3.1. In de zomer van 1995 bleek bij controle van de houten funderingspalen van de woning van [eiser] dat nagenoeg alle koppen van de funderingspalen boven water stonden.
3.2. [Eiser] ondervindt schade dan wel dreigt schade te ondervinden omdat rotting van de funderingspalen slechts wordt voorkomen door het geheel onder water staan van de houten funderingspalen.
3.3. Het waterschap heeft onvoldoende maatregelen genomen om schade aan de funderingspalen te voorkomen bij de tenuitvoerlegging van het geldende peilbesluit en het als gevolg daarvan aan te houden oppervlaktewaterpeil. Het waterschap heeft onrechtmatig gehandeld jegens [eiser], door onvoldoende rekening te houden met de belangen van [eiser] (zorgplicht verzaakt). Het waterschap heeft nagelaten zodanige voorzieningen te treffen dat schade aan de (fundering van de) woning van [eiser] wordt voorkomen.
3.4. Het verweer van het waterschap dat zij het peil volgens het voorlopig peilbesluit steeds zoveel als mogelijk heeft gehandhaafd, ontslaat het waterschap niet van de verplichting zodanige maatregelen te treffen als nodig zijn om schade zijdens [eiser] zoveel als mogelijk te voorkomen/te beperken. Het waterschap kan niet volstaan met een beroep op het peilbesluit ter rechtvaardiging van het uitgevoerde waterbeheer om schadevergoedingsakties af te weren. Het waterschap dient een aktief beleid te voeren om schade te voorkomen. Ook met betrekking tot een voorlopig peilbesluit geldt de zorgvuldigheidsnorm ex artikel 3.4. Algemene Wet Bestuursrecht.
3.5. Het gaat thans niet om peilverlagingen in verband met natuurlijk optredende daling(en). Het betreft hier een hoogwatercircuit dat, naar mag worden aangenomen, niet direct met de maaivelddaling "meegaat".
3.6. Als gevolg van de (extreme) slootwaterpeilverlaging kan ook het grondwater worden beïnvloed. Het waterpeil boven de zandlaag onder de woning van [eiser] - waar de fundering op rust - wordt door de hoogte van het hoogwatercircuit bepaald. De 1,30 meter dikke veenlaag onder de woning van [eiser] is dermate poreus, dat grondwater geen rol van betekenis speelt; het slootwater bepaalt het peil.
3.7. Nu het waterschap heeft erkend dat zij een feitelijk onjuist peil heeft gevoerd ten gevolge van een defecte schuif, is het waterschap reeds uit dien hoofde aansprakelijk.
3.8. Ook nadat het waterschap te kennen had gegeven dat er sprake was van een defecte schuif, waardoor de waterstand 15 centimeter is gedaald, heeft [eiser] geconstateerd dat het van oudsher bestaande peil niet is hersteld, maar dat het peil verder is gedaald met ongeveer 3 centimeter. Het waterschap heeft kennelijk in de periode 1973-1995 stelselmatig peilverlagingen uitgevoerd. Onjuist is dan ook dat het waterschap het oppervlaktewaterpeil altijd zo hoog mogelijk heeft gehouden.
3.9. Aan een peilverlaging als in casu is toegepast - van 0,7 m- 1,4 m onder het maaiveld (derhalve een aanzienlijk grotere verlaging dan de maaivelddaling door inklinking) dient een zorgvuldig onderzoek vooraf te gaan om eventuele schadelijke gevolgen vooraf te kunnen vaststellen. Het waterschap heeft dit nagelaten.
3.10. Op het waterschap rust niet slechts een inspanningsverplichting maar een resultaatsverplichting.
3.11. Juist is dat [eiser] destijds geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid zijn visie te geven ten aanzien van het peilbesluit. Het ging om een hoogwatercircuit en dat was precies wat hij wilde (namelijk een hoog peil). [Eiser] heeft zich niet gerealiseerd dat sprake was van een verlaging van het peil.
3.12. Er is sprake van (pseudo-)risico-aansprakelijkheid zodat op het waterschap de bewijslast ligt van de stelling dat zij alle mogelijke stappen heeft ondernomen om schade voor [Eiser] te voorkomen/beperken.
3.13. Voor wat betreft de vraag naar het causaal verband, is de regel van de alternatieve causaliteit van toepassing (6:99 Burgerlijk Wetboek). Indien sprake is van een gecombineerde feitelijke toedracht bij de aantasting van funderingen door peilverlaging(en), waarbij onduidelijk is wat het aandeel van andere factoren is, kan deze regel worden toegepast, ook bij een aansprakelijkheid zoals thans in het geding is.
3.14. Omdat schadevergoeding op te maken bij staat wordt gevorderd, is een gespecificeerde schade-opgaaf thans nog niet aan de orde. Het bestaan van schade is evident, namelijk (toekomstig) herstel van de woning van [eiser], voorzover het waterschap weigerachtig zou blijven de nodige voorziening te treffen ter voorkoming van schade.