4. Op 19 oktober 2010 heeft (wederom) een incident tussen [verweerder] en [XXX] plaatsgevonden. In een schriftelijke notitie van die datum heeft bedrijfsleider [YYY] ter zake onder meer het volgende opgemerkt: “Volgens dhr [XXX] heeft dhr [verweerder] dhr [XXX] […] in het gezicht gespuugd. […] Dhr [verweerder] is […] hierop aangesproken, waarbij dhr ouass ontkende dat hij gespuugd zou hebben. Wel melde hij dat dhr [XXX] hem altijd loopt te treiteren. […] De voorlieden hebben de opdracht gekregen om dhr [XXX] en dhr [verweerder] bij de ploegwissel niet alleen te laten.”
5. Op 13 september 2012 heeft tijdens de ploegwissel rond 22.00 uur tussen [verweerder] en [XXX] een handgemeen plaatsgevonden, waarbij - zoveel staat in ieder geval vast - [verweerder] een rol tape tegen de rug van [XXX] heeft gegooid, [verweerder] [XXX] met een houten balk heeft geslagen en [XXX] (eerst) een stanley-mes en (later) een ander mes in zijn hand heeft genomen.
6. Op vrijdag 14 september 2012 heeft Walki Meuwissen de medewerkers die tijdens de vechtpartij op de werkvloer aanwezig waren, over het incident op 13 september 2012 gehoord.
7. Op 17 september 2012 heeft Walki Meuwissen [verweerder] en [XXX] over het incident op 13 september 2012 gehoord. Zij heeft vervolgens beiden geschorst. Eveneens op 17 september 2012 hebben de medewerkers die op 14 september 2012 zijn gehoord, tegenover de gemachtigde van Walki Meuwissen hun verklaring herhaald, waarna de gemachtigde een schriftelijke verklaring voor ieder van hen heeft opgesteld, die zij hebben ondertekend.
8. [AAA], 2e operator, die op 13 september 2012 met [XXX] de wikkelmachine bediende, heeft onder meer als volgt verklaard: “De heer [XXX] stond met zijn rug naar de machine toe. De heer [verweerder] […] gooide een rol tape naar de rug van de heer [XXX]. […] De heer [verweerder] liep naar de heer [XXX] toe en er ontstond een worsteling die steeds erger werd. […] De heer [XXX] zag ik op een gegeven moment met een stanleymes […] Toen heeft de heer [verweerder] een houten balk gepakt […].”
9. [BBB], machine operator, heeft onder meer verklaard: “Ik zag dat de heer [XXX] met een houten balk door de heer [verweerder] geslagen werd. […] Ik zag de heer [verweerder] met de stoppentrekker en de heer [XXX] met een mes in een afwachtende houding.”
10. De verklaring van [CCC], voorman, luidt onder meer als volgt: “[…] de heren [verweerder] en [XXX] stonden voor de machine. De heer [verweerder] had een stoppentrekker in zijn hand en de heer [XXX] had een mes in zijn hand. Ze stonden tegen elkaar te schreeuwen […] Toen heb ik gezegd dat ze het mes en de stoppentrekker weg moesten doen. […] Toen pakte de heer [verweerder] de heer [XXX] vast en begon hem alle kanten op te gooien.”
11. [XXX] heeft onder meer het volgende verklaard: “[…] de heer [verweerder] sloeg met zijn vuist op mijn neus […] Ik liep weg om de voorman […] te bellen en de heer [verweerder] kwam achter mij aan. Hij had een balk gepakt […] en sloeg mij op de buik en rug. Ik had een werkmes in mijn broek en trok hem tevoorschijn om de heer [verweerder] af te schrikken […].”
12. [verweerder] zelf heeft onder meer het volgende verklaard: “Toen de heer [XXX] […] langs mij heen liep spuugde hij op de grond. Dat doet hij bijna elke dag. […] Toen ik langs hem heen liep pakte de heer [XXX] mij vast […] De heer [XXX] pakte een klein mes uit zijn broekzak en ik pakte een balk. […] Ik heb hem niet geslagen. […] De heer [XXX] pakte nog een groter mes …] De heer [XXX] probeerde mij te steken en ik verdedigde mij met de stoppentrekker maar ik heb de heer [XXX] daar niet mee geslagen.”
13. Bij brief van 18 september 2012 heeft Walki Meuwissen aan [verweerder] meegedeeld bij de kantonrechter een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te zullen indienen.
14. Op 24 september 2012 heeft [verweerder] aangifte gedaan van bedreiging door [XXX].