak bij zijn schuur, een witte bus staan.38 Ook de bewoner van perceel nr. [nr.] aan [a-straat] heeft omstreeks 19.30 uur een kleine, donkergekleurde, sedanachtige auto op het fietspad zien staan.[39]
Naar aanleiding van het in het kader van de overval op en de gijzeling van de familie [slachtoffer 1] ingestelde onderzoek, genaamd 12TGDAS, is naar voren gekomen dat één van de verdachten in dit onderzoek, [verda[verdachte A], rond de periode van 1 februari 2012 als verdachte in een ander onderzoek, genaamd 162ANSICHT, werd getapt op zijn mobiele telefoonnummer eindigend op -7179.[40]
In de woning van [verdachte A] is tijdens een doorzoeking vervolgens een toestel aangetroffen voorzien van imeinummer [imeinummer 1] dat door [verdachte A] is gebruikt in relatie tot het telefoonnummer eindigend op -7179. [41] Op basis van de tenaamstelling van het abonnement, stemherkenning en op basis van de in de telefoon opgenomen contacten is vastgesteld dat [verdachte A] de gebruiker is van dit telefoonnummer.[42]
Het uitluisteren van de gesprekken die zijn gevoerd met dit nummer leverde op dat [verdachte A] contact onderhield met ene “Appie”, gebruik makend van het telefoonnummer eindigend op -6558.[43]
Uit onderzoek is naar voren gekomen dat deze “Appie” [naam verdachte C] heet.[44]
Tijdens de doorzoeking van de slaapkamer van deze verdachte is de verpakking van de simkaart met dit telefoonnummer aangetroffen.[45] Tevens is vastgesteld dat [verdachte C] de gebruiker is van het telefoonnummer eindigend op -7856.[46] [47]
Uit de historische verkeersgegevens van het basisstation gelegen bij de plaats delict [a-straat] te Hoofddorp is naar voren gekomen dat twee mobiele telefoonnummers eindigend op -6228 en -8989, vlak voordat de daders de betreffende woning binnendringen, zich in de omgeving van perceel [a-straat] te Hoofddorp ophouden.
Daarnaast blijkt uit de historische verkeersgegevens van het basisstation bij de carpoolplaats aan de Gemeneweg te Hazerswoude, de plaats van aantreffen van slachtoffer [slachtoffer 1], dat het mobiele nummer eindigend op -6228 om 21.04 uur en 21.09 uur telefonisch contact heeft met het mobiele telefoonnummer eindigend op -8989, dat op [a-straat] in Hoofddorp is achtergebleven. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat het nummer eindigend op -6228 op naam van [verdachte D] staat.[48]
[Verdachte D] heeft erkend dat hij gebruik heeft gemaakt van het telefoonnummer eindigend op -6228.[49] In zijn woning zijn toestellen en simkaarten aangetroffen behorende bij dit telefoonnummer. Tevens zijn toestellen en simkaarten aangetroffen behorend bij het telefoonnummer -1134.50 [51] Van beide nummers is vastgesteld dat [verdachte D] de gebruiker is.[52] [53] [54] [55]
Het telefoonnummer eindigend op -8989 staat in het Blueview systeem van de politie gerelateerd aan een persoon genaamd [verdachte B].[56]
Bovendien is het toestel met imeinummer [imeinummer 2], dat door [verdachte B] is gebruikt in relatie tot het eerder genoemde telefoonnummer, in zijn woning aangetroffen.[57] [58]
Op 10 februari 2012 is uit een telefoontap naar voren gekomen dat [verdachte D], de gebruiker van het nummer eindigend op -6228, een versluierd gesprek voert met de gebruiker van het telefoonnummer eindigend op -7961.[59] Via een CIOT bevraging is vastgesteld dat dit nummer is afgegeven door de provider Simple/ T-Mobile en op naam is gesteld van [verdachte E].[60]
[Verdachte E] heeft volgens eigen verklaring gebruik gemaakt van de telefoonnummers eindigend op -7961 en -6112.[61] [62] Dit wordt bevestigd door de met betrekking tot deze nummers afgeluisterde telefoongesprekken.[63] Daarnaast is in de woning van [verdachte E] een imeinummer [imeinummer 3] aangetroffen.[64] Vastgesteld is dat van 17 januari 2012 tot 5 februari 2012 dit imeinummer in het mobiele nummer eindigend op -0537 is geplaatst.[65]
Op 29 januari 2012 belt [verdachte A] (-7179) [verdachte C] (-6558) en vertelt hem dat hij zich op school ziek heeft gemeld, waarop [verdachte C] antwoordt dat hij het begrijpt. Diezelfde dag reageert [verdachte A] op het sms-bericht van zijn moeder met het verzoek om de volgende dag de auto niet te gebruiken zodat zijn zus kan worden gehaald en gebracht, met de mededeling dat niemand in de auto gaat rijden behalve hij.
Op 30 januari 2012 vindt om 7.02 uur een telefoongesprek plaats tussen [verdachte A] (-7179) en [verdachte C] (-6558), waarbij [verdachte C] zegt dat hij eraan komt en [verdachte A] zegt dat hij in de poort staat. [verdachte A] meldt zich vervolgens om 07.55 uur ziek op school. Omstreeks 09.59 uur voert [verdachte A] een gesprek met een onbekend persoon waarbij een basisstation wordt aangestraald in Hoofddorp aan de Vuursteen 5 waar een McDonald’s restaurant is gevestigd. [66] In de auto van [verdachte A] is tijdens de doorzoeking een kassabon van de McDonald’s aangetroffen, gedateerd 30 januari 2012 09.39 uur. Op de bon is een bestelling te zien van drie vismenu’s, waarvan twee met Sprite en één met chocomel, drie bakjes fritessaus, een portie chiligarnalen met dip en een honing-mosterd wrap.[67]
Om 11.30 uur belt [verdachte A] uit naar het mobiele nummer dat in gebruik is bij [verdachte D] (-1134) en zegt tegen hem: “We hebben alles van Hoofddorp. We hebben alles gezien daar, toen gingen we naar deze man”. [Verdachte D] antwoordt daarop: “We moeten ook nog die andere dingen regelen” en “we gaan ook die dinges regelen, je weet toch”. Op de vraag van [verdachte A] wanneer ze dat gaan regelen antwoordt [verdachte D] dat “ze dat nu gelijk gaan doen”.[68]
Uit de historische verkeersgegevens van de mobiele nummers van [verdachte B] (-8989), [verdachte D] (-6228) en [verdachte E] (-7961) komt naar voren dat de gebruikers van deze nummers zich op 30 januari 2012 tot ongeveer 12:17 uur in de gemeente Gouda bevinden en dat vervolgens alle door die gebruikers alsmede de door [verdachte C] (-6558) gevoerde gesprekken tussen 14.24 uur en 14.50 uur afgewikkeld worden door basisstations in de gemeente Alphen aan de Rijn, op een afstand van ongeveer 1200 meter van de [c-straat], waar de bestelbus van de firma [slachtoffer 5] is weggenomen. Daarbij valt op dat de mobiele telefoon van [verdachte C] (-6558) reeds tussen 13.06 uur en 13.49 uur in die omgeving is.
Uit de historische gegevens van de mobiele nummers van [verdachte B] (-8989), [verdachte D] (-6228), [verdachte E] (-7961), [verdachte A] (-7179) en [verdachte C] (-6558) is vastgesteld dat zij zich op 30 januari 2012 in de periode van 15.34 uur tot 15.55 uur binnen het bereik van basisstations langs de Rijksweg A4 te Hoofddorp bevinden, ter hoogte van het aldaar gevestigde Van der Valk restaurant.
De mobiele nummers van [verdachte B] (-8989) en [verdachte E] (-7961) stralen om 16.17 uur basisstations aan die in de directe omgeving van [a-straat] te Hoofddorp liggen. Deze locatiebepalingen komen qua tijdsverloop en reisrichting overeen met de in de kentekenregistratiesystemen geregistreerde reisbewegingen van de gestolen bestelbus en de Opel van [verdachte A].[69]
Op 1 februari 2012, vlak voordat de daders de woning aan [a-straat] te Hoofddorp rond 18.30 uur binnendringen, stralen de nummers van [verdachte D] (-6228), [verdachte B] (-8989) en [verdachte E] (-0537) zendmasten aan in de omgeving van deze woning.
De nummers van [verdachte D] (-6228) en [verdachte B] (-8989) hebben vervolgens om 19.31 uur onderling contact, maar het telefoonnummer van [verdachte D] (-6228) bevindt zich op dat moment niet meer binnen het bereik van de basisstations rondom perceel [a-straat].[70] Het nummer in gebruik bij [verdachte B] heeft gedurende zijn aanwezigheid bij de woning 14 maal contact gelegd, onder meer met het nummer van zijn moeder.[71] De dader die toezicht hield op de vrouw en dochters van [slachtoffer 1], zou rond 21.08 uur de woning hebben verlaten.[72]
Om 21.04 uur en 21.09 uur is zichtbaar dat het mobiele nummer van [verdachte D] (-6228) vanaf een locatie in de directe omgeving van de plaats delict aan de Gemeneweg te Hazerswoude telefonisch contact heeft met het zich in de buurt van het plaats delict [a-straat] te Hoofddorp bevindende nummer van [verdachte B] (-8989). Uit de contacten om 21.32 uur en 21.33 uur zou kunnen worden opgemaakt dat het telefoonnummer in gebruik bij [verdachte B] (-8989) zich niet meer in de omgeving van [a-straat] bevindt. Het nummer van [verdachte D] (-6228) bevindt zich op dat moment nog in de omgeving van de carpoolplaats aan de Gemeneweg te Hazerswoude.[73]
Uit de historische verkeersgegevens van de basisstations die dekking geven aan het gebied rondom de Gemeneweg te Hazerswoude is gebleken dat het nummer van [verdachte A] (-7961) op de avond van de overval omstreeks 21.13 uur uitbelt naar het telefoonnummer van [verdachte D] (-6228). Dit mobiele nummer bevindt zich tevens binnen bereik van dezelfde basisstations. Ook blijkt dat het nummer in gebruik bij [verdachte E] (-0537) zich op dit tijdstip eveneens rond de Gemeneweg bevindt.[74] Het telefoonnummer van [verdachte D] (-6228) maakt om 21.32 uur ook gebruik van een basisstation in de buurt van de Gemeneweg, zijnde hetzelfde basisstation als het nummer van [verdachte A] zojuist aanstraalde, namelijk basisstation Heerenlaan 5. Kennelijk bevinden [verdachte A] en [verdachte D] zich in de directe omgeving van elkaar.[75]
Uit de door ARS aangeleverde gegevens is gebleken dat op 1 februari 2012 tussen 23.01 uur en 23.21 uur de kentekens [kenteken Volvo] en [kenteken Peugeot] meerdere keren zijn geregistreerd. In alle gevallen reden beide voertuigen dicht achter elkaar aan vanuit Hoofddorp naar Leimuiderbrug.[76]
Het telefoonnummer van [verdachte C] (-6558) straalt om 23.24 uur en om 23.25 uur een basisstation aan de Molenkade te Leimuiden aan[77], zijnde de plek waar om 23.29 uur de Volvo van aangever [slachtoffer 1] in het water is aangetroffen.[78]
Op 1 februari 2012 is rond 23.46 uur met de betaalpas van aangever [slachtoffer 1] € 500,- gepind bij de pinautomaat aan de Dorpsstraat te Nieuwkoop.[79] Om 23.41 uur straalt het telefoonnummer in gebruik bij [verdachte D] (-6558) een basisstation aan de Industrieweg in Nieuwkoop aan. Het nummer in gebruik bij [verdachte A] (-7179) straalt om 23.48 uur een basisstation aan de Handelsweg in Nieuwkoop aan. De afstand tussen de Handelsweg tot de locatie van de geldautomaat aan de Dorpsstraat 55 te Nieuwkoop is ongeveer 1200 meter. De Industrieweg is een zijweg van de Handelsweg.[80]
In de Peugeot van [verdachte A] die op 3 april 2012 is doorzocht, is naast voornoemde kassabon van McDonald’s een dubbelgevouwen papier met daarop enkele aantekeningen gevonden.
Het papier is een brief van Reclassering Nederland aan H. [verdachte A], waar op de achterzijde de volgende handgeschreven notities staan vermeld:
- 2de dochter 14/15
- 1e dochter 17/18
- hond
- man
- vrouw
8:30 1e dochter vertrekt van huis
8:50 2e dochter vertrekt van huis
9:15 man vertrekt van huis richting werk. 81
Het gezin [slachtoffer 1] heeft een hond en de dochters [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] zijn op het moment dat het delict wordt gepleegd 17 en 15 jaar oud. Eén van de daders heeft tijdens de overval opgemerkt dat hij wist dat ze een hond in huis hadden, maar niet dat hij zo groot was.[82] [83]
Ook tegen [slachtoffer 4] is door een overvaller opgemerkt dat ze geen rekening hadden gehouden met de omvang van de hond.[84]
De daders hebben tijdens de overval tegen [slachtoffer 1] gezegd dat ze hem hadden afgelegd en dat ze wisten dat hij bij de ABN AMRO in Alphen aan den Rijn werkte.[85]
Op 25 januari 2012 is er vanaf 17.22 uur tot 19.54 uur diverse malen belcontact tussen de telefoonnummers van [verdachte C], [verdachte D] en [verdachte E]. Alle toestellen maken gebruik van de zendmast Aarplein 1 te Alphen aan den Rijn. Het ABN AMRO bankfiliaal, gevestigd aan het Stadhuisplein 12, bevindt zich hemelsbreed op een afstand van 400 meter van deze zendmast. Om 20.50 uur komt een verbinding tot stand tussen het telefoonnummer van [verdachte D] en dat van [verdachte B], waarbij de telefoon van [verdachte D] een zendmast aanstraalt geplaatst op perceel Puttersbos 151 te Hoofddorp. Direct daarna tracht [verdachte D] contact te krijgen met [verdachte C]. Om 20.53 uur bellen [verdachte E] en [verdachte C] met elkaar en beide nummers maken daarbij gebruik van de zendmast aan Ravensbos 99 te Hoofddorp.[86]
Op 26 januari 2012 vinden er vanaf 16.22 uur telefoongesprekken plaats tussen [verdachte D], [verdachte C], [verdachte A] en [verdachte B] waarbij veelal gebruik wordt gemaakt van de zendmast aan het Aarplein 1 te Alphen aan den Rijn. Rond 18.11 uur bellen [verdachte E] en [verdachte B] met elkaar waarbij beide nummers gebruik maken van een zendmast aan Ravensbos 99 te Hoofddorp.[87]
Ook op 18, 19, 20 en 23 januari 2012 zijn verdachten in wisselende samenstellingen rond sluitingstijd in de omgeving van het ABN AMRO filiaal in Alphen aan den Rijn en is er onderling veel telefoonverkeer.[88]
3.6 Bewijsoverwegingen
De rechtbank verwerpt de verweren van de raadsvrouw – voor zover deze al niet zijn wwerlegd in de redengevende feiten en omstandigheden – en overweegt hiertoe het volgende.
Met betrekking tot de feiten 1, 2 en 4
Voor het aannemen van medeplegen is vereist dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met zijn medeverdachten. Uit de verklaringen van aangevers blijkt dat in ieder geval onder de vier overvallers die in de woning zijn geweest een duidelijke taakverdeling was en dat er goed werd samengewerkt. Uit voornoemde verklaringen leidt de rechtbank tevens af dat er een vijfde persoon betrokken is geweest. [slachtoffer 1] heeft immers verklaard dat er in de bus één man naast hem zat, dat er minimaal twee personen voorin zaten en dat er constant een auto meereed. De andere slachtoffers hebben verklaard dat er één man in de woning bij hen achterbleef. Uit de analyse van het telefoonverkeer is gebleken dat alle verdachten ten tijde van de gijzeling veelvuldig met elkaar (telefonisch) hebben gecommuniceerd en dat zij ook voor en na de gijzeling intensieve telefonische contacten met elkaar hebben onderhouden. Ook in de dagen voorafgaand aan de gijzeling was er onderling veel belcontact waarvoor verdachten geen verklaring hebben willen of kunnen geven. De rechtbank leidt uit voornoemde omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, af dat alle verdachten in gelijke mate betrokken waren bij de voorbereiding en uitvoering van de gijzeling alsmede de voorbereiding van een bankoverval waarbij sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking. Ook het medeplegen wordt derhalve bewezen geacht.
Met betrekking tot feit 3
Uit de analyse van het telefoonverkeer dan wel de kentekenregistratie blijkt dat alle verdachten ten tijde van het plegen van de diefstal van de bestelbus in de omgeving zijn en dat er onderling veel belcontact is. Verdachten hebben elkaar tevens, gelet op het aanstralen van dezelfde zendmasten en een afgeluisterd tapgesprek, korte tijd later ontmoet in de omgeving van het A4 Van der Valk-hotel. Verdachten hebben geen verklaring willen of kunnen geven omtrent hun aanwezigheid op voornoemde plekken. Ook voorafgaand aan de diefstal was er intensief belcontact tussen de verschillende verdachten. De rechtbank is dan ook van oordeel dat uit deze omstandigheden kan worden afgeleid dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten gericht op de diefstal van de bestelbus. De rechtbank acht bewezen dat sprake is van medeplegen.
Met betrekking tot alle feiten
Zendmastgegevens geven naar hun aard slechts de (ruimere) omgeving aan waarbinnen een bepaalde telefoon zich op dat moment bevindt. Voor de stelling dat zendmastgegevens niet tot het bewijs zouden kunnen dienen, ziet de rechtbank in de wetgeving noch in de jurisprudentie aanknopingspunten. Uit de opsomming van de bewijsmiddelen blijkt dat deze niet uitsluitend op zendmastgegevens is gebaseerd. Het verweer dat de zendmastmetingen in het onderhavige geval onjuist of onzorgvuldig zouden zijn, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd. De rechtbank wijst er in dit kader nog op dat verdachte zelf - geconfronteerd met de uitkomsten van het mastonderzoek in combinatie met overige onderzoeksresultaten - op geen enkele wijze een (begin van een) redelijk alternatief scenario heeft geboden dat tot nader onderzoek had dienen te leiden. Het verweer wordt derhalve verworpen.
Beroep op zwijgrecht
Verdachte heeft er van meet af aan voor gekozen om geen verklaring te geven voor de hier geschetste feiten en omstandigheden. Ook ter terechtzitting heeft verdachte zich naar aanleiding van aan hem door de rechtbank gestelde vragen vrijwel voortdurend op zijn zwijgrecht beroepen. Dat is zijn goed recht, maar door dit consequente beroep op het zwijgrecht heeft verdachte geen verklaring gegeven voor zijn aanwezigheid in de omgeving van de woning van de slachtoffers, de carpoolplaats en de plaats waar de bestelauto is gestolen. De rechtbank is van oordeel dat deze - voor het bewijs redengevende - feiten en omstandigheden zodanig bezwarend zijn te achten dat van verdachte een verklaring mocht worden verlangd. Aan de alternatieve scenario’s zoals die door de raadsvrouw zijn geschetst zal de rechtbank voorbij gaan omdat deze onvoldoende onderbouwd zijn.
3.7 Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1. ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
Feit 1
hij op 1 februari 2012 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, en/of te Alphen aan den Rijn en/of te Hazerswoude, gemeente Rijnwoude, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, met het oogmerk [slachtoffer 1], te dwingen iets te doen of niet te doen,
immers is/heeft hij, verdachte, tezamen en in vereniging met anderen,
- met bivakmutsen over hun hoofden naar de woning van voornoemde personen, gelegen aan [a-straat] te Hoofddorp gegaan en
- nadat die [slachtoffer 1] de deur van de woning had geopend, die [slachtoffer 1] naar binnen geduwd en vervolgens
- meerdere (grote) messen aan die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] getoond en
- die [slachtoffer 1] met een elektrisch wapen, een elektrische schok toegediend en vervolgens
- die [slachtoffer 1] op de grond gedrukt gehouden door met een knie op diens
rug te gaan zitten en vervolgens
- de handen van die [slachtoffer 1] achter diens rug met duct-tape vastgebonden en vervolgens
- die [slachtoffer 2] in een kast geduwd en een hand op de mond van die [slachtoffer 2] gelegd en vervolgens
- de handen en de voeten van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] met duct-tape vastgebonden en de monden van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] met duct-tape afgeplakt en
- die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 3] en die [slachtoffer 4] opgedragen naar boven te lopen en vervolgens voornoemde personen een slaapkamer in geduwd en vervolgens
- die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 3] en die [slachtoffer 4] gefouilleerd en vervolgens
- de telefoon van die [slachtoffer 3] afgepakt zodat zij niet kon bellen voor hulp en vervolgens
- die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 3] en die [slachtoffer 4] opgedragen om op hun buik te gaan liggen en vervolgens
- meermalen die [slachtoffer 1] om passen en codes (van de ABN AMRO) gevraagd en vervolgens
- nadat die [slachtoffer 1] had aangegeven dat hij wel in de kluisruimte maar niet in de kluis van de ABN AMRO zelf kon komen aan die [slachtoffer 1] gevraagd welke collega wel in de kluis kon en vervolgens
- nadat die [slachtoffer 1] een aantal namen van collega's had opgenoemd die wel in de kluis zouden moeten kunnen, die [slachtoffer 1] gedwongen plaats te nemen in een bestelauto en
- vervolgens met die [slachtoffer 1] in die bestelauto weggereden en vervolgens
- die [slachtoffer 1] opgedragen diens alarmpas met bijbehorende code (van het pand van de ABN AMRO) en diens bankpas met bijbehorende pincode af te geven en vervolgens
- tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat die [slachtoffer 1] zich koest moest houden en dat ze hem, [slachtoffer 1], in de gaten hielden;
Feit 2
hij op 1 februari 2012 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, en/of te Alphen aan den Rijn en/of te Hazerswoude, gemeente Rijnwoude tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geldbedragen en een rijbewijs op naam van [slachtoffer 4] en een rijbewijs en ID-kaart op naam van [slachtoffer 1] en een horloge en een sleutelbos en een personenauto (merk: Volvo, kenteken: [kenteken Volvo]), toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 1], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
en
met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] hebben gedwongen
tot de afgifte van een alarmpas met bijbehorende code van een pand van de ABN AMRO en een bankpas met bijbehorende pincode, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte en zijn mededaders,
- met bivakmutsen over hun hoofden naar de woning van voornoemde personen gelegen aan [a-straat] te Hoofddorp zijn gegaan en vervolgens
- nadat die [slachtoffer 1] de deur van de woning had geopend die [slachtoffer 1] naar binnen hebben geduwd en vervolgens
- meerdere (grote) messen aan die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 3] en die [slachtoffer 4] hebben getoond en vervolgens
- die [slachtoffer 1] met een elektrisch wapen, een elektrische schok hebben toegediend en vervolgens
- die [slachtoffer 1] op de grond gedrukt hebben gehouden door met een knie op diens rug te gaan zitten en vervolgens
- de handen van die [slachtoffer 1] achter diens rug met duct-tape hebben vastgebonden en vervolgens
- die [slachtoffer 2] in een kast hebben geduwd en vervolgens een hand op de mond van die [slachtoffer 2] hebben gelegd en vervolgens
- de handen en de voeten van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] met duct-tape hebben vastgebonden en de monden van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] met duct-tape hebben afgeplakt en
- die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 3] en die [slachtoffer 4] hebben opgedragen naar boven te lopen en vervolgens voornoemde personen een slaapkamer in hebben geduwd en vervolgens
- die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 3] en die [slachtoffer 4] hebben gefouilleerd en vervolgens
- de telefoon van die [slachtoffer 3] hebben afgepakt zodat zij niet kon bellen voor hulp en vervolgens
- die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 3] en die [slachtoffer 4] hebben opgedragen om op hun buik te gaan liggen en vervolgens
- meermalen die [slachtoffer 1] om passen en codes van de ABN AMRO hebben gevraagd en vervolgens
- nadat die [slachtoffer 1] had aangegeven dat hij wel in de kluisruimte maar niet in de kluis van de ABN AMRO zelf kon komen aan die [slachtoffer 1] gevraagd wie wel in de kluis zouden kunnen, die [slachtoffer 1] hebben gedwongen plaats te nemen in een bestelauto en
- vervolgens met die [slachtoffer 1] in die bestelauto zijn weggereden en vervolgens
- tegen die [slachtoffer 1] hebben gezegd dat die [slachtoffer 1] zich koest moest houden en dat ze hem, [slachtoffer 1], in de gaten hielden;
Feit 3
hij in de periode van 30 januari 2012 tot en met 1 februari 2012 te Alphen aan den Rijn tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een bestelauto (merk: Opel, kenteken: [kenteken Opel]) en een kentekenbewijs van voornoemde bestelauto en een vergunningsbewijs van de NIWO toebehorende aan [slachtoffer 5] B.V., waarbij verdachte en zijn mededaders het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel;
Feit 4
hij omstreeks de periode van 1 december 2011 tot en met 1 februari 2012 te Gouda en/of te Alphen aan den Rijn en/of te Hazerswoude, gemeente Rijnwoude en/of te Hoofddorp, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, ter voorbereiding van het misdrijf, te weten: diefstal bij de ABN AMRO te Alphen aan den Rijn, in vereniging gepleegd, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal
gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen ,
opzettelijk
- een bestelauto (merk: Opel, kenteken: [kenteken Opel]) en
- rollen duct-tape en
- bivakmutsen en
- meerdere (grote) messen en
- een elektrisch wapen en
- een alarmpas met bijbehorende code van voornoemd pand van de ABN AMRO
toebehorende aan [slachtoffer 1],
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven en voorhanden heeft gehad.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder voornoemde feiten meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken. In het bijzonder merkt de rechtbank met betrekking tot feit 4 op dat het voorhanden hebben van een persoon niet door de wetgever is voorzien zodat verdachte van dat gedachtestreepje wordt vrijgesproken.
4. Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
Het bewezen verklaarde levert op:
Feit 1 medeplegen van gijzeling, meermalen gepleegd
Feit 2 diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
en
medeplegen van afpersing
Feit 3 medeplegen van diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
Feit 4 medeplegen van voorbereiding van het medeplegen van diefstal ,vergezeld en/ of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezen verklaarde zou ontbreken. Het bewezen verklaarde is derhalve strafbaar.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.
6. Motivering van de sanctie
6.1 Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht jaar, met aftrek van de periode die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De officier van justitie heeft zich daarnaast op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 6] tot het gevorderde bedrag, inclusief wettelijke rente, voor toewijzing in aanmerking komen, waarbij bij de toewijzing van de vorderingen van [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] de hoofdelijkheidsclausule dient te worden opgenomen. Daarnaast vordert zij met betrekking tot alle benadeelde partijen oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
6.2 Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat tijdens de aanhouding van verdachte door verbalisanten buitenproportioneel geweld is toegepast, terwijl hij zich zelf geenszins agressief heeft gedragen. Omdat verdachte niet snel genoeg gehoor zou hebben gegeven aan de sommering om zijn arm te geven, is twee keer een flinke trap/stomp uitgedeeld, waarbij verdachte letsel heeft opgelopen. Indien de rechtbank tot een veroordeling van verdachte komt, dient hier op basis van artikel 359a Wetboek van Strafvordering een compensatie in de vorm van strafvermindering te worden toegepast.
6.3 Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
6.4. Hoofdstraf
Verdachte heeft zich samen met zijn medeverdachten schuldig gemaakt aan de gijzeling van een gezin met twee dochters, de ontvoering van de vader van het gezin, diefstal met geweld en afpersing, diefstal van een bestelauto en handelingen ter voorbereiding van een bankoverval.
Verdachte en zijn medeverdachten zijn aan het begin van de avond vermomd met bivakmutsen de woning van het gezin binnengedrongen en hebben daarbij messen en een stroomstootwapen gebruikt. De handen van alle slachtoffers werden met tape vastgebonden. De voeten en mond van moeder en dochters zijn ook getaped. Zij zijn bij elkaar in één slaapkamer gezet en moesten daar blijven, waarbij een van de verdachten steeds bij hen bleef.
Vervolgens zijn verdachten, op één na, de woning uit gegaan en hebben zij de man gedwongen in een (door verdachten) gestolen bestelauto plaats te nemen. Hij werd gedwongen zijn alarmpas met code van het ABN AMRO-filiaal af te geven alsmede zijn bankpas met pincode. Nadat de man had aangegeven dat hij niet in de kluis kon komen, werd hem gevraagd welke collega wel in de kluis kon. De man heeft daarop een aantal namen van bankmedewerkers genoemd. Nadat verdachten geruime tijd hebben rondgereden, hebben zij de man achtergelaten in de bestelauto op een afgelegen carpoolplaats. Verdachten hebben naast geld, rijbewijzen, een ID-kaart, een horloge en een sleutelbos tevens de auto van de man gestolen. De auto is die avond aangetroffen in de ringvaart te Burgerveen.
Verdachte en zijn medeverdachten hebben door het plegen van deze feiten de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers zeer ernstig geschonden en daarmee tevens een grote inbreuk gemaakt op het gevoel van veiligheid dat men in de eigen woning behoort te hebben, nu een woning bij uitstek een plek is waar men zich veilig en beschermd moet kunnen voelen. Daar komt nog bij dat verdachte en zijn medeverdachten de slachtoffers en hun woning geruime tijd voorafgaand aan de gijzeling in de gaten hebben gehouden.
Aangenomen moet worden dat de slachtoffers nog lange tijd de nadelige psychische gevolgen zullen ondervinden van hetgeen hen is overkomen. Welke ingrijpende en traumatische gevolgen de gebeurtenissen hebben gehad voor de slachtoffers is de rechtbank duidelijk geworden uit de ter zitting voorgelezen slachtofferverklaringen. Daarnaast hebben de onderhavige misdrijven andere medewerkers van de bank angst aangejaagd. Voorts dragen delicten als de onderhavige, waarbij tevens gebruik is gemaakt van messen en een stroomstootwapen, er aan bij dat bij burgers in het algemeen gevoelens van onveiligheid en onrust ontstaan.
Verdachte en zijn medeverdachten zijn, blijkens de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting, geheel aan deze gevolgen voorbij gegaan en hebben alleen oog gehad voor hun eigen belangen. De omstandigheid dat verdachte en zijn medeverdachten louter met het oog op hun eigen doel, namelijk het beroven van een bank, er niet voor terugdeinsden om op voornoemde wijze tijdens de avonduren in de woning binnen te dringen en het gezin te gijzelen en de vader te ontvoeren, zulks zonder zich ook maar enigszins te bekommeren om de traumatische gevolgen voor die slachtoffers, getuigt van een mentaliteit waaruit een volkomen gebrek aan respect voor andere mensen, hun welzijn en hun bezittingen blijkt.
Verdachte heeft zich in het voorbereidende onderzoek en op de terechtzitting vrijwel geheel op zijn zwijgrecht beroepen. Hij heeft er daarmee geen blijk van gegeven het ernstig laakbare van zijn handelen in te zien. De rechtbank rekent verdachte aan dat hij voor deze feiten geen enkele verantwoordelijkheid heeft willen nemen.
Op feiten als de onderhavige kan, om recht te doen aan de samenleving en in het bijzonder aan de slachtoffers, niet anders worden gereageerd dan met een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. De bescherming van de maatschappij is gebaat bij een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Ten voordele van verdachte houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat hij niet eerder veroordeeld is voor strafbare feiten. De op te leggen straf is daarom lager dan door de officier van justitie is gevorderd.
Het dossier bevat voorts onvoldoende aanwijzingen dat het door de politie toegepaste geweld tijdens de aanhouding van verdachte disproportioneel zou zijn. In die zin zal de rechtbank hiermee dan ook geen rekening houden bij de op te leggen hoogte van de straf.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.
7. Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 6.378,53 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van de ten laste gelegde feiten 1 en 2 zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde materiële schade bestaat uit kosten met betrekking tot de auto van de benadeelde partij, reiskosten, kosten met betrekking tot beveiliging van de woning en kosten met betrekking tot een consult bij de dierenarts, in totaal € 378,53.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 3.7 bewezen verklaarde feiten 1 en 2. Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal dan ook worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 februari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien medeverdachten dit bedrag geheel of gedeeltelijk hebben betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder de feiten 1 en 2 bewezen verklaarde handelen, kort gezegd gijzeling en diefstal met geweld aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
De benadeelde partij [slachtoffer 4] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 4.527,- ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van de onder 1. ten laste gelegde feiten 1 en 2 zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde materiële schade bestaat uit drie gemiste yogalessen ad € 27,-.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 3.7 bewezen verklaarde feiten 1 en 2. Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal dan ook worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 februari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien medeverdachten dit bedrag geheel of gedeeltelijk hebben betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder de feiten 1 en 2 bewezen verklaarde handelen, kort gezegd gijzeling en diefstal met geweld aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
De benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 4.878,76 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van de onder 1. ten laste gelegde feiten 1 en 2 zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde materiële schade bestaat uit telefoonkosten ad € 25,-, een nieuwe bureaustoel ad € 99.95, een nieuw dekbedovertrek ad € 49,90, een nieuwe lamp ad € 19,95 en diverse bouwmaterialen ad € 99,89.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 3.7 bewezen verklaarde feiten 1 en 2. Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal dan ook worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 februari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien medeverdachten dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder de feiten 1 en 2 bewezen verklaarde handelen, kort gezegd gijzeling en diefstal met geweld, aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 4.585,-ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van de onder 1. ten laste gelegde feiten 1 en 2 zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde materiële schade bestaat uit telefoonkosten ad € 25,-, een vest ad € 50,- en een paar oorbellen ad € 10,-.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 3.7 bewezen verklaarde feiten 1 en 2. Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal dan ook worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 februari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien de medeverdachten dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder de feiten 1 en 2 bewezen verklaarde handelen, kort gezegd gijzeling en diefstal met geweld, aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
36f, 46, 47, 57, 282a, 310, 311, 312, 317 van het Wetboek van Strafrecht.
9. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder feit 5 primair en subsidiair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1. ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.7 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1. meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 3.7 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van ZEVEN (7) JAAR EN (6) MAANDEN.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer 1] geleden schade tot een bedrag van € 6.378,53, bestaande uit € 378,53 voor de materiële en € 6.000,- voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 februari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1], voornoemd, rekeningnummer [rekeningnnummer 1], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door één van de medeverdachten is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 1] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 6.378,53, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 februari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 66 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens één van de medeverdachten aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer 4] geleden schade tot een bedrag van € 4.527,-, bestaande uit € 27,- voor de materiële en € 4.500,- voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 februari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 4], voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer 1], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door één van de medeverdachten is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 4] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 4.527,-, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 februari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 55 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens één van de medeverdachten aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer 3] geleden schade tot een bedrag van € 4.878,76, bestaande uit € 378,76 voor de materiële en
€ 4.500,- voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 februari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 3], voornoemd, rekeningnummer [rekeningnnummer 2], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door één van de medeverdachten is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 3] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 4.878,76, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 februari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 58 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens één van de medeverdachten aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer 2] geleden schade tot een bedrag van € 4.585,-, bestaande uit € 85,- voor de materiële en
€ 4.500,- voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 februari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2], voornoemd, rekeningnummer [rekeningnnummer 3], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door één van de medeverdachten is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 2] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 4.585,-, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 februari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 55 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens één van de medeverdachten aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.P.J. Ruijpers, voorzitter,
mr. A.M. Ayal en mr. G.D. de Jong, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier B.H.E. Zuidam,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 december 2012.
Voetnoten:
[1] De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen. De in de voetnoten aangehaalde schriftelijke stukken dienen slechts als bewijs te worden gezien in samenhang met de overige bewijsmiddelen. De bewijsmiddelen zijn, ook in onderdelen, telkens slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
[2] Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1], d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 80 tot en met 85.
[3] Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 2] d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 177 tot en met 186.
[4] Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 80 tot en met 85.
[5] Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 3] d.d. 8 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 165 tot en met 176.
[6] Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 2] d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 177 tot en met 186.
[7] Het proces-verbaal verhoor van [slachtoffer 4] d.d. 7 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 127 tot en met 143.
[8] Het proces-verbaal verhoor [slachtoffer 3] d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 149 tot en met 162.
[9] Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 4] d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 121 tot en met 125.
[10] Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 3] d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 165 tot en met 173.
[11] Het proces-verbaal verhoor van [slachtoffer 4] d.d. 7 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 127 tot en met 143.
[12] Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 2] d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 177 tot en met 186.
[13] Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 4] d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 121 tot en met 125.
[14] Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 80 tot en met 85.
[15] Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] d.d. 8 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 87 tot en met 105.
[16] Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 2] d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 177 tot en met 186.
[17] Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 80 tot en met 85.
[18] Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 87 tot en met 105.
[19] Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 2] d..d 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 177 tot en met 186.
[20] Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 80 tot en met 85.
[21] Het proces-verbaal verhoor [slachtoffer 1] d.d. 8 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 87 tot en met 105.
[22] Het proces-verbaal verhoor [slachtoffer 1] d.d. februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 87 tot en met 105.
[23] Het proces-verbaal verhoor van [slachtoffer 4] d.d. 7 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 127 tot en met 143.
[24] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 februari 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 27 tot en met 33.
[25] Het proces-verbaal verhoor van [slachtoffer 4] d.d. 7 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 127 tot en met 143.
[26] Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 80 tot en met 85.
[27] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 februari 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 21 tot en met 22 en het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 7 februari 2012, dossier forensische opsporing, dossierpagina 97 en 98.
[28] Het proces-verbaal verhoor [slachtoffer 1] d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2,dossierpagina 80 tot en met 85.
[29] Het proces-verbaal van aangifte d.d. 1 februari 2012, zaaksdossier 3, dossierpagina 25 tot en met 29.
[30] Het proces-verbaal van verhoor A. de Kruijf d.d. 7 februari 2012, zaaksdossier 4, dossierpagina 31 tot en met 33.
[31] Het proces-verbaal bevindingen d.d. 5 februari 2012, zaaksdossier 4, dossierpagina 34 tot en met 36.
[32] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 februari 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 251 tot en met 267.
[33] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 februari 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 237 tot en met 239.
[34] Het proces-verbaal van forensisch technisch sporenonderzoek d.d. 22 februari 2012, dossier forensische opsporing, dossierpagina 156 tot en met 191.
[35] Het proces-verbaal identificatie dactyloscopisch spoor Kijkshop tasje d.d. 24 februari 2012, dossier forensische opsporing, dossierpagina 238 tot en met 245.
[36] Het schriftelijk stuk, te weten een rapport dactyloscopisch sporenonderzoek, dossier forensische opsporing, dossierpagina 246 tot en met 247.
[37] Het proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 7 februari 2012, dossier forensische opsporing, dossierpagina 97 tot en met 101.
[38] Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 2] d.d. 5 februari 2012, dossierparagraaf getuigen, dossierpagina 27 tot en met 32.
[39] Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 3] d.d. 17 februari 2012, dossierparagraaf getuigen, dossierpagina 54 tot en met 57.
[40] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 maart 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 268 tot en met 271.
[41] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 maart 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen dossierpagina 972 tot en met 974.
[42] Het proces-verbaal bevindingen d.d. 6 maart 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 268 tot en met 272.
[43] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 maart 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 299 tot en met 301.
[44] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 maart 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 302 tot en met 304 en het proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 maart 2012, dossierpagina 305 tot en met 309.
[45] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 april 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 1087 tot en met 1088.
[46] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 april 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 310 tot en met 329.
[47] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 april 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 761 tot en met 777.
[48] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 februari 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 273 tot en met 277.
[49] Het proces-verbaal verhoor verdachte [verdachte D] d.d. 27 maart 2012, persoonsdossier [verdachte D], dossierpagina 46 tot en met 57.
[50] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 maart 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 994 tot en met 1004.
[51] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 maart 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 336 tot en met 385.
[52] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 februari 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 273 tot en met 277.
[53] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 maart 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 278 tot en met 282.
[54] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 688 tot en met 735.
[55] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 april 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 283 tot en met 286.
[56] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 287 tot en met 289.
[57] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 maart 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 1012 tot en met 1016.
[58] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 maart 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 336 tot en met 385.
[59] Het schriftelijk stuk, inhoudende een tapgesprek d.d. 10 februari 2012, dossierparagraaf bevindingen/ambtshandelingen, dossierpagina 780.
[60] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 maart 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 297 tot en met 298.
[61] Het proces-verbaal verhoor verdachte [verdachte E] d.d. 27 maart 2012, persoonsdossier [verdachte E], dossierpagina 36 tot en met 43.
[62] Het proces-verbaal bevindingen d.d. 15 maart 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 297 tot en met 298.
[63] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 maart 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 292 tot en met 296.
[64] Ht proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 1032 tot en met 1037.
[65] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 mei 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 386 tot en met 405.
[66] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 mei 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 592 tot en met 601.
[67] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 april 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 944 tot en met 960.
[68] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 mei 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 592 tot en met 601.
[69] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 maart 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 336 tot en met 385.
[70] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 mei 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 386 tot en met 405.
[71] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 maart 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 336 tot en met 385.
[72] Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 2] d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 177 tot en met 186.
[73] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 maart 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 336 tot en met 385.
[74] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 mei 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 386 tot en met 405.
[75] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 maart 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 336 tot en met 385.
[76] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 februari 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 251 tot en met 267.
[77] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 maart 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 336 tot en met 385.
[78] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 februari 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 27 tot en met 33 en proces-verbaal bevindingen d.d. 16 februari 2012, dossierpagina 46 tot en met 48.
[79] Het proces-verbaal bevindingen d.d. 6 februari 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 111 tot en met 124.
[80] Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 maart 2012, dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 336 tot en met 385.
[81] Het proces-verbaal van doorzoeking Peugeot [kenteken Peugeot], dossierparagraaf bevindingen/ ambtshandelingen, dossierpagina 932 tot en met 943 (inclusief foto’s dossierpagina 944 tot en met 960).
[82] Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 3] d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 149 tot en met 157.
[83] Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 2] d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 177 tot en met 186.
[84] Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 4] d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 121 tot en met 125.
[85] Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1], d.d. 2 februari 2012, zaaksdossier 1-2, dossierpagina 80 tot en met 85.
[86] Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek telecommunicatie) d.d. 8 mei 2012 met bijlage C, dossierparagraaf bevindingen/ambtshandelingen, deel II, dossierpagina 397 tot en met 399.
[87] Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek telecommunicatie) d.d. 8 mei 2012 met bijlage C, dossierparagraaf bevindingen/ambtshandelingen, deel II, dossierpagina 400 tot en met 401.
[88] Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek telecommunicatie) d.d. 8 mei 2012 met bijlage C, dossierparagraaf bevindingen/ambtshandelingen, deel II, dossierpagina 405.