ECLI:NL:RBLEE:2000:AA6966
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen
In deze zaak heeft de gezinsvoogdij-instelling verzocht om verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen. De kinderrechter heeft de zaak behandeld op 30 augustus 2000, waarbij de ouders van de kinderen, die eerder vanwege de psychiatrische ziekte van de moeder uit huis geplaatst waren, hebben betoogd dat zij nu in staat zijn om voor hun kinderen te zorgen. De moeder heeft een psychiatrische behandeling ondergaan en werkt nu als vrijwilliger, terwijl de vader meer tijd thuis doorbrengt. De gezinsvoogdij-instelling heeft echter betoogd dat de kinderen in een veilige omgeving bij pleegouders verblijven en dat er een psychologisch onderzoek is aangevraagd om de pedagogische vaardigheden van de ouders te beoordelen.
De kinderrechter heeft overwogen dat de ouders voldoende in staat zijn om hun kinderen te verzorgen en op te voeden, ondanks eerdere ontwikkelingsachterstanden van de kinderen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de situatie van de ouders is verbeterd en dat de verlenging van de uithuisplaatsing niet gerechtvaardigd is. De kinderrechter heeft het verzoek tot verlenging van de uithuisplaatsing afgewezen, met de overweging dat de ouders nu in staat zijn om de zorg voor hun kinderen weer op zich te nemen. De beslissing is genomen in het belang van de kinderen, waarbij het recht op gezinsleven van de ouders is gerespecteerd. De kinderrechter heeft benadrukt dat ingrijpen in het gezinsleven alleen is toegestaan als dit noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarigen.
De beschikking is gegeven door de kinderrechter in de Rechtbank Leeuwarden, en de ouders hebben de mogelijkheid om binnen twee maanden hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Leeuwarden. De kinderrechter heeft de ouders erop gewezen dat zij verplicht zijn om een advocaat in te schakelen voor het instellen van hoger beroep.