ECLI:NL:RBHAA:2012:BY6231

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
9 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
547750 / CV EXPL 12-2593
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor betaling van advocatenkosten in het kader van echtscheiding

In deze zaak heeft [H] Advocaten N.V. (hierna: eiseres) [X.] (hierna: gedaagde) gedagvaard tot betaling van advocatenkosten die zijn gemaakt in verband met de echtscheiding van [X.]. De eiseres stelt dat de werkzaamheden zijn verricht in opdracht van [X.] en dat zij daarom aansprakelijk is voor de betaling van de facturen. De gedaagde heeft echter betwist dat zij aansprakelijk is, en aangevoerd dat de opdracht is gegeven door Hazeland Projecten B.V., een vennootschap waarvan zij de directeur is. De procedure begon met een dagvaarding op 14 februari 2012, gevolgd door een schriftelijke reactie van [X.]. Op 23 mei 2012 werd een comparitie van partijen gehouden, waar beide partijen hun standpunten verder toelichtten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de facturen door eiseres zijn verzonden aan Hazeland Projecten B.V. en dat de gedaagde niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de betaling van deze facturen. De rechter oordeelde dat de bevestigingsbrief van 10 februari 2011, waarin de afspraken met [X.] werden bevestigd, niet doorslaggevend was, omdat deze brief was verzonden voordat de specifieke afspraken over de wijze van declareren waren gemaakt. De rechtbank concludeerde dat Hazeland Projecten B.V. als opdrachtgever fungeerde en dat de gedaagde niet aansprakelijk was voor de betaling van de declaraties.

De vordering van eiseres werd afgewezen, en de proceskosten werden aan eiseres opgelegd, omdat zij in het ongelijk werd gesteld. Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 9 augustus 2012.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 547750 / CV EXPL 12-2593
datum uitspraak: 9 augustus 2012
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[H] ADVOCATEN N.V.
eiseres
hierna te noemen [eiseres]
gemachtigde: mr. [AAA]
tegen
[X.]
te [woonplaats]
gedaagde
hierna te noemen [X.]
gemachtigde mr. F.W. Huizinga
De procedure
[eiseres] heeft [X.] gedagvaard op 14 februari 2012. [X.] heeft schriftelijk geantwoord. Bij tussenvonnis van 23 mei 2012 is een comparitie van partijen bepaald die heeft plaatsgevonden op 6 juli 2012. Voorafgaand aan de comparitie heeft [X.] producties overgelegd. De griffier heeft aantekening gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht.
De feiten
a. In verband met haar echtscheiding heeft [X.] op advies van haar toenmalige vriend, [Y.] directeur van Hazeland Projecten B.V. contact opgenomen met [eiseres] en telefonisch een afspraak gemaakt voor een bespreking die op 11 februari 2012 zou plaatsvinden.
b. Op 10 februari 2012 heeft mr [BBB], advocate bij [eiseres], aan [X.] geschreven: “Tijdens ons telefonisch gesprek van 8 februari jl. heeft u mij verzocht u te adviseren inzake uw echtscheiding en de financiële gevolgen daarvan. Ik heb met u een datum en tijd vastgelegd voor een eerste bespreking, te weten op 11 februari a.s. om 10.30 uur op ons kantoor te Arnhem. U zegde mij toe de relevante gegevens toe te zenden. Ik bevestig u hierbij dat alle werkzaamheden worden verricht krachtens een overeenkomst van opdracht gesloten met [H] Advocaten N.V. waarop onze algemene voorwaarden van toepassing zijn. Deze algemene voorwaarden staan vermeld op de achterzijde van deze brief. (…)”
De inhoud van de brief ziet verder op de wijze van declareren. De brief is aan [X.] verzonden per e-mail en in de begeleidende e-mail is vermeld: “Op verzoek van mr. [BBB] zend ik u bijgaand: een bevestigingsopdracht van heden aan u, de algemene voorwaarden.”
c. [Y.] heeft [X.] vergezeld bij haar eerste bespreking bij mr. [BBB].
d. De eerste declaratie van 28 februari 2011 is door [eiseres] verzonden aan Hazeland Projecten B.V. Op de specificatie is als cliënt vermeld: Hazeland Projecten B.V. De naam van het dossier op de specificatie is: [X.] / advies.
e. Ook de declaratie van 30 april 2011 is op voormelde wijze verzonden.
f. De declaratie van 7 juni 2011 is aanvankelijk verzonden aan [X.], waarna [X.] aan [eiseres] heeft gemaild: “Zoals besproken en vermeld in de mail d.d. 9 oktober 2011 gaarne uw factuur adresseren naar Hazeland Projecten B.V. (…) ovv ondersteuning bedrijfsactiviteiten.” De factuur is vervolgens gecrediteerd en op 12 juli 2012 naar Hazeland Projecten B.V. verzonden met als dossiervermelding “ondersteuning bedrijfsactiviteiten”.
g. Op 29 april, 13 mei, 31 mei, 17 juni, 31 augustus en 22 september 2011 heeft [eiseres] sommaties met betrekking tot voormelde facturen, die onbetaald waren gebleven, aan Hazeland Projecten B.V. gezonden.
h. Op 29 september 2011 heeft [eiseres] [X.] aangemaand tot betaling van voormelde facturen en daarbij aangegeven: “(…) Tot op heden zijn de declaraties in opgemeld dossier onbetaald gelaten. Aangezien Hazeland Projecten B.V. nalatig is geweest, dient u de verantwoordelijkheid voor betaling van de declaraties voor uw rekening te nemen. (…)”
i. In een reactie daarop heeft [X.] bij brief van 30 september 2011 laten weten dat Hazeland Projecten B.V. als opdrachtgever van [eiseres] moet worden aangemerkt en dat zij niet aansprakelijk is voor betaling van de declaraties.
j. Bij brief van 3 oktober 2011 heeft mr. M.A.J. Kemps, advocaat, namens Hazeland Projecten B.V. aan [eiseres] geschreven dat zijn cliënte in financieel zwaar weer terecht was gekomen. Voorts heeft hij een percentage van 12,5 % van de hoofdsom ter betaling tegen finale kwijting aangeboden.
k. Hazeland Projecten B.V. verkeert thans in faillissement. [eiseres] heeft (zekerheidshalve) haar vorderingen wegens voormelde onbetaald gebleven facturen bij de curator ter verificatie ingediend.
De vordering
[eiseres] vordert veroordeling van [X.] tot betaling van € 8.275,17 vermeerderd met de wettelijke rente daarover, de buitengerechtelijke kosten ad € 833,- (eveneens vermeerderd met de wettelijke rente daarover) en de proceskosten.
[eiseres] legt aan de vordering ten grondslag dat zij in opdracht en voor rekening van [X.] juridische werkzaamheden betreffende de echtscheiding van [X.] heeft verricht. [X.] heeft ondanks aanmaningen nagelaten de daaraan verbonden kosten te voldoen.
Het verweer
[X.] betwist de vordering. Zij voert daartoe aan dat niet zij, maar Hazeland Projecten B.V. opdracht heeft gegeven voor het uitvoeren van de betreffende werkzaamheden en dat uitsluitend Hazeland Projecten B.V. tot betaling hiervan kan worden aangesproken.
De beoordeling van het geschil
1. Vast staat dat [eiseres] de brief waarin de afspraak met [X.] is bevestigd, waarin wordt verwezen naar een overeenkomst van opdracht en de daarop van toepassing zijnde algemene voorwaarden en waarin de wijze van declareren uiteen wordt gezet, aan [X.] is gericht en verstuurd. Vast staat ook dat alle facturen (en sommaties) vervolgens aan Hazeland Projecten B.V. zijn gericht. Eén factuur die toch aan [X.] was verzonden, is op haar verzoek gecrediteerd en ook aan Hazeland Projecten B.V. verstuurd.
2. [X.] heeft daarover betoogd dat op 11 februari 2011 tijdens de bespreking met mr. [BBB] is overeengekomen dat Hazeland Projecten B.V. de opdrachtgever was en dat de facturen naar de vennootschap gezonden moesten worden die voor betaling zou zorg dragen. [eiseres] heeft erkend dat op verzoek van [X.] de facturen naar Hazeland Projecten B.V. gezonden werden, maar zij stelt, onder verwijzing naar de brief van 10 februari 2011, dat de opdracht door [X.] is verstrekt en dat sprake was van een interne betalingsafspraak tussen [X.] en Hazeland Projecten B.V. [X.] blijft aansprakelijk voor betaling van de declaraties, aldus [eiseres].
3. Het betoog van [eiseres] kan geen stand houden omdat aan de bevestigingsbrief van 10 februari 2011 geen doorslaggevende betekenis kan worden toegekend. Deze brief is immers verstuurd voordat de eerste bespreking waarin specifieke afspraken zijn gemaakt over de wijze van declareren, had plaatsgevonden. [eiseres] heeft conform die afspraken aan Hazeland Projecten B.V. gefactureerd en haar ook gesommeerd tot betaling. Een toch naar [X.] verzonden declaratie is vervolgens gecrediteerd en aan Hazeland Projecten B.V. verzonden. Pas toen bleek dat Hazeland Projecten B.V. de facturen onbetaald liet, is [eiseres] [X.] tot betaling gaan aanspreken, zonder haar overigens de declaraties toe te sturen. Gelet op deze gang van zaken moet het ervoor gehouden worden dat Hazeland Projecten B.V. in deze als opdrachtgever fungeerde. Dat wordt ook ondersteund door de onder j. bedoelde brief en door de omstandigheid dat [eiseres] de vordering ter verificatie in het faillissement van Hazeland Projecten B.V. heeft ingediend. Dat de werkzaamheden feitelijk ten behoeve van [X.] zijn verricht, maakt het voorgaande niet anders.
4. De conclusie is dan ook dat alleen Hazeland Projecten B.V. voor betaling van de declaraties kan worden aangesproken en dat [X.] daarvoor niet aansprakelijk is. De vordering zal dan ook worden afgewezen. De proceskosten komen voor rekening van [eiseres] omdat zij in het ongelijk wordt gesteld.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vordering af;
- veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [X.] tot en met vandaag worden begroot op € 500,- aan salaris van de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.