ECLI:NL:RBLEE:2000:AA5033
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.S. Wegener Sleeswijk
- J.Y.B. Jansen
- I.M. Dölle
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaak
Op 22 februari 2000 heeft de meervoudige kamer van de Arrondissementsrechtbank te Leeuwarden uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een betrokkene, die niet aanwezig was tijdens de zitting op 8 februari 2000. De betrokkene werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. F. van Dijk, die verklaarde dat hij door de betrokkene was gemachtigd om de verdediging te voeren. De officier van justitie had eerder een vordering ingediend om het wederrechtelijk verkregen voordeel, zoals bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, vast te stellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene voordeel heeft verkregen uit strafbare feiten en heeft het bedrag van dit voordeel vastgesteld op 145.000 gulden. De rechtbank heeft de betrokkene verplicht om dit bedrag aan de staat te betalen ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Indien de betrokkene niet in staat is om het volledige bedrag te betalen, zal vervangende hechtenis worden toegepast voor de duur van 245 dagen. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee andere rechters, bijgestaan door de griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.