2. Aldus gelden onder meer de navolgende feiten als vaststaand.
2.1. Bayer AG is een te Leverkusen, Bondsrepubliek Duitsland, gevestigde onderneming met bedrijven in de chemisch-farmaceutische sector. Zij vervaardigt onder meer geneesmiddelen voor gebruik bij mens en dier. Bayer B.V. en Bayer SA/NV zijn tot het concern van Bayer AG behorende vennootschappen die de door Bayer AG en haar dochterondernemingen vervaardigde producten in Nederland respectievelijk België op de markt brengen.
2.2. Het onderzoeksinstituut "Instituut voor Diergezondheid" te Lelystad (hierna te noemen: ID-Lelystad) heeft ter bestrijding van de bij runderen voorkomende ziekte Infectieuze Bovine Rhinotracheïtis (bekend als koeiengriep en hierna te noemen: IBR) een vaccin ontwikkeld dat door Bayer AG wordt geproduceerd.
2.3. Bayer heeft aan Hoechst Roussel Vet N.V. (hierna te noemen: Hoechst) licentie verleend om in een aantal landen naast Bayer het vaccin op de markt te brengen. Runderen die met deze vaccins geënt worden, ontwikkelen daartegen antistoffen en worden daardoor geïmmuniseerd.
2.4. In Nederland zijn toelatingen onder de Diergeneesmiddelenwet verstrekt - aan Bayer op 13 februari 1995 en aan Hoechst op 13 juni 1995 - voor het vaccin in twee vormen: levend (vivum, live) en geïnactiveerd (inactivatum, inactivated).
Bij inactivatum-vaccin zijn alle zich in het vaccin bevindende levende virussen ten gevolge van een chemische behandeling geïnactiveerd.
2.5. Bayer brengt het vaccin onder de merken "Bayovac IBR-Marker vivum" en "Bayovac IBR-Marker inactivatum" sedert februari 1995 in Nederland op de markt. Hoechst brengt het vaccin onder de merken "Rhinobovin Marker Live" en "Rhinobovin Marker inactivated" sedert juni 1995 op de markt. In de naam van het vaccin komt het woord "Marker" voor, omdat het vaccin ontwikkeld is op basis van een virusstam die zich van ieder IBR-veldvirus onderscheidt.
Het vaccin mag uitsluitend aan dierenartsen geleverd en door hen toegediend worden.
2.6. Omdat IBR een ziekte is die in Nederland een schade van vele miljoenen guldens per jaar veroorzaakt en een toenemend aantal IBR-vrije landen in Europa beperkingen oplegt aan de invoer van levende dieren, sperma en embryo's uit IBR-positieve landen, heeft het Productschap voor Vee en Vlees (PVV) bij verordening van 11 maart 1998, gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie op 20 november 1998, aan iedere veehouder met een IBR-positieve veestapel de verplichting opgelegd zijn runderen tegen IBR te doen enten. Hierbij is door de Nederlandse autoriteiten het gebruik van levend vaccin gepropageerd.
2.7. In februari 1999 hebben zich bij koeien op twaalf Nederlandse bedrijven waar met uit de productie-eenheid (batch) WG 4622 afkomstig "Bayovac IBR-Marker vivum" vaccin was geënt, ernstige ziekteverschijnselen gemanifesteerd. Bayer heeft daarop eerst de verkoop van het vaccin afkomstig van batch WG 4622 stopgezet en later ook de verkoop van "Bayovac IBR-Marker vivum" en "Rhinobovin Marker Live" met andere batchnummers. Op 24 maart 1999 heeft een algehele product-recall plaatsgehad.
2.8. Onderzoek heeft uitgewezen dat het vaccin uit batch WG 4622 in sterke mate besmet was met een agressief BVD-virus van het type 2, terwijl het vaccin uit zeven andere batches in lichte mate besmet was met een (milder) BVD-virus van het type 1.
2.9. BVD is een afkorting van Bovine Virus Diarrhea: een ziekte bij runderen die onder meer kan leiden tot algemene weerstandsvermindering tegen kiemen, productiedaling en ontsteking van de slijmvliezen, waardoor diarree, koorts en verminderde eetlust en uitdroging kunnen ontstaan en abortus, fertiliteitsstoornissen, geboorte van afwijkende kalveren en geboorte van persistent met BVD-virus besmette dragerkalveren kunnen optreden. Het laatste symptoom is specifiek voor BVD, de andere symptomen komen ook als symptoom van vele andere ziekten voor.
2.10. De voor de "Bayovac IBR-Marker vivum" en de "Rhinobovin Marker Live" vaccins onder de Diergeneesmiddelenwet gegeven toelatingen zijn op 22 maart 1999 geschorst. Deze schorsing is op 22 september 1999 met ten hoogste zes maanden verlengd. De toelatingen voor "Bayovac IBR-Marker inactivatum" respectievelijk "Rhinobovin Marker inactivated" zijn niet geschorst. Deze ongeactiveerde vaccins zijn in september 1999 door het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij veilig verklaard.
2.11. Omdat het oorzakelijk verband tussen het sterk met BVD-virus van het type 2 besmette vaccin en de ziektegevallen op de twaalf bedrijven duidelijk was, heeft Bayer de aansprakelijkheid voor de schade op deze twaalf bedrijven erkend en de geclaimde schade van tien bedrijven geheel en van de overige twee bedrijven gedeeltelijk vergoed.
2.12. Nadat ook de lichte verontreiniging van het IBR-vaccin met het BVD-virus van het minder virulente type 1 aan het licht was gekomen, hebben de standsorganisatie Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (hierna: LTO) en de Gezondheidsdienst voor Dieren (hierna: GD) in april 1999 de 45.000 melkveehouders, die verplicht tegen IBR gevaccineerd hadden, aangeschreven met de - in zeer algemene bewoordingen gestelde - vraag of na een IBR-vaccinatie gezondheidsproblemen waren opgetreden. Hierop is door 7000 boeren gereageerd bij de Stichting IBR/BVD Schade (hierna: SIS), een intussen door LTO op 4 mei 1999 opgerichte stichting die zich ten doel stelt alle door veehouders in Nederland in de jaren 1995 tot en met 1999 ten gevolge van het gebruik van met BVD besmette IBR-entstof geleden schade te verhalen.
2.13. Sinds februari 1999 zijn er van overheidswege en anderszins onderzoeken verricht naar het mogelijk bestaan van een samenhang tussen de inenting tegen IBR en in de Nederlandse veestapel opgetreden ziekteverschijnselen. Door de onderzoeken is het bestaan van een oorzakelijk verband of samenhang tussen in lichte mate BVD-virus van het type 1 bevattend "IBR Marker vivum" vaccin en ziekteverschijnselen bij runderen niet aangetoond.
2.14. In mei 1999 hebben Bayer, LTO en GD een groep van vijf internationaal erkende experts op het gebied van BVD-virussen verzocht, onderzoek te doen naar het bestaan van eventuele samenhang en oorzakelijk verband tussen het "IBR-Marker vivum" vaccin en bij runderen die daarmee geënt waren, waargenomen ziekteverschijnselen. In hun tussenrapport van 16 september 1999 hebben deze experts desgevraagd gesteld het bestaan van een mogelijke samenhang niet te kunnen uitsluiten en hebben zij, om inzicht te verkrijgen in het al of niet bestaan van causaal verband, nader onderzoek aanbevolen. Het resultaat van het nader onderzoek wordt in september/oktober 2000 verwacht.
2.15. LTO en SIS hebben nog geen claims ingediend, waarop Bayer zich kan beraden. 2.16. Gedaagden zijn veehouders op wier bedrijven, naar zij stellen, runderen na de verplichte inenting tegen IBR allerlei ziekteverschijnselen zijn gaan vertonen. Zij hebben zich opgeworpen als spreekbuis voor een zeer groot aantal verontruste en gedupeerde veehouders. Het zijn de drie gedaagden die zich presenteren als het actiecomité "Ziek van Bayer", welk comité inmiddels de volgende acties heeft georganiseerd/gevoerd.
2.16.1. Op 14 januari 2000 zijn de toegangen tot het bedrijfsgebouw en het bedrijfsterrein van Bayer B.V. te Mijdrecht met kettingen afgegrendeld, waardoor het personeel van Bayer de toegang naar het bedrijfsterrein en de bedrijfsgebouwen werd belet. Bij deze actie zijn onder meer spandoeken gebruikt met daarop de tekst: "Bayer medicijnen rotzooi". Bayer B.V. heeft gedaagden naar aanleiding van deze actie voor een gesprek uitgenodigd. Toen Bayer niet bereid bleek een onvoorwaardelijke toezegging te doen om aan alle 7000 zich beweerdelijk bij SIS gemeld hebbende veehouders alle beweerdelijk door enting met "IBR-Marker" vaccin veroorzaakte schade te vergoeden, hebben gedaagden het onderhoud met Bayer afgebroken. Voor 13 maart 2000 was een voortgangsgesprek gepland, waarvan de afloop onbekend is.
2.16.2. Op 2 februari 2000 is te Antwerpen aan personen die door Bayer SA/NV waren uitgenodigd om aanwezig te zijn bij een galaconcert ter viering van haar 100-jarig bestaan in België, een pamflet uitgedeeld dat aan de ene zijde afbeeldingen bevatte van een dode koe in een weiland en van een geaborteerde kalverfoetus met daartussen geplaatst de tekst: "Dood door Bayer" en het Bayerlogo. Op de andere zijde van het pamflet stond vermeld:
"Zevenduizend Nederlandse boeren zijn gedupeerd doordat Bayer een verontreinigd vaccin heeft gemaakt en verspreid.
Daardoor zijn ruim één miljoen koeien ingespoten met dit foute medicijn.
De schade die Bayer hiermee heeft veroorzaakt bedraagt honderden miljoenen guldens.
Bayer weigert tot nu toe schade te vergoeden.
Bayer is daarom onbetrouwbaar en a-sociaal.
Bovendien liegt Bayer over de ware gang van zaken.
Veel boeren hebben hier hoofdpijn van. Zij slikken aspirines.
Maar NIET die van Bayer (want die vertrouwen ze ook niet meer).