ECLI:NL:RBLEE:1998:AA1046
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.Tj. Terpstra
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding wegens verborgen gebreken in onroerende zaak met betrekking tot asbest en verwarmingsinstallatie
In deze zaak heeft eiser, X, een vordering ingesteld tegen gedaagde, Y, wegens verborgen gebreken in de onroerende zaak die hij van gedaagde heeft gekocht. De vordering betreft specifiek de aanwezigheid van asbest in de woning en gebreken aan de verwarmingsinstallatie. Eiser heeft de woning op 15 mei 1996 gekocht en heeft bij de aankoop expliciet geïnformeerd naar de aanwezigheid van asbest. Gedaagde heeft ontkend dat er asbest aanwezig was, maar tijdens een verbouwing in februari 1997 werd asbest aangetroffen. Eiser heeft gedaagde aansprakelijk gesteld voor de kosten van verwijdering van het asbest en voor de gebreken aan de verwarmingsinstallatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde op de hoogte was van de asbestplaten en deze niet heeft gemeld aan eiser, ondanks diens expliciete vraag. De rechtbank oordeelt dat gedaagde niet kan volstaan met het verweer dat eiser niet aan zijn onderzoeksplicht heeft voldaan. De rechtbank heeft de vordering van eiser tot een bedrag van € 27.681,12, vermeerderd met wettelijke rente, toegewezen, maar heeft eiser niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering betreffende de gebreken aan de verwarmingsinstallatie. Gedaagde is veroordeeld in 2/3 van de proceskosten van eiser.