ECLI:NL:RBLEE:2001:AA9608

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
23 januari 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
17/085383-00
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen verdachte wegens onvoorzichtig gebruik van vuurwapen met lichamelijk letsel tot gevolg

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Leeuwarden op 23 januari 2001, staat de verdachte terecht voor het onvoorzichtig gebruik van een vuurwapen, wat resulteerde in lichamelijk letsel bij een derde. De verdachte, geboren in 1941 en woonachtig in [woonplaats en adres], was aanwezig bij de zitting op 9 januari 2001, bijgestaan door zijn advocaat mr. H. Doornbosch. De telastelegging werd op schriftelijke vordering van de officier van justitie gewijzigd, en de rechtbank heeft de inhoud daarvan als hier ingevoegd beschouwd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 16 januari 2000 in [plaatsnaam] een geladen kogelgeweer uit zijn woning heeft gehaald en dit wapen in zijn achtertuin heeft gebruikt. Tijdens dit gebruik heeft hij per ongeluk een kogel afgevuurd, die een passerende vrouw, [naam slachtoffer], in haar been raakte. Dit leidde tot tijdelijk letsel en arbeidsongeschiktheid voor het slachtoffer. De rechtbank oordeelt dat de verdachte, als ervaren sportschutter, zich bewust had moeten zijn van de risico's van het gebruik van een vuurwapen en dat hij in strijd heeft gehandeld met de voorwaarden van zijn vergunning.

De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het veroorzaken van lichamelijk letsel door onvoorzichtigheid en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, waarvan één maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte, waaronder zijn vrijwillige schadevergoeding aan het slachtoffer. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting.

Uitspraak

Arrondissementsrechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
VERKORT VONNIS
Uitspraak: 23 januari 2001
Parketnummer: 17/085383-00
VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op 1941 te [geboortegemeente],
wonende te [woonplaats en adres].
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 9 januari 2001.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. H. Doornbosch, advocaat te Drachten.
TELASTELEGGING
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Op schriftelijke vordering van de officier van justitie ter terechtzitting is de telastelegging gewijzigd, zoals in die vordering staat omschreven. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van die vordering is aan dit vonnis gehecht. De inhoud daarvan moet als hier ingevoegd worden beschouwd.
BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht het telastegelegde bewezen, met dien verstande dat:
hij op 16 januari 2000, te [plaatsnaam], in de gemeente [naam gemeente], aanmerkelijk onvoorzichtig en onachtzaam als (ervaren) sportschutter en in strijd met de strekking van zijn verlof tot het voorhanden hebben van schietwapens met een kogelgeweer in een achtertuin, gelegen in een woonwijk, dat geweer uit de daarvoor bestemde opbergplaats heeft gehaald en dat geladen geweer naar de tuin heeft overgebracht en al dan niet gewild een kogel heeft afgevuurd, waarbij een vrouw, die over de (nabijgelegen) Woudweg fietste, in haar been werd geraakt door voornoemde kogel, waardoor het aan zijn schuld te wijten is geweest dat die vrouw (genaamd [naam slachtoffer]) zodanig lichamelijk letsel heeft bekomen dat daaruit tijdelijke ziekte en/of verhindering in de uitoefening van de ambts- of beroepsbezigheden van deze is ontstaan.
De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
KWALIFICATIE
Het bewezene levert op het misdrijf:
Aan zijn schuld te wijten zijn dat een ander zodanig lichamelijk letsel bekomt waaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van haar ambts- of beroepsbezigheden ontstaat.
STRAFBAARHEID VERDACHTE
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
STRAFMOTIVERING
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van het gepleegde feit;
- de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister en het voorlichtingsrapport;
-de vordering van de officier van justitie tot veroordeling van verdachte terzake het telastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden waarvan één maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Verdachte is met een geladen geweer zijn woning uitgegaan met de kennelijke bedoeling vogels af te schrikken. Buiten is volgens verdachte per ongeluk het vuurwapen afgegaan. Een passerende vrouw op de fiets is door de kogel in haar been getroffen. Zij heeft hierdoor letsel in haar bovenbeen opgelopen en is tijdelijk arbeidsongeschikt geraakt. Als ervaren sportschutter moet verdachte bekend zijn met de risico's die verbonden zijn aan het voorhanden hebben van een vuurwapen. Verdachte wist bovendien dat het geweer in kwestie gemakkelijk afgaat. Daarom had van verdachte mogen worden gevergd dat hij met extra voorzichtigheid met zijn wapen was omgegaan. Naar het oordeel van de rechtbank is door de verdachte niet alleen strijdig met de hem verleende vergunning, maar ook aanmerkelijk onvoorzichtig en onachtzaam gehandeld. Verdachte ziet dit ook zelf in, zoals ter zitting is gebleken. Vanwege de ernst van het feit zou volgens de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet misplaatst zijn. Gelet op de omstandigheden van verdachte, te weten het feit dat hij door deze gebeurtenis niet alleen zijn geweer maar ook zijn aanzien in de wereld van sportschutters is kwijtgeraakt en tenslotte het gegeven dat hij vanaf het begin zeer veel(vuldig) contact met het slachtoffer heeft opgenomen en vrijwillig de schade van het slachtoffer geheel heeft vergoed, zal de rechtbank volstaan met het opleggen van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf.
TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c en 308 van het Wetboek van Strafrecht.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT
RECHTDOENDE:
Verklaart het telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van DRIE MAANDEN.
Bepaalt, dat deze gevangenisstraf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de eventuele uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. L.A.D. Lindenbergh en mr. H.R. Bax, rechters, bijgestaan door D.P. Postma-Westerhof, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 januari 2001.
Mr. Bax is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.