ECLI:NL:RBLEE:2000:AA5749

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
10 mei 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
37275
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot eenpersoonsadoptie en afstammingsvoorlichting

In deze zaak, behandeld door de enkelvoudige familiekamer van de Rechtbank Leeuwarden, gaat het om een verzoek tot eenpersoonsadoptie van een minderjarige door de man, die de geslachtsnaam van de man wil geven aan het kind. De verzoekers, een man en een vrouw, zijn eerder gehuwd geweest en hebben samen het kind verzorgd. Het huwelijk is ontbonden, maar de verzoekers hebben recentelijk weer een gezamenlijke huishouding gevormd. Tijdens de zittingen is gebleken dat de minderjarige waarschijnlijk weet dat de man niet zijn biologische vader is, maar de verzoekers hebben ervoor gekozen om het kind nog niet in te lichten over zijn afstamming. De vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek.

De rechtbank overweegt dat elk kind recht heeft om zijn of haar ouders te kennen, en dat dit recht voor adoptiekinderen alleen kan worden gewaarborgd door hen op een bepaald moment te informeren over hun biologische ouders. De rechtbank wijst op het belang van status- en afstammingsvoorlichting om identiteitscrises te voorkomen en om het kind te voorzien van belangrijke informatie over medische, juridische en sociale aspecten van zijn of haar afstamming.

De rechtbank heeft besloten de zaak te verwijzen naar een nadere zitting, waarbij de raad voor de kinderbescherming wordt verzocht om onderzoek te doen naar het belang van de minderjarige en te rapporteren over de voortgang van dit onderzoek. De beslissing is gegeven op 10 mei 2000 door mr. A.H.M. Dölle, lid van de kamer en kinderrechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE LEEUWARDEN
Uitspraak: 10 mei 2000
Rekestnummer: 99-1799
Zaaknummer: 37275
EENPERSOONSADOPTIE
BESCHIKKING
van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden, enkelvoudige familiekamer in de zaak van:
[verzoeker]
wonende te Heerenveen
hierna te noemen de man,
en
[verzoekster],
wonende te Heerenveen,
hierna te noemen de moeder,
procureur mr. J. Nijenhuis.
PROCESGANG
Verzoekers hebben zich tot de rechtbank gewend met een verzoekschrift, ertoe strekkende dat de adoptie zal worden uitgesproken van de minderjarige [personalia kind], door de man. Zij wensen dat de minderjarige voortaan de geslachtsnaam van de man zal hebben.
Behandeling vond plaats ter terechtzitting met gesloten deuren van deze enkelvoudige kamer op 20 januari 2000 en op 20 april 2000.
De biologische vader van de minderjarige, [naam vader], heeft op 20 januari 2000 geen gebruik gemaakt van de hem geboden gelegenheid om zijn mening kenbaar te maken. Bij de stukken bevindt zich een schriftelijke akkoordverklaring van hem, d.d. 9 oktober 1999.
RECHTSOVERWEGINGEN
Gelet op hetgeen ter terechtzitting is behandeld en de inhoud van het dossier, overweegt de rechtbank het volgende.
Uit een eerder huwelijk van de moeder met [naam vader] is op [datum] geboren [naam kind]. Dat huwelijk is op 20 november 1992 ontbonden.
Verzoekers zijn op 11 maart 1993 in de gemeente Heerenveen met elkaar gehuwd en zij hebben tijdens hun huwelijk gezamenlijk het kind verzorgd. Dit huwelijk is op 18 maart 1997 ontbonden.
Op 17 januari 2000 heeft de procureur van verzoekers de rechtbank schriftelijk bericht, dat verzoekers weer een gezamenlijke huishouding voeren.
Tijdens het verhoor ter terechtzitting is gebleken, dat de minderjarige waarschijnlijk wel weet dat de man niet zijn biologische vader is. Verzoekers hebben de minderjarige echter niet verteld wie dit dan wel is; zij vinden dat dit moment nog niet is aangebroken, omdat het kind hier nog niet aan toe is. De man stelt geen prijs op aanhouding van de beslissing om verzoekers in de gelegenheid te stellen het kind alsnog in te lichten over zijn afstamming.
De vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming heeft vervolgens geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek.
De rechtbank overweegt het volgende.
Uitgangspunt voor de rechtbank is in zijn algemeenheid, dat elk kind er recht op heeft om zijn of haar ouders te kennen. Voor adoptiekinderen kan dit recht alleen een werkelijk recht zijn, als zij op een bepaald moment op de hoogte worden gebracht van het feit dat de adoptie-ouder(s) niet hun biologische ouder(s) is/zijn (statusvoorlichting) en van de identiteit van hun biologische ouder(s) (afstammingsvoorlichting). Door deze voorlichting kan worden voorkomen dat deze kinderen later in een identiteitscrisis komen te verkeren.
Hoe belangrijk kennis van het verleden van het kind kan zijn is ook in de rechtspraak naar voren gekomen. Zo kan een goede voorlichting over de biologische afstamming het kind de vereiste kennis verschaffen over de voor hem/haar van belang zijnde medische aspecten zoals erfelijke ziekten. Ook juridische, sociaal-pedagogische en genealogische aspecten spelen een rol, zoals bijvoorbeeld een huwelijksverbod bij nauwe bloedbanden, de verzorgings- en opvoedingssituatie van het kind voor de adoptie en de kennis wie tot de oorspronkelijke familie van het kind behoorden.
De rechtbank ziet in het bovenstaande aanleiding om de zaak te verwijzen naar een nadere terechtzitting met een verzoek aan de raad zoals hierna, onder de beslissing, staat vermeld.
De rechtbank zal iedere verdere beslissing aanhouden in afwachting van rapportage door de raad.
BESLISSING
De rechtbank:
verwijst de zaak naar de terechtzitting van de enkelvoudige familiekamer van 12 oktober 2000 op een nader te bepalen tijdstip;
stelt de stukken in handen van de raad voor de kinderbescherming te Leeuwarden met het verzoek een onderzoek in te stellen of het belang van de minderjarige [personalia kind] zich verzet tegen afstammingsvoorlichting
en de rechtbank dienaangaande uiterlijk twee weken voor voormelde terechtzitting te rapporteren en te adviseren, althans bericht te doen over de voortgang van het onderzoek;
houdt de beslissing voor het overige aan.
Deze beslissing is gegeven te Leeuwarden door mr. A.H.M. Dölle, lid van de kamer, tevens kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op woensdag 10 mei 2000 in tegenwoordigheid van de griffier.
(cc: 20)
Van deze beschikking kan binnen 2 maanden hoger beroep worden inge-steld bij het gerechtshof te Leeuwarden. Indien u in deze procedure bent verschenen start deze termijn op de dag van de uitspraak. Als u niet in de procedure bent verschenen kan de termijn op een latere datum beginnen. Volgens de wet bent u verplicht om voor het instellen van hoger beroep een advocaat in te schakelen. In verband met de beperkte termijn dient u zo spoedig mogelijk contact met uw/een advocaat op te nemen!
De griffier.